Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot het technisch wijzigen van de subsidieverstrekking integraal maatschappelijk initiatief (Wijzigingsregeling integraal maatschappelijk initiatief 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op Gemeentewet, art 160 eerste lid , Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, artikel 3,

 

besluit:

 

Artikel 6, 9 en 10

 

De Subsidieregeling integraal maatschappelijk initiatief 2021 als volgt te wijzigen:

 

  • I.

    Artikel 6 lid 1 b komt te luiden:

     

    De mate waarin het initiatief bijdraagt aan de versterking van de sociale cohesie in de stad/buurt door actieve betrokkenheid van Amsterdammers

     

  • II.

    Artikel 6 lid 1 d komt te luiden:

     

    De mate waarin de kosten van het initiatief in verhouding staan tot de te verwachten resultaten en impact van de activiteiten;

     

  • III.

    Artikel 9 lid 1 b komt te luiden:

     

    bewijs van aanmelding bij het platform MAEX middels een afschrift (screenshot) van het volledig ingevulde MAEX-profiel dat van toepassing is op het initiatief en waarmee de initiatiefnemer zichtbaar maakt aan welke doelen een bijdrage wordt geleverd door de activiteit;

     

  • IV.

    Artikel 9 lid 1 c komt te luiden:

     

    een begroting met daarin een overzicht van de inkomsten en de uitgaven uitgesplitst in kosten voor de eigen organisatie en kosten voor de activiteit. Het maximale uurtarief dat u rekent voor maatschappelijk initiatief is maximaal € 50,- .Hierbij kan gebruik worden gemaakt van het begrotingsformat zoals op de website van de gemeente Amsterdam beschikbaar is;

     

  • V.

    Artikel 9 lid 1 f komt te luiden:

     

    indien gewenst door de aanvrager bestaat mogelijkheid een korte toelichting te geven op het initiatief in een video van maximaal 1 minuut.

     

  • VI.

    Artikel 10 lid 1 komt te luiden:

     

    In aanvulling op artikel 9, eerste lid van de ASA 2013 weigert het college geheel een subsidie te verlenen als:

     

    • a.

      de aanvraag op basis van de beoordeling genoemd in artikel 6 eerste lid in totaal minder dan 15 punten heeft behaald;

    • b.

      de aanvrager in de drie jaar voorafgaande aan de aanvraag totaal meer dan € 1.500.000,- subsidie van de gemeente heeft ontvangen.

  • VII.

    Artikel 10 lid 2 komt te luiden:

    In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

    • a.

      de activiteiten zich richten op één beleidsterrein en daarmee niet beleidsterrein overstijgend zijn;

    • b.

      de zakelijke kwaliteit van de aanvrager onvoldoende is en het initiatief financieel en organisatorisch niet haalbaar is;

    • c.

      de verhouding tussen de kosten van de uitvoering van de activiteiten en de kosten voor de eigen organisatie niet passen bij de activiteit(en);

    • d.

      de waarde voor Amsterdammers en/of voor de beleidsterreinen niet voldoende onderbouwd is;

    • e.

      de activiteiten niet of in te beperkte mate voor, door en met inwoners van Amsterdam uitgevoerd worden;

    • f.

      De activiteiten naar het oordeel van het college te grote risico’s met zich meebrengen voor de ontwikkeling, gezondheid of veiligheid van deelnemers of andere betrokkenen.

  • VIII.

    Toelichting Artikel 10 lid 1 b komt te luiden:

     

    Deze regeling is bedoeld voor maatschappelijke initiatieven van en met bewoners. Organisaties die voorafgaande aan de aanvraag drie voorgaande jaren totaal meer dan € 1,5 miljoen subsidie van de gemeente hebben ontvangen, worden zeker uitgenodigd initiatief te nemen met buurtbewoners en Amsterdammers, maar komen niet in aanmerking voor financiering uit deze regeling.

     

  • IX.

    Toelichting Artikel 10 lid 2 c komt te luiden:

     

    De kosten voor de eigen organisatie staan beschreven in de toelichting op artikel 9 lid c. Indien de verhouding tussen de kosten voor de activiteit en de kosten voor de organisatie niet proportioneel zijn gezien de aard, schaal en omvang van het initiatief kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren. Hierbij geldt dat het maatschappelijk uurtarief niet hoger mag zijn dan € 50,- .

     

  • X.

    Toelichting Artikel 10 lid 2 e komt te luiden:

     

    de mate waarin bij de voorbereiding en uitvoering van activiteiten de betrokkenheid van bewoners is geborgd; zonder inzet en betrokkenheid van bewoners is er geen maatschappelijk initiatief. We vinden het belangrijk dat zij worden betrokken bij het vormgeven en uitvoeren van activiteiten. Deze regeling is niet bedoeld voor (zorg) aanbod van professionele partijen zonder bewonersbetrokkenheid.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 februari 2022

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Naar boven