Gemeenteblad van Katwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Katwijk | Gemeenteblad 2022, 8450 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Katwijk | Gemeenteblad 2022, 8450 | ander besluit van algemene strekking |
Gemeentelijke regeling garantievoorwaarden 2021
De Raad van de gemeente Katwijk;
Gelet op artikel 160 lid 1 sub e en artikel 169 lid 4 van de Gemeentewet;
Gelet op artikel 2 van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden en de Financiële verordening en het Treasurystatuut van de gemeente Katwijk, alsmede art. 87 EG-verdrag inzake staatssteun;
Gelet op artikel 13 lid 2 van de Financiële verordening 2019 kunnen integrale kosten in rekening worden gebracht;
Overwegende dat het gewenst is uit het oogpunt van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid enerzijds, en ter beperking van financiële risico’s voor de gemeente anderzijds, beoordelingskader vast te stellen inzake het verstrekken van garanties door de gemeente Katwijk;
vast te stellen de hierna volgende Regeling betreffende de algemene voorwaarden bij de verlening van garanties aan privaatrechtelijke rechtspersonen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Financiële instelling: al dan niet commerciële instellingen zoals banken, leveranciers, leasemaatschappijen, waarborgfondsen die bij voorbeeld hypothecaire leningen, onderhandse leningen, (consumenten)krediet, garantieborgstellingen of financial lease kunnen verstrekken. Ten aanzien van de garantieverlening geldt als voorwaarde dat de financiële instelling waarbij de geldlening wordt afgesloten onder Nederlands of anderszins EER-toezicht valt (zie ook artikel 8.5).
Indien voor een garantieverlening een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds (bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw, de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector, de Stichting Waarborgfonds Sport en de Stichting Waarborgfonds Kinderopvang) dient de aanvraag eerst bij het betreffende waarborgfonds te worden ingediend.
Artikel 7 Beoordelingscriteria
De aanvrager dient aan te kunnen tonen zonder garantiestelling van de gemeente niet in staat te zijn de noodzakelijke lening te verwerven. Een garantie wordt niet verleend indien de aanvrager zonder onoverkomelijke bezwaren zonder gemeentegarantie een geldlening kan verkrijgen bij een financiële instelling. Een rentevoordeel ten opzichte van een lening bij een financiële instelling zonder gemeentegarantie is op zichzelf onvoldoende reden om een garantie te verwerven.
Er wordt slechts een garantie verleend voor een geldlening die dient ter financiering van een (on)roerende zaak. Een garantie wordt niet verleend indien de te financieren (on)roerende zaken niet voldoende zekerheid bieden voor verhaal van rente en aflossing van de te verstrekken garantie. In het geval de te financieren zaak een onroerende zaak is, zal aan de gemeente het recht van (eerste) hypotheek worden verleend en voor roerende zaken zal een recht van pand (stil pandrecht) worden verleend. Dit gebeurt op kosten van de aanvrager. Zonder toestemming van de garantgever zal geen 2e hypotheek worden gevestigd.
Hoofdstuk 2 Aanvragen tot garantieverlening.
Artikel 8 Eisen aan de aanvraag
De aanvrager die een verzoek tot garantieverlening indient, moet daarbij het volgende in acht nemen:
De af te sluiten geldlening wordt aangegaan bij een financiële onderneming, die onder Nederlands of anderszins EER-toezicht 1 valt, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.
Indien er sprake is van investeringen in bouwkosten, moet er met betrekking tot de bouw- en aanlegplannen zijn voldaan aan de voorwaarden van de omgevingsvergunning voor bouwen en het bestemmingsplan (omgevingsplan). Daarnaast mag vóór de afhandeling van de aanvraag al wel zijn gestart met de aankoop, bouw, aanleg, uitbreiding of verbetering van het betreffende object; dit is echter nadrukkelijk voor risico van de organisatie zelf.
Indien er sprake is van investeringen in bouwkosten, dienen deze te zijn gebaseerd op een niveau dat in het maatschappelijke verkeer als gemiddeld kan worden beschouwd. Zodoende moet een te uitbundig niveau van investeringen worden voorkomen. De waarde van de zelfwerkzaamheid van leden van de organisatie of vrijwilligers worden niet in de investeringen meegenomen.
Hoofdstuk 3 Algemene verplichtingen van de aanvrager
De aanvrager is verplicht de objecten waarvoor de garantie is verstrekt ten genoegen van het college op basis van herbouwwaarde tegen brand- en stormschade en andere risico’s dan wel aanspraken te verzekeren en verzekerd te houden.
