Gemeenteblad van Oss
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oss | Gemeenteblad 2022, 86602 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oss | Gemeenteblad 2022, 86602 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening inburgering (Wi2021) gemeente Oss
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december 2021 en
gelet op de artikelen 13 tot en met 17, 22, 23 en 26 van de Wet inburgering 2021;
gelet op het advies van de adviescommissie Sociaal Bestuurlijk van 2 december 2021;
besluit vast te stellen de Verordening inburgering (Wi2021) gemeente Oss.
De gemeente heeft een centrale rol in de begeleiding en ondersteuning van de inburgeringsplichtige. Hierbij gelden de volgende kernpunten:
De gemeente neemt bij de inburgeringsplichtige een brede intake af. Met de informatie uit deze brede intake verkrijgt de gemeente een beeld van de startpositie en de ontwikkelingsmogelijkheden van de inburgeringsplichtige. De gemeente geeft in samenspraak met de inburgeringsplichtige en op basis van de uitkomsten van de brede intake invulling aan het inburgeringstraject.
De brede intake bestaat in ieder geval uit:
a. een onderzoek naar het onderwijsniveau en de werkervaring van de inburgeringsplichtige;
b. een onderzoek naar de persoonlijke omstandigheden van de inburgeringsplichtige, waaronder de fysieke en mentale gezondheid;
c. voor zover van toepassing: een verkenning van de mogelijkheden om het kind van de inburgeringsplichtige deel te laten nemen aan de voorschoolse educatie, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, of de vroegschoolse educatie, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; en
De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige schriftelijk uit voor de brede intake. In de uitnodiging vermeldt de gemeente behalve informatie over dag, plaats en tijdstip van de intake ook het volgende:
a. het doel, de werkwijze en het belang van de brede intake in het inburgeringstraject;
b. het recht om de gesprekken in het kader van de brede intake met de gemeente alleen te voeren of met aanwezigheid van een onafhankelijk cliëntondersteuner; en
c. de gevolgen als de inburgeringsplichtige niet bij de brede intake verschijnt of hieraan onvoldoende meewerkt.
Wanneer de inburgeringsplichtige – ook na drie oproepen – niet bij de brede intake verschijnt of onvoldoende medewerking verleent, voltooit de gemeente de intake zonder de inburgeringsplichtige. In dat geval onderzoekt de gemeente de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens die wel bekend zijn, zoals:
a. de uitkomsten van de leerbaarheidstoets (als de inburgeringsplichtige daaraan heeft meegewerkt);
b. voor asielstatushouders: de gegevens uit het Taakstelling Volg Systeem (TVS)
Artikel 6. Persoonlijk plan Inburgering en Participatie
De gemeente stelt na afronding van de brede intake en op basis van de hieruit verkregen informatie het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie(PIP) op. Dit gebeurt zoveel mogelijk in samenspraak met de inburgeringsplichtige. De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige na afronding van de brede intake uit voor een gesprek hierover. In ieder geval worden in dat gesprek de volgende onderwerpen besproken:
a. de uitkomsten van de brede intake;
b. de persoonlijke einddoelen van de inburgeringsplichtige in het inburgeringstraject;
c. welke leerroute als passend wordt gezien en waarom;
d. de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige tijdens het inburgeringstraject;
e. de verwachtingen van de inburgeringsplichtige over het traject;
f. de rol van de gemeente bij dit traject; en
g. voor gezinsmigranten en overige migranten: het aanbod aan passend en kwalitatief goed inburgeringsonderwijs waarmee de migrant de leerroute kan volgen en voltooien.
In het PIP staat wat de inburgeringsplichtige moet doen om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Het PIP geeft een compleet beeld van de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige gedurende het inburgeringstraject. De gemeente stemt het plan af op de persoonlijke situatie, ontwikkelbehoeften en capaciteiten van de inburgeringsplichtige.
