Besluit van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn op grond van artikel 15 Wegenverkeerswet inhoudende het tijdelijk afsluiten voor motorvoertuigen m.u.v. landbouwvoertuigen van de Ziendeweg op een locatie direct ten zuiden van de Achtermiddenweg te Aarlanderveen als proef voor een periode van 9 maanden

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALPHEN AAN DEN RIJN;

Overwegende:

  • dat de gemeente als wegbeheerder een verkeersbesluit moet nemen bij het plaatsen of verwijderen van sommige verkeerstekens en dat in het verkeersbesluit wordt afgewogen waarom verkeerstekens worden geplaatst of verwijderd;

  • dat het college in haar vergadering van 11 januari 2022 heeft besloten een proefafsluiting op de Ziendeweg voor motorvoertuigen met uitzondering van landbouwvoertuigen en brommobielen in te stellen voor de periode van 9 maanden, om de effecten van deze afsluiting te beoordelen aan de hand van metingen en meningen;

  • dat de afsluiting, direct ten zuiden van de Achtermiddenweg, wordt aangegeven met verkeersborden op de daarvoor geschikte locaties en wordt gehandhaafd met ANPR camera’s;

  • dat uit de participaties en evaluaties tijdens en na de afsluiting moet blijken of de proef succesvol is en een besluit kan worden gemaakt om de afsluiting definitief te maken;

  • dat de proef voortijdig kan worden beëindigd mochten de negatieve effecten van de afsluiting zodanig zijn dat dit tot ernstige problemen of onveiligheid leidt;

  • dat de huidige situatie niet verkeersveilig is door het vele autoverkeer op de smalle Ziendeweg in combinatie met het fiets- en landbouwverkeer;

  • dat de afgelopen jaren enkele ongevallen hebben plaatsgevonden, maar veel weggebruikers ook een onveilig gevoel hebben op de Ziendeweg;

  • dat de leefbaarheid voor fietsers en bewoners op de Ziendeweg en op in het verlengde van deze weg gelegen routes in Zwammerdam wordt aangetast door het vele verkeer dat van deze weg en routes gebruik maakt;

  • dat de verwachting is dat door de aanleg van een rotonde op de kruising Nieuwkoopseweg/Achttienkavels de Ziendeweg nog meer belast wordt met autoverkeer;

  • dat er daarom onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden om de situatie te verbeteren met een apart fietspad of een afsluiting van de Ziendeweg voor doorgaande motorvoertuigen uitgezonderd landbouwvoertuigen;

  • dat er veel doorgaande motorvoertuigen tussen Nieuwkoop, Bodegraven en A12 gebruik maken van deze route terwijl er betere alternatieve routes beschikbaar zijn;

  • dat deze verkeersstromen niet alleen voor een onveilige situatie en verminderde leefbaarheid zorgen op de Ziendeweg, maar ook tot extra (verkeers)overlast in de kern Zwammerdam alwaar via 30 km/u zones wordt gereden;

  • dat ook uit consultaties van belangenorganisaties en bewoners en/of bedrijven langs en nabij de Ziendeweg (Stakeholders) blijkt dat over het algemeen de Ziendeweg als verkeersonveilig wordt beschouwd, vooral voor fietsers, en de leefbaarheid hier wordt aangetast;

  • dat de betrokken stakeholders in meerderheid positief staan tegenover zowel een fietspad als een afsluiting voor doorgaande motorvoertuigen, waarbij de meerderheid van de bewoners en/of bedrijven de voorkeur hebben voor afsluiting en de meerderheid van de organisaties de voorkeur hebben voor een fietspad; 

  • dat de realisatie van een fietspad een langdurig proces is waardoor er pas op langere termijn een oplossing is voor de verkeersonveiligheid op de Ziendeweg;

  • dat een afsluiting van de Ziendeweg voor doorgaande motorvoertuigen uitgezonderd landbouwvoertuigen en brommobielen een oplossing is die op korte termijn te realiseren is;

  • dat een afsluiting gevolgen heeft voor gebruikers van de Ziendeweg en voor enkele andere wegen en bewoners en omwonenden van deze wegen;

  • dat daarom is besloten eerst een proefafsluiting te doen;

  • dat het onderzoek en de mogelijke maatregelen (afsluiting of fietspad) zijn besproken met Gemeente Nieuwkoop en Provincie Zuid-Holland;

  • dat Gemeente Nieuwkoop en Provincie Zuid-Holland instemmen met de proefafsluiting en ook zijn betrokken bij de voorbereiding en evaluaties hiervan;

  • dat op de Ziendeweg en de daarop aansluitende Achtermiddenweg en Zuideinde (Aarlanderveen) een breedtebeperking tot 2,2 meter en een aslastbeperking tot 5 ton geldt, met op de Achtermiddenweg ook nog een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen uitgezonderd bestemmingsverkeer, wat betekent dat breder en zwaarder (bestemmings-/landbouw-)verkeer nu al en ook tijdens de proefafsluiting ontheffing nodig heeft voor het gebruik van deze wegen;

  • dat door de Ziendeweg net ten zuiden van de Achtermiddenweg af te sluiten (knippen) alle bestemmingen aan de Ziendeweg bereikbaar blijven, maar dat afhankelijk van de bestemming een andere route moet worden gekozen;

  • dat dit kan leiden tot keerbewegingen of achteruit rijden op de Ziendeweg en dat daarom meerdere vooraankondigingsborden worden geplaatst om het verkeer op plekken waar een andere keuze kan worden gemaakt te wijzen op het verbod;

  • dat de in artikel 2, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten behoeve van het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan ten grondslag liggen aan dit besluit;

  • dat ook de in artikel 2, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten behoeve van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade ten grondslag liggen aan dit besluit;

  • dat het college afweegt dat dit voor diverse weggebruikers betekent dat zij alternatieve routes moeten kiezen die langer zijn dan de route via de Ziendeweg;

  • dat het college afweegt dat die alternatieve routes weliswaar langer zijn, maar over het algemeen in tijd vergelijkbaar zijn, afhankelijk van de bestemming;

  • dat het college afweegt dat sommige weggebruikers meer kilometers en reistijd moeten afleggen naar hun bestemming;

  • dat het college hierbij afweegt dat het belang om tot een veilige en leefbare oplossing voor de Ziendeweg en achterliggende routes te komen door het doen van een proefafsluiting zwaarder weegt dan het belang van weggebruikers om gebruik te willen maken van deze route;

  • dat er conform artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) overleg plaatsgevonden heeft met de door de korpschef van de nationale politie daartoe gemachtigde verkeersadviseur;

  • dat in het advies namens de korpschef is aangegeven dat er met name sprake is van subjectieve onveiligheid op de Ziendeweg daar het aantal ongevallen op de Ziendeweg beperkt is en dat door het verbod mogelijk meer autoverkeer via de Achtermiddenweg gaat rijden alwaar een verbod voor motorvoertuigen geldt, uitgezonderd bestemmingsverkeer. Door de uitzondering is hierop moeilijk te handhaven;

  • dat het college hierbij afweegt dat het verbod, uitgezonderd bestemmingsverkeer, op de Achtermiddenweg al vele jaren geldt en dat de proef moet gaan uitwijzen of het verbod te vaak genegeerd gaat worden;

  • dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een iedere kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor de rekening van de betrokkenen behoren te blijven;

  • dat er is gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer,

 

besluiten

tot het plaatsen van bord C12 (gesloten voor alle motorvoertuigen) met onderbord OB55 (uitgezonderd landbouwvoertuigen), aangevuld met de tekst “brommobielen” voor een proefperiode van 9 maanden op de Ziendeweg net ten zuiden van de aansluiting met de Achtermiddenweg in beide richtingen.

 

Een en ander volgens de bijgevoegde tekening.

  •  

De in dit besluit genoemde borden zijn opgenomen in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Alphen aan den Rijn,

Namens burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn,

 

 

drs. J.M. Broekhuijsen, teamleider Beleid Openbare Ruimte (a.i.

Bezwaar - of beroep sclausule

Dit besluit zal door publicatie in het Gemeenteblad, zie www.officielebekendmakingen.nl, bekend worden gemaakt. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit volgens de artikelen 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de openbare bekendmaking van dit besluit in het Gemeenteblad, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders, Postbus 13, 2400 AA te Alphen aan den Rijn.

Naar boven