Subsidieregeling Corona Noodfonds Sittard-Geleen 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

 

Gelet op de noodzaak tot het ondersteunen van ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf, die een levensvatbaar bedrijf hebben, maar die als gevolg van de coronacrisis in ernstige financiële problemen zijn gekomen én de mogelijkheden die het gemeentebestuur daartoe heeft door het verstrekken van subsidies die aan het herstel kunnen bijdragen;

 

Gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2020;

 

Overwegende de wenselijkheid om ondersteuning aan in nood verkerende ondernemers te bieden;

 

Besluiten vast te stellen de volgende subsidieregeling:

 

Subsidieregeling Corona Noodfonds Sittard-Geleen 2022.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen.

  • b.

    Noodfonds: het door de gemeenteraad van Sittard-Geleen in zijn vergadering van 27 januari 2022 ingestelde fonds, waaruit noodsteun wordt verstrekt.

  • c.

    Noodsteun: een subsidie in de vorm van een financiële bijdrage, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door een maatwerk oplossing om acute financiële nood bij een onderneming als gevolg van de coronacrisis geheel of deels op te lossen, met inachtneming van wet- en regelgeving en de eigen verantwoordelijkheid van deze onderneming.

  • d.

    Noodsituatie: de situatie waarbij sprake is van ernstige financiële nood als direct gevolg van de coronacrisis, waarbij het voortbestaan van een onderneming in gevaar komt.

  • e.

    Expertgroep Ondernemers: een door het college ingestelde werkgroep van deskundigen die de ondernemer adviseert over zijn bedrijfsvoering ten tijde van de coronacrisis én die indien nodig het college adviseert over te verlenen noodsteun aan ondernemingen.

  • f.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • g.

    Coronacrisis: de crisis die is ontstaan door het COVID-19 virus, ter bestrijding waarvan maatregelen door de Rijksoverheid en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg zijn genomen en die voortduurt totdat de Rijksoverheid en de Veiligheidsregio de specifieke maatregelen, die (financiële) gevolgen hebben voor ondernemers, opheft.

  • h.

    Onderneming: de ‘belanghebbende ondernemer’, die met zijn bedrijf is gevestigd in de gemeente Sittard-Geleen, van 18 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid , van de Algemene Ouderdomswet die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep en die; voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening daarvan; voldoet aan het urencriterium, bedoeld in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en alleen of samen met degenen met wie hij het bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent de volledige zeggenschap in dat bedrijf of zelfstandig beroep heeft en de financiële risico's daarvan draagt.

  • i.

    Steunpakket rijksoverheid: het totale maatregelenpakket dat de Rijksoverheid in verband met de coronacrisis heeft vastgesteld en toepast ter ondersteuning van ondernemingen.

  • j.

    Vertegenwoordiger(s): de natuurlijke persoon c.q. personen die krachtens de statuten dan wel op een andere basis bevoegd zijn om de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

  • k.

    Bedrijfskosten: alle kosten gelieerd aan de uitvoering van de onderneming zoals huisvesting, personeel, onderhoud, lopende contracten, verzekeringen, noodzakelijke investeringen.

Artikel 2 Algemene Subsidieverordening

Op deze subsidieregeling is de Algemene subsidieverordening van de gemeente Sittard-Geleen 2020 van toepassing, tenzij in deze subsidieregeling daarvan wordt afgeweken.

HOOFDSTUK 2 ONDERSTEUNING VOOR ONDERNEMERS

Artikel 3 Doelgroep ondersteuning

  • 1.

    Ondernemingen vallen onder de doelgroep van deze regeling indien:

    • a.

      ze als gevolg van de coronacrisis in problemen zijn gekomen met hun bedrijfsvoering en als gevolg daarvan een beroep willen doen op een samenhangend ondersteuningspakket van de gemeente, waaronder een integraal advies van de ‘expertgroep ondernemers’, en;

    • b.

      ze door de financiële problemen als gevolg van de coronacrisis in een noodsituatie verkeren én de nadelige gevolgen, deels, oplosbaar zijn met incidentele ondersteuning door advisering van deskundigen en indien nodig met een tegemoetkoming uit het noodfonds, en;

    • c.

      indien zij ook na de coronacrisis levensvatbaar zijn met een toekomstbestendige en concurrerende bedrijfsvoering, en;

    • d.

      zij rechtmatig zijn gevestigd in de gemeente Sittard-Geleen, dan wel bijdragen aan het realiseren van de beleidsdoelen van de gemeente Sittard-Geleen en/of van grote maatschappelijke waarde zijn voor de economische en sociale infrastructuur binnen de gemeente.

Artikel 4 Doel van de noodsteun uit het noodfonds

  • 1.

    Het noodfonds is ingesteld met als doel ondersteuning te bieden bij het beperken of gedeeltelijk herstellen van de nadelige gevolgen van de coronacrisis voor ondernemingen die als gevolg van de landelijke lockdowns met bedrijfssluiting(en) van hun onderneming te maken hebben gehad.

  • 2.

    Noodsteun is altijd een onderdeel van een samenhangend ondersteuningspakket, zoals wordt geadviseerd door de expertgroep ondernemers.

