Gemeenteblad van Coevorden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2022, 70597 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2022, 70597 | beleidsregel |
Privacy protocol gemeente Coevorden in de aanpak van ondermijning
In dit Privacy Protocol van de Gemeente Coevorden worden allereerst de fases van dit protocol benoemd. In hoofdstuk 2 wordt de aard van de ondermijnende criminaliteit en de noodzaak van de aanpak ondermijning uiteengezet. Daarnaast volgt een korte uitleg over indicatoren die kunnen duiden op ondermijning, welke nader zijn uitgewerkt in de bijlage. In hoofdstuk 3 volgt een lijst met algemene begrippen. Vervolgens komen in hoofdstuk 4 een aantal algemeen geldende artikelen die van toepassing zijn op fase 1, 2 en 3 aan de orde, gevolgd door hoofdstuk 5 waar in wordt gegaan op de meer specifiek geldende artikelen per fase. Tot slot volgt in bijlage 1 een checklist ten behoeve van het beoordelingskader ondermijning met categorieën van personen, kenmerken en een lijst met ‘red flags’, die relevant kunnen zijn bij de signalering van fenomenen van ondermijning. In bijlage 2 staan categorieën van verwerkte gegevens.
In de gemeentelijke organisatie wordt een gemeentelijke casustafel ondermijning geïnstalleerd. Door de gemeentesecretaris wordt de deelnemerslijst, op advies van de Coördinatoren Ondermijning (CO) van team Economie en Leefbaarheid cluster Veiligheid, vastgesteld. De aangewezen leden zijn gebonden aan geheimhouding en hebben de ambtseed/belofte afgelegd.
Het proces van het signaleren en aanpakken van signalen van ondermijnende activiteiten verloopt met het oog op proportionaliteit en subsidiariteit in een drietal fasen:
Fase 1 heeft betrekking op het beoordelen van signalen van inwoners en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen. Een signaal kan op verschillende manieren binnenkomen zoals via een telefonische, schriftelijke (vaak digitale) melding van een burger of professional of een melding via Meld Misdaad Anoniem. Het signaal wordt na intake beoordeeld door CO en de operationeel expert Ondermijning van politie (zie hoofdstuk 5 van dit protocol) aan de hand van informatie uit openbare bronnen zoals de Kamer van Koophandel, het Kadaster en internet. De indicatoren uit paragraaf 2.4 (en bijlage 1) zijn hierbij leidend. Na deze eerste weging volgt een beslismoment bij CO:
In fase 2 van het protocol worden de gemeentelijke bronnen geraadpleegd, waarna een tweede weging van het signaal plaatsvindt. Dit gebeurt door controle op gerelateerd gebruik van gemeentelijke voorzieningen. Er moet sprake zijn van voor het signaal relevante informatie. Als van een persoon bepaalde voor het signaal relevante gegevens in een bronbestand van een gemeentelijk onderdeel voorkomen, is sprake van een ‘hit’: de betrokken persoon/bepaalde info is bekend binnen de gemeente in het kader van onrechtmatig- heden dan wel maatschappelijke bedreigingen. Als er geen hit is dan wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) bewaard in een niet-actieve omgeving. Na een jaar wordt het signaal vernietigd. Bij een hit volgt een signaaloverleg met betrokken afgevaardigden van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen.
De analyse in dit signaaloverleg leidt tot:
een mono- of multidisciplinaire aanpak door één gemeentelijk onderdeel of meerdere samenwerkende gemeentelijke onderdelen: er hoeft geen ondermijnende activiteit te zijn, de regie en uitvoering liggen bij desbetreffende gemeentelijke onderdeel/onderdelen op grond van de daarvoor bedoelde wettelijke bevoegdheid (heden). Hierbij is een regierol vanuit CO niet benodigd;
Fase 3 van het protocol gaat over het ontwikkelen van een plan van aanpak en het voeren van regie op het plan en het afsluiten van de casus. Ook hier kan mogelijk blijken dat een signaal bij het RIEC wordt ingebracht. Na afsluiting van een casus volgt gedurende vijf jaar monitoring van de casus in een actieve omgeving en vervolgens wordt de informatie na de laatste verwerking een jaar bewaard in een niet-actieve omgeving.
1.4 Evaluatie van dit protocol
Na vaststelling zal dit protocol jaarlijks geëvalueerd worden. De CO plant hiervoor elk jaar in de 3e week van januari een evaluatiebijeenkomst met de werkgroep ondermijning.
Indien werkprocessen of wet- en regelgeving worden aangepast en/of sprake is van nieuwe verschijningsvormen van ondermijning, kan dit van invloed zijn op de rechtmatigheid van de verwerkingen van persoonsgegevens en dit kan leiden tot aanpassing van het protocol.
2. Noodzaak aanpak “Ondermijning”
Er wordt van gemeenten veel verwacht in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit onder meer binnen het kader van de RIEC-samenwerking alsmede in het kader van de eigen taakuitvoering (niet-faciliteren van criminaliteit). Georganiseerde ondermijnende criminaliteit start, wordt ondersteund en in stand gehouden met ondermijnende activiteiten. De negatieve gevolgen hiervan blijken omvangrijker- en dieper in de samenleving geworteld te zijn dan eerder werd gedacht. Hierover bestaat een brede consensus onder onderzoekers, experts en betrokken overheidsorganisaties.
Een uitsluitend strafrechtelijke en/of fiscaalrechtelijke aanpak is niet meer afdoende. Pieter Tops en Jan Tromp (2017) concluderen in het boek ‘De achterkant van Nederland’ dat strafrecht alleen onvoldoende effectief is voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten en slechts een deel van het probleem zal oplossen: het is een maatschappelijk vraagstuk en vereist derhalve een maatschappelijke aanpak1. De gemeente heeft een belangrijke rol in het aanpakken van dit maatschappelijke probleem. Een optreden als één overheid en één gemeente waarbij alle partijen hun eigen rol en bevoegdheden uitoefenen is noodzakelijk.
De sluimerende aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten leiden tot aantasting van de leefbaarheid in wijken en hebben ernstige gevolgen voor de samenleving op het gebied van veiligheid en maatschappelijke integriteit. Door de verwevenheid van onder- en bovenwereld, hetgeen kenmerkend is voor ondermijnende activiteiten, is het ook mogelijk dat de overheid onbewust deze faciliteert middels subsidies, vergunningen, uitkeringen etc. Dit leidt tot aantasting van de integriteit van de overheid. Hierdoor ontstaan malafide economische machtsposities binnen de samenleving die zijn opgebouwd met op ondermijnende wijze vergaard kapitaal.
De gemeente Coevorden ontvangt soms signalen van ondermijnende activiteiten die niet of niet direct passen binnen een georganiseerd criminaliteitsverband en daardoor niet direct onder de criteria van het RIEC samenwerkingsverband vallen, maar wel relevant zijn voor de gemeentelijke taakuitvoering. De gemeente is veelal een toegangspoort voor inwoners en organisaties om meldingen te doen van onrechtmatige zaken en heeft de gemeente hierdoor een belangrijke signaalfunctie. Via haar organisatiestructuur heeft de gemeente veelal ook goed zicht op de lokale (sociale) structuren. Op basis van haar wettelijke taken en bevoegdheden beschikt de gemeente over informatie die ondermijnende activiteiten goed in kaart kan brengen. De gemeente heeft ook verschillende bestuursrechtelijke instrumenten die haar in staat stellen om, in samenhang met de kennis van de fysieke en sociale omgeving van de wijken, barrières op te werpen tegen ondermijnende activiteiten en zodoende deze te voorkomen dan wel te verminderen. Dit vindt vaak plaats in nauwe samenwerking met politie.
Voor een effectieve aanpak van deze ondermijnende activiteiten (en mogelijk georganiseerde criminaliteit) is een geïntegreerde bestuurlijke aanpak binnen de gemeente een noodzakelijk vereiste. De signalen, afkomstig van inwoners en organisaties, dienen als input voor het signaleren van ondermijnende en mogelijk georganiseerde criminaliteit.
Veiligheid in gemeente Coevorden
Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een aantrekkelijke gemeente. Uit cijfers blijkt dat criminaliteit in Coevorden de afgelopen jaren nog niet voldoende daalt. Daardoor is het essentieel om in te zetten op het voorkomen dan wel verminderen van criminele activiteiten. Georganiseerde criminaliteit die de samenleving ondermijnt, maar niet altijd direct zichtbaar is, wordt aangepakt binnen de RIEC-samenwerking. De aanpak “Ondermijning” is een onderdeel van de veiligheidsaanpak van de gemeente Coevorden en draagt bij aan structurele veiligheid en veiligheidsbeleving in de stad.
2.2 Doel (bestuurlijke en geïntegreerde) aanpak “Ondermijning”
Het doel van deze aanpak is om binnen het grondgebied van de gemeente Coevorden door middel van samenwerking:
Het gaat bij deze aanpak om personen/netwerken die binnen Coevorden actief zijn in illegale en of onrechtmatige activiteiten waarbij:
Tevens draagt een goede informatiepositie van gemeente bij aan de voorfase van de RIEC-samenwerking en is een volgende stap in onze bestuurlijke aanpak.
De aanpak ondermijning dient met inachtneming van wet- en regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden. Dit protocol bevat de benodigde waarborgen om dit te realiseren. Hierbij is de basis dat er integer en gewogen gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke gegevens, waarbij bovenmatig gebruik van gegevens en transparantie vastgelegd wordt in dit protocol.
Als basis wordt vastgesteld de wijze waarop zichtbaar en inzichtelijk wordt voor betrokkene met welk doel en op welke wijze de gemeente Coevorden zijn of haar persoonsgegevens verwerkt. Alleen de relevante gegevens ten behoeve van analyse en plan van aanpak worden hiermee benut.
2.4 Indicatoren en werkwijze signaalanalyse
Voor de beoordeling van een signaal is van belang wat het signaal inhoudt. Een signaal wordt bij intake (zie paragraaf 1.2) beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren, die zijn gebaseerd op onder andere (wetenschappelijk) onderzoek2. De signaalanalyse is nader uitgewerkt in bijlage 1 van dit protocol ‘Checklist ten behoeve van beoordelingskader Ondermijning’. De beoordeling van een signaal vindt plaats binnen het kader ‘ondermijnende criminaliteit’. In aanvulling hierop is tenminste sprake van één van de indicatoren ‘situationele en lokale verankering’. Daarna wordt gekeken naar de indicatoren ‘signalering’, die nader uitgewerkt zijn in een lijst met ‘red flags’.
Gelegenheidsstructuren: een gelegenheid en/of een opeenstapeling van gelegenheden welke zich voordoen in de bestuurlijke, maatschappelijke en zakelijke omgeving die faciliterend werken voor het plegen van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk of civielrechtelijk te sanctioneren gedragingen en waarin personen samenwerken die deze gedragingen faciliteren.
Ondermijnende criminaliteit: misdaadverschijnselen met een maatschappij ondermijnend karakter, die tot stand komen in samenwerking tussen personen en worden gepleegd met het oog op het gezamenlijk behalen van financieel of materieel gewin. Ondermijnende criminaliteit is vooral een economisch gedreven maatschappelijk fenomeen waarbij de verwevenheid van de onder- wereld met en de ontwrichting van de bovenwereld een belangrijk kenmerk is.
Signaal: aanwijzing(-en) van één of meerdere professionals en/of inwoners dat bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties mogelijk verband kunnen houden met (verschijningsvormen van) ondermijnende activiteiten. Met een signaal wordt ook bedoeld: (een cluster van) signalen of een (cluster van) melding(-en).
Signaaloverleg: een overleg dat op het onderzoek kan volgen. CO voert de regie over het gemeentelijk signaaloverleg, waarbij ook politie aanschuift (informatielijn op basis van artikel 16 Wpg) Indien binnen het signaaloverleg een plan van aanpak wordt opgesteld omdat er sprake is van ondermijnende activiteiten, begint fase 3 van het protocol.
Artikel 4.1 Doel van het protocol
De aanpak ondermijning dient met inachtneming van weten regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden. Dit protocol bevat de benodigde waarborgen om dat te realiseren. Zodoende is dit protocol ook in een drietal fases ingericht. Dit protocol biedt een betrokkene inzicht in de wijze waarop de gemeente Coevorden bij deze aanpak zijn/haar persoonsgegevens verwerkt en met welk doel dat gebeurt. Hierbij is in de basis gedoceerd gebruik maakt van gegevens, waarbij bovenmatig gebruik van gegevens en transparantie vastgelegd wordt in dit protocol.
Artikel 4.2 (Verwerkings-)verantwoordelijke
De burgemeester van de gemeente Coevorden is de (verwerkings)verantwoordelijke.
Artikel 4.3 Grondslag voor de verwerking
De grondslag voor de verwerking is dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen.
Artikel 4.9 Rechten van betrokkenen
De rechten van betrokkene, zoals het recht op inzage in zijn gegevens, het verbeteren, aanvullen, verwijderen of afschermen van gegevens indien die feitelijk onjuist zijn, het recht op bezwaar, etc., worden door de verwerkingsverantwoordelijke uitgeoefend overeenkomstig de artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
5.1 Fase 1 van het proces (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)
Fase 1 betreft de intake en eerste beoordeling en weging van door inwoners en professionals gemelde signalen van bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties die kunnen duiden op verschijningsvormen van ondermijnende criminaliteit. Indien na weging in deze fase komt vast te staan dat er geen sprake is van ondermijnende activiteiten maar wel mogelijke overtreding van wet- of regelgeving, dan verwerkt het desbetreffende gemeentelijke onderdeel (of onderdelen) de gegevens op basis van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving conform de bijbehorende wettelijke kaders.
Artikel 5.1.3 Informeren betrokkene
Indien een signaal, zoals in hierboven genoemd artikel 2. lid 2, sub b, mono- of multidisciplinair door een onderdeel (onderdelen) van de gemeente wordt opgepakt, dan informeert het desbetreffende onderdeel (onderdelen) betrokkene . Overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van de AVG3 .
5.2 Fase 2 van het proces (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)
Fase 2 volgt op de weging van het signaal uit fase 1. Indien in fase 1 het signaal leidt tot de weging dat er sprake is van ondermijnende activiteiten, treedt fase 2 van dit protocol in werking. In fase 2 volgt een tweede weging van het signaal, waarbij ook gemeentelijk bronnen worden geraadpleegd. Dit gebeurt door middel van een ‘hit’ check bij de voor het signaal relevante informatie van de gemeentelijke onderdelen. Als er geen ‘hit’ is, wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) een jaar bewaard en daarna vernietigd. Bij een hit volgt een signaalafstemming met politie onder regie van CO met afgevaardigden van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen.
Artikel 5.2.1 Het doel van deze verwerking van persoonsgegevens
Het doel van de verwerking in deze fase is:
Artikel 5.2.2 Weging signaal en vervolgstappen
De coördinator beoordeelt het signaal met de aanvullingen uit de 1e weging aan de hand van de relevante gemeentelijke bronnen door middel van een ‘hit’-check bij de relevante gemeentelijke onderdelen aan de hand van de indicatoren uit paragraaf 2.4 en bijlage 1 van dit protocol. Op basis van deze analyse beslist de coördinator of een signaal voor signaalafstemming dient te worden geagendeerd.
5.3 Fase 3 van het proces (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)
Fase 3 volgt nadat in fase 2 is vastgesteld dat er sprake is van ondermijnende activiteiten. In deze fase vindt een lokaal signaaloverleg plaats ten behoeve van het ontwikkelen van een plan van aanpak en wordt een casus gemonitord op voortgang en afgesloten. De coördinator van CO bewaakt dit proces. Na afronding wordt een casus afgesloten of volgt doorgeleiding naar het RIEC-samenwerkingsverband. Mogelijk kan informatie uit een casus leiden tot een nieuw signaal en wordt het protocol opnieuw gevolgd. Hiervoor gelden dezelfde bewaartermijnen.
Artikel 5.3.1 Het doel van deze verwerking van persoonsgegevens
Het doel van de verwerking in deze fase is:
Bijlage 1 Checklist ten behoeve van beoordelingskader Ondermijning
Aan de hand van onderstaande checklist wordt stapsgewijs beoordeeld of er sprake is van ondermijning. De checklist is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan derhalve niet als limitatief worden beschouwd.
Het signaal heeft betrekking op een dan wel meer van de volgende categorieën personen.
Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting (o.a. illegale prostitutie)
Georganiseerde hennepteelt/drugs(-handel)
Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel economische criminaliteit (o.a. ook illegaal gokken/ heling/ underground banking)
Het signaal kan een van onderstaande kenmerken omvatten:
Kader/begripsbepaling “Ondermijnende criminaliteit”
In aanvulling is tenminste sprake van één van onderstaande locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van gemeente Coevorden.
En kan tenminste sprake van één van onderstaande indicatoren, hetgeen nader uitgewerkt is in de bijbehorende lijst met ‘red flags’
T.a.v. verstrekking hypotheek en bouwdepot
T.a.v. transport hypotheekakte
Financiering t.a.v. ongebruikelijke geldstroom
Gebruik/exploitatie van een pand
T.a.v. gebruik pand voor mensenhandel
Gebruik/exploitatie van een pand
Categorieën van verwerkte gegevens behorend bij artikel 1 (algemeen) Privacy Protocol
Van de personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal worden verwerkt. In fase 1 van het Privacy Protocol zijn dit de volgende gegevens:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-70597.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.