Gemeenteblad van Nijkerk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijkerk | Gemeenteblad 2022, 75894 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijkerk | Gemeenteblad 2022, 75894 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Rectificatie: Huisvestingsverordening Nijkerk 2019
[Deze publicatie betreft een rectificatie omdat omdat de oorspronkelijke publicatie een onjuiste versie betreft. De oorspronkelijke publicatie is op 10 januari 2019 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2019, 238088.]
De raad van de gemeente Nijkerk;
gelezen het collegevoorstel van ;
gelet op artikelen 4, eerste lid, aanhef en onder a, 7 en 9 tot en met 12, van de Huisvestingswet 2014;
In deze verordening wordt verstaan onder:
woningzoekende: het huishouden dat in het regionaal register van woningzoekenden www.woningneteemvallei.nl is ingeschreven.
Artikel 2. Aanwijzing categorie woningen
Voor woonruimten, met uitzondering van standplaatsen voor woonwagens, in eigendom van woningcorporaties met een huurprijs beneden de huurtoeslaggrens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a van de Wet op huurtoeslag, kan voorrang worden gegeven aan woningzoekenden uit een van de urgentiecategorieën als bedoeld in artikel 5.
Artikel 5. Urgentiecategorieën
Deze regeling kent de volgende urgentiecategorieën:
woningzoekenden die dakloos zijn of dreigen te worden na beëindiging van een verblijf in een behandelkliniek, een voorziening voor maatschappelijke opvang of een voorziening voor beschermd dan wel begeleid wonen, waarmee burgemeester en wethouders afspraken hebben gemaakt en waarvan de behoefte aan woonruimte in de gemeente naar het oordeel van burgemeester en wethouders dringend noodzakelijk is;
Voor de onder het eerste lid, onder d, e, f, g, en h genoemde urgentiecategorieën geldt dat de aanvrager maatschappelijke binding met de gemeente Nijkerk moet hebben. Deze eis kan niet worden gesteld aan doelgroepen genoemd onder het eerste lid onder a en b. Bij urgentiecategorie c geldt dat de mantelzorger dan wel de mantelzorgontvanger de vereiste binding heeft.
Artikel 8. Vervallen, intrekken of verlengen van een urgentieverklaring
Een woningzoekende kan, al dan niet op zijn verzoek, in een andere urgentiecategorie worden ingedeeld als gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven. Als de woningzoekende in een andere urgentiecategorie wordt ingedeeld, wordt aan hem een nieuwe urgentieverklaring verleend en komt de oude urgentieverklaring te vervallen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening. Het belang van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte staat daarbij voorop.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd experimenten te laten plaatsvinden over het in gebruik geven van woonruimte aan urgent woningzoekenden, op een wijze die niet in deze verordening is geregeld, maar wel in een op grond van de Huisvestingswet vast te stellen verordening zouden kunnen worden geregeld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de uitoefening van hun bevoegdheden op basis van deze verordening te mandateren.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte en het in de Huisvestingsverordening bepaalde.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d.,
de griffier,
mevrouw A.G. VERHOEF-FRANKEN
de voorzitter,
de heer mr. drs. G.D. RENKEMA
Uitgangspunten Huisvestingswet 2014
De Huisvestingswet 2014 (hierna: wet) biedt gemeenten het (uitputtende) instrumentarium in te grijpen in de verdeling van goedkope woonruimte. Gebruikmaken van dit instrumentarium – door een huisvestingsverordening vast te stellen – is niet vanzelfsprekend en dient periodiek onderbouwd en getoetst te worden.
Het uitgangspunt van de wet is de vrijheid van vestiging. Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft, heeft het recht om zich vrijelijk te verplaatsen en te vestigen. Dit grondrecht kan alleen worden beperkt indien noodzakelijk voor het algemeen belang in een democratische samenleving. Dat belang kan volgens de wet gelegen zijn in het tegengaan van de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte. De wet biedt daarnaast de mogelijkheid een urgentieverordening op te stellen ook wanneer geen sprake is van schaarste aan goedkope woonruimte. Ook zonder schaarste kan immers behoefte bestaan om sommige woningzoekenden met voorrang te kunnen huisvesten. Deze verordening beperkt zich tot een urgentieregeling aangezien in deze gemeente geen sprake is van algemene schaarste aan goedkope woonruimte.
Sturing in de woonruimteverdeling beperkt zich tot de goedkope woonruimtevoorraad die bestemd is voor verhuur en die eigendom is van de corporaties. De gemeente wijst zelf de schaarse, goedkope voorraad aan en maakt deze daarmee vergunningplichtig. Bemoeienis van de gemeente met de verdeling van woonruimte boven de in de verordening genoemde prijsgrens is uitgesloten.
Het is op grond van artikel 8 van de wet verboden de in de verordening aangewezen woonruimte zonder huisvestingsvergunning in gebruik te nemen of te geven. Woonruimteverdeling op basis van de wet gebeurt aan de hand van een vergunningensysteem. Burgemeester en wethouders kunnen de bevoegdheid om vergunningen te verlenen op grond van artikel 19 van de wet mandateren aan verhuurders, bijvoorbeeld de (samenwerkende) corporaties.
In de eerste plaats komen woningzoekenden met een beschikking tot indeling in een urgentiecategorie in aanmerking voor een huisvestingsvergunning. Het kan echter zijn dat voor een bepaalde woonruimte geen woningzoekenden met een urgentiebeschikking in aanmerking komen. Dan wordt de woonruimte toegewezen aan andere (niet-urgente) woningzoekenden die in aanmerking komen voor deze woonruimte.
Door middel van een urgentieverordening wordt voorrang gegeven aan woningzoekenden die met spoed (andere) woonruimte nodig hebben. De urgentieverordening bestaat uit vier onderdelen: aanwijzing vergunningplichtige woonruimte, urgentiecriteria/ categorieën, procedurevoorschriften en de bestuurlijke boete op het verbod om een aangewezen woonruimte in gebruik te geven of te nemen zonder vergunning.
In de urgentieverordening dient te worden vastgelegd in welke gevallen sprake is van een dringend noodzakelijke behoefte aan woonruimte die voorrang op andere woningzoekenden rechtvaardigt: de zogenaamde urgentiecategorieën. In principe is de gemeenteraad vrij in het benoemen van urgentiecategorieën. Echter, als een urgentieverordening wordt vastgesteld, behoren op grond van artikel 12, derde lid, van de wet twee groepen woningzoekenden in ieder geval tot de urgentiecategorieën. Dit zijn:
Vergunninghouders zijn als verplichte urgentiecategorie geschrapt bij wet van 14 december 2016 tot ‘Wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake de huisvesting van vergunninghouders’. Bij deze wet is artikel 12, derde lid, van de wet zodanig gewijzigd dat vergunninghouders niet meer behoren tot de wettelijk verplichte voorrangscategorie. De wet voegt echter ook een vierde lid aan artikel 12 van de wet toe met als verplichting voor gemeenten om in de huisvestingsverordening vast te leggen op welke wijze de gemeente voldoet aan de zorg voor de voorziening in de huisvesting van vergunninghouders in de gemeente overeenkomstig de voor de gemeente geldende taakstelling, behoudens in die gevallen dat burgemeester en wethouders daarin op andere wijze voorzien. Deze gemeente heeft ervoor gekozen om vergunninghouders als urgentiecategorie overeind te houden gelet op de taakstelling.
Naast het benoemen van urgentiecategorieën dienen ook categorieën woonruimte te worden aangewezen waarbij voorrang kan worden gegeven aan woningzoekenden uit één van de urgentiecategorieën. Voor het aanwijzen van categorieën woonruimte is aangesloten bij de huurtoeslaggrens. Op die manier kunnen alle verhuurders worden verplicht om in de goedkope huurwoonruimtevoorraad voorrang te verlenen aan de huisvesting van urgente groepen woningzoekenden.
In de verordening is vastgelegd wat de procedure is voor woningzoekenden om voor indeling in een urgentiecategorie in aanmerking te komen en op welke wijze zij vervolgens met voorrang een woning kunnen krijgen.
Het aantal definities in artikel 1 is beperkt aangezien de wet (in artikel 1) al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze verordening. Een voorbeeld hiervan is de definitie van vergunninghouder: vreemdeling die in Nederland een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd en als gevolg daarvan een verblijfsvergunning heeft ontvangen als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, b, c, of d, van de Vreemdelingenwet 2000. Deze definitie is niet in de verordening opgenomen.
Wel zijn enkele andere definities toegevoegd aan artikel 1, die niet in de wet staan en die de begrippen in de verordening verduidelijken. Het gaat om de definities van aanbodmodel en van woningzoekende.
