Gedragscode gemeenteraad Rotterdam 2022

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van het presidium van 27 januari 2022 tot vaststelling van een gedragscode gemeenteraad en het onderzoeksprotocol integriteit raadsleden (voorstelnr. 22bb60);

 

gelezen de Gedragscode voor de gemeenteraad 2016;

 

overwegende dat de raad belang hecht aan de zuiverheid van de gemeentelijke besluitvorming en aan de integriteit van de besluitvorming in de gemeenteraad in het bijzonder;

 

gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen:

 

Gedragscode gemeenteraad Rotterdam 2022

 

Inleiding

Een goed functionerend lokaal bestuur vraagt om vertrouwenwekkende en gezaghebbende volksvertegenwoordigers en bestuurders. Mensen die in al hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur en het dienen van het algemeen belang vooropstellen. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen.

 

Politieke ambtsdragers hebben een voorbeeldfunctie. Een politiek ambt wordt verricht in een glazen huis. Een politieke ambtsdrager onthoudt zich van gedragingen die de goede uitoefening of het aanzien van het ambt of het openbaar bestuur schaden. Een politiek ambt gewetensvol vervullen is onderdeel van de dagelijkse praktijk en strekt zich ook uit tot de privésfeer.

 

Bestuurlijke integriteit is het handelen van de overheid, als collectief en als individu, in overeenstemming met de algemeen geldende normen en waarden van bestuurlijk fatsoen. Daarbij is het van belang dat een raadslid zich gedraagt zoals een goed raadslid betaamt. Dat wordt in elk geval gekenmerkt door dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid. De regels in deze gedragscode worden ingevuld en uitgelegd met inachtneming van deze kwalificaties.

 

Dienstbaarheid

Het handelen van een raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Rotterdam en op de organisaties en burgers die daar deel van uitmaken.

 

Functionaliteit

Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in de raad.

 

Onafhankelijkheid

Het handelen van een raadslid is onpartijdig, dat wil zeggen dat er geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

 

Openheid

Het handelen van een raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording en volledig inzicht mogelijk is in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

 

Betrouwbaarheid

Op een raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, gebruikt hij voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

 

Zorgvuldigheid

Het handelen van een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

 

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Verder is het belangrijk om bij twijfel of bepaald handelen de toets van de integriteit kan doorstaan, aan de veilige kant van de streep te blijven.

 

Integer handelen kan ook inhouden dat u alert dient te zijn op mogelijk niet integer handelen van anderen. In dat verband wordt verwezen naar het lobbyverbod dat voor burgemeester en wethouders geldt. Dat lobbyverbod houdt in, dat de bestuurder gedurende de eerste twee jaar na beëindiging van zijn betrekking uitgesloten wordt van het optreden als bemiddelaar, lobbyist of tussenpersoon in zakelijke contacten met de gemeente binnen zijn voormalige portefeuille. U dient als raadslid van dit lobbyverbod op de hoogte te zijn, en van uw zijde geen medewerking te verlenen aan mogelijke lobbyactiviteiten van een voormalige bestuurder gedurende de eerste twee jaar na beëindiging van zijn ambt.

Artikel 1 Doelstelling en definitie

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor raadsleden en raadscommissieleden ex artikel 82 Gemeentewet. Waar hierna wordt verwezen naar raadsleden, wordt tevens gedoeld op raadscommissieleden.

  • 2.

    De gedragscode heeft tot doel de integriteit van raadsleden en de zuiverheid van de besluitvorming te bevorderen.

  •  

  • Toelichting: De gedragscode beoogt een algemene leidraad te bieden voor het raadslid op het gebied van integer handelen. In de Gemeentewet is al een groot aantal bepalingen over specifieke verplichtingen over het onderwerp integriteit opgenomen. Te noemen vallen de verplichtingen bij nevenfuncties en incompatibiliteiten en verplichtingen over geheimhouding. Waar dat aangewezen is, wordt in deze gedragscode naar die specifieke bepalingen verwezen.

  • 3.

    In de gevallen waarin de gedragscode niet voorziet of deze voor meerdere uitleg vatbaar is, of de burgemeester dit om overige redenen nodig acht, vindt bespreking van de gedragscode plaats in de raad.

     

    Toelichting: Met deze bepaling wordt ernaar gestreefd eventuele onduidelijkheden die het gevolg zijn van het zogenaamde grijze gebied tussen wat oorbaar is en wat niet, tijdig weg te nemen, voor nu of in de toekomst. Het is geen aanleiding om individuele gevallen te bespreken in de raad. Omdat de code naar haar aard nu eenmaal niet altijd een scherp antwoord kan geven bij rijzende vragen over integriteit, is de raad in de gelegenheid vast te stellen wat de verplichting dient in te houden of een richtsnoer aan te reiken. Eventueel kan dit leiden tot een herziening van de gedragscode.

Artikel 2 Integer handelen

  • 1.

    Raadsleden handelen integer. Deze gedragscode biedt hiervoor een richtlijn.

  • 2.

    Raadsleden bejegenen elkaar, collegeleden, ambtenaren, burgers en vertegenwoordigers van organisaties waardig, correct en respectvol, zowel in woord als geschrift.

  • 3.

    Ter gelegenheid van het afleggen van de eed of belofte ontvangt het raadslid een exemplaar van de gedragscode en van de bepalingen van de Gemeentewet die betrekking hebben op het handelen en op de rechten en plichten van het raadslid.

     

  • Toelichting: In een tijd waarin steeds kritischer wordt gelet op het doen en laten van publieke ambtsdragers, is het een goede zaak dat raadsleden zich vanaf het eerste moment van hun aantreden bewust zijn van wat het raadslidmaatschap voor hen en de gemeente betekent. Integer handelen begint bij bewustwording van wat integer handelen inhoudt. Het is goed erop te wijzen dat in bepaalde gevallen het handelen van het raadslid in strijd met zijn verplichtingen, naast gevolgen voor het aanzien van de politiek, ook zeer concrete (juridische) gevolgen voor hemzelf, de gemeente of derden kan hebben. Juridische gevolgen kunnen zijn:

  •  

  • Strafrechtelijk : Als een raadslid vertrouwelijke of geheime informatie naar buiten brengt, is hij strafbaar op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

  •  

  • Politiek : Bij overtreding van de voorschriften van het eerste lid van artikel 15 Gemeentewet (het verrichten van aldaar verboden handelingen) kan de burgemeester als voorzitter van de raad het raadslid op grond van artikel X 8 van de Kieswet schorsen. De raad kan het raadslid in de eerstvolgende vergadering na inachtneming van de in artikel X 8 neergelegde procedure vervolgens zijn lidmaatschap als vervallen verklaren (met de mogelijkheid van beroep). Bij het goed doorlopen van deze zware procedure vervullen de burgemeester en de griffier een belangrijke rol.

  •  

  • Civielrechtelijk : Als een raadslid zijn mond voorbijpraat waar hij geacht wordt te zwijgen, kan dit schade voor de gemeente of derden meebrengen. Een derde kan in zo’n geval de gemeente aanspreken tot schadevergoeding.

  •  

  • Bestuursrechtelijk : Als een raadslid meedoet aan een stemming over een aangelegenheid waar hij zich op grond van persoonlijke belangen had moeten onthouden van stemmen, kan dat onder sommige omstandigheden leiden tot vernietiging van een raadsbesluit door de bestuursrechter op grond van vooringenomenheid.

  • 4.

    De gedragscode is openbaar en voor iedereen toegankelijk.

  • 5.

    De raad, de raadsleden en de burgemeester zijn door iedereen aanspreekbaar op de naleving van de gedragscode.

     

  • Toelichting: Het lijkt een overbodige bepaling maar dat is zij toch niet. Op deze wijze worden nieuw aantredende raadsleden scherp doordrongen van de consequenties van hun publieke taakuitoefening. Het gaat hierbij om het borgen van de naleving en de handhaving van belangrijke verplichtingen. De burgemeester zorgt ervoor dat de gedragscode jaarlijks besproken wordt.

Artikel 3 Belangenverstrengeling

  • 1.

    Raadsleden voorkomen elk persoonlijk belang bij enig door de raad te nemen besluit.

  • 2.

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van het raadslid over een onderwerp in het geding is, neemt hij niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming. Hij doet hiervan vooraf mededeling aan de griffier.

     

  • Toelichting: Met het begrip persoonlijk belang wordt gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die het bestuursorgaan uit hoofde van de hem opgedragen taak behoort te behartigen.

  • Indien een raadslid uit hoofde van één van zijn functies of directe belangen een rol van betekenis vervult of heeft vervuld bij een dergelijk onderwerp, hoort hij daarvan tijdig in de openbare besluitvorming melding te maken zodat het besluit van het raadslid of hij aan de verdere besluitvorming en aan stemming hierover deelneemt, tijdig en transparant kan worden overwogen.

  • 3.

    Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of goederen aan de gemeente, onthoudt zich van deelneming aan besluitvorming over de opdracht.

     

  • Toelichting: Deze regel is een uitwerking van artikel 28, eerste lid onder a van de Gemeentewet, waarin regels zijn opgenomen over het deelnemen aan stemming in de raad.

Artikel 4 Belangen, lidmaatschappen en nevenfuncties

  • 1.

    Het raadslid doet zowel bij aantreden als tijdens de uitoefening van het ambt opgave aan de griffier van lidmaatschappen die hij heeft of gedurende de raadsperiode wenst te aanvaarden, en van alle (financiële) belangen die hij heeft, waaronder aandelen, opties en derivaten, en die redelijkerwijs als relevant kunnen worden beschouwd voor zijn functioneren als raadslid.

     

  • Toelichting: Het raadslid kan relevante belangen hebben in bepaalde sectoren van de lokale samenleving, niet alleen financiële, die aanleiding kunnen zijn tot (schijn van) belangenverstrengeling. Het kan gaan om het bezit van effecten, aandelen, opties, derivaten, vorderingsrechten, onroerend goed, bouwgrond en om financiële deelnemingen in ondernemingen. Zulke financiële belangen kunnen een rol spelen bij besluiten over bijvoorbeeld bestemmingsplannen, grondverkopen, maatschappelijke, culturele of welzijnsorganisaties of andere organisaties met een ideële doelstelling. In dit artikel wordt ook gedoeld op belangen die niet financieel zijn. Voorbeelden zijn een terugkeergarantie of andere bijzondere regelingen die het raadslid heeft na de beëindiging van het raadslidmaatschap.

  • Bij lidmaatschappen wordt gedoeld op organisaties waarvoor het raadslid actief is en die redelijkerwijs relevant zouden kunnen zijn voor de uitoefening van het raadslidmaatschap. Zo is duidelijk dat een lidmaatschap van een krant niet gemeld hoeft te worden, terwijl het lidmaatschap van een sportvereniging wel relevant kan zijn in relatie tot sportbeleid waar de raad een besluit over neemt.

  •  

  • Een raadslid dient zichzelf er rekenschap van te geven dat nevenfuncties, lidmaatschappen en belangen die de partner of andere directe familieleden van het raadslid hebben, relevant kunnen zijn bij het onafhankelijk functioneren als raadslid, dan wel door derden redelijkerwijs als relevant kunnen worden beschouwd. Als het raadslid van oordeel is dat hiervan sprake zou kunnen zijn, dan doet het hij er goed aan dit te bespreken met de burgemeester of de griffier.

  • 2.

    Het raadslid doet zowel bij aantreden als tijdens de uitoefening van het ambt opgave aan de griffier van nevenfuncties. Hij vermeldt daarbij ten behoeve van de openbaarmaking voor welke organisaties de functies worden verricht en wat het tijdsbeslag is.

  • 3.

    Nevenfuncties en lidmaatschappen, en ook relevante wijzigingen daarin, worden pas door het raadslid aanvaard nadat deze aan de griffier van de raad zijn gemeld en daarop een integriteitsadvies is verkregen.

  • 4.

    Het raadslid neemt bij het aanvaarden en uitoefenen van een nevenfunctie of lidmaatschap in acht dat:

    • a.

      Zijn onafhankelijkheid gewaarborgd blijft;

    • b.

      Elke vorm of schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden;

    • c.

      Geen strijdigheid met enig gemeentelijk belang optreedt;

    • d.

      Het tijdsbeslag het goed functioneren als raadslid niet in de weg staat.

  • 5.

    Nevenfuncties worden overeenkomstig de wet openbaar gemaakt via de gemeentelijke website. De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dat.

  • 6.

    Het raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn raadslidmaatschap uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. Van de werkzaamheden zijn het burgemeester-, wethouder- of wijkraadslidmaatschap en een dienstbetrekking bij de gemeente uitgezonderd.

     

  • Toelichting: Om elke schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan worden oud-raadsleden gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstverband tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, uitgezonderd het burgemeester-, wethouder- of wijkraadslidmaatschap. Werkzaamheden op grond van een dienstverband zijn toelaatbaar, omdat aangenomen wordt dat een dienstverband mede vanwege de geldende rechtspositievoorschriften, voldoende transparantie in de verhouding tot het bestuur verzekert.

Artikel 5 Informatie en social media

  • 1.

    Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn raadslidmaatschap beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke en geheime gegevens veilig worden opgeslagen en dat computers, tablets en andere data- en communicatieapparatuur en computerbestanden niet toegankelijk zijn voor anderen dan het raadslid zelf.

     

  • Toelichting: Met de tegenwoordige stand van zaken op het terrein van digitale gegevensopslag en communicatiemogelijkheden, wordt extra zorgvuldigheid betracht bij het omgaan met en transporteren van (digitale) informatie. Het raadslid is hiervoor verantwoordelijk en kan hierop worden aangesproken. Het raadslid houdt zich aan de regels zoals die voor een zorgvuldige omgang met de digitale faciliteiten zijn vastgesteld over het gebruik van computers, telefoons, e-mail en internet.

  • De oude computer die aan de straat wordt gezet, de harde schijf die wordt achtergelaten in de computerwinkel, wachtwoorden delen met anderen, de tablet of telefoon niet vergrendelen bij korte afwezigheid etc., het zijn alle voorbeelden van het raadslid te verwijten handelen.

  • 2.

    Een raadslid gaat verantwoord en zorgvuldig om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de gemeente.

  • 3.

    Een raadslid gaat verantwoord en zorgvuldig om met social media en diens uitingen daarop. Het raadslid is zelf verantwoordelijk voor het beheer van zijn eventuele social media-accounts en is altijd aanspreekbaar op zijn gedrag en uitlatingen hierop. Bij uitingen op social media wordt geen onderscheid gemaakt tussen het raadslid en de privépersoon.

  • 4.

    Een raadslid brengt geen informatie naar buiten die vertrouwelijk of geheim is.

     

  • Toelichting: Een raadslid heeft anders dan een burger de mogelijkheid tot het verkrijgen van geheime of vertrouwelijke informatie. Dit is nodig om hem in staat te stellen goede afwegingen te maken tijdens besluitvorming. Hij mag evenwel geen informatie die hem op grond van de Gemeentewet (de artikelen 25 en 55 Gemeentewet) onder geheimhouding (schriftelijk of via de digitale kluis) is verstrekt of vertrouwelijk is meegedeeld, aan anderen verstrekken zolang geheimhouding of vertrouwelijkheid rust op de betreffende stukken. Een en ander is geregeld in artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht.

  • Overtreding van deze verplichting is strafbaar op grond van artikel 272 Wetboek van Strafrecht. In geval van een dergelijke schending kan het bestuursorgaan dat de geheimhouding of de vertrouwelijkheid heeft opgelegd, aangifte doen bij de politie. Ook kunnen er politieke consequenties zijn voor het betreffende raadslid.

  • 5.

    Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van zijn raadslidmaatschap verkregen (nog) niet openbare informatie.

Artikel 6 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 1.

    Een raadslid aanvaardt uit hoofde van zijn functie geen geschenken, faciliteiten of diensten in welke vorm dan ook als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat die zijn onafhankelijke positie beïnvloeden.

  • 2.

    Een raadslid accepteert geen lunches, diners, recepties, excursies, evenementen, buitenlandse reizen en andere uitnodigingen uit hoofde van zijn functie die door anderen betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid gezien kan worden als functioneel.

  • 3.

    Een raadslid registreert binnen twee weken na ontvangst in een register de geschenken, faciliteiten en diensten die hij ontvangen heeft, en deelname aan excursies, evenementen en buitenlandse reizen uit hoofde van zijn functie voor rekening van anderen met een geschatte waarde hoger dan € 75,-. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4.

    Een raadslid kan een geschenk namens de raad ontvangen. De griffier van de raad kiest een gemeentelijke bestemming.

  • 5.

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen.

  •  

  • Toelichting: Het beste uitgangspunt is het niet aanvaarden van kostbare geschenken of aanbiedingen. Onder geschenken kan ook worden verstaan kortingen op privédiensten of privégoederen. Het raadslid kan alsnog besluiten een al aanvaard geschenk – gelet op de aard hiervan of op de hiermee beoogde bedoeling - niet te aanvaarden en aan de gever terug te geven.

  • Er zijn gevallen denkbaar dat een kostbaar geschenk of faciliteit voor de gemeente als zodanig een publiek goed te verdedigen, nuttig en oorbaar te achten oogmerk heeft. Voor dat doel is het denkbaar dat het raadslid weliswaar aanvaardt, maar hij dit dan zo snel mogelijk meldt en de gift of de aangeboden faciliteit zo snel mogelijk aan de gemeente ten goede doet komen. Hierbij wordt volstrekte openheid betracht. Het is van belang ter voorkoming van elke verkeerde schijn dat het raadslid dit direct meldt aan de gever of de aanbieder.

  • Er wordt op gewezen dat een raadslid er goed aan doet bij twijfel over de juiste toepassing van deze regels, intervisie te plegen binnen zijn eigen fractie en ook de griffier of de burgemeester van de raad om advies te vragen.

Artikel 7 Bestuurlijke uitgaven en declaraties

  • 1.

    De gemeente Rotterdam richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteert heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgestelde procedures.

  • 3.

    Het raadslid declareert geen kosten die al op andere wijzen worden vergoed.

Artikel 8 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

  • 1.

    Het raadslid maakt verantwoord gebruik van de beschikbare gemeentelijke eigendommen en voorzieningen.

  • 2.

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan, tenzij dit wettelijk of via interne regels of afspraken is toegestaan

Artikel 9 Rol burgemeester

De burgemeester is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze gedragscode.

Artikel 10 Publicatie gedragscode

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11 Intrekking gedragscode

De Gedragscode gemeenteraad Rotterdam 2016 wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 februari 2022.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter (loco)

J.W. Verheij

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIR): 010-417 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven