Gemeenteblad van Oirschot
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oirschot | Gemeenteblad 2022, 91864 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oirschot | Gemeenteblad 2022, 91864 | beleidsregel |
Addendum ‘beleid grootschalige zonne- en windenergie in de Kempen’
6.5 Zoveel mogelijk van de lusten moeten in de omgeving van het initiatief landen
De Kempengemeenten vinden het belangrijk dat de omgeving van grootschalige opwek baat heeft bij de ontwikkeling. Daarom moet elk project een financiële afdracht doen in een omgevingsfonds en een duurzaamheidsfonds.
1. Voor elk project moet een lokaal omgevingsfonds worden ingericht waarin jaarlijks een bedrag wordt gestort. Het doel van het omgevingsfonds is lokale gebiedsontwikkeling. Dit is een extra manier waarop zonne- en windparken concrete maatschappelijke meerwaarde kunnen genereren in de directe omgeving. Het omgevingsfonds wordt beheerd door een afvaardiging uit de betreffende omgeving. De gemeente heeft een controle functie in het beheer van deze gelden.
De bijdrage voor het omgevingsfonds is minimaal €1 per geproduceerde MWh. Er dient te allen tijden een bijdrage in dit fonds gedaan te worden maar bij zonneparken kan de hoogte van de afdracht afwijken indien m.b.v. een open business case aangetoond wordt dat de gestelde afdracht (minimaal €1 per geproduceerde MWh) een onrendabele business case tot gevolg heeft. De business case wordt beoordeeld door de gemeente en een onafhankelijke expert. Aan de hand daarvan wordt de hoogte van de bijdrage bepaald. Eventueel kan deze hoogte van de afdracht afhankelijk zijn van de opbrengsten van de stroomverkoop van het zonnepark.
De besteding van het omgevingsfonds moet een fysiek en/of ruimtelijk karakter hebben. De bestedingsdoelen worden als voorwaarden vastgelegd in de anterieure overeenkomst en de vergunning van het zonne- en/of windpark.
Indien een project een significante bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van het betreffende gebied kan de initiatiefnemer vrijgesteld worden voor deze afdracht. Bijvoorbeeld een stoppende veehouderij die veel geuroverlast geeft in de omgeving. Voorwaarde is dat de initiatiefnemer de bijdrage voor het gebied moet kwantificeren en moet aantonen dat deze gelijkwaardig is aan de afdracht en gelijkwaardig de omgeving dient. Dit is geen ‘vrijstelling’ maar een manier om ‘in natura’ te investeren in de omgeving.
2. Elk project moet storten in een gemeentelijk duurzaamheidsfonds. Doel van het duurzaamheidsfonds is om gemeentebreed grotere projecten op het gebied van duurzaamheid uit te voeren (bijvoorbeeld het stimuleren van zon op dak). Het duurzaamheidsfonds wordt beheerd door de betreffende gemeente.
De bijdrage voor het duurzaamheidsfonds is minimaal €1 per geproduceerde MWh. Er dient te allen tijden een bijdrage in dit fonds gedaan te worden maar bij zonneparken kan de hoogte van de afdracht afwijken indien m.b.v. een open business case aangetoond wordt dat de gestelde afdracht (minimaal €1 per geproduceerde MWh) een onrendabele business case tot gevolg heeft. De business case wordt beoordeeld door de gemeente en een onafhankelijke expert. Aan de hand daarvan wordt de hoogte van de bijdrage bepaald. Eventueel kan deze hoogte van de afdracht afhankelijk zijn van de opbrengsten van de stroomverkoop van het zonnepark.
Het projectvoorstel moet beschrijven hoe hoog de storting in het duurzaamheidsfonds is (minimaal €1 per geproduceerde MWh). |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-91864.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.