Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2022, 74721 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2022, 74721 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Alkmaar
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
gesprek: een inventarisatie ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, waarbij de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen wordt besproken;
Het doel van deze regeling is om ouders/verzorgers te ontlasten dan wel de ontwikkeling van kinderen veilig te stellen.
Deze regeling is van toepassing op ouders/verzorgers:
met een aantoonbare lichamelijke, zintuigelijke verstandelijke of psychische beperking of die met andere gezinsproblematiek worden geconfronteerd waardoor kinderopvang als sociaal medisch noodzakelijk wordt geacht, dan wel met een kind van wie is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is,
De ouder/verzorger die voldoet aan de vereisten als genoemd in artikel 4 van deze regels, komt in aanmerking voor subsidie als wordt voldaan aan de volgende criteria:
Artikel 7 Beoordeling aanvraag
De Jeugd en Gezinscoach legt de gemaakte afspraken vast in een ondersteuningsplan en beschrijft daarbij de nodige aantal dagen/uren kinderopvang per week en de duur van de opvang. Hierbij worden alleen de nodige uren afgegeven die naar het oordeel van de Jeugd-en Gezinscoach noodzakelijk zijn om de sociale en/of medische situatie van de ouder te verlichten.
Artikel 9 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot toekenning van een subsidie kinderopvang bevat in ieder geval:
Onverminderd het bepaalde in de verordening, weigert het college de subsidie in de volgende situaties:
Artikel 11 Ingangsdatum, omvang en duur van de subsidie
Als het college dit noodzakelijk acht, vindt verlenging van de subsidie alleen plaats onder de voorwaarde dat de ouder voldoet aan zijn of haar verplichtingen als bedoeld in artikel 14 van deze nadere regels en in voldoende mate meewerkt aan hulpverlening om de situatie te verbeteren en de noodzaak van kinderopvang weg te nemen.
Artikel 13 Subsidieverlening, -vaststelling en -uitbetaling
In afwijking van het bepaalde in artikel 14 van de verordening dienen de ouder(s)/verzorger(s) bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een verklaring van het kindercentrum/gastouderbureau te overleggen waaruit blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk en in die omvang heeft plaats gevonden.
De ouder(s)/verzorger(s) sluiten ten behoeve van de kinderopvang zelf een schriftelijke overeenkomst met de houder van een kindercentrum dan wel het gastouderbureau conform artikel 1.52 van de wet. In deze overeenkomst is in ieder geval opgenomen wat het LRK-nummer is van de opvanglocatie, het aantal dagdelen/uren kinderopvang per week en het uurtarief.
Het college kan van deze nadere regels afwijken als de strikte toepassing van de nadere regels gevolgen zouden hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de bij de nadere regels betrokken belangen.
Artikel 16 Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
Beschikkingen afgegeven op basis van de Nadere regels subsidie kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Alkmaar 2019, vervallen nadat op basis van een nieuwe aanvraag na de inwerkingtreding van deze nieuwe Nadere regels kinderopvang SMI gemeente Alkmaar een besluit is genomen.
Alkmaar, 08-02-2022
Het college van burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
mw. drs. A.M.C.G. (Anja) Schouten,
burgemeester
W. (Wim) van Twuijver,
secretaris
Toelichting Nadere regels Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Alkmaar 2022
Behoeft geen nadere toelichting
Volgens dit artikel is het doel van de subsidie SMI kinderopvang, het ontlasten van ouder(s)/verzorger(s) en/of het bieden van een extra pedagogisch leefklimaat ter ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen.
Het inzetten van kinderopvang kan het gezin ontlasten en geeft ouder(s)/verzorger(s) bovendien tijd en ruimte voor hun eigen problematiek en /of het vinden van alternatieve opvangmogelijkheden. Verder kan het inzetten van kinderopvang een positief effect hebben op eventuele (ontwikkelings)problemen bij de kinderen.
In dit artikel wordt aangegeven voor welke activiteit de subsidie wordt verstrekt t.w. kinderopvang.
Wanneer een ouder/verzorger of één van de ouder(s)/verzorger(s) niet werkt dan valt het gezin niet onder de Wet kinderopvang en komt dit gezin niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Toch kan het in het belang van de ouder(s)/verzorger(s) of van het kind zijn om gebruik te maken van kinderopvang. De subsidie maakt de financiering van deze kinderopvang mogelijk.
Deze regeling is gericht op ouder(s)/verzorger(s) met sociaal-medische problematiek, die daardoor niet in staat zijn om (volledig) voor hun kinderen te zorgen. Het begrip ouders is in het kader van deze regeling erg ruim. Het maakt namelijk niet uit of bijvoorbeeld sprake is van biologische of pleegouders. De problematiek dient van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard te zijn en levert dusdanig een beperking op bij de verzorging van het kind/de kinderen dat deze problematiek kinderopvang noodzakelijk maakt, bijvoorbeeld een ziekenhuisopname van een ouder. Daarnaast kan de problematiek bestaan uit andere beperkingen bij de ouder(s)/verzorger(s), bijvoorbeeld wanneer ze moeite hebben met het goed uitvoeren van hun zorgtaken, die op termijn (ontwikkelings)problemen kunnen geven bij hun kinderen. Verder kan de subsidie worden ingezet als kinderopvang een aanwezige of dreigende beperking of belemmering in de ontwikkeling van kinderen kan opheffen of verminderen.
De ouder(s)/verzorger(s) dienen woonachtig te zijn in Alkmaar en niet of maar beperkt in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Er is sprake van beperkt recht in de gevallen waar op het moment van de aanvraag SMI een samenloop is van ( een lopend) recht op kinderopvangtoeslag van de belastingdienst en recht op een tegemoetkoming SMI kinderopvang. Bijvoorbeeld bij het gedeeltelijk uitvallen van een ouder. De tegemoetkoming SMI kinderopvang wordt dan vastgesteld in aanvulling op de lopende kinderopvang, waarvoor een kinderopvangtoeslag wordt ontvangen.
Tot slot geldt dat ten aanzien van noodzakelijke opvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar een tegemoetkoming SMI kinderopvang kan worden verstrekt. Oudere kinderen (vanaf middelbare school leeftijd) zijn in de regel namelijk voldoende zelfstandig om kortere perioden zonder opvang te kunnen.
Wanneer ouder(s)/verzorger(s) passen binnen de doelgroep als geformuleerd in artikel 4 van deze regeling, dient te aanvraag nog getoetst te worden aan de vereisten in artikel 5.
Bij het eerste vereiste dient gekeken te worden of de ouders/verzorgers beschikken over een Nederlandse nationaliteit of een rechtmatig verblijf in Nederland. Onder rechtmatig verblijf wordt in dit verband verstaan de persoon die rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.
Tevens dient het voor de ouders/verzorgers niet mogelijk te zijn om op eigen kracht in de kinderopvang te voorzien. Onder eigen kracht wordt verstaan: ‘de mogelijkheid om als ouder(s)/verzorger(s) zelf het kind of de kinderen binnen het gezin op te vangen al dan niet met hulp van het eigen sociale netwerk’.
Om zeker te zijn van verantwoorde kinderopvang kan er alleen gebruik gemaakt worden van kindercentra of gastouderopvang die vermeld staan in het Landelijk register kinderopvang. Alleen dan is er wettelijke verplichte toezicht en handhaving vanuit de gemeente op kwaliteit en veiligheid van de opvang.
Verder is de regeling een vangnetregeling met de intentie een tijdelijke oplossing te bieden waarbij toegewerkt wordt naar een situatie waarin zoveel als mogelijk gebruik gemaakt wordt van reguliere voorliggende vormen van kinderopvang ( binnen eigen netwerk, reguliere kinderopvang, vve, buurtgezinnen ed). De voorwaarden zoals genoemd in artikel 5 onder d bepalen of er voldoende gronden zijn voor een sociaal medische indicatie.
Ingevolge artikel 6 dient de aanvrager van de subsidie SMI Kinderopvang verplicht gebruik te maken van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier (zie in dit verband artikel 4:4 Awb). Zowel voor de aanvrager als voor de gemeente is het efficiënt om te werken met formulieren: de aanvrager weet dan exact welke informatie moet worden aangeleverd aan de gemeente en de gemeente beschikt op overzichtelijke wijze over alle relevante gegevens. Een aanvraag die anders dan via het voorgeschreven formulier is ingediend, kan onder omstandigheden op grond van het bepaalde in artikel 4:5 Awb buiten behandeling worden gelaten. Daartoe zal aanleiding zijn, indien essentiële gegevens ontbreken of het op andere wijze indienen van de aanvraag tot administratieve problemen aanleiding geeft. Wel moet dan de aanvrager eerst de gelegenheid worden geboden om het aanvraagformulier nader in te vullen. Een verhoging van de subsidie in verband met een verhoging van het aantal uren of dagdelen kinderopvang zal ook moeten worden aangevraagd. Een verlaging van de subsidie in verband met een vermindering van de omvang van de kinderopvang hoeft niet te worden aangevraagd. De ouder(s)/verzorger(s) moet hiervan wel onmiddellijk mededeling doen aan het college, zoals omschreven in artikel 14.
Om een zorgvuldig besluit te kunnen nemen is het van belang dat alle feiten en omstandigheden van de specifieke hulpvraag worden onderzocht. Voor het vaststellen van de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische redenen, de indicatie, kan door het college aanvullend advies gevraagd worden van een andere professional(s)/organisatie(s). Dit kan een verklaring zijn van een bij het gezin betrokken hulpverlener. In algemene zin is het bij de beoordeling van belang dat de individuele omstandigheden van de thuissituatie in aanmerking worden genomen en dat zo exact mogelijk wordt aangegeven waarom kinderopvang op grond van sociaal -medische problematiek nodig is, op welke dagen en voor hoeveel uur.
Ter waarborging van voldoende deskundigheid bij het onderzoek, is de SKJ en/of BIG- geregistreerde Jeugd-en Gezinscoach de aangewezen persoon om de noodzaak te beoordelen. Daarbij is het van belang dat het onderzoek in samenspraak met de ouder(s)/verzorger(s) wordt verricht. Voor een zorgvuldig onderzoek is veelal persoonlijk contact nodig om een totaalbeeld van de situatie te krijgen. Het ligt daarom ook voor de hand dat tijdens een gesprek met de ouder(s)/verzorger(s) het een en ander wordt besproken. Samen met de ouder(s)/verzorger(s) wordt een ondersteuningsplan opgesteld, waarin de afspraken worden vastgelegd op welke wijze er gewerkt wordt aan een structurele oplossing.
Desgewenst kan een onafhankelijke instantie worden ingeschakeld om een advies te geven met betrekking tot de noodzaak, frequentie, omvang en eventuele te onderzoeken alternatieven.
De Jeugd-en Gezinscoach kan afwijken van de aangevraagde of geadviseerde periode. Elke aanvraag is maatwerk.
Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag, na ontvangst van het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier. De beslistermijn vangt pas aan na ontvangst van de volledige aanvraag. Indien een aanvraag niet volledig is vangt de termijn pas aan na ontvangst van de ontbrekende gegevens. Is de aanvraag niet volledig? En niet hersteld door de indiener, nadat deze tijdig op de hoogte gesteld is om de aanvraag te completeren? Dan kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.
Verder houdt het college rekening met de tijd die gemoeid is met het uitbrengen van een advies op de aanvraag.