Het PIP heeft de vorm van een officieel besluit (beschikking). Hierin staat vermeld:
a. de duur van het inburgeringstraject;
b. wat de vastgestelde leerroute is (alleen voor de asielstatushouder);
c. de voortgangsgesprekken dat de gemeente met de inburgeringsplichtige heeft gedurende het traject;
d. welke onderdelen het PVT en de MAP bevatten;
e. welke ondersteuning en begeleiding de inburgeringsplichtige bij de leerroute krijgt en van welke organisatie(s) (alleen voor de asielstatushouder);
f. welke afspraken er zijn gemaakt over vroeg- en voorschoolse educatie;
Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute al is vastgesteld verhuist naar de gemeente Oss stelt de gemeente het PIP opnieuw vast binnen tien weken na de inschrijving van de inburgeringsplichtige in het BRP. De leerroute die daarbij wordt vastgesteld, is gelijk aan de leerroute zoals die door de gemeente van vertrek is vastgesteld.
Artikel 8. Inhoud van de leerroutes
Om de leerroutes zoveel mogelijk te laten passen bij de situatie en de behoefte van de inburgeringsplichtige, zorgt de gemeente voor een gevarieerd aanbod aan leerroutes. Hierbij valt te denken aan:
a. variatie in niveau van het aanbod;
b. variatie in intensiteit van het aanbod;
Artikel 9. Participatieverklaringstraject
De inburgeringsplichtige doet in het onderdeel inleiding in de Nederlandse kernwaarden kennis op van de belangrijkste waarden, sociale regels en grondrechten in Nederland. Het doel hiervan is het krijgen van een beter beeld van en begrip voor de Nederlandse samenleving. De gemeente bepaalt de manier waarop deze kennis wordt overgedragen.
Artikel 10 . Module Arbeidsmarkt en Participatie
De gemeente biedt de inburgeringsplichtige de MAP aan. Het doel van deze module is dat de inburgeringsplichtige:
a. kennismaakt met de Nederlandse arbeidsmarkt;
b. inzicht krijgt in de eigen competenties en arbeidskansen;
c. een concrete beroepswens kan formuleren;
d. beroeps- en werknemerscompetenties aanleert;
e. leert hoe hij of zij een netwerk opbouwt;
f. praktische ervaring opdoet op de (lokale) arbeidsmarkt; en
Artikel 11 . Inburgeringsaanbod asielstatushouders
Met het inburgeringsaanbod kan de asielstatushouder:
a. de Nederlandse taal leren op het voor hem of haar hoogst mogelijke niveau;
b. kennis opdoen over de Nederlandse maatschappij, zoals over normen en waarden, omgangsregels, de Nederlandse geschiedenis, het onderwijssysteem en de gezondheidszorg;
c. zich voorbereiden op actieve participatie in de samenleving en op de arbeidsmarkt.
Artikel 12 . Kwaliteit van het inburgeringsaanbod en de leerroutes
Voor de kwaliteit van het inburgeringsaanbod voor asielstatushouders gelden de volgende uitgangspunten:
a. De gemeente zorgt voor een kwalitatief goed aanbod aan cursussen, opleidingen en andere (participatie)activiteiten waarmee de asielstatushouder aan de leerroute kan voldoen. De gemeente zorgt ook voor continuïteit in het aanbod.
b. Cursusinstellingen die het taalonderwijs binnen de B1-route en de Z-route verzorgen moeten in het bezit zijn van een certificaat of keurmerk zoals bedoeld in artikel 16 lid 3 van de wet. Taalschakeltrajecten moeten voldoen aan de eisen die voortvloeien uit artikel 8 lid 2 van de wet.
Artikel 13 . Voortgang inburgering
Tijdens het gesprek komen de afspraken uit het PIP aan bod. Met de inburgeringsplichtige wordt besproken of de onderdelen nog aansluiten bij de capaciteiten, de behoeften en de persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige. Het gaat daarbij om:
b. de ondersteuning en begeleiding tijdens het inburgeringstraject;
c. de intensiteit van de verschillende onderdelen van het traject;
d. de participatie-activiteiten;
e. de vorderingen en inzet van de inburgeringsplichtige; en
f. voor de inburgeringsplichtige die de B1-route volgt: of het taalniveau van deze leerroute voldoende aansluit.