Artikel 2. Aanwijzing categorie woningen
Per 1 juli 2017 vallen standplaatsen voor woonwagens onder het begrip woonruimte, zie artikel II, onder A, van de Veegwet wonen (wet van 25 januari tot “wijziging van de Huisvestingswet 2014 2014, de Wet op de huurtoeslag, de Woningwet en enkele andere wetten teneinde daarin een aantal technische wijzigingen en een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen aan te brengen” (Stb. 2017, 25)). De gemeente kiest er voor om woonwagenstandplaatsen uit te sluiten evenals goedkope woningen, die tijdelijk verhuurd worden op basis van de Leegstandwet. Dit is specifiek aanbod voor een specifieke doelgroep en/of worden niet via woningnet verhuurd. Wel zijn aangewezen alle huurwoningen van de corporaties met een huurprijs tot de huurtoeslaggrens ),die normaal worden verhuurd.
Artikel 3. Vergunningplichtige woonruimte
In dit artikel is geregeld dat er alleen een huisvestingsvergunning nodig is wanneer iemand met een urgentieverklaring een woning accepteert.
Artikel 4. Aanvraag urgentieverklaring
In dit artikel staat aan welke eisen een aanvraag voor een urgentieverklaring moet voldoen. Ook is bepaald dat slechts eenmaal op basis van dezelfde feiten en omstandigheden een urgentieverklaring mag worden aangevraagd. En dat voor het aanvragen een vergoeding is verschuldigd.
Artikel 5. Indeling in een urgentiecategorie
In dit artikel zijn de urgentiecategorieën a t/m h beschreven. In het tweede lid is aangegeven dat burgemeester en wethouders nadere regels stellen ten aanzien van de toepassing van het eerste lid. In de nadere regel urgentie zijn de voorwaarden beschreven waaraan woningzoekenden die vragen om urgentie, per urgentiecategorie moeten voldoen. Deze voorwaarden zijn niet voor iedere urgentiecategorie gelijk en zijn daarom in de nadere regel urgentie opgenomen.
In het derde lid zijn drie eisen die voor ieder aanvrager gelden. Deze eisen vloeien voort uit de Huisvestingswet. Aanvragers kunnen slechts voor urgentie in aanmerking komen indien zij 18 jaar of ouder zijn, de Nederlandse nationaliteit bezitten of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander worden behandeld, of vreemdeling zijn en rechtmatig verblijf in Nederland hebben als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, en een inkomen hebben dat niet hoger is dan de grens die geldt voor de primaire doelgroep van de corporaties. Indien niet aan deze eisen wordt voldaan, komt het college niet toe aan de verdere beoordeling van de aanvraag.
In het vierde lid is geregeld dat voor urgentie de aanvrager moet beschikken over een maatschappelijke binding aan Nijkerk. Deze eis geldt niet bij personen uit Blijf van mijn lijf- opvanginstellingen noch voor vergunninghouders. Bij mantelzorger moet of de mantelzorger dan wel de mantelzorgontvanger de vereiste binding hebben.
In de verordening zijn deze eisen naar voren gehaald en al voor de urgentiebeoordeling opgenomen, teneinde te voorkomen dat een woningzoekende wel een urgentiebeschikking zou kunnen krijgen maar niet de vereiste huisvestingsvergunning.
Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht wordt de indeling in een urgentiecategorie bij beschikking vastgelegd. Tegen een beschikking staat bezwaar en beroep open.
Artikel 6. Algemene beoordelingsgronden voor urgentieverstrekking
In dit artikel zijn een vijftal gronden genoemd, waaraan elke aanvraag om een urgentieverklaring wordt getoetst. Het gaat daarbij te beoordelen of de situatie waarin de aanvrager verkeert aan hem is te verwijten, of hij/zij voldoende zelfredzaam is, of het woonprobleem niet op een andere wijze kan worden opgelost bijvoorbeeld met een voorliggende voorziening of kamerbewoning, of de aanvrager in de kosten van zijn bestaan kan voorzien en kan voldoen aan de bewoning van een zelfstandige woning en of de woningzoekende niet al langer dan 8 jaar is ingeschreven in www.woningneteemvallei.nl. De betekenis van deze gronden is beschreven in de nadere regel urgentie.
Mocht aan een van deze eisen niet worden voldaan, dan kan de urgentie worden geweigerd en komen burgemeester en wethouders niet meer toe aan beoordeling van voorwaarden die zijn gesteld in de nadere regel urgentie
In het tweede lid is geregeld dat burgemeester en wethouders advies kunnen aanvragen bij een onafhankelijke deskundige. Dat kan bijvoorbeeld bij een verzoek om een medische indicatie. Daarvoor zullen zij een medisch adviseur moeten aanwijzen.
