Gemeenteblad van Houten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Houten | Gemeenteblad 2022, 86111 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Houten | Gemeenteblad 2022, 86111 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
de VERORDENING TOT ZESDE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GEMEENTE HOUTEN
De raad van de gemeente Houten;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 november 2021 en het voorstel van 11 januari 2022 dat strekt ter vervanging, beiden met nr. 341577;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
de VERORDENING TOT ZESDE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GEMEENTE HOUTEN
De Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Houten houdende regels omtrent de openbare orde en veiligheid Algemene plaatselijke verordening Houten (APV) wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1:2, vierde lid, komt te luiden:
4. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.
Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een tweede (nieuw) lid, luidende:
2. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een tweede (nieuw) lid, luidende:
2. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
Artikel 2:1, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:
6. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:6, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:
5. op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:10, achtste lid, komt te luiden: 8. De weigeringsgrond van het zesde lid, onder a, geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet of op situaties waarin beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening. De weigeringsgrond van het zesde lid, onder b, geldt niet voor bouwwerken. De weigeringsgrond van het zesde lid, onder c, geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:11, vierde lid, komt te luiden: 4. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 2:12, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.
Artikel 2:14, derde lid, komt te luiden:
3. Het in het eerste lid onder b bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.
Artikel 2:21, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.
Artikel 2:23, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.
Artikel 2:25, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:
8. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet
bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van
Artikel 2:26, tweede tot en met vierde lid, worden toegevoegd:
2. Het is verboden bij een evenement distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.
3. Het verbod in het tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de Opiumwet.
Artikel 2:27, eerste lid aanhef en onder a, wordt als volgt gewijzigd:
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:28a, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
4. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:29, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:
8. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:34a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In deze afdeling wordt verstaan onder de wet: de Alcoholwet.
Artikel 2:39 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:46, tweede lid, komt te luiden:
Artikel 2:48 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:48, eerste lid, komt te luiden:
1. Onverminderd het bepaalde in de Alcoholwet is het voor personen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
Artikel 2:48, tweede lid aanhef en onder a en onder b, komt te luiden:
2. Het verbod is niet van toepassing op:
a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet; en
b. een andere plaats dan een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet; en
Artikel 2:48a wordt toegevoegd en komt als volgt te luiden:
Artikel 2:48b wordt toegevoegd en komt als volgt te luiden:
Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.
Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.
Artikel 2:57, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:
5. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 2:58, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
4. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 2:60 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, wordt als volgt gewijzigd: 1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
Artikel 2:63, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
4. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 2:67, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
3. Op het verzoek tot een vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 2:71 wordt als volgt gewijzigd:
In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Artikel 2:73a wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:74 komt wordt als volgt gewijzigd:
Het is verboden op of aan de weg, op een andere voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden, te gebruiken, toe te dienen, daarbij behulpzaam zijn, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Artikel 2:78, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:
7. Op de aanvraag voor een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 3:5, tweede lid, onder c, onderdeel 1, wordt als volgt gewijzigd:
- bepalingen gesteld bij of krachtens de Alcoholwet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;
Artikel 3:13, eerste lid onder b, wordt als volgt gewijzigd:
b. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf strijd zal leveren met het omgevingsplan of een bekend gemaakte beheersverordening daarvan, beheersverordening, exploitatieplan, voorbereidingsbesluit, stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening;
Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4:1 aanhef en onder a komt als volgt te luiden: In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd: In deze afdeling wordt verstaan onder:- Besluit: het Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet; De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden: - inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
Artikel 4:5, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
4. Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.
Artikel 4:6, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4:6c, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
3. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 4:6d, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
3. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 4:6f wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4:11, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:
6. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid, aanhef, komt te luiden: 1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:
2. Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.
Artikel 4:17 aanhef onder c komt te luiden:
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
c. kampeermiddel: een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:18 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4:20, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 4:23, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
4. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 5:5, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.
Artikel 5:6 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:7, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
3. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 5:11, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
4. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 5:13 eerst lid, komt te luiden:
1. Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
2. Artikel 5:13, tweede lid, komt te luiden:
2. Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
3. Artikel 5:13, zevende lid, komt te luiden:
Artikel 5:14, tweede lid onder b, wordt als volgt gewijzigd:
b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, en onder g, van de Gemeentewet of artikel 5:22;
Artikel 5:17, tweede lid aanhef en onder a, wordt als volgt gewijzigd:
Onder standplaats wordt niet verstaan:
a. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;
Artikel 5:18 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:20, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het verbod van artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.
Artikel 5:22, tweede lid onder a, wordt als volgt gewijzigd:
2. Onder een snuffelmarkt wordt niet verstaan:
a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;
Artikel 5:23 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:25, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.
Artikel 5:28, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de provinciale omgevingsverordening.
Artikel 5:30, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.
Artikel 5:32, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.
Artikel 5:33 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:34, eerste lid, komt te luiden:
1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
Artikel 5:36, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
4. Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 5:43 wordt als volgt gewijzigd:
Verboden op of aan recreatieplassen
1. Het ten gehore brengen van versterkt geluid of muziek op of aan de recreatieplassen is te allen tijde verboden.
2. Het is verboden tussen 22.00 uur en 7.00 uur te verblijven op, aan of in de recreatieplassen, alsmede op het strandeiland in de Rietplas.
3. Het verblijfsverbod uit lid 2 geldt, buiten de zwemgedeelten, niet voor vissers aan wie vergunning is verleend om in de nachtelijke uren te vissen.
4. Dit artikel is niet van toepassing op evenementen waarvoor op grond van artikel 2:25 een vergunning is verleend.
Artikel 6:1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, 2:11, 2:12 en 4:11 voor zover die betrekking hebben op de Omgevingswet.
Voor de Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Houten houdende regels omtrent de openbare orde en veiligheid Algemene plaatselijke verordening Houten (APV) worden de volgende technische wijzigingen m.b.t. de hoofdstukindeling doorgevoerd:
In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen A t/m F, H onder 1 en 2, I onder 1, J t/m M, Q onder 1, U onder 1, V, AC onder 1, AK, AN onder 1, AQ onder 1, AS, AT, AV onder 1, AY, AZ onder 1, AAF onder 1, AAG, AAI onder 2, AAJ t/m AAM, AAN onder 1, AAO onder 1 en 2 en AAR van artikel I in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 februari 2022.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-86111.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.