Artikel 13 Jaarlijkse afschrijving
De jaarlijkse afschrijving op de objecten, welke met de door de gemeente gegarandeerde geldlening zijn gefinancierd, dienen ten minste gelijk te zijn aan de op deze geldlening per jaar te verrichten aflossing. Daarbij geldt een uitzondering voor zogenoemde fixe leningen, waarbij de aflossing in één keer aan het eind van de looptijd plaatsvindt. Hierbij moet over de investering wel worden afgeschreven en niet aan het eind van de looptijd.
Artikel 15 Vermogensrechtelijke handelingen
Voorafgaande toestemming is eveneens benodigd voor het cederen of in zekerheid overdragen van vorderingen, het zich borg stellen dan wel als hoofdelijke schuldenaar verbinden, zich voor een derde sterk maken of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbinden, alsmede het afsluiten van enige overeenkomst inzake het aangaan of verstrekken van geldleningen.
Artikel 17 Overige verplichtingen
De aanvrager dient gedurende de looptijd van de garantiestelling terstond aan het college die inlichtingen te verstrekken, waarvan zij redelijkerwijs zou mogen verwachten dat die van belang zijn voor de garantstelling, waaronder begrepen doch niet uitsluitend: dat om het uitspreken van het faillissement van aanvrager is verzocht dan wel met betrekking tot aanvrager is verzocht tot het verkrijgen van (voorlopige) surseance van betaling.
Het college is bevoegd tot het stellen van nadere voorwaarden in geval de aanvrager naar het oordeel van het college de garantievoorwaarden niet of onvoldoende naleeft.
Artikel 19 Beëindiging van de garantie
Bij het aanvragen van dan wel het uitspreken van het faillissement, het aanvragen van dan wel het verlenen van (voorlopige) surséance van betaling of ontbinding van de aanvrager alsmede bij niet naleving van de gestelde voorwaarden zal het college terstond, zonder uitdrukkelijke ingebrekestelling, bevoegd zijn na voldoening van de geldgeefster van de aanvrager op te eisen al hetgeen de gemeente voor die voldoening of anderszins zal hebben betaald.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen
In bijzondere gevallen kan het college, na goedkeuring of instemming van de Raad, van de regeling afwijken.
Op de garanties, welke voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling zijn verstrekt, blijven van kracht de voorwaarden respectievelijk richtlijnen, op grond waartegen de betreffende garanties zijn verstrekt.
Aldus vastgesteld door de Raad van de gemeente Katwijk.
In zijn openbare vergadering van 2 december 2021
De griffier
De voorzitter
Artikelsgewijze toelichting Gemeentelijke regeling garantievoorwaarden 2021.
Garanties worden slechts verleend aan maatschappelijke organisaties met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht. De organisatie mag niet uitsluitend gericht zijn op het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard. Voorts mag de organisatie geen winstoogmerk hebben. Commerciële activiteiten worden deels toegestaan indien deze de publieke taak ten goede komen.
Daarbij kan een uitzondering worden gemaakt voor die onderdelen van de gemeentelijke organisatie die eventueel in de komende jaren worden verzelfstandigd of die opgaan in andere organisaties.
In de tekst van de Regeling wordt veelvuldig het begrip ‘garantie’ gehanteerd. Formeel gezien moet de terminologie van het Burgerlijk Wetboek worden gehanteerd, namelijk ‘borgtocht’. Borgtocht is volgens artikel 7:850 BW “een overeenkomst waarbij de ene partij (de borg) zich jegens de andere partij (de schuldeiser) verbindt tot nakoming van een verbintenis die een derde (de hoofdschuldenaar) jegens de schuldeiser heeft of zal verkrijgen.
Bij het begrip ‘financiële instelling’ wordt een opsomming gegeven van de mogelijke instellingen die in aanmerking komen voor het verstrekken van een lening waarbij de gemeente garant staat.
Bij de invulling van de betrokkenheid bij de publieke taak kan de gemeente een garantie verstrekken.
Voorts is het met het oog op de solvabiliteit en de risicobeheersing Raadzaam om een terughoudend beleid te voeren bij garantieverlening.
In het kader van een verantwoord risicomanagement verdient het aanbeveling om de garantieverlening op door derden aan te gane financiering waar mogelijk door de reguliere waarborgfondsen te laten uitvoeren. De met de garantieverlening samenhangende solvabiliteitsrisico’s komen dan in eerste instantie bij het waarborgfonds te liggen.