Artikel 7. Inhoud urgentieverklaring
Een urgentieverklaring geeft recht op huisvestingsvergunning voor een woning in de gemeente Nijkerk.
In de urgentieverklaring staat in welke urgentiecategorie iemand ingedeeld is en welke procedure van toepassing is: directe bemiddeling of voorrang bij zoeken. Voorrang bij zoeken wil zeggen dat de aanvrager voor een periode van een half jaar voorrang krijgt bij het reageren op voor urgenten gelabeld woningaanbod in woningnet. Directe bemiddeling wil zeggen dat de aanvrager rechtstreeks een woning aangeboden krijgt van de corporatie. Het streven is dat er binnen een half jaar een woning aangeboden wordt, maar het gaat om specifieke aanbod dat beschikbaar moet komen. Verder is bepaald dat in de urgentieverklaring een zoekprofiel is opgenomen. Daarmee wordt bepaald voor welk woningtype, bijvoorbeeld een appartement, jongerenwoning of eengezinswoning, en voor welke woninggrootte (aantal kamers) de urgentieverklaring geldig is.
Artikel 8. Vervallen, intrekken of verlengen van een urgentieverklaring
Het is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om woningzoekenden in een urgentiecategorie in te delen. Deze bevoegdheid impliceert tevens de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen van de indeling in een urgentiecategorie. In dit artikel staan beschreven wanneer de urgentieverklaring vervalt, wanneer de urgentieverklaring kan worden ingetrokken en wanneer de geldigheidsduur kan worden verlengd. Dat laatste is mogelijk als er geen woonruimte beschikbaar is geweest gedurende de periode waarvoor de urgentieverklaring is verleend of in zeer bijzondere gevallen.
De urgentieverklaring vervalt door het accepteren van een aangeboden woning, door overlijden van de aanvrager, door het verstrijken van de geldigheidstermijn en door weigering van aangeboden woonruimte. Een verklaring wordt ingetrokken als bijvoorbeeld de omstandigheden van het huishouden zijn gewijzigd of gegevens niet juist blijken te zijn op grond waarvan de verklaring is verstrekt.
Artikel 9. Rangorde woningzoekenden
In deze bepaling staan voorrangsregels voor toewijzing van woonruimte in de gevallen waarin er meer dan een urgente gegadigde is voor een bepaalde woonruimte. Het artikel bepaalt welk urgentiecategorie het eerst aan de beurt is. Binnen de urgentiecategorie gaat degene met de oudste urgentieverklaring voor.
Artikel 10. Verlening huisvestingsvergunning
Burgemeester en wethouders verlenen een huisvestingsvergunning aan woningzoekenden met een urgentieverklaring. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van de Huisvestingswet een corporatie mandateren om de huisvestingsvergunning te verlenen. Hiervoor wordt gekozen en de corporaties zullen de huisvestingsvergunningen gaan afgeven namens burgemeester en wethouders.
De hardheidsclausule maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om in het voordeel van de aanvrager af te wijken van de verordening in gevallen waar de verordening naar hun oordeel tot bijzondere hardheid leidt.
In de verordening is een experimenteerartikel opgenomen. Dit geeft de mogelijkheid om tijdelijk af te wijken van de verordening. Een experiment kan niet langer duren dan twee jaar en kan niet meer dan 10% van het in dat jaar toe te wijzen aantal woonruimten betreffen. Burgemeester en wethouders beslissen over het starten van een experiment.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de uitoefening van hun bevoegdheden op basis van deze verordening te mandateren. De gemeente kiest ervoor om de afgifte van de huisvestingsvergunning te mandateren. De indeling in een urgentiecategorie wordt niet gemandateerd.
Artikel 14. Bestuurlijke boete
In dit artikel is geregeld wat de boete is bij overtreden van de verordening, dat wil zeggen boetes voor wie een woonruimte zonder huisvestingsvergunning in gebruik geeft (verhuurder) en neemt (huurder).
In dit artikel is bepaald dat in gevallen waarin de Huisvestingsverordening geen uitsluitsel geeft, zullen burgemeester en wethouders beslissen. Daarbij laten zij zich alleen leiden door overwegingen uit de verordening en ten behoeve van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.
Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze verordening wordt genoemd “Huisvestingsverordening Nijkerk 2019” en treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking in het elektronische Gemeenteblad. De Huisvestingsverordening 2015 wordt op dezelfde dag ingetrokken. De eerder afgegeven urgentieverklaringen blijven in stand.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-75894.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.