Het besluit is een beschikking in de zin van titel 4.1 Awb. Op grond van de aanvraag beoordeeld de Jeugd-en Gezinscoach of er voldoende gronden zijn voor een toekenning subsidie SMI kinderopvang en neemt vervolgens een besluit over de aanvraag. Als de noodzaak voor kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie wordt vastgesteld, wordt in de beschikking het aantal benodigde uren kinderopvang en de geldigheidsduur van de indicatie aangegeven. Het besluit over de noodzakelijke omvang van de kinderopvang vormt de grondslag voor de aanvraag voor de subsidie. Ook moet in de het ondersteuningsplan het aantal uren en de geldigheidsduur van de indicatie worden vermeld. Het college neemt het besluit op basis van het uitgebrachte indicatieadvies, welke is opgenomen in het ondersteuningsplan. De aanvrager ontvangt daarvan een schriftelijke beschikking van het college van burgemeester en wethouders.
De weigeringsgronden onder lid 1 spreken voor zich.
Alleen de ouder(s)/verzorger(s) die onder de doelgroep zoals omschreven in artikel 4 vallen en voldoen aan de criteria genoemd in artikel 5, kunnen aanspraak maken op een subsidie voor de kosten kinderopvang o.b.v. sociaal medische indicatie. Indien de ouder(s)/verzorger(s) niet voldoen aan artikel 14 kan dit ook reden zijn tot weigering. Het beperken van de noodzaak voor opvang wordt extra benadrukt.
In het geval ouder(s)/verzorger(s) een subsidie verstrekt krijgen voor kinderopvang vanwege sociale en of medische gronden, is het een taak van de ouder(s)/verzorger(s)om de redenen voor opvang aan te pakken. Hierin ligt de noodzaak van een ondersteuningsplan. Zeker bij een verlenging van een SMI-subsidie kan het nalaten van de probleemaanpak een weigeringsgrond zijn.
Uit het eerste en tweede lid van dit artikel volgt dat de subsidie SMI kinderopvang wordt verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang op grond van de indicatie daadwerkelijk start. Deze datum wordt afgeleid uit de overeenkomst die is gesloten met de kinderopvangorganisatie na vaststelling indicatie. De ingangsdatum kan nooit voor de meldingsdatum liggen. Indien de kinderopvang op basis van overeenkomst eerder is gestart dan de meldingsdatum, wordt de meldingsdatum als ingangsdatum genomen.
Voorts wordt de subsidie SMI kinderopvang slechts verleend voor het aantal uren kinderopvang per week dat redelijkerwijs naar het oordeel van het college noodzakelijk is om de ouder(s)/verzorger(s) te ontlasten en de ontwikkeling van het kind te garanderen c.q. te bevorderen. Samen met de ouder(s)/verzorger(s) wordt de persoonlijke situatie en de behoefte in kaart gebracht. De Jeugd-en Gezinscoach is bevoegd om ‘onderbouwd’ de noodzaak en de periode waarvoor de subsidie SMI kinderopvang wordt toegekend, vast te stellen. Bij twijfel kan een extern medisch advies gevraagd worden.
Soms kan er sprake zijn van samenloop van het recht op een subsidie SMI kinderopvang en een (lopend) recht op kinderopvangtoeslag van de belastingdienst op het moment van de aanvraag subsidie SMI, bijvoorbeeld als een van de werkende ouders gedeeltelijk uitvalt. Er is dan sprake van een ‘beperkt recht’. In die gevallen wordt de subsidie SMI kinderopvang vastgesteld in aanvulling op de lopende kinderopvang, waarvoor een kinderopvangtoeslag wordt ontvangen.
Uit het vierde lid blijkt de tijdelijkheid van deze voorziening. De duur van de regeling is beperkt tot in principe 9 maanden. Het is immers de bedoeling dat ouder(s)/verzorger(s) eerst zelf een passende oplossing vinden. Het gezin is namelijk zelf primair verantwoordelijk voor het functioneren van het huishouden en de opvang en verzorging van de kinderen. De subsidie SMI kinderopvang wordt daarom dan ook alleen ingezet, wanneer blijkt dat er geen eigen mogelijkheden (eigen kracht) of voorliggende voorzieningen mogelijk zijn.
In eerste instantie zoeken de ouder(s)/verzorger(s) zelf een oplossing. Lukt dit niet, dan kan mogelijk team jeugd/team WMO hen helpen om de mogelijkheden in beeld te brengen. De Jeugd- en gezinscoach, die verantwoordelijk is voor het behandelen van de aanvraag, biedt waar nodig ondersteuning bij het organiseren van de kinderopvang en de aangrenzende problematiek.
Als gezinnen niet (tijdig) een passende oplossing kunnen regelen, kan een subsidie SMI kinderopvang worden geïndiceerd. De periode van maximaal 9 maanden geeft dan tijd en ruimte om binnen de eigen mogelijkheden de opvang in de toekomst anders te organiseren. Voorkomen moet worden dat ouders gaan ‘leunen’ op de gemeente.
Gelet op het vijfde lid van dit artikel beoordeelt de Jeugd-en Gezinscoach na afloop van de toegekende periode of verlenging noodzakelijk is op grond van een deugdelijke onderbouwing. Ook hier geldt: indien nodig wordt een (nieuw) extern medisch advies opgevraagd. Het verzoek om verlenging wordt gedaan door de ouders. Hiervoor geldt het gestelde in artikel 6 van deze regeling, namelijk de aanvrager van de subsidie SMI kinderopvang dient verplicht gebruik te maken van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
In verband met het bovenstaande is het van belang dat de betrokken Jeugd-en Gezinscoach het gezin volgt en bewaakt dat er voortgang is in het zoeken naar alternatieven binnen het eigen netwerk van de ouders. Bij kwetsbare gezinnen of (dreigende) overbelasting van de ouder(s)/verzorger(s) zal de jeugd-en gezinscoach extra ondersteuning bieden bij het zoeken naar alternatieven.
Als de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie is vastgesteld kan de aanvraag voor een subsidie in de kosten van kinderopvang verder in behandeling worden genomen. Dit vloeit overigens ook al voort uit artikel 7 lid 3 van deze regeling.
De subsidie in de kosten kinderopvang obv sociaal medische indicatie is inkomensafhankelijk. De gemeente sluit aan bij de jaarlijks door het Rijk vastgestelde tarieven voor dagopvang en buitenschoolse opvang. In het geval het uurtarief van een kinderopvangorganisatie hoger is dan het door het Rijk vastgestelde normtarief, dan brengt de kinderopvangorganisatie het resterende bedrag zelf bij de ouder in rekening.
Een IB verklaring (inkomstenbelasting) is afdoende bewijs voor het bruto inkomen. Deze verklaring kan op aanvraag (met DIGID) digitaal worden gedownload. Voor het bepalen van het netto minimum inkomen geldt de inkomensverklaring als bewijsstuk. Wanneer een persoon niet in het bezit is van een inkomensverklaring, gaan we uit van het bruto maandinkomen (bijv. loonstroken van de laatste 3 maanden).
Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt rekening gehouden met een inkomensafhankelijke eigen bijdrage die ouder(s)/verzorger(s) geacht worden zelf te betalen. De redenen hiervoor zijn als volgt:
De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de belastingtabel kinderopvangtoeslag en is inkomensafhankelijk.
Voor deze eigen bijdrage kunnen de ouders/verzorgers eventueel een aanvraag om bijzondere bijstand indienen.
Denk hierbij aan de gevallen waarin ouder(s)/verzorger(s) een gering inkomen hebben (onder het sociaal minimum) , lager dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm op grond van de participatiewet of waar ouder(s)/verzorger(s) gebruik maken van een aantoonbare minnelijke of wettelijke schuldregeling.
De ouder(s)/verzorger(s) is rechthebbende op de subsidie. De subsidie wordt echter uitbetaald aan de kinderopvangorganisatie die de opvang verzorgt en niet aan de ouder(s)/verzorger(s). Daarmee heeft de aanvrager verder geen administratieve belasting in de vorm van het controleren en betalen van facturen en hoeft de aanvrager achteraf ook geen verantwoording af te leggen over de betalingen van de vergoeding aan de kinderopvanginstelling, en wordt de verantwoordingsplicht beperkt tot het overleggen van een verklaring van het kindercentrum/gastouderbureau dat de kinderopvang heeft plaats gevonden.
Voor zover de subsidie niet direct wordt vastgesteld, dienen de ouder(s)/verzorger(s) een aanvraag om vaststelling van de subsidie in te dienen, binnen 13 weken na afloop van de periode waarvoor de subsidie is verstrekt. Zij moeten daarbij een verklaring overleggen van het kindercentrum/gastouderbureau waaruit blijkt dat de kinderopvang ook daadwerkelijk voor het aantal uren waarvoor subsidie is verleend heeft plaats gevonden. Eventueel kunnen de ouders/verzorgers de gemeente toestemming verlenen aan de gemeente om dit rechtstreeks bij het kindercentrum/gastouderbureau op te vragen. Deze mogelijkheid staat in het aanvraagformulier opgenomen.
In dit artikel is voor de verlening en vaststelling van een subsidie een inlichtingenverplichting en meewerkplicht opgenomen voor de ouder(s)/verzorger(s).
Ten aanzien van de medewerkingsplicht doen ouder(s)/verzorger(s) op verzoek mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de aanspraak of de hoogte van de subsidie. Denk hierbij aan inlichtingen over:
Deze inlichtingenplicht loopt door tijdens de periode waarover de subsidie is verleend of direct is vastgesteld. Dit betekent bijvoorbeeld dat wijzigingen in het inkomen of in de opvanguren direct bij het college gemeld moeten worden.
Ten aanzien van de medewerkingsplicht geldt dat van de ouder(s)/verzorger(s) verwacht wordt om al het mogelijke te doen om de noodzaak van de kinderopvang weg te halen. De regeling is immers bedoeld als kortdurende voorziening en uitgangspunt is dat de noodzaak tot gebruik van deze regeling zo spoedig mogelijk wordt aangepakt. Opvang van de kinderen is en blijft een primaire verantwoordelijkheid van ouder(s)/verzorger(s). Hierbij kan gedacht worden aan het meewerken aan noodzakelijke behandelingen of het gebruik maken van mogelijkheden om de eventuele werktijden aan te passen. Hierin ligt ook de reden voor het opstellen van en meewerken aan een ondersteuningsplan met de Jeugd-en Gezinscoach.
Indien ouder(s)/verzorger(s) zich niet aan deze verplichting houden, kan een aanvraag of de verlenging daarvan worden geweigerd op grond van artikel 10 van deze regeling. Er kunnen omstandigheden ontstaan die bijvoorbeeld de gronden voor de indicatie weg zouden kunnen nemen waar de aanvrager verplicht is dit te melden, zoals:
Bovenstaande situaties kunnen aanleiding vormen om te onderzoeken of de ouder(s)/verzorger(s) wel heeft voldaan aan zijn verplichtingen en inlichtingenplicht. Als blijkt dat de inlichtingenplicht is geschonden en als gevolg hiervan ten onrechte een subsidie wordt ontvangen, trekt het college de beschikking tot het verlenen/vaststelling van de subsidie in.
Door gebruik te maken van deze hardheidsclausule kan het college in bijzondere gevallen ten gunste van een persoon afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel. Het gebruik van de hardheidsclausule moet worden beschouwd als een uitzondering op de regel.
Op iedere aanvraag die voor de inwerkingtreding van deze Nadere regels Sociaal Medische Indicatie kinderopvang Alkmaar zijn ontvangen, en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze Nadere regels Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Alkmaar’, wordt op grond van deze regeling beslist.
Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking daarvan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-74721.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.