|
Huidige tekst
|
Voorgestelde tekst
|
|
Artikel 2 Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze regels is alleen van toepassing op subsidies die zijn verleend in 2019 en 2020.
|
Artikel 2 Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze regels is alleen van toepassing op subsidies die zijn verleend in 2019, 2020, 2021 of 2022.
|
|
Artikel 3 Tussentijdse maatregelen
- 1.
Degene aan wie subsidie is verstrekt kan voordat de aanvraag om vaststelling is ingediend, of gelijktijdig met de aanvraag om vaststelling van de subsidie, een verzoek indienen voor een tussentijdse maatregel.
- 2.
Een tussentijdse maatregel kan zijn:
- a.
Het herzien van de verleende subsidie, zijnde:
- -
Het aanpassen van de activiteit en/of
- -
Het wijzigen van de berekening van de subsidie
- b.
Het tussentijds vaststellen de verleende subsidie; of
- c.
Een door de aanvrager aan te geven maatregel.
- 3.
- 4.
Een verzoek om een tussentijdse maatregel bevat tenminste:
- a.
Het registratienummer van de subsidieverleningsbeschikking;
- b.
Een aanduiding van de gewenste maatregel;
- c.
Een onderbouwing van de noodzaak tot het treffen van een tussentijdse maatregel; en
- d.
Alle financiële en andere gegevens die het college nodig heeft om een besluit op het verzoek te kunnen nemen.
- 5.
Het college herziet de oorspronkelijke beschikking waarbij de subsidie is verleend indien:
- a.
De aanvrager de activiteiten aantoonbaar niet, niet geheel of niet op de voorgeschreven wijze heeft of zal kunnen uitvoeren als gevolg van door Covid-19 gerelateerde wet- en regelgeving;
- b.
De aantoonbaar noodzakelijk gemaakte kosten door Covid-19 gerelateerde wet- en regelgeving extra of hoger zijn dan de kosten waarmee bij de berekening van de verleende subsidie rekening is gehouden; en
- c.
Deze kosten in redelijkheid niet aan de aanvrager te wijten zijn.
- 6.
Indien aan de criteria van het vijfde lid wordt voldaan herziet het college de subsidieverleningsbeschikking op een manier, die gelet op de omstandigheden van het geval, redelijk voorkomt.
|
Artikel 3 Tussentijdse maatregelen
- 1.
Degene aan wie subsidie is verstrekt kan voordat de aanvraag om vaststelling is ingediend, of gelijktijdig met de aanvraag om vaststelling van de subsidie, een verzoek indienen voor een tussentijdse maatregel.
- 2.
Een tussentijdse maatregel kan zijn:
- a.
Het herzien van de verleende subsidie, zijnde:
- -
Het aanpassen van de activiteit en/of
- -
Het wijzigen van de berekening van de subsidie
- b.
Het tussentijds vaststellen de verleende subsidie; of
- c.
Een door de aanvrager aan te geven maatregel.
- 3.
- 4.
Een verzoek om een tussentijdse maatregel bevat tenminste:
- a.
Het registratienummer van de subsidieverleningsbeschikking;
- b.
Een aanduiding van de gewenste maatregel;
- c.
Een onderbouwing van de noodzaak tot het treffen van een tussentijdse maatregel; en
- d.
Alle financiële en andere gegevens die het college nodig heeft om een besluit op het verzoek te kunnen nemen.
- 5.
Het college herziet de oorspronkelijke beschikking waarbij de subsidie is verleend indien:
- a.
De aanvrager de activiteiten aantoonbaar niet, niet geheel of niet op de voorgeschreven wijze heeft of zal kunnen uitvoeren als gevolg van door Covid-19 gerelateerde wet- en regelgeving;
- b.
De aantoonbaar noodzakelijk gemaakte kosten door Covid-19 gerelateerde wet- en regelgeving extra of hoger zijn dan de kosten waarmee bij de berekening van de verleende subsidie rekening is gehouden; en
- c.
Deze kosten in redelijkheid niet aan de aanvrager te wijten zijn.
- 6.
Indien aan de criteria van het vijfde lid wordt voldaan herziet het college de subsidieverleningsbeschikking op een manier, die gelet op de omstandigheden van het geval, redelijk voorkomt.
- 7.
Van het eerste lid zijn ontvangers van subsidies - die zijn verstrekt en reeds zijn vastgesteld ingevolge Subsidieregeling Amateurkunstverenigingen Schiedam - uitgezonderd, in die zin dat zij om een maatregel kunnen verzoeken tot uiterlijk , 16 weken na het subsidietijdvlak waarvoor de subsidie is verstrekt en reeds is vastgesteld.
- 8.
Op de maatregel, genoemd in het zevende lid, zijn de overige bepalingen ten aanzien van de tussentijdse maatregel van overeenkomstige toepassing en dient voor subsidieverleningsbeschikking, subsidievaststellingbeschikking te worden gelezen.
|
|
Toelichting op de wijziging
Gezien de huidige COVID maatregelen is het denkbaar dat de prestaties van de subsidies die in 2021 en of 2022 zijn beschikt, niet worden behaald. Daarom is er besloten deze regeling te verlengen en ook toe te passen op subsidies die zijn toegekend in 2021 en of 2022. Om de subsidies die vanaf januari 2021 zijn beschikt ook van toepassing te laten zijn op deze regeling is er voor gekozen om de regeling op 1 januari 2021 in werking te laten treden met terugwerkende kracht.
In de praktijk is gebleken dat amateurkunsten verengingen geen verzoek om een tussentijdse maatregel kunnen dienen omdat de subsidie die aan hen, ingevolgde de ‘Subsidieregeling amateurkunst 2012’ (t/m 2020) en vanaf 1 januari 2021 de vernieuwde ‘Subsidieregeling amateurkunstverenigingen Schiedam’ bij verstrekking gelijktijdig is vastgesteld. Daarom is er per definitie geen sprake van een tussentijdse maatregel en kan een verzoek tot het nemen van een maatregel niet plaatsvinden voordat de subsidie is vastgesteld, zoals de Beleidsregel Covid-19 vereist. Door de toevoeging van het zevende en achtste lid aan artikel 3 van de Beleidsregel Covid-19, wordt het voor amateurkunstverenigingen mogelijk gemaakt om, buiten het forfaitaire bedrag, dat is vastgesteld in de oude en huidige amateurkunstsubsidieregeling, om een maatregel te verzoeken. Door de maatregel kan de subsidievaststellingsbeschikking, ten behoeve van die amateurkunsten verenigingen, na verzoek, worden herzien. Daar deze herziening van de vaststelling van de subsidie slechts ten gunste is van de betreffende vereniging, is dat ook ingevolge de Awb mogelijk.
|
/2/png-2/Schiedam_ZW.png)
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen