Addendum ‘beleid grootschalige zonne- en windenergie in de Kempen’

De raad der gemeente Oirschot;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 januari 2022;

 

gegeven de agendering door het Presidium d.d. 1 februari 2022;

 

besluit:

  • 1.

    Het addendum ‘beleid grootschalige zonne- en windenergie in de Kempen’ vast te stellen.

 

6.5 Zoveel mogelijk van de lusten moeten in de omgeving van het initiatief landen

 

De Kempengemeenten vinden het belangrijk dat de omgeving van grootschalige opwek baat heeft bij de ontwikkeling. Daarom moet elk project een financiële afdracht doen in een omgevingsfonds en een duurzaamheidsfonds.

 

1. Voor elk project moet een lokaal omgevingsfonds worden ingericht waarin jaarlijks een bedrag wordt gestort. Het doel van het omgevingsfonds is lokale gebiedsontwikkeling. Dit is een extra manier waarop zonne- en windparken concrete maatschappelijke meerwaarde kunnen genereren in de directe omgeving. Het omgevingsfonds wordt beheerd door een afvaardiging uit de betreffende omgeving. De gemeente heeft een controle functie in het beheer van deze gelden.

 

De bijdrage voor het omgevingsfonds is minimaal €1 per geproduceerde MWh. Er dient te allen tijden een bijdrage in dit fonds gedaan te worden maar bij zonneparken kan de hoogte van de afdracht afwijken indien m.b.v. een open business case aangetoond wordt dat de gestelde afdracht (minimaal €1 per geproduceerde MWh) een onrendabele business case tot gevolg heeft. De business case wordt beoordeeld door de gemeente en een onafhankelijke expert. Aan de hand daarvan wordt de hoogte van de bijdrage bepaald. Eventueel kan deze hoogte van de afdracht afhankelijk zijn van de opbrengsten van de stroomverkoop van het zonnepark.

 

De besteding van het omgevingsfonds moet een fysiek en/of ruimtelijk karakter hebben. De bestedingsdoelen worden als voorwaarden vastgelegd in de anterieure overeenkomst en de vergunning van het zonne- en/of windpark.

 

Indien een project een significante bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van het betreffende gebied kan de initiatiefnemer vrijgesteld worden voor deze afdracht. Bijvoorbeeld een stoppende veehouderij die veel geuroverlast geeft in de omgeving. Voorwaarde is dat de initiatiefnemer de bijdrage voor het gebied moet kwantificeren en moet aantonen dat deze gelijkwaardig is aan de afdracht en gelijkwaardig de omgeving dient. Dit is geen ‘vrijstelling’ maar een manier om ‘in natura’ te investeren in de omgeving.

 

Het projectvoorstel moet beschrijven hoe hoog de storting in het omgevingsfonds is (minimaal €1 per geproduceerde MWh), welke partijen in het bestuur van het fonds zitting nemen en hoe de bestemming van het geld wordt bepaald. Deze bestemmingen moeten een fysiek en/of ruimtelijk karakter hebben. Het fonds wordt beheerd door de omgeving. De omgeving zal dus bepalen waar de gelden aan besteed worden.

 

2. Elk project moet storten in een gemeentelijk duurzaamheidsfonds. Doel van het duurzaamheidsfonds is om gemeentebreed grotere projecten op het gebied van duurzaamheid uit te voeren (bijvoorbeeld het stimuleren van zon op dak). Het duurzaamheidsfonds wordt beheerd door de betreffende gemeente.

 

De bijdrage voor het duurzaamheidsfonds is minimaal €1 per geproduceerde MWh. Er dient te allen tijden een bijdrage in dit fonds gedaan te worden maar bij zonneparken kan de hoogte van de afdracht afwijken indien m.b.v. een open business case aangetoond wordt dat de gestelde afdracht (minimaal €1 per geproduceerde MWh) een onrendabele business case tot gevolg heeft. De business case wordt beoordeeld door de gemeente en een onafhankelijke expert. Aan de hand daarvan wordt de hoogte van de bijdrage bepaald. Eventueel kan deze hoogte van de afdracht afhankelijk zijn van de opbrengsten van de stroomverkoop van het zonnepark.

 

Het projectvoorstel moet beschrijven hoe hoog de storting in het duurzaamheidsfonds is (minimaal €1 per geproduceerde MWh).

 

Rekenvoorbeelden

Onderstaande rekenvoorbeelden geven een indicatie van de hoogte van de af te dragen bedragen voor wind- en zonneparken. Op deze manier is beter inzichtelijk in welke grootteorde de bedragen zullen liggen.

 

Zonnepark van 10 hectare

Een zonnepark van 10 hectare (bruto, dus inclusief landschappelijke inpassing) produceert jaarlijks ca. 10.000 MWh. De jaarlijkse bijdrage aan het omgevingsfonds is voor een dergelijk park dus minimaal €10.000. De jaarlijkse bijdrage aan een gemeentelijk duur-zaamheidsfonds is ook minimaal €10.000.

Gezamenlijk wordt over een looptijd van 20 jaar minimaal €400.000 aan lusten voor de omgeving gegenereerd.

 

Een windpark van 12,6 MW

Een windpark van 12,6 MW (3 grote windturbines) produceert jaarlijks ca. 45.000 MWh. De jaarlijkse bijdrage aan het omgevingsfonds is voor een dergelijk park dus minimaal €45.000. De jaarlijkse bijdrage aan een gemeentelijk duurzaamheidsfonds is ook minimaal €45.000

Gezamenlijk wordt over een looptijd van 20 jaar minimaal 1,8 miljoen euro aan lusten voor de omgeving gegenereerd.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 22 februari 2022,

De gemeenteraad,

Han Struijs,

griffier

Judith Keijzers-Verschelling,

voorzitter

Naar boven