Standplaatsenbeleid Waddinxveen 2021

1. Inleiding

Waddinxveen heeft nu zes standplaatsen en 12 standplaatsvergunningen voor ambulante handel. Standplaatsen zijn vormen van detailhandel, zij het met een tijdelijk en mobiel karakter.

De gemeente Waddinxveen heeft in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opgenomen dat zonder vergunning van het college geen standplaats mag worden ingenomen. Een specifiek en geactualiseerd beleidskader is in de praktijk noodzakelijk gebleken.

 

Het opstellen van een aparte beleidsnotitie over standplaatsen heeft als doel om:

  • ondernemers duidelijkheid te bieden over hun mogelijkheden en positie;

  • voor het gemeentelijk apparaat helderheid te scheppen over vergunningverlening en handhaving.

Buiten het toepassingsbereik van deze beleidsnota Standplaatsenbeleid Waddinxveen 2021 blijven de standplaatsen op de reguliere weekmarkt, incidentele snuffel- en rommelmarkten en evenementen als braderieën en kermissen.

 

Het huidige standplaatsenbeleid dateert van 2007. In de tussenliggende periode hebben diverse veranderingen en ontwikkelingen plaatsgevonden die van invloed zijn op het door de gemeente Waddinxveen te voeren standplaatsenbeleid.

Groei internetaankopen heeft gevolgen voor fysieke detailhandel

De gestage groei van internet heeft grote gevolgen voor de detailhandel in het algemeen, waartoe ook standplaatsen behoren. Steeds meer mensen gebruiken steeds vaker internet voor het doen van aankopen. De mogelijkheden en toepassingen van het internet groeien mogelijk nog harder.

De aankoop van goederen en diensten via het internet zal naar verwachting blijven groeien.

Die gestage groei gaat veelal ten koste van het aantal fysieke aankopen in de bestaande detailhandel. De coronapandemie met korte of langer durende lockdowns heeft deze trend versterkt en versneld.

Advies om omvang detailhandel niet te laten groeien maar eerder te laten krimpen

Wereldwijd en ook in Nederland en Waddinxveen gaat de groei van aankopen via internet gepaard met een toenemend verlies van omzet en winst – vaak met leegstand tot gevolg – in de bestaande detailhandel. Daarbij zal – naar verwachting – de recente groei van zowel bedrijven als woningen in Waddinxveen niet of nauwelijks gevolgen hebben voor de continuering van genoemde trend.

In de meest recente Detailhandelsstructuurvisie Waddinxveen 2019-2030 wordt een en ander onderschreven met daarbij het advies om de huidige omvang van de detailhandel in Waddinxveen vooral niet te laten groeien maar eerder te laten krimpen. In de Regionale Detailhandelsstructuurvisie Midden-Holland 2020 ‘Een visie op vitale steden en dorpen’ wordt eenzelfde advies gegeven.

Gouweplein het nieuwe hoofdwinkelcentrum van Waddinxveen

In Waddinxveen zelf is de totstandkoming van het nieuwe hoofdwinkelcentrum Gouweplein een tweede grote verandering in de afgelopen jaren. Juist de komst van het Gouweplein was aanleiding om voor Waddinxveen in 2019 een nieuwe Detailhandelsstructuurvisie op te stellen. Het Gouweplein wordt in de nieuwe hoofdwinkelstructuur bestempeld als het nieuwe hoofdcentrum van Waddinxveen. Eén keer per week is er op het Gouweplein een weekmarkt. Waddinxveen Zuid en Waddinxveen Noord worden verder ontwikkeld als nevencentra.

Herinrichting Sleutelkwartier

Een derde grote verandering betreft de herinrichting van het Sleutelkwartier. Deze herinrichting heeft tot gevolg dat de huidige standplaatsen in dit gebied moeten worden herzien met mogelijke verplaatsing tot gevolg. In het Sleutelkwartier waren tot nu toe drie standplaatslocaties aangewezen.

 

Het nieuwe standplaatsenbeleid moet zorgen voor een goede balans tussen de standplaatslocaties en de veranderde detailhandelsstructuur. Nieuw beleid moet niet alleen toekomstbestendig zijn, het moet daarnaast optimale duidelijkheid bieden voor de huidige standplaatshouders, voor de ondernemers in de detailhandel en voor de gemeente zelf als verstrekker en handhaver van standplaatsvergunningen.

 

Op basis van de genoemde veranderingen en ontwikkelingen in de periode vanaf 2007 tot nu, ziet het nieuwe en geactualiseerde standplaatsenbeleid voor de gemeente Waddinxveen er op hoofdlijnen als volgt uit:

  • A.

    Geen uitbreiding van het huidige aantal standplaatsen en het huidige aantal jaarlijks uit te geven standplaatsvergunningen.

    De Detailhandelsstructuurvisie Waddinxveen 2019-2030 en de Regionale Detailhandelsstructuurvisie 2020 van maart 2021 gaan uit van een terughoudend beleid ten aanzien van nieuwe detailhandel. Er is meer aanbod dan vraag naar detailhandel en verdere leegstand dient te worden voorkomen.

     

  • B.

    Geen standplaatslocaties op het Gouweplein.

    Bij de verplaatsing van huidige standplaatsen is een nieuwe locatie op of nabij het Gouweplein uitgesloten. Overwegingen daarbij zijn dat het huidige Gouweplein een compleet en gevarieerd aanbod kent én dat in dit hoofdwinkelcentrum een keer per week een weekmarkt met ambulante handel plaatsvindt. Vanuit de ondernemersvereniging Gouweplein en de door eigenaar van het Gouweplein is aangegeven dat standplaatslocaties op het Gouweplein als onwenselijk worden gezien.

     

  • C.

    Nieuwe standplaatslocatie in Sleutelkwartier.

    Na de herinrichting van het Sleutelkwartier is er geen ruimte meer voor de standplaatsen op de Beukenhof en aan de Juliana van Stolberglaan. Voor de locatie op de Beukenhof wordt een nieuwe locatie op de te ontwikkelen parkeerplaats ingericht. Deze locatie is tot stand gekomen in overleg met de huidige standplaatshouders. Deze nieuwe locatie zal alleen op vrijdag en zaterdag worden ingenomen. De locatie aan de Juliana van Stolberglaan komt te vervallen.

     

  • D.

    De locatie aan de Passage komt te vervallen.

    De locatie aan de Passage is al verscheidene jaren niet meer in gebruik doordat er geen aanvragen worden ingediend. Dit maakt dat de huidige standplaatslocatie kan komen te vervallen. Mogelijk kan bij de toekomstige ontwikkeling van de Passage worden gekeken naar het toevoegen van een locatie

     

  • E.

    Nieuwe standplaatslocatie voor seizoensgebonden producten nabij station Triangel.

    Door de herinrichting van het Sleutelkwartier komt de standplaatslocatie aan de Juliana van Stolberglaan te vervallen (punt C). Er zal onderzocht worden wat de wenselijkheid en haalbaarheid is van een standplaatslocatie voor seizoensgebonden producten (kerstbomen, oliebollen etc.) nabij station Triangel.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt het juridisch kader van het standplaatsenbeleid weergegeven.

 

In hoofdstuk 3 vindt vervolgens een korte analyse plaats van het huidige aanbod aan standplaatsen binnen Waddinxveen.

 

Het vernieuwde beleidskader zoals dat gevoerd zal gaan worden, wordt in hoofdstuk 4 uitgewerkt.

 

Hoofdstuk 5 geeft weer hoe het beleidskader doorwerkt in de vergunningverlening en handhaving.

 

Hoofdstuk 6 geeft de hardheidsclausule weer voor mogelijk uitzonderlijke vergunningaanvragen.

 

Tot slot wordt in hoofdstuk 7 een samenvatting gegeven van de belangrijkste beleidsregels voor standplaatsvergunningen.

2. Juridisch kader

Algemene Plaatselijke Verordening

Het juridisch kader van het standplaatsenbeleid wordt bepaald door artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 (na achtste wijziging) (hierna: “APV”).

Algemene Plaatselijke Verordening

Afdeling 4 standplaatsen:

Artikel 5:17 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

  • 2.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

    • a.

      een vaste plaats op een jaarmarkt of een weekmarkt.

    • b.

      een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd als:

    • a.

      de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • b.

      kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

  • 4.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende

Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.

Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen

  • 1.

    Het verbod van artikel 5:18, eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Wegenverordening Zuid-Holland 2010.

  • 2.

    De weigeringsgrond van artikel 5:18, derde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken.

Het juridisch kader is echter breder dan de APV. Naast de APV zijn één of meerdere van de volgende regelingen of wetten van toepassing op het verkrijgen en innemen van een standplaats.

Grondwet

De gemeente heeft op grond van artikel 108 van de Gemeentewet, de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente (autonomie). Hieronder valt ook de uitgifte van standplaatsen. Artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting) bepaalt dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een reguliere standplaats, is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist.

Warenwet

De Warenwet stelt regels met betrekking tot de hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt deze wet eisen aan de hygiëne en degelijkheid van producten. De Warenwet geldt ook voor het drijven van handel vanaf een standplaats.

Winkeltijdenwet

De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden ook voor standplaatsen (art. 2, lid 2 Winkeltijdenwet). Op basis van de Winkeltijdenwet mag een standplaats op werkdagen (maandag tot en met zaterdag) van 06:00 tot 22:00 uur worden ingenomen.

Wet Milieubeheer

In de Wet Milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders. Daarbij kan gedacht worden aan milieueisen die aan mobiele verkoopinrichtingen van vis en snacks worden gesteld. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van het bakken van vis welke betrekking hebben op zaken als vetafscheiding van het afvalwater en het voorkomen van stankoverlast. De beoordeling en toetsing aan bestaande wet- en regelgeving wordt van geval tot geval beoordeeld, afhankelijk van de situatie ter plaatse. De standplaatshouder kan verplicht worden om zelf maatregelen te nemen om zwerfvuil rond de standplaats te voorkomen. Deze regels worden in de voorschriften opgenomen.

Wet op de Ruimtelijke ordening

In artikel 5:18 lid 2 van de APV is aangegeven dat een vergunning voor het innemen van een standplaats wordt geweigerd wanneer deze strijdig is met het geldende bestemmingsplan. Wanneer wel een vergunning wordt verleend, blijven eventuele eisen die in het geldende bestemmingsplan worden gesteld van kracht. Omdat een standplaats een mobiel karakter heeft, zal geen definitieve planologische reservering plaatsvinden.

Leges en precario

Aan het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven staan vermeld in de Verordening op de heffing en de invordering van de leges. Wanneer de vergunning is verleend, wordt tevens precariobelasting in rekening gebracht. Dit is een directe belasting voor het plaatsen van voorwerpen op gronden van de gemeente. De tarieven staan vermeld in de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting.

3. Huidige situatie

 

3.1 Bestaand aanbod standplaatslocaties en -vergunningen

Binnen Waddinxveen bestaan drie mogelijkheden om een standplaats in te nemen;

  • 1.

    met een vaste jaarstandplaatsvergunning;

  • 2.

    met een incidentele of seizoensgebonden standplaatsvergunning;

  • 3.

    met een vergunning voor particulier niet-commercieel initiatief.

Een goed startpunt voor nieuw beleid is een overzicht van de huidige situatie van de standplaatsen en vergunningen. Deze zijn opgenomen in onderstaand overzicht.

 

Tabel 1 huidige locaties voor standplaatsen in Waddinxveen

 

Beukenhof

Groensvoorde

KW-plein

Zuidplas

Passage

Juliana van Stolberglaan

(seizoensproducten)

Maandag

 

 

 

 

 

Oliebollen (oktober en december)

Dinsdag

 

 

 

Kip

 

Oliebollen (oktober en december)

Woensdag

 

Vis

 

Vis

 

Oliebollen (oktober en december)

Donderdag

 

AGF

 

Vis

 

Oliebollen (oktober en december)

Vrijdag

Snijbloemen

Zuivel

Turkse broodjes

 

 

Oliebollen (oktober en december)

Zaterdag

Brood

Inkoop goud

Turkse broodjes

AGF

 

Oliebollen (oktober en december)

 

Op dit moment zijn er 12 standplaatshouders met een jaarvergunning, verdeeld over 4 locaties. Daarnaast is er een seizoensgebonden oliebollenkraam die in oktober en december een standplaats inneemt aan de Juliana van Stolberglaan. Deze locatie is aangewezen voor enkel seizoensproducten.

Sleutelkwartier

Op dit moment zijn er in het Sleutelkwartier 3 vergunninghouders; twee op de Beukenhof en één op de Juliana van Stolberglaan (seizoensgebonden). Met de herinrichting van het Sleutelkwartier zijn beide locaties niet langer houdbaar. Voor de Beukenhof wordt een nieuwe locatie ingericht op het vernieuwde parkeerterrein aan de Beukenhof. De locatie aan de Juliana van Stolberglaan komt te vervallen. Op dit moment wordt ter vervanging van deze standplaats onderzoek verricht naar de wenselijkheid en haalbaarheid van een standplaats voor seizoensgebonden producten nabij station Triangel.

Vergunningen

Per standplaatslocatie kunnen meerdere vaste jaarstandplaatsvergunningen worden afgegeven. Deze vaste standplaatsvergunningen hebben een beperking in tijd, bijvoorbeeld voor 1 of 2 dagen per week, en worden van jaar tot jaar verleend.

 

Naast deze jaarstandplaatsvergunningen worden seizoensgebonden standplaatsvergunningen verleend, voor bijvoorbeeld de verkoop van seizoensgebonden artikelen (kerstbomen, oliebollen) en incidentele standplaatsvergunningen voor kortdurende acties zoals het verstrekken van commerciële informatie, (o.a. abonnementen) sampling, medisch onderzoek of kenteken graveren. Een seizoensgebonden vergunning werd tot nu toe voor maximaal één maand verleend. Een incidentele standplaatsvergunning voor maximaal 12 dagen verleend.

 

Het huidige aanbod van jaarstandplaatslocaties blijkt in de praktijk meer dan voldoende om in de behoefte te voorzien. Bij alle standplaatslocaties bestaat nog ruimte om voor de resterende dagen een vergunning te verlenen.

 

3.2 Knelpunten in de huidige situatie

Seizoensgebonden standplaatsvergunning

In de huidige situatie en binnen het huidige standplaatsenbeleid mag een seizoensgebonden standplaats voor maximaal één maand worden ingenomen. Aangezien er sprake is van een seizoensproduct wordt dit als onlogisch en onwenselijk beschouwd en wordt voorgesteld om de tijdelijke standplaatsvergunning voor seizoensproducten te wijzigen van één maand naar twee maanden.

Te verplaatsen standplaatsen i.v.m. herinrichting Sleutelkwartier

De herinrichting heeft tot gevolg dat de standplaatslocaties op de Beukenhof en aan de Juliana van Stolberglaan niet langer houdbaar zijn. In het nieuwe beleid zullen vervangende standplaatslocaties worden aangewezen.

4. Beleidskader en vergunningvoorschriften

 

4.1 Beleidskader Algemeen

Het beleid van standplaatsvergunningen is in hoofdzaak gericht op een rechtvaardige verdeling van de standplaatsen met inachtneming van de weigeringsgronden die geformuleerd zijn in artikel 5:18 van de APV, te weten; het belang van de openbare orde, het voorkomen en beperken van overlast, het beschermen van het uiterlijk aanzien van de omgeving, het belang van de verkeersvrijheid en -veiligheid, de bescherming van een redelijk verzorgingsniveau en het geldende bestemmingsplan.

 

Gemeenten kunnen overgaan tot:

  • het aanwijzen van locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen;

  • het vaststellen van een maximum aantal af te geven standplaatsvergunningen;

  • het aanwijzen van tijdstippen waarop standplaatsen mogen worden ingenomen.

Ruimte die wordt ingenomen door standplaatsen wordt daarmee aan andere functies onttrokken (parkeren, openbare weg, trottoir, etc.). Aangezien het niet wenselijk is om op grote schaal ruimte te onttrekken aan deze openbare functies wordt door de gemeente Waddinxveen een restrictief standplaatsenbeleid gevoerd. Het aanbod van vaste standplaatslocaties in de gemeente is de afgelopen jaren voldoende gebleken om aan de vraag naar standplaatsvergunningen te kunnen voldoen.

 

De belangrijkste onderdelen van het geactualiseerde beleid zijn:

  • a.

    Vaste standplaatslocaties

  • b.

    Maximale oppervlakte van een standplaats

  • c.

    Parkeren van grote voertuigen in relatie tot de omvang van een standplaats

  • d.

    Maximum aantal af te geven jaarstandplaatsvergunningen

  • e.

    Jaarstandplaatsvergunningen

  • f.

    Persoonsgebondenheid standplaatsvergunningen

  • g.

    Afwezigheid vergunninghouder

  • h.

    Incidentele standplaatsvergunningen

  • i.

    Maximum duur van incidentele en seizoensgebonden standplaatsvergunningen

  • j.

    Branchering

  • k.

    Particuliere niet-commerciële standplaatsen

  • l.

    Intrekken en vervallen verklaren van een standplaatsvergunning

  • m.

    Bijzondere gevallen

a) Vaste standplaatslocaties

De afgelopen jaren waren zes locaties aangewezen ten behoeve van standplaatshouders.

 

De locatie aan de Passage is al meerdere jaren niet in gebruik wegens gebrek aan belangstelling. De locatie komt daarom te vervallen. De locatie aan de Juliana van Stolberglaan is door de herinrichting van het Sleutelkwartier niet langer houdbaar. Ook deze locatie komt te vervallen. Voor de locatie op de Beukenhof wordt een nieuwe standplaatslocatie ingericht op het vernieuwde parkeerterrein. Voor deze locatie zal alleen voor vrijdagen en de zaterdagen een vergunning verleend worden. Op de overige dagen is het niet mogelijk een standplaats in te nemen met het oog op de parkeerbehoefte.

 

Dit betekent dat voor de volgende locaties een jaarstandplaatsvergunning kan worden verleend: Koningin Wilhelminaplein, Groensvoorde, Zuidplas en Beukenhof (enkel vrijdag en zaterdag) (zie tabel 2). Alle locaties bevatten één standplaats.

 

Jaarstandplaatslocaties die liggen op parkeervoorzieningen worden voorzien van bebording die aangeeft op welke dagen de locatie vrij gelaten moet worden in verband met standplaatsinname.

 

Tabel 2 locaties voor jaarstandplaatsen in Waddinxveen

Locatie

Aantal standplaatsen

1

Koningin Wilhelminaplein

1

2

Groensvoorde (parkeerterrein winkelcentrum)

1

3

Zuidplas (parkeerterrein winkelcentrum)

1

4

Beukenhof (enkel op vrijdag en zaterdag)

1

 

Tabel 3 vaste locatie voor incidentele en seizoensgebonden standplaatsen in Waddinxveen

Locatie

Aantal standplaatsen

5

Nabij station Triangel (in onderzoek)

1

b) Maximale oppervlakte van een standplaats

Aangezien door het innemen van een standplaats ruimte aan andere openbare functies wordt onttrokken, is het wenselijk het aantal standplaatsen beperkt te houden. Om dezelfde reden wordt voorgesteld het ruimtebeslag van een individuele standplaats zo beperkt mogelijk te houden. Voorgesteld wordt om ook in het nieuwe beleid de oppervlakte van standplaatsen aan een maximum te binden van 28 m2. Deze maximale omvang kan zo mogelijk door middel van een markering/belijning op de ondergrond aangegeven worden.

 

Onder voorwaarde van ruimtelijke inpasbaarheid wordt de mogelijkheid geboden tot het innemen van een standplaats met een grotere omvang. Ondernemers kunnen daartoe een schriftelijk verzoek indienen. In dat verzoek dient te worden aangegeven welke afmetingen gezien de bedrijfsvoering van de standplaatshouder gewenst zijn. Het verzoek zal onder andere worden getoetst aan de weigeringsgronden voor een standplaatsvergunning, zoals genoemd in artikel 5.18 van de APV.

c) Parkeren van grote voertuigen in relatie tot de omvang van een standplaats

Toepassing van de APV op het standplaatsenbeleid heeft tot gevolg dat een voertuig dat nodig is bij een standplaats (er vindt bijvoorbeeld naast verkoop uit een verkoopwagen of kraam ook verkoop vanuit de meegekomen vrachtwagen van de vergunninghouder plaats) niet onder parkeren valt, mits het voertuig binnen de oppervlakte van de standplaats valt.

d) Maximum aantal af te geven jaarstandplaatsvergunningen

Zoals eerder is aangegeven worden voor Waddinxveen vier vaste jaarstandplaatslocaties aangewezen. Het maximum aantal jaarstandplaatsvergunningen is bereikt, wanneer al deze locaties gedurende de hele week zijn ingevuld, ervan uitgaande dat per dag door maximaal één ambulante handelaar standplaats wordt ingenomen (per dag mag per locatie maximaal één jaarstandplaatsvergunning worden verleend). Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat op de locatie Beukenhof er alleen op vrijdag en zaterdag een standplaats mag worden ingenomen. Het maximale aantal jaarstandplaatsvergunningen voor Waddinxveen bedraagt daarmee 20.

 

Afgaande op de vraag naar jaarstandplaatsvergunningen van de afgelopen jaren kan met het aanbod van de in tabel 2 en tabel 3 genoemde jaarstandplaatslocaties worden volstaan.

e) Jaarstandplaatsvergunningen

Een jaarstandplaatsvergunning wordt van jaar tot jaar verleend. Een vergunninghouder van een jaarstandplaats kan maximaal twee dagen per week een standplaats innemen daar anders sprake is van een (semi) permanent karakter. De verkoopmiddelen van de vergunninghouder dienen altijd een mobiel karakter te behouden en dienen buiten de verkooptijden verwijderd te worden. Kiosken zijn binnen het kader van het standplaatsenbeleid in Waddinxveen niet toegestaan.

 

Bij het toekennen van een standplaats worden de volgende regels gehanteerd:

  • De ondernemer die het eerst op een locatie aanspraak maakt, heeft het zogeheten ‘eerste recht’ voor de aangevraagde dagen.

  • Een tweede ondernemer kan de overgebleven dagen opvullen, een derde de volgende, etc.

  • Aanvragen dienen van 1 september tot uiterlijk 1 november in het voorafgaande jaar bij de gemeente te worden ingediend.

f) Persoonsgebondenheid standplaatsvergunningen

Een vergunninghouder dient de standplaats persoonlijk in te nemen. De gemeente ziet er op toe dat de beschikbare plaatsen op rechtvaardige wijze worden verdeeld. Een standplaatsvergunning is niet overdraagbaar teneinde handel in vergunningen te voorkomen. Een vergunninghouder kan zich bij uitzondering laten vervangen door maximaal twee werknemers of familieleden van de vergunninghouder, op voorwaarde dat de persoonsgegevens van deze werknemers of familieleden vantevoren schriftelijk aan de gemeente worden doorgegeven (werkgeversverklaring/kopie geldig legitimatiebewijs).

Overschrijven van een vergunning op naam van een familielid of persoon die werkzaam is in het bedrijf is niet mogelijk. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij overlijden van de vergunninghouder, kunnen burgemeester en wethouders besluiten hiervan af te wijken.

g) Afwezigheid vergunninghouder

Wanneer een vergunninghouder van een jaarstandplaats voor vakantie enkele weken niet aanwezig is, wordt de standplaats doorberekend. De plaats kan in dat geval niet door een andere ondernemer worden ingevuld. Wanneer de afwezigheid langer dan zes weken tot maximaal drie maanden duurt, kan de vergunninghouder minimaal zes weken van tevoren een plaatsvervanger voordragen aan de gemeente. Verrekening van vergunning en precario dienen onderling plaats te vinden. Wanneer de vergunninghouder langer dan drie maanden geen gebruik maakt van de vergunning, zal deze worden ingetrokken.

h) Incidentele standplaatsvergunningen

Incidentele standplaatshouders kunnen van de vier aangegeven locaties gebruik maken als er in de betreffende periode geen gebruik wordt gemaakt van de locatie door een jaarstandplaatshouder.

Aanvragers voor een incidentele standplaats die toch gebruik willen maken van een andere locatie dan de aangewezen standplaatslocaties zullen zelf moeten motiveren waarom ze niet op de vaste standplaatslocaties kunnen staan en waar ze gedurende de aangevraagde periode wél willen staan. Ook bij deze aanvragen zullen de gebruikelijke toetsingscriteria door de gemeente worden gehanteerd.

i) Maximum duur van incidentele en seizoensgebonden standplaatsvergunningen

De mogelijkheid voor het innemen van een incidentele standplaats is beperkt tot een maximum van 12 dagen. Voor seizoensgebonden producten zoals standplaatsen met kerstbomen of oliebollen, geldt een maximale duur van 2 maanden.

j) Branchering

Per locatie wordt voor niet meer dan twee dagen per week een vergunning verleend binnen dezelfde branche. Doel daarvan is om een gevarieerd aanbod per locatie mogelijk te maken.

k) Particuliere niet-commerciële standplaatsen

Particuliere niet-commerciële standplaatsen zijn onderhevig aan het beleid voor reguliere standplaatsvergunningen. Een verschil met reguliere standplaatsvergunningen is dat – vanwege het niet-commerciële karakter – geen precario hoeft te worden betaald voor het in gebruik nemen van de openbare ruimte.

l) Intrekken en vervallen verklaren van een standplaatsvergunning

Voor het weigeren/vervallen verklaren van de vergunning zijn er weigeringsgronden opgenomen in de APV: artikelen 1:6, 1:8 en 5:18.

m) Bijzondere gevallen

Het blijft altijd mogelijk dat zich een onduidelijk geval voordoet waarvoor het vigerende beleid niet direct uitkomst biedt. In die gevallen behoudt de vergunningverlener ic de gemeente Waddinxveen zich het recht voor om af te wijken van de geldende toetsingscriteria.

 

4.2 Vergunningvoorschriften

Aan standplaatsvergunningen worden voorschriften verbonden. Daarin wordt onder andere vermeld de locatie, de branche en de maximale afmetingen van de standplaats. De voorschriften hebben ten doel de openbare orde, veiligheid en het milieu te beschermen.

 

Als uitgangspunt voor het opstellen van de voorschriften zoals hieronder vermeld, zijn allereerst de voorschriften opgenomen zoals die de afgelopen jaren in de praktijk zijn gehanteerd. Daar waar noodzakelijk gebleken, zijn deze voorschriften aangevuld of aangepast.

 

De voorschriften die in de vergunning zijn opgenomen zijn:

  • 1.

    De vergunninghouder moet persoonlijk gebruik maken van de vergunning.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich bij de exploitatie van de standplaats niet laten vervangen door een ander, tenzij hij/zij in het bezit is van een machtiging daartoe, afgegeven door het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Personeel van de vergunninghouder kan in de standplaats werkzaam zijn, zonder dat de vergunninghouder daarbij aanwezig is. De persoonsgegevens van de personeelsleden moeten in zo’n geval bij de gemeente gemeld worden.

  • 4.

    Het niet daadwerkelijk gebruiken van de vergunning leidt tot intrekking daarvan. Intrekking vindt in ieder geval plaats indien gedurende drie maanden van de vergunning geen gebruik van de standplaats wordt gemaakt.

  • 5.

    Er mogen geen andere goederen te koop worden aangeboden dan die zoals aangegeven in de vergunning.

  • 6.

    Afvalbakken, parasols, luifels en andere faciliteiten ten behoeve van de verkoop vallen binnen het aangegeven oppervlak van de standplaats.

  • 7.

    Vrije doorgang van het publiek en het verkeer mag niet worden gehinderd.

  • 8.

    Het gebruik van een geluidsinstallatie is niet toegestaan.

  • 9.

    Gedurende de verkoopactiviteiten moet de omgeving van de standplaats een schoon en ordelijk aanzien hebben. Na afloop van de verkoopactiviteiten moet de standplaats en de directe omgeving (binnen een straal van 25 meter) veegschoon worden opgeleverd.

  • 10.

    Aanwijzingen en/of bevelen van de politie, brandweer of daartoe aangewezen ambtenaren dienen stipt en terstond te worden opgevolgd.

  • 11.

    Vergunninghouder en de personen, bedoeld in punt 2 en 3, dienen deze vergunning op verzoek te tonen aan de onder punt 10 genoemde instanties en personen.

  • 12.

    Vergunninghouder dient het geldig registratiebewijs van het Centraal Registratiekantoor Detailhandel en Ambacht te Den Haag, op verzoek te tonen aan de onder punt 10 genoemde instanties en personen.

  • 13.

    Tijdens de uitvoering van civieltechnische werken, evenementen met vergunning of een vergelijkbare reden waarom de standplaats tijdelijk niet kan worden ingenomen, krijgt de vergunninghouder zo mogelijk een alternatieve locatie toegewezen. De gemeente stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit voortvloeit.

  • 14.

    Het veroorzaken van schade, hinder of overlast is niet toegestaan.

  • 15.

    Het leggen van stroomkabels over de weg is niet toegestaan.

  • 16.

    De gemeente wordt door vergunninghouder gevrijwaard van alle aanspraken van derden tot vergoeding van schade welke kan ontstaan door of vanwege het gebruik van de vergunning.

5. Vergunningverlening, kosten en handhaving

Voor de ambulante handelaar die een standplaats wil innemen is het van belang hoe in de praktijk met het beleidskader wordt omgegaan en hoe de trajecten voor vergunningverlening en handhaving zijn vormgegeven. Daarnaast spelen ook de kosten voor inname van een standplaats en de leges voor de vergunning een belangrijke rol.

 

5.1 Procedure van vergunningaanvraag en -verlening

Aanvraag

Een vergunning voor een vaste standplaats moet in principe jaarlijks vanaf 1 september tot uiterlijk 1 november van het voorafgaande jaar schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders van Waddinxveen worden aangevraagd. In de aanvraag dient de aanvrager, naast naam- en adresgegevens, aan te geven welke producten te koop worden aangeboden en op welke locatie. Hiervoor is een aanvraagformulier ontwikkeld dat op de website van de gemeente is geplaatst. Voor ieder kalenderjaar dienen standplaatshouders een nieuwe aanvraag in te dienen. Aanvragen voor een incidentele standplaats of voor een standplaats voor seizoensgebonden producten dienen in principe twee maanden van tevoren te worden aangevraagd.

Toetsing

Nieuwe aanvragen worden getoetst aan de APV van de gemeente Waddinxveen alsmede aan de richtlijnen zoals opgenomen in deze beleidsnota Standplaatsenbeleid Waddinxveen 2021.

Publicatie

Bij nieuwe aanvragen - i.c. aanvragen van personen die niet eerder een vergunning hebben gehad ten behoeve van het innemen van een standplaats op de gevraagde locatie in de gemeente Waddinxveen - wordt in het elektronisch gemeenteblad een kennisgeving geplaatst dat het college een aanvraag heeft ontvangen voor een standplaatsvergunning (incl. locatie, branche), zodat belanghebbenden eventuele bedenkingen kunnen indienen.

Vergunningverlening

Op aanvragen wordt in principe binnen acht weken beslist. Indien een aanvraag voldoet aan de APV en aan de richtlijnen in deze beleidsnota en er positief door alle afdelingen/instanties wordt geadviseerd, zal de vergunning worden verleend.

Publicatie

Na het verlenen van een standplaatsvergunning aan een nieuwe aanvrager - i.c. een vergunning aan personen die niet eerder een vergunning hebben gehad voor het innemen van een standplaats op de gevraagde locatie in de gemeente Waddinxveen - wordt in het elektronisch gemeenteblad een kennisgeving geplaats welke vergunning het college heeft verleend, zodat belanghebbenden eventuele bezwaren kunnen indienen.

Weigeren van een vergunning

Indien een aanvraag voor een vergunning moet worden geweigerd (omdat deze de toetsing niet doorstaat, er negatief geadviseerd wordt, of bezwaren zijn ingediend die door het college gegrond zijn verklaard), dient het college hierover een besluit te nemen. Van de weigering van de vergunning wordt een kennisgeving geplaatst in het elektronisch gemeenteblad.

 

5.2 De kosten van een standplaats

Voor het afgeven van de standplaatsvergunning zijn leges verschuldigd. De tarieven staan vermeld in de Verordening op de heffing en de invordering van de leges.

 

Daarnaast wordt er een vergoeding gevraagd voor het gebruik van gemeentegrond. De tarieven staan vermeld in de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting.

 

Indien naar aanleiding van een schriftelijk verzoek een vergunning is verleend voor een grotere standplaats, wordt de precario verhoogd voor het corresponderende aantal m2.

 

5.3 Handhaving

De buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) voert controle uit op de naleving van de voorschriften en de beleidsregels en is bevoegd om handhavend op te treden.

6. Hardheidsclausule en aanpassingen/wijzigingen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen kan de in deze nota Standplaatsenbeleid Waddinxveen 2021 gestelde regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien toepassing hiervan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot het met in deze beleidsnota te dienen doel.

 

De in de nota genoemde vergunningvoorschriften worden opgenomen in de vergunningen. In voorkomende gevallen kunnen concrete vergunningvoorschriften afwijken van die welke in deze nota genoemd zijn. Dit staat ter beoordeling van het college.

7. Samenvatting belangrijkste beleidsregels

De belangrijkste beleidsregels en voorschriften voor standplaatsen zijn:

  • 1.

    Zonder vergunning van B&W kan geen standplaats worden ingenomen. Het juridische kader voor de beoordeling van aanvragen voor standplaatsvergunningen wordt onder andere gevormd door de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 2.

    Een vergunning kan worden geweigerd op basis van de in de APV genoemde weigeringsgronden.

  • 3.

    Indien een vergunning moet worden geweigerd dient het college hierover een besluit te nemen.

  • 4.

    Voor jaarstandplaatsen worden geen vergunningen afgegeven op andere dan de aangewezen 4 jaarstandplaatslocaties; Koningin Wilhelminaplein, Groensvoorde, Zuidplas en Beukenhof (enkel vrijdag en zaterdag).

  • 5.

    De locatie bij de Passage komt te vervallen als standplaatslocatie.

  • 6.

    De locatie Juliana van Stolberglaan komt te vervallen als standplaatslocatie.

  • 7.

    Onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid van een nieuwe standplaatslocatie voor seizoensgebonden producten nabij station Triangel.

  • 8.

    Alle locaties bevatten één standplaats.

  • 9.

    De maximale omvang van een standplaats bedraagt standaard 28 m².

  • 10.

    Op voorwaarde van ruimtelijke inpasbaarheid kan een vergunning worden aangevraagd voor een grotere standplaats.

  • 11.

    Een voertuig dat nodig is voor een standplaats – er vindt bijvoorbeeld naast verkoop uit een verkoopwagen of kraam ook verkoop plaats uit een meegekomen vrachtwagen – dient binnen de oppervlakte van de standplaats te vallen. Een vergunninghouder dient hier rekening mee te houden bij de vergunningaanvraag.

  • 12.

    Het maximale aantal jaarstandplaatsvergunningen voor Waddinxveen bedraagt 20.

  • 13.

    Een jaarstandplaatsvergunning wordt van jaar tot jaar verleend. Een vergunninghouder van een jaarstandplaatsvergunning kan maximaal twee dagen per week standplaats innemen.

  • 14.

    Aanvragen voor een jaarstandplaatsvergunning dienen van 1 september tot uiterlijk 1 november in het voorafgaande jaar bij de gemeente te worden ingediend.

  • 15.

    Aanvragen voor een incidentele of seizoensgebonden standplaatsvergunning dienen twee maanden van tevoren te worden ingediend.

  • 16.

    Wanneer een vergunninghouder van een jaarstandplaats voor vakantie enkele weken niet aanwezig is, wordt de standplaats doorberekend. De plaats kan dan niet door een andere ondernemer worden ingevuld. Wanneer de afwezigheid langer dan zes weken tot maximaal drie maanden duurt, kan de vergunninghouder minimaal zes weken van tevoren een plaatsvervanger voordragen aan de gemeente.

  • 17.

    Wanneer de vergunninghouder langer dan drie maanden geen gebruik maakt van de vergunning, zal deze worden ingetrokken.

  • 18.

    Incidentele standplaatshouders kunnen van de vier aangegeven locaties gebruik maken als er in de betreffende periode geen gebruik wordt gemaakt van de locatie door een jaarstandplaatshouder.

  • 19.

    Aanvragers voor een incidentele standplaats die gebruik willen maken van een andere locatie dan de aangewezen standplaatslocaties, dienen te motiveren waarom ze niet op de vaste standplaatslocaties kunnen staan en waar ze gedurende de aangevraagde periode wél willen staan.

  • 20.

    Een vaste jaarstandplaatsvergunning wordt afgegeven voor maximaal 12 maanden. Voor een incidentele standplaats wordt een vergunning afgegeven voor maximaal 12 dagen. Voor een seizoensgebonden standplaats geldt een maximale duur van 2 maanden.

  • 21.

    In Waddinxveen wordt geen gebruik gemaakt van een wachtlijstsysteem.

  • 22.

    Er wordt per locatie voor niet meer dan twee dagen per week een vergunning afgegeven voor dezelfde branche.

  • 23.

    Standplaatsvergunningen in het kader van particulier niet-commercieel initiatief volgen de beleidslijn en de vergunningvoorwaarden zoals bij reguliere standplaatsvergunningen.

  • 24.

    Voor het afgeven van een standplaatsvergunning zijn leges verschuldigd. Daarnaast wordt, met uitzondering van vergunningen voor particulier niet-commercieel initiatief, een vergoeding gevraagd voor het gebruik van gemeentegrond in de vorm van precariobelasting.

Bijlage 1: Standplaatslocaties Waddinxveen op de kaart

 

Bijlage 2 Aanvraagformulier standplaatsvergunning

 

Bijlage 3 Model standplaatsvergunning

 

 

Bijlage 4 Model brief verlenen standplaatsvergunning

 

Naar boven