Gemeenteblad van Coevorden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2022, 69615 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2022, 69615 | beleidsregel |
Beleidsregels Bodycams gemeente Coevorden
In de strafrechtelijke handhaving van de lokale veiligheid, leefbaarheid en de naleving van (specialistische) regels, is een belangrijke rol weggelegd voor buitengewoon opsporingsambtenaren (hierna: boa’s). De boa, en ook de toezichthouder, die opereert in de openbare ruimte, heeft een breed pakket aan bevoegdheden waardoor het lokale veiligheidsbeleid, gericht op de aanpak van overlast en andere feiten die de leefbaarheid aantasten binnen de openbare ruimte, kan worden gehandhaafd. De boa’s en toezichthouders krijgen tijdens hun werk regelmatig te maken met incidenten, variërend van verbaal geweld tot fysiek geweld. Er is in de afgelopen jaren in Zuidoost Drenthe een stijging in het aantal incidenten te zien. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de uitrusting van de boa’s en de toezichthouders in gemeente Coevorden uit te breiden met bodycams.
Het filmen met een bodycam is feitelijk een observatie met behulp van een technisch middel: een vorm van versterkte waarneming. De opnamen worden gemaakt door een camera die is bevestigd aan het lichaam of de uitrusting van de drager. De camera registreert datgene waarop hij gericht is, in veel gevallen de gebeurtenissen die de boa/toezichthouder zelf meemaakt, ziet en/of hoort.
Doel is dat de bodycams de veiligheid van de boa’s en de toezichthouders verhogen. We verwachten ook dat ze een de-escalerend effect hebben. Tevens kunnen de beelden de boa’s en de toezichthouders helpen om het eigen optreden te evalueren na een incident. De bodycams worden pas aangezet wanneer de boa’s/toezichthouders in situaties terechtkomen die dreigen te escaleren. Het aanzetten wordt dan ter plekke bekend gemaakt.
De opnames van de bodycams worden uitsluitend gebruikt voor de aangifte bij de politie na agressie tegen een handhaver of voor zelfevaluatie door de betrokken handhaver na een incident. Daarnaast kunnen opnames worden verstrekt aan bevoegd gezag na een vordering of aan een burger na een inzageverzoek. Ander gebruik van de bodycams is niet toegestaan. De bodycamopnames worden uitdrukkelijk niet gebruikt voor het controleren van prestaties, gedrag of aanwezigheid van medewerkers.
De handhavers oefenen op basis van artikel 6 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) en artikel 160, eerste lid, onder c Gemeentewet toezicht uit op de naleving van het bepaalde bij of krachtens die verordening. De uitoefening van dit toezicht is een publiekrechtelijke taak.
Het gebruik van bodycams valt onder het algemene regime van de AVG, omdat de verwerking van beeld- en geluidsmateriaal persoonsgegevens betreft (elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon).
De bepalingen uit de “beleidsregels cameratoezicht” van de Autoriteit Persoonsgegevens zijn eveneens van toepassing.
Artikel 6 AVG bevat een limitatieve opsomming van de gronden die een gegevensverwerking rechtvaardigen. Het artikel behelst bovendien dat bij elke verwerking moet zijn voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het proportionaliteitsbeginsel houdt in dat de inbreuk op de belangen van de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel. Ingevolge het subsidiariteitsbeginsel mag het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt in redelijkheid niet op een andere, voor de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene minder nadelige wijze kunnen worden verwerkelijkt.
Bij de inzet van camera’s (bodycam) is er sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De gronden voor rechtvaardiging zijn:
ad a. Gerechtvaardigd belang/goede vervulling van een publiekrechtelijke taak
Met de inzet van bodycams wordt beoogd om incidenten en onrechtmatige gedragingen te voorkomen. Het gebruik van de bodycams heeft dus betrekking op de handhaving van de lokale veiligheid en leefbaarheid, een publiekrechtelijke taak van de boa/toezichthouder. Met de veiligheid van de boa/toezichthouder in combinatie met de preventie van ongewenst gedrag jegens deze boa/toezichthouder is een gerechtvaardigd belang gemoeid. Het belang van de verantwoordelijke is goed werkgeverschap en bescherming van personeel door de verantwoordelijke.
Uit evaluatie-momenten moet blijken of het gebruik van bodycams een positieve invloed heeft op het veiligheidsgevoel van de boa’s/toezichthouders en of de bodycams een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen dan wel de-escaleren van ongewenst gedrag.
De bodycams worden pas aangezet wanneer de boa’s/toezichthouders in situaties terechtkomen die dreigen te escaleren. De beelden worden versleuteld opgeslagen op een beveiligde server en kunnen niet zomaar worden uitgelezen. Hiervoor is een protocol opgesteld, waarin onder meer wordt vermeld dat de beelden slechts na toestemming van de AOV’er door een selecte groep, die is benoemd in het uitleesprotocol, kunnen worden uitgelezen. Naast hun bijdrage aan de-escalatie tijdens een dreiging of incident zijn de beelden bedoeld om het eigen functioneren van de boa’s en toezichthouders te evalueren. De beelden mogen niet verspreid worden via internet of social media. Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams, wordt voldaan aan het vereiste van proportionaliteit.
De veiligheid van de boa/toezichthouder heeft voortdurend bijzondere aandacht.
Daartoe worden maatregelen getroffen. Alle boa’s en toezichthouders gaan de cursus RTGB (Regeling Toetsing Geweldbeheersing) volgen. In opvolging daarvan krijgen zij ook de cursus IBT ( Integrale beroepsvaardigheid Training). De huidige uitrusting van de boa/toezichthouder behelst tot op heden geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in escalerende situaties om de in de inleiding gestelde doelen te bereiken.
ad d. Privacy van geobserveerde
De bodycam wordt duidelijk herkenbaar gedragen. Ter waarborging van de privacy zijn een werkinstructie en een uitleesprotocol opgesteld. In de lijn van het Vrijstellingsbesluit Wpb dient te worden vastgelegd hoe lang de gegevens mogen worden verwerkt en bewaard, en wanneer ze moeten worden vernietigd. Mocht er naar aanleiding van een incident een uitleesverzoek komen, dan wordt dit gedaan volgens het opgestelde uitleesprotocol. Denk hierbij aan (ernstige) incidenten waarvan de boa of toezichthouder aangifte doet bij de politie. Indien er vanuit de politie/justitie een uitleesverzoek komt, worden de beelden ter beschikking gesteld. Een uitleesverzoek kan schriftelijk worden aangevraagd. Hierbij gelden de voorwaarden dat de verzoeker een aantoonbaar belang heeft bij inzage van de beelden en dat het niet in strijd is met de bepalingen zoals opgenomen in de AVG.
2.2 Bijzondere persoonsgegevens
De AVG noemt in artikel 9 persoonsgegevens die als bijzonder moeten worden aangemerkt. Het betreft onder andere de gegevens over iemand godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid of seksuele leven. Als hoofdregel geldt dat de verwerking van bijzondere persoonsgegevens niet is toegestaan. Op camerabeelden van personen zijn de fysieke kenmerken van die personen zichtbaar. Zo is bijvoorbeeld zichtbaar of iemand een bril draagt (zegt iets over visuele gezondheid), of een hoofddoek (wat iets kan zeggen over de godsdienstige overtuiging).
De Autoriteit Persoonsgegevens beschouwt de camerabeelden van een persoon, ook om opportuniteitsredenen, niet als bijzonder persoonsgegeven, als:
het uitleesverzoek dient minimaal te bevatten:
een aantoonbaar belang voor het uitkijken van de beeldeni;
de bodycam maakt constant opnames die telkens na 30 seconden worden overschreven;
opname geschiedt enkel in de openbare ruimte en openbare gebouwen;
bij opname van individuen wordt altijd door de boa of toezichthouder vooraf gemeld (met een luide stem) dat er opnamen gemaakt gaan worden. Indien waarschuwing vooraf niet mogelijk is, omdat er door de boa/toezichthouder direct gehandeld moet worden, wordt de bodycam direct aangezet;
de boa/toezichthouder rapporteert bij einde dienst indien er opnames gemaakt zijn zodat dit vastligt. Vanwege de unieke bewijskracht van een proces-verbaal maakt de drager van de bodycam zo veel als mogelijk het proces-verbaal op voordat er opnamen bekeken gaan worden. Als de opnamen voorafgaand aan het opmaken zijn bekeken, wordt dit in het proces-verbaal vermeld;
Na in gebruik name van de bodycams vindt 1 jaar na gebruik een evaluatie plaats. Daarbij wordt gekeken naar de frequentie van gebruik, techniek, ervaringen van boa’s/toezichthouders en het proces van uitlezen en opvragen van beelden (zie bijlage 1). Het eindoordeel voor een succes is dat de boa’s/toezichthouders de bodycams willen blijven gebruiken. De evaluatie bevat minimaal een oordeel over:
Periodiek wordt een bijeenkomst gepland met de gebruikers. In deze bijeenkomst worden deze thema’s geëvalueerd. Een verslag van de uitkomsten van deze bijeenkomst vormt onderdeel van de evaluatie. Bij de meting worden de volgende vragen gesteld:
Plaatsen informatie op de website
Op de gemeentelijke website wordt medegedeeld dat de bodycams gebruikt gaan worden. Daarnaast is er informatie te vinden over wie de beelden mag bekijken, hoe lang de beelden bewaard kunnen worden, op welke wijze de burger die gefilmd is een uitleesverzoek kan doen en een klacht kan indienen en hoe de burger bezwaar kan maken als het verzoek wordt afgewezen.
Burger die gefilmd is per brief informeren
Indien de identiteit en adresgegevens van de burger die gefilmd is, bekend zijn, wordt deze per brief onder andere geïnformeerd over wie de beelden mag bekijken, hoe lang de beelden bewaard kunnen worden, op welke wijze hij/zij een uitleesverzoek kan doen en een klacht kan indienen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-69615.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.