Voor de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningcorporaties staat de gemeente Katwijk in de achtervang. Het risico dat de gemeente loopt door het afsluiten van een achtervang is theoretisch en bestaat bovendien slechts uit rentederving.
Vervolgens zijn er nog het Waarborgfonds voor de Zorgsector, de Stichting Waarborgfonds Sport en het Waarborgfonds Kinderopvang.
De meerwaarde van een waarborgfonds ten opzichte van een garantieverstrekkende gemeente stoelt op drie aspecten:
De Katwijkse beleidslijn is dat er geen garantieverlening plaatsvindt, indien er een waarborgfonds is. Indien een aanvraag van een organisatie wordt afgewezen is dit reden voor afwijzing door de gemeente, tenzij de reden van afwijzing door het waarborgfonds is dat de aanvraag niet onder de reikwijdte van het fonds valt (zie ook artikel 3 van de Regeling).
Artikel 5: Beslissingsbevoegdheid
Het college is op basis van de Gemeentewet bevoegd met het bepaalde in de algemene garantievoorwaarden te beslissen op een aanvraag.
Artikel 7: Beoordelingscriteria
In de Wet financiering decentrale overheden wordt het begrip ‘publieke taak’ niet nader ingekaderd. Dat is nagelaten omdat dit op voorhand geen eenvoudige zaak is.
Gemeenten bepalen in principe zelf wat onder publieke taak moet worden verstaan en hoe deze zal worden uitgeoefend. In dat verband is er geen twijfel als het gaat om de taak/rol van de gemeente als wegbeheerder, als aanbieder van onderwijs en als aanbieder van een sociaal vangnet. De vraag wat nu nog wel of juist niet tot de publieke taak kan/mag worden gerekend, speelt zich af in een ander spanningsveld. In dat verband kan worden gedacht aan het verstrekken van een garantie op een lening aan een voetbalvereniging t.b.v. de bouw van een sportkantine. Een allesomvattend kader valt niet te geven, maar als omschrijving, die ook door de VNG wordt gehanteerd, kan aan het volgende worden gedacht.
De overheid kan/mag iets tot haar publieke taak rekenen wanneer het particuliere bedrijfsleven niet of tegen bijzonder hoge kosten in een voorziening voorziet, waardoor deze niet - of voor velen niet - bereikbaar is.
In geval van twijfel of de aanvraag valt binnen de kaders van hetgeen onder publieke taak mag worden verstaan, zal het college alvorens een besluit te nemen eerst de gevoelens van de Raad inwinnen.
De aanvrager dient aan te tonen dat het zonder gemeentegarantie niet mogelijk is om de noodzakelijke lening te verwerven. Het verkrijgen van een rentevoordeel als gevolg van een garantstelling door de gemeente ten opzichte van een lening zonder gemeentegarantie, vormt op zich onvoldoende grond voor het kunnen verkrijgen van een gemeentegarantie.
Artikel 8: Eisen aan de aanvraag
In dit artikel wordt nader ingegaan op de eisen die worden gesteld met betrekking tot de bestuurlijke en financiële gegevens die door de organisatie moeten worden overlegd in het kader van de garantie aanvraag. Ook dient de organisatie aan te kunnen tonen dat het niet mogelijk is om zonder gemeentegarantie een lening te verwerven op voor haar marktconforme voorwaarden. Dat dient te blijken uit tenminste drie offertes van gerenommeerde financiële instellingen. Ingeval er geen offertes kunnen worden overlegd omdat financiële instellingen daartoe niet bereid kunnen worden gevonden, dient daarvan schriftelijk bewijs te worden overlegd.
Artikel 9 t/m 19: algemene verplichtingen van de aanvrager
In artikel 13 is aangegeven dat de jaarlijkse aflossing op de gegarandeerde geldlening tenminste gelijk dient te zijn aan de jaarlijkse afschrijving op de objecten welke met de geldlening zijn gefinancierd. Een uitzondering daarbij geldt voor de garantie op fixe-geldleningen. Dit zijn geldleningen waarbij de aflossing in één keer aan het eind van de looptijd plaatsvindt.
De hardheidsclausule is bedoeld om het college en Raad in bijzondere gevallen de mogelijkheid te geven om bij de beoordeling of een garantie wordt verstrekt af te wijken van hetgeen in de Regeling is vastgelegd.
Een dergelijke situatie kan zich voordoen als men van mening is dat met de aanvraag een gemeentelijk (financieel) belang is gediend en het voor de aanvrager niet mogelijk is om, ook als de gemeente garant staat, een marktconforme lening te verkrijgen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-8450.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.