  • 3.

    Noodsteun is bedoeld als vangnetregeling voor bedrijfskosten voor ondernemingen in een noodsituatie, als bedoeld in artikel 1 onder d van deze regeling, indien de situatie niet anders is op te lossen dan daartoe noodsteun te verlenen, waarbij de noodsteun niet is bedoeld als volledige compensatieregeling. Het Noodfonds kan ook worden ingezet als bijdrage voorbetalingsachterstanden kostencrediteuren en overbruggingsliquiditeit t.b.v. een duurzame bedrijfsvoering.

Artikel 5 De melding

  • 1.

    Een hulpvraag van een onderneming kan schriftelijk of via een mailbericht bij het college worden gemeld via het ondernemersloket van de gemeente Sittard-Geleen.

  • 2.

    Het college informeert de onderneming, dat de hulpvraag wordt voorgelegd aan de ‘expertgroep ondernemers’ en dat er zo spoedig mogelijk met hem een afspraak wordt gemaakt voor een adviesgesprek.

Artikel 6 Het gesprek

Het college onderzoekt in het gesprek tussen een deskundige van de ‘expertgroep ondernemers’ en de vertegenwoordiger van de onderneming;

  • a.

    de oorzaak van de problematiek van de onderneming en of die is te relateren aan de gevolgen van de coronacrisis,

  • b.

    de levensvatbaarheid van de onderneming, ook na afloop van de coronacrisis, waaronder de markt en branche, de concurrentiekracht, privé budgettering, ondernemerskwaliteiten en mogelijkheden voor financiering/herfinanciering,

  • c.

    welke ondersteuning de onderneming nodig heeft om te komen tot een toekomstbestendige en gezonde bedrijfsvoering,

  • d.

    de mogelijke oplossingen door voorliggende voorzieningen, zoals rijkssteunmaatregelen, private bancaire mogelijkheden, vrij beschikbare vermogensbestanddelen (zakelijk of privé) die niet benodigd zijn voor de bedrijfsvoering en mogelijkheden van andere wettelijke voorzieningen zoals het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen,

  • e.

    de mogelijkheden van de onderneming om de problematiek op eigen kracht op te lossen,

  • f.

    de mogelijkheden van gemeentelijke noodsteun en het gewenste resultaat indien de onderneming ondersteuning van het noodfonds nodig heeft.

Artikel 7 Het aanvragen van noodsteun

  • 1.

    Na afloop van het gesprek als bedoeld in artikel 6 kan de rechtsgeldige vertegenwoordiger(s) van een onderneming een aanvraag voor noodsteun indienen tot en met uiterlijk 31 mei 2022, waarbij het college kan besluiten om de regeling te verlengen indien de omstandigheden daartoe noodzaken.

  • 2.

    Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van het advies van de externe deskundigen van de ‘expertgroep ondernemers’, welk advies is gebaseerd op enerzijds het gesprek en de uitgangpunten zoals geformuleerd in artikel 6 van deze regeling en anderzijds de aanvraag zoals omschreven in dit artikel.

  • 4.

    De bepalingen van afdeling 4.1.1. van de Awb (de aanvraag) zijn van toepassing op een aanvraag om noodsteun.

  • 5.

    De aanvraag bevat in ieder geval:

    • i.

      de naam en het adres van de onderneming, de contactgegevens van de vertegenwoordiger(s) en de dagtekening;

    • ii.

      een schriftelijk bewijs van rechtsgeldige vertegenwoordiging namens de onderneming dan wel een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • iii.

      een schriftelijke onderbouwing van de acute noodsituatie, waarin de onderneming verkeert en de gevraagde noodsteun;

    • iv.

      een beschrijving waarom de onderneming niet in aanmerking komt voor dan wel gebruik maakt van voorliggende voorzieningen, zoals bedoeld in artikel 8;

    • v.

      een beschrijving welke (eigen) inspanning de onderneming -in redelijkheid- heeft verricht om de financiële gevolgen van de Coronacrisis op te vangen c.q. te verminderen.

    • vi.

      de laatste jaarrekening voorafgaande aan het jaar van aanvraag. Indien geen jaarrekening gepubliceerd hoeft te worden: de laatst opgemaakte financiële verantwoording.

    • vii.

      Het IBAN-bankrekeningnummer waarop de noodsteun gestort dient te worden.

    • viii.

      In afwijking van de voorgaande leden is het college bevoegd om, indien het daar aanleiding toe ziet, ook meer of minder gegevens te verlangen.

Artikel 8 Gebruik van voorliggende voorzieningen

De onderneming dient aan te tonen, dat;

  • a.

    hij niet in staat is om met eigen inkomen of eigen middelen, waaronder opgebouwde reserves, de financiële nood op te lossen, en;

  • b.

    hij geen of onvoldoende beroep kan doen op het steunpakket van de Rijksoverheid en/of van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, en;

  • c.

    een bank niet dan wel niet binnen een redelijke termijn bereid is om een financiering aan te bieden tegen marktconforme voorwaarden om de financiële gevolgen van de coronacrisis op te vangen of dat dit ontoereikend is om een toekomstbestendige bedrijfsvoering van de onderneming te garanderen.

Artikel 9 Hoogte van noodsteun

  • 1.

    De hoogte van de noodsteun wordt afgestemd op de omstandigheden en de acute noodsituatie en is maximaal het bedrag dat nodig is om de acute noodsituatie bij de onderneming geheel of deels op te lossen, tot een maximum bedrag van € 15.000,-- (eenmalig).

  • 2.

    Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag laat het college zich adviseren door de ‘expertgroep ondernemers’.

Artikel 10 Vorm van noodsteun

  • 1.

    De noodsteun in de vorm van een subsidie heeft een incidenteel karakter.

  • 2.

    Structurele ondersteuning van een onderneming is uitgesloten.

Artikel 11 Verplichtingen van de onderneming

  • 1.

    De onderneming dient:

    • a.

      een zodanig controleerbare administratie te voeren, dat de voor de vaststelling van de noodsteun van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan en desgevraagd aan het college inzage wordt verleend in deze administratie;

    • b.

      direct doch uiterlijk binnen veertien dagen schriftelijk melding te maken aan het college van gewijzigde omstandigheden, die van belang zijn voor het recht op of de hoogte van de toe te kennen dan wel de uitbetaalde noodsteun;

    • c.

      ten behoeve van de uitvoering en het toezicht op verzoek van de gemeente inlichtingen te verstrekken, desgevraagd schriftelijk en binnen de door de gemeente aangegeven termijn.

HOOFDSTUK 3 HET BESLUIT

Artikel 12 Beslissing op het verzoek voor noodsteun

  • 1.

    Het college beslist op een verzoek met inachtneming van het advies van de ‘expertgroep ondernemers’. Een afwijking van het advies wordt in het besluit van het college gemotiveerd.

  • 2.

    De behandeling van de aanvragen, geschiedt in volgorde van indiening bij het college. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvullende gegevens zijn ingediend.

  • 3.

    Het besluit wordt genomen op basis van de op de datum van besluitvorming geldende wet- en regelgeving, inclusief het dan geldende steunpakket van de rijksoverheid.

  • 4.

    Op aanvragen wordt uiterlijk binnen een termijn van 6 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit genomen.

Artikel 13 De inhoud van het besluit

Indien het college besluit tot noodsteun wordt in het besluit vermeld het doel waarvoor noodsteun wordt verleend, de hoogte van het bedrag en het tijdstip van betaling.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 14 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college heeft voor deze subsidieregeling een subsidieplafond vastgesteld van € 500.000,00 (zegge: vijfhonderd duizend euro).

  • 2.

    Een verzoek om noodsteun wordt slechts toegekend indien en voor zover het in het eerste lid vastgestelde subsidieplafonds niet overschreden wordt.

  • 3.

    Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst in behandeling genomen, met dien verstande dat de datum van ontvangst van onvolledige aanvragen wordt gesteld op de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd.

  • 4.

    Wanneer meerdere aanvragen op dezelfde dag zijn ingediend en het in het eerste lid vastgestelde subsidieplafonds wordt bereikt zal het resterende bedrag evenredig worden verdeeld over deze aanvragen (pondspondsgewijze verdeling).

Artikel 15 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een verzoek om noodsteun wordt afgewezen indien;

    • a.

      niet wordt voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels,

    • b.

      de financiële problemen van de onderneming zijn ontstaan door verwijtbaar en/of onrechtmatig gedrag van de ondernemer,

    • c.

      de financiële onderbouwing onduidelijk, ondeugdelijk, niet sluitend of onvoldoende is,

    • d.

      de financiële schade al gecompenseerd kan worden door een andere regeling (lokaal, regionaal dan wel nationaal),

    • e.

      het verzoek buiten de indieningsperiode is ingediend,

    • f.

      het subsidieplafonds als bepaald in artikel 12 wordt overschreden,

    • g.

      het verzoek niet is ingediend door een rechtsgeldige vertegenwoordiger of Vertegenwoordigers.

Artikel 16 Terugvordering

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2020 kan de noodsteun in ieder geval geweigerd worden, indien:

    • a.

      de onderneming in het kader van (het verzoek om) de noodsteun onrechtmatig heeft gehandeld;

    • b.

      de noodsteun ten onrechte of voor een te hoog bedrag is verstrekt;

    • c.

      de onderneming onjuiste en/of onvolledige informatie heeft verstrekt dan wel informatie heeft achtergehouden;

  • 2.

    De onderneming kan bij een terugvordering geen beroep doen op verrekening, korting of compensatie jegens de gemeente.

Artikel 17 Bijzondere gevallen

Van deze subsidieregeling mag worden afgeweken, indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Corona Noodfonds Ondernemers Sittard-Geleen 2022’.

Artikel 19 Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze subsidieregeling treedt in werking de dag na bekendmaking en geldt voor het subsidiejaar 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 februari 2022

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De burgemeester,

mr. J.Th.C.M. Verheijen

De secretaris,

J.A.M. Heesen

Naar boven