Op basis van de uitkomst van een voortgangsgesprek kan de gemeente voor de inburgeringsplichtige die de B1-route volgt, bepalen dat de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal geheel of gedeeltelijk op het niveau A2 worden geëxamineerd. Dit kan alleen wanneer de inburgeringsplichtige:
a. ten minste zeshonderd uren taalles heeft gevolgd bij een instelling die voldoet aan de kwaliteitseisen zoals vastgesteld in artikel 32 van de wet; en
b. zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen. Hierover wordt informatie opgevraagd bij de cursusinstelling die de taallessen verzorgt voordat een besluit wordt genomen.
Artikel 14 . Maatschappelijke begeleiding van de asielstatushouder
De gemeente zorgt ervoor dat de asielstatushouder maatschappelijke begeleiding krijgt. Deze begeleiding is erop gericht:
a. de asielstatushouder kennis over de praktische organisatie van de Nederlandse samenleving te verschaffen;
b. de asielstatushouder te begeleiden en te ondersteunen, met de bedoeling om zijn of haar zelfredzaamheid en participatie te vergroten; en
c. randvoorwaarden te scheppen, zodat de asielstatushouder tijdig met het inburgeringstraject kan starten.
De maatschappelijke begeleiding bestaat in ieder geval uit:
a. praktische hulp bij het regelen van basisvoorzieningen zoals wonen, zorg, werk, inkomen, verzekeringen en onderwijs;
b. een kennismaking met de woonomgeving;
c. passende voorlichting over de basisvoorzieningen in de Nederlandse samenleving; en
d. een kennismaking met maatschappelijke organisaties die voor de inburgeringsplichtige van belang zijn.
Artikel 16 . Handhaving verplichtingen bij de brede intake
Wanneer de inburgeringsplichtige na de eerste oproep voor de brede intake niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, geeft de gemeente een schriftelijke waarschuwing. De gemeente wijst daarbij op de gevolgen voor de inburgeringsplichtige als hij of zij opnieuw niet verschijnt na een oproep of als hij of zij op een andere manier onvoldoende meewerkt aan de brede intake. De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige opnieuw uit om te verschijnen.
Voordat de gemeente een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de inburgeringsplichtige niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt de gemeente hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze kenbaar te maken.
Artikel 17 . Handhaving tijdens het inburgeringstraject
Voordat de gemeente een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de afspraken in het PIP of de afspraken over de activiteiten bij de gekozen leerroute niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt de gemeente hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze kenbaar te maken.
Op basis van het gesprek met de inburgeringsplichtige dan wel zijn of haar schriftelijke zienswijze bepaalt de gemeente de mate van verwijtbaarheid. Als er sprake is van opzet, van grove schuld, van normale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid stemt de gemeente de hoogte van de boete daarop af met inachtneming van artikel 7.1 van het Besluit.
Artikel 18 . Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet
Wanneer een inburgeringsplichtige een bijstandsuitkering (Participatiewet) ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 Participatiewet en de verordening zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid onder a Participatiewet. Het gaat hierbij om verplichtingen en afspraken anders dan in het aanbod in de MAP. De gemeente legt voor dezelfde gedraging dan geen bestuurlijke boete op grond van de wet op.
Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP, legt de gemeente bij voorkeur een boete op grond van de wet op. De gemeente verlaagt in dat geval voor dezelfde gedraging de bijstandsuitkering niet.
Bij de keuze tussen i) handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering en ii) handhaving op grond van de wet via een boete weegt de gemeente ook af welke wijze van handhaving, rekening houdend met de gevolgen hiervan voor de inburgeringsplichtige, naar haar oordeel het best bijdraagt aan het beoogde effect, te weten het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-86602.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.