Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving gemeente Bronckhorst 2022

Voorwoord

Het was een bijzonder jaar. Corona hield ons wederom in zijn greep waardoor wij niet op alle onderwerpen volop konden inzetten. Daarom gelden er voor aankomend jaar nog veel dezelfde speerpunten. Daarnaast kwamen uit het rekenkameronderzoek enkele aandachtspunten hier zullen wij dit jaar een vertaling aan geven.

 

Er vielen ons verder afgelopen tijd een aantal zaken op die wij dit jaar verder willen uitwerken, denk aan bijvoorbeeld burenruzies. De mensen werden wat minder coulant naar elkaar en over en weer werden meldingen gedaan waarbij er eigenlijk een onderliggend probleem de boventoon voerde. Dit jaar willen wij experimenteren met een nieuwe manier van werken waarbij wij in een eerder stadium zoeken naar een passendere oplossing door de buren eerst met elkaar in overleg te laten gaan. Afgelopen periode is er vaker een overleg met elkaar gevoerd over hoe wij omgaan met situaties waarbij er eerst een illegale situatie ontstaat en wij achteraf moeten kijken naar het legalisatietraject. Dit willen wij dit jaar verder vormgeven.

 

Hierbij ons uitvoeringsprogramma met nieuwe en bestaande doelen en prioriteiten. Onze werkzaamheden zijn gericht op het bevorderen van het naleefgedrag van onze inwoners en ondernemers, maar anderzijds denken wij ook graag ‘out of the box.’ Wij vinden het heel erg belangrijk om mee te denken met onze inwoners. Wij hebben een zo breed mogelijke blik bij de (on)mogelijke aanpak gedurende het handhavingstraject. Wij kijken zo veel mogelijk vooruit en denken mee in oplossingen. Daarnaast ligt onze kracht in samenwerken!

 

Sociaal handhaven: In gesprek waar het kan, handhaven waar het moet! Wij denken mee, maar pakken door waar nodig.

1. Inleiding

 

1.1 Waarom een uitvoeringsprogramma

Dit is het uitvoeringsprogramma 2022 van het cluster Toezicht en Handhaving van de gemeente Bronckhorst.

 

Het opstellen van een integraal uitvoeringsprogramma waarin zowel handhaving- en toezichtstaken zijn opgenomen is een wettelijke verplichting. Dit programma beschrijft waar komend jaar onze inzet ligt.

Het beschrijft de reguliere taken, de projecten en de activiteiten die vanuit verschillende thema’s worden opgestart. Wij hebben dit uitvoeringsprogramma afgestemd met interne en externe partijen zoals de politie, ODA, VNOG, Juridische Zaken, Omgeving, Burgerzaken, Communicatie en OOV.

 

Veiligheid, ondermijning en gezondheid staan altijd voorop bij alle inzet en keuzes die wij maken.

 

Met ons jonge team zorgen wij met onze werkzaamheden voor een Schone, veilige, gezonde en mooie leefomgeving. De afgelopen periode hebben wij bewezen een sterk team te zijn met enorm veel flexibiliteit. De laatste twee jaar hebben wij weinig van ons programma kunnen uitvoeren doordat Covid-19 ons volledig in zijn greep had. Wij kiezen er nu bewust voor om in dit uitvoeringsprogramma geen aandacht te besteden aan de coronacrisis en de daarbij behorende werkzaamheden. Mochten wij opnieuw te maken krijgen met maatregelen dan zullen wij uiteraard onze uitvoering hierop aanpassen. Wij gaan er echter vanuit dat wij ons het komende jaar zo veel mogelijk kunnen richten op dit programma en kijken vooruit!

Teamdoelstellingen

  • 1.

    Wij zoeken de verbinding, leggen contacten en houden de regie!

  • 2.

    Wij zijn doortastend in onze werkwijze en hakken knopen door!

  • 3.

    In gesprek waar het kan, handhaven waar het moet! Wij denken mee, maar pakken door waar nodig!

1.2 Leeswijzer

In het huidige beleidsplan wordt een onderscheid gemaakt tussen “must1” en “should2” taken. Op basis hiervan bepalen wij de intensiteit van de controles. Per onderwerp vermelden wij in dit programma welke prioriteit het heeft. Daarnaast hebben wij speerpunten3; deze onderwerpen staan niet in het beleidsplan maar hebben een bestuurlijke prioriteit. Bepaalde onderwerpen worden met een lagere intensiteit opgepakt. Deze worden niet actief opgepakt, maar deze pakken wij op basis van meldingen. Bij het opstellen van het nieuwe beleid kunnen wij in gesprek over een herschikking. Voor 2022 blijft hetgeen hieronder beschreven is. Hieronder een samenvatting van alle taakvelden met de bijbehorende prioriteit.

 

ONDERWERP

PRIORITEIT

Ondermijning

Must, speerpunt

Omgevingswet

Must, speerpunt

Wet Kwaliteitsborging

Must, speerpunt

Monumentale panden

Must

Illegale bouw en sloop

Should

Brandveilig gebruik

Should

Omgevingsvergunning brandveilig gebruik

Should

Vervallen panden

Should

Strijdig gebruik bestemmingsplan

Should

BAG

Should

Opgelegde landschapsinpassingen (vereveningen)

Must

Vergunde bouw en sloop

Should, lage prio complexiteit en brandveiligheid

Omgevingsvergunning tijdelijke bouwwerken

Should, lage prio

Parkeren

Should

Afval

Should

Geluid- en geurhinder

Should, lage prio

Evenementen en APV-vergunningen

Should/Must

Alcoholwet

Must

Alcohol en drugs

Must

Reclame-uitingen buitengebied

Should

Leegstaande panden

Should

BRP en LAA

Should

Campings

Should

Herplantplicht

Must

Illegale kap

Must

Ecologisch beheren van bermen

Must

Stookoverlast

Should, lage prio

Kinderopvang

Must

Milieu

Should

Doelstellingen

Onze doelen vloeien voort uit onze ambities en uitgangspunten.

In dit uitvoeringsprogramma zijn doelstellingen opgenomen. Bij ieder onderwerp zijn de acties benoemd die we uitvoeren om een bijdrage aan deze beleidsdoelen te leveren. Op deze wijze creëren we samenhang tussen het uitvoeringsprogramma en onze beleidsdoelen.

 

Doelen stellen betekent: focus aanbrengen. Wat willen we bereiken, waar willen we ons op richten?

 

1.3 Toezicht- en Handhavingsbeleid 2017-2022

Sociaal waar het kan, handhaven waar het moet!

 

De kernpunten uit het Toezicht- en handhavingsbeleid 2017-2022 zijn:

 

‘We bouwen samen met onze inwoners en ondernemers, verder aan een leefbare gemeente Bronckhorst. We vinden een schone, veilige, gezonde en mooie leefomgeving belangrijk! In Bronckhorst kun je goed wonen, werken en recreëren. Nu en in de toekomst. Onze inzet is hierop gericht.

 

We gaan uit van het goede in de mensen. Wij zetten in op een goede en actieve communicatie over de afspraken die we met elkaar gemaakt hebben.4

 

Het naleven van regels en voorschriften is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van inwoners, ondernemers, verenigingen, instellingen en overheden zelf. Soms wil of kan iemand zich niet (meteen) aan de afspraken houden. Het is dan de taak van de gemeenschap en onze taak als gemeentebestuur om elkaar daarop aan te spreken. Wij denken mee over oplossingen. Daarnaast hebben wij de bijzondere positie om regelnaleving af te dwingen. Met deze positie gaan we uiterst zorgvuldig om.

 

Wij zorgen dat onze controles zo min mogelijk last veroorzaken en tijd kosten en dat belangrijke zaken veel aandacht krijgen en minder belangrijke minder.

2. Speerpunten

In dit hoofdstuk staan onze bestuurlijke speerpunten, deze komen terug in het coalitieakkoord en de begroting.

 

2.1 Toezicht- en handhavingsbeleid 2017-2022

Iedere vier jaar actualiseren wij dit beleid. Ons huidige beleid passen wij in 2022 aan. We stellen doelstellingen en prioriteiten opnieuw vast en we voeren een risicoanalyse uit. Deze risicoanalyse gebruiken we om te bepalen waarop we controleren en hoe vaak dat moet gebeuren. De analyse gebruiken we ook bij de naleving van de regelgeving en om de beoogde doelstellingen te halen. De aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek nemen wij mee in de actualisatieslag. Er zal aandacht zijn voor eenduidigheid met betrekking tot doelstellingen, prioriteiten en maatregelen tussen ons beleid en dat van Openbare Orde en Veiligheid (hierna OOV). Hiermee zorgen wij voor een duidelijke koppeling tussen beide domeinen. We betrekken de raad actief bij het stellen van kaders en het benoemen van prioriteiten.

Daarnaast zoeken wij de afstemming met diverse clusters waar wij nauw mee samenwerken. Het is onze intentie om na het vaststellen van dit beleid, ons uitvoeringsprogramma meer samen te laten lopen met het beleid en om de twee jaar een nieuw programma op te stellen.

*Het preventie en alcoholmatigingsbeleid zal ook herzien moeten worden. De lead ligt hierin bij cluster Participatie, onze input zal hierin meegenomen worden.

 

2.2 Ondermijning

Wij spelen een belangrijke rol bij het signaleren en herkennen van ondermijning5. Op die manier stoppen wij georganiseerde misdaad. Wij nemen deel aan integrale controles (samen met politie, ODA en OOV). Wij volgen dit jaar een opleiding om onze kennis te vergroten.

 

2.3 Omgevingswet

Met de komst van de Omgevingswet veranderen onze werkzaamheden. Er komt meer verantwoordelijkheid bij de burger en burgerparticipatie is nog belangrijker; het in gesprek gaan met elkaar. De voorbereidingen zijn in volle gang om op 1 juli 2022 van start te gaan. Vanaf dat moment wordt er nog meer vanuit ‘vertrouwen’ gewerkt, het ‘ja, mits’ principe treedt nog meer naar de voorgrond. Voor meer informatie verwijzen we naar het programmaplan. Hierin wordt gedetailleerde informatie gegeven m.b.t. de Omgevingswet. (Zie Intranet)

 

Aankomende periode volgen wij trainingen zodat wij klaar zijn voor de invoering van deze wet. Daarnaast zullen er aanpassingen komen m.b.t. ICT-systemen.

 

2.4 Wet Kwaliteitsborging (WKB)

Parallel aan het invoeren van de Omgevingswet loopt het invoeren van de Wet kwaliteitsborging bouw. Dit betekent een andere manier van werken (zie hoofdstuk 3.1 hier leggen wij uit wat dit betekent voor ons werk en hoe we hier mee omgaan.)

 

2.5 Professionalisering werkwijze

De afgelopen jaren heeft er een verschuiving plaatsgevonden in ons team. Wij hebben afscheid genomen van een aantal collega’s en wij hebben nieuwe mogen verwelkomen. De controle op het naleven van de coronamaatregelen heeft het afgelopen jaar de hoogste prioriteit gehad. Hierdoor is onvoldoende tijd geweest om de verandering in de samenstelling van het team goed te begeleiden. Teamontwikkeling en professionalisering van de werkwijze is minder aan de orde geweest. Hier zetten wij dit jaar extra op in.

 

2.6 Rekenkameronderzoek

Uit het rekenkameronderzoek kwamen enkele aandachtspunten. Wij zetten hierop acties uit:

  • 1.

    Duidelijke koppeling tussen de domeinen T&H en OOV.

    Het toezicht- en handhavingsbeleid 2017-2022 wordt herschreven. T&H en OOV hebben duidelijke raakvlakken en daarom zullen wij bij de totstandkoming van elkaars beleidsplannen betrokken zijn. Daar waar dit zinvol is zal afstemming plaatsvinden in beleid maar ook op proces.

  • 2.

    Zorg voor meetbare doelstellingen met eenduidige indicatoren voor effectieve monitoring, sturing en inzet van capaciteit.

    In ons nieuwe uitvoeringsprogramma hebben wij aandacht voor ons streven bij de verschillende onderwerpen. Door waar mogelijk aantallen te benoemen werken wij als team ergens naar toe. Dit monitoren wij gedurende het jaar en waar nodig sturen wij dit bij. Daarnaast hebben aandacht voor het bereiken van onze doelen.

  • 3.

    Geef bij nieuw beleid de raad een actieve rol bij het stellen van de kaders en benoemen van prioriteiten.

    Wij gaan in gesprek met de raad over hetgeen zij belangrijk vinden. Deze input gebruiken wij voor het opstellen van nieuw beleid.

  • 4.

    Wees als goed werkgever alert op de ontwikkelingen rond de taken van de boa’s en toezichthouders.

    Tijdens de BOA werkgeversdag doen wij de actuele ontwikkelingen op. Daarnaast voeren wij continue het gesprek over de ontwikkelwensen. Dit jaar besteden wij extra aandacht aan agressie en alcohol, omdat men hier steeds meer mee te maken krijgt in het veld.

  • 5.

    Bewaak de randvoorwaarden voor de uitvoering van sociaal handhaven.

    Tijdens de monitoren van het sociaal handhaven maken wij hier een verbeterslag en verbeteren dit proces. Dit zullen wij ook koppelen aan de nieuwe manier van werken die we vanuit de Omgevingswet gaan doen, door vanuit ‘vertrouwen’ te werken (zie hoofdstuk 6).

3. Bouwtoezicht

 

Inleiding

Het bouwen en slopen van bouwwerken moet zo gebeuren dat de veiligheid en gezondheid van onze inwoners is gewaarborgd. Hierbij moet de bouwregelgeving worden nageleefd.

Onder het bouw- en woningtoezicht valt toezicht op bouwwerken, brandveiligheid, basisregistratie gebouwen en het bestemmingsplan.

Wij controleren aan de hand van de matrix (zie bijlage 2. Bouwmatrix), waarbij wij van tevoren de risico’s inschatten bij de controles van vergunningen. Dit betekent dat wij vaker controleren bij grotere bouwwerken dan bij kleine bouwwerken.

 

Dit jaar krijgen we te maken met een overgangsfase, waarbij wij het eerste gedeelte van het jaar nog bestaande en nieuwbouw controleren. Per juli 2022 verschuift nieuwbouw gedeeltelijk naar de Kwaliteitsborger. Wij focussen ons op de controle van de bestaande bouw en de handhaving van beide categorieën. In de bijlage onze werkwijze.

 

Onze visie op het inspecteren van bouwaspecten sluit aan op het Landelijk Toezichtprotocol. Binnen dit protocol vallen meerdere toezichtmomenten van het verlenen van de vergunning tot aan de opleveringscontrole. De nadruk is gericht op constructie en (brand)veiligheid in relatie tot de omvang van het gebouw.

 

Dit jaar zetten wij in op de onderdelen (de werkwijze zal deels veranderen, de inhoudelijke onderwerpen niet):

  • 3.1

    Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (must, speerpunt)

  • 3.2

    Monumentale panden (must)

  • 3.3

    Illegale bouw en sloop (should)

  • 3.4

    Brandveilig gebruik (should)

  • 3.5

    Vervallen panden (should)

    Asbest (uitbesteed aan de Omgevingsdienst Achterhoek) (should)

  • 3.6

    Strijdig gebruik bestemmingsplan, in combinatie met bouw (should)

  • 3.7

    BAG (should)

  • 3.8

    Opgelegde landschapsinpassingen bestemmingsplan (Vereveningen) (must)

  • 3.9

    Vergunde bouw en sloop (should, lage prio, complexiteit en brandveiligheid)

  • 3.10

    Omgevingsvergunning tijdelijke bouwwerken (should, lage prio, steekproefsgewijs)

Wij controleren alleen op (vermoedelijke) illegale situaties waar een externe klacht en/of melding van een inwoner aan ten grondslag ligt. Wanneer tijdens een (reguliere) inspectie strijdigheid geconstateerd wordt, treden wij handhavend op. Anonieme klachten en meldingen hebben een lage prioriteit, ook hierbij hanteren wij maatwerk. Indien bijvoorbeeld de brandveiligheid in het geding komt, dan handhaven we uiteraard wel met een hoge urgentie.

Rapportage over controles

Op basis van de uitgevoerde controles en de gegevens die worden vastgelegd, kunnen de volgende rapportages gemaakt worden:

  • Het aantal afgelegde controlebezoeken (en eventueel gevoerde gesprekken);

  • Het aantal verstuurde niet-juridische brieven (waarschuwing) en;

  • Het aantal verstuurde (vooraankondigingen) last onder dwangsom en bestuursdwang;

  • Het aantal verstuurde bouwstoppen in combinatie met een last;

  • Verbeurd verklaringen en ingevorderde dwangsommen;

  • Specifieke taken die horen bij de verschillende thema’s en onderdelen.

Bij de onderliggende onderwerpen worden aantallen genoemd. Deze aantallen gebruiken wij als een indicatie.

 

3.1 Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (nieuwbouw)

Doelstelling Zorgdragen voor een veilig woon- en leefklimaat.

 

Op 1 juli 2022 treedt de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) naar verwachting in werking. Deze wet met als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren, gaat samen met de Omgevingswet ingrijpende gevolgen hebben voor het proces van bouwen en vergunningverlening. Zo houden private toezichthouders controle op de kwaliteit van het bouwproces en wordt de aansprakelijkheid van de aannemer verruimd. Het bouwproces moet anders worden ingericht omdat er in sommige gevallen geen vergunningsplicht meer is maar een meldingsplicht.

Rol van de gemeente wijzigt

De vergunninghouder wordt verplicht een onafhankelijke kwaliteitsborger in te schakelen. Deze toetst tijdens de bouw de bouwtechnische voorschriften en verklaart of deze onderdelen aan de voorschriften voldoen. Dit wordt bij gevolgklasse 16 bij private partijen belegd. De praktische uitvoering van het bouw- en woningtoezicht wordt, zoals gemeenten dat nu uitvoeren, een taak van marktpartijen. Voordat een gebouw in gebruik genomen kan worden moet er eerst een verklaring zijn van kwaliteitsborger dat alles in orde is. Met deze werkwijze wijzigt de rol van de gemeente.

 

De gemeente blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de overige nieuwbouw die niet valt onder de Wet Kwaliteitsborging, bestaande en nieuwbouw en omgevingsveiligheid. Wij blijven het bevoegd en verantwoordelijk gezag van de controleur en bij de afronding van het bouwtraject. Voor omgevingsvergunningen buiten de gevolgklasse 1 blijft de huidige werkwijze behouden.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij zullen meekijken bij een andere gemeenten voor het opdoen en uitwisselen van ervaringen. Er zal een plan van aanpak geschreven worden. Begin van het jaar gaan we enkele pilots uitvoeren ter voorbereiding van de nieuwe werkwijze, na 1 juli 2022 gaan wij werken volgens de nieuwe wet.

 

3.2 Monumentale panden

Doelstelling Het in goede staat behouden van monumenten.

 

Onze gemeente kent rijks- en gemeentelijke monumenten. Het is van belang dat deze goed behouden blijven. Dit betekent dat dit een van de speerpunten is voor toezicht. Alle werkzaamheden die aan monumenten worden uitgevoerd ten behoeve van renovatie en verbouw worden geïnspecteerd. Om deze inspecties uit te voeren, moet een opgeleide toezichthouder hiervoor tijd beschikbaar hebben om hier adequaat op toe te zien.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Dit jaar volgen wij cursussen om deze controles zo goed mogelijk uit te voeren. Daarnaast nemen wij een kijkje in de keuken bij een andere gemeente om hier ook onze kennis te verbreden. Het opnieuw bekleden en vormgeven van dit traject gebeurt in overeenstemming met het cluster Omgeving.

 

3.3 Illegale bouw en sloop (niet vergund)

Doelstelling Behoud van een mooie leefomgeving en het beëindigen van strijdigheden.

 

Soms wordt er gebouwd of gesloopt zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is verleend. Dit kan vergunning vrije bouw zijn of illegale bouw. Illegale bouw is onwenselijk en wordt aangepakt. Hiertegen wordt in veelvoorkomende gevallen handhavend opgetreden. Wij maken hierbij een afweging tot de aard en omvang van de overtreding.

 

Bij illegale bouw kan er ook sprake zijn van ondermijning. Denk bijvoorbeeld aan een uitbouw of verbouw van panden die in gebruik worden genomen voor het vervaardigen van drugs of het verbouwen van hennep. Indien hier sprake van is of vermoedens van zijn, dan wordt hier direct tegen opgetreden.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

De meldingen worden individueel opgepakt. Deze aantallen zijn niet in te schatten, maar onze indicatie is dat dit ongeveer gelijk zal blijven met vorig jaar (+/- 75 zaken).

 

3.4 Brandveilig gebruik (bestaande bouw)

Doelstelling Zorgen voor een brandveilig gebruik van panden voor bewoners, gebruikers en (directe) omgeving.

 

Gebouwen moeten veilig worden gebruikt zodat bewoners, gebruikers en omgeving geen extra risico’s lopen. In het Bouwbesluit 2012 staan de landelijke geldende voorschriften om bouwwerken brandveilig te gebruiken. Het Bouwbesluit regelt het brandveilig bouwen en stelt daarin eisen voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Naast de brandveiligheid wordt er ook toegezien op de gebruiksveiligheid als de constructieve veiligheid van gebouwen.

 

Als gemeente hebben wij de verplichting om in ieder geval het niveau van bestaande bouw te handhaven. Daarbij kan er vanuit onze kant hogere eisen gesteld worden wanneer het gebouw of het gebruik van het gebouw wijzigt of intensiveert. De Woningwet biedt de mogelijkheid om de eigenaar en/of gebruiker van een gebouw te verplichten het niveau van de brandveiligheidsvoorzieningen op een geschikt niveau te brengen.

 

Met deze eisen geeft de gemeente invulling aan haar zorgplicht betreffende de brandveiligheid.

 

De gemeente heeft een duidelijke wettelijke taak in de toezicht en handhaving. Vaak vraagt de gemeente de brandweer om haar te ondersteunen in haar wettelijke toezichts- en handhavingstaken. De brandweer adviseert en de gemeente beslist.

Daarbij is er door de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG) een knip gemaakt in de prioritering rondom de bestrijding van brand en brandveiligheid.

 

De brandweer is verantwoordelijk voor de prio 1 en 2 alsmede nieuwbouw. Er zijn afspraken gemaakt over bezoekfrequentie. In de basis betekent dit dat prio 1 en 2 jaarlijks bezocht worden. In de praktijk maken wij echter een afweging op basis van het naleefgedrag en de risico’s en dit houdt in dat wij bij goed gedrag de frequentie aanpassen.

De gemeente ziet toe op prio 3 en 4 en de bestaande bebouwing (Deze lijst met de exacte verdeling is afgestemd met de brandweer).

De taak van de gemeente ligt vast in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Er is een lijst met de verdeling in prioriteiten. Dit jaar voeren wij 10 controles uit.

Omgevingsvergunning brandveilig gebruik

Voor bepaalde gebouwen is een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik nodig. In deze vergunning stelt de gemeente nadere eisen aan het brandveilig gebruik van een gebouw. Dit gebeurt alleen als deze eisen noodzakelijk zijn. De eisen dragen bij aan het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, brandgevaar en ongevallen bij brand.

Daarnaast is de bouwkundige staat van een gebouw ook van belang voor de brandveiligheid.

Campagne rookmelders in samenwerking met brandweer

Doelstelling Via preventieve controles de mensen bewust te maken van de nieuwe regelgeving en de verbetering van de brandveiligheid.

 

Vanaf juli 2022 wordt het verplicht om rookmelders te plaatsen in bestaande bouw.

 

Artikel 6.21 van het bouwbesluit wordt een lid toegevoegd, luidende:

Een bestaande woonfunctie heeft op iedere bouwlaag met een verblijfsruimte of met een besloten ruimte waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van de woonfunctie een rookmelder die voldoet aan EN 14604. Deze eis is niet van toepassing tot 1 juli 2022.

 

Dit is een mooie stap in de verbetering van de brandveiligheid in Nederland. Rookmelders redden levens en deze wijziging helpt bij het terugdringen van veel slachtoffers en leed.

Wat houdt de verplichting in het kort in?

  • Aanwezigheid rookmelder op iedere bouwlaag voor bestaande bouw.

  • Rookmelders dienen iedere 10 jaar vervangen te worden.

  • Het onderhouden van en rookmelder valt onder de zorgplicht van artikel 2.6.

Brandveilig Leven, voorlichting

Op het gebied van voorlichting zijn er diverse projecten die door de brandweer worden ingezet. Deze projecten hebben het doel om het bewustzijn over de risico’s van brand te vergroten. Dit moet leiden tot het voorkomen van brandgevaarlijke situaties waardoor brand, en de gevolgen daarvan.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Hier zal in een landelijke campagne aandacht voor gevraagd worden en voorlichting over worden gegeven. In eerste instantie leggen wij de verantwoordelijkheid bij de inwoners en ondernemers neer. Wij zullen eind van het jaar bekijken hoe dit bevalt en hoe wij hier het jaar erop mee om gaan.

 

Bij controles na 1 juli 2022 letten wij als toezichthouder hierop en wijzen wij burgers op de consequenties van het niet hebben van rookmelders.

 

3.5 Vervallen panden

Doelstelling Het creëren van een mooie, veilige en gezonde leefomgeving en de niet in gebruik zijnde vervallen panden tot een minimum te beperken.

 

Cluster Omgeving probeert altijd om tot een oplossing te komen met de eigenaar van het pand die passend is in het omgevingsbeeld. Als de veiligheid in het geding komt treden wij altijd direct op. Indien dit traject geen effect blijkt te hebben, treden wij handhavend op.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Het initiatief voor dit onderdeel ligt bij het cluster RO. Wij krijgen een seintje als er een zaak wordt opgepakt. Wij houden er rekening mee om in 2022 4 casussen op te pakken.

 

3.6 Strijdig gebruik bestemmingsplan

Doelstelling Mooie, veilige en gezonde leefomgeving en het strijdig gebruik zoals hierboven omschreven zoveel mogelijk beperken.

 

In de bestemmingplannen Landelijk gebied Bronckhorst en Stedelijk gebied van de gemeente Bronckhorst staan regels over het gebruik van gronden en de bouwwerken die hierop staan.

 

Indien er sprake is van strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt er handhavend opgetreden conform ons handhavingsbeleid. Onderzoek naar de mogelijkheid tot legalisatie maakt onderdeel uit van het handhavingstraject.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Dit onderdeel heeft een shouldprioriteit. Dit betekent dat de meldingen/klachten die hierover binnenkomen door ons worden opgepakt.

 

3.7 Basisadministratie Adressen en gebouwen (BAG)

Doelstelling Het actualiseren en optimaliseren van gemeentelijke basisgegevens voor een goede dienstverlening naar de burger.

