Het College van Burgemeester en Wethouders van Opsterland:
gelet op artikel 231, tweede lid van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ);
BESLUIT:
Artikel 1 WOZ-ambtenaar
Voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken wordt aangewezen: de heffingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf, mevrouw M. Rutten.
Artikel 2 Heffingsambtenaar
Voor de uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, wordt als heffings- en invorderingsambtenaar aangewezen: de heffings- en invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf, mevrouw M. Rutten.
Artikel 3 Wob-verzoeken
In geval van Wob-verzoeken die betrekking hebben op stukken die de heffings- en invorderingsambtenaar als zodanig onder zich heeft, dient deze voorafgaand aan besluitvorming daarover de burgemeester van Opsterland van het verzoek op de hoogte te brengen.
Artikel 4 Overleg
De heffings- en invorderingsambtenaar voert periodiek overleg met een door het college van burgemeester en wethouders van Opsterland aangewezen contactpersoon over:
- -
bezwaar- en beroepsprocedures in belastingzaken;
- -
het instellen van hoger beroep bij het Gerechtshof inzake belastingzaken;
- -
procedures over aanmaningen of dwangbevelen op grond van de Invorderingswet, de Kostenwet en het Wetboek van Rv. alsmede de executie van titels die op grond van de Participatiewet zijn verkregen;
- -
besluitvorming met betrekking tot kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen, alsmede publiekrechtelijke en privaatrechtelijke schulden.
Artikel 5 Inwerkingtreding en intrekking eerdere aanwijzingsbesluiten
Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2021 onder gelijktijdige intrekking van alle eerdere aanwijzingsbesluiten heffings- en invorderingsambtenaar.