 

De Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) bevat gemeentelijke basisgegevens van alle adressen en gebouwen in een gemeente. De BAG, is vastgelegd in een wettelijke regeling, is onderdeel van het overheidsstelsel van basisregistraties. Gemeenten zijn bronhouders en daarmee verantwoordelijk voor het opnemen van de gegevens in de BAG en voor de kwaliteit ervan.

In verschillende wetten is de kwaliteit van deze gegevens gewaarborgd. Deze registraties zijn essentieel voor een goede dienstverlening van de overheid. Ze zijn van groot belang voor openbare orde en veiligheid, bestrijding van fraude en bij de voorbereiding van nieuw beleid.

 

Voor zowel de BAG als onderzoek naar illegale bouw of sloop is het controleren van verblijfsobjecten of andere aanwezige objecten een belangrijk onderdeel. Tijdens een controle wordt er bekeken of er sprake is van strijdig gebruik met de verleende omgevingsvergunning of het bestemmingsplan en of er een extra verblijfsobject gerealiseerd is. Deze controles zijn niet alleen essentieel voor de juiste gegevens van de BAG maar ook ter voorkoming van precedentwerking naar andere inwoners toe.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij verdiepen ons in de huidige wet- en regelgeving en kijken hoe andere gemeenten hier mee omgaan. Dit jaar komen wij met een duidelijke werkwijze zodat deze per casus is toe te passen. Dit betekent concreet formuleren hoe ver wij gaan in ons handhavingstraject, als er een extra verblijfsobject gecreëerd is maken wij keuzes welk onderdeel er verwijderd dient te worden. Daarnaast hebben wij contact met betrokken clusters over de nadere invulling van de woonvisie en welke mogelijkheden dit heeft voor de uitvoering van onze werkzaamheden. Zijn er wellicht meer mogelijkheden voor het toekennen van een extra huisnummer?

 

Onze indicatie is dat wij op dit onderdeel in 2022 5 casussen oppakken.

 

3.8 Opgelegde landschapsinpassingen bestemmingsplan (Vereveningen)

Doelstelling Het behoud en versterken van de landschappelijke kwaliteit door ruimtelijke ontwikkelingen goed aan te laten sluiten bij het landschap.

 

In het kader van bestemmingsplanwijzigingen en omgevingsvergunningen wordt in een aantal gevallen een verplichting tot landschappelijke inpassing opgelegd. Na afloop van de realisatietermijn van de verplichting wordt gecontroleerd of aan de verplichtingen is voldaan. In veel gevallen kan de controle gekoppeld worden aan de controle op de uitvoering van de bouwwerken.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Ons streven is om op dit onderdeel 20 casussen te controleren. In het vierde kwartaal gaan wij deze controles evalueren. Op basis hiervan bepalen we de aanpak voor het jaar daarop. Bijvoorbeeld als blijkt dat het merendeel aan de verplichtingen voldoet, dan kunnen wij de controles steekproefsgewijs of bijvoorbeeld door middel van luchtfoto’s controleren.

 

3.9 Vergunde bouw en sloop

Doelstelling Het doel van goede handhaving is het naleven van wetten en regels en vroegtijdig bij te sturen waar nodig.

Omgevingsvergunning permanente bouwwerken

Voor veel bouw-/sloopactiviteiten wordt een omgevingsvergunning verleend. Wij zien toe op naleving van de voorschriften tijdens de bouw. Toezicht op dit onderdeel wordt uitgevoerd conform de bouwmatrix (zie bijlage 2. Bouwmatrix) gemeente Bronckhorst. Er volgt een actualisering van de matrix vanwege de komst van de Wet kwaliteitsborging.

 

Er wordt gebouwd/gesloopt conform de vergunning en volgens de eisen van het Bouwbesluit. Specifieke aandacht gaat uit naar:

  • constructieve veiligheid (door externen)

  • gebruiksveiligheid/brandveiligheid (prio1&2 wordt in samenspraak met de VNOG uitgevoerd)

  • energietransitie

  • omgevingsveiligheid

Wordt in afwijking van de vergunning gebouwd dan treden wij handhavend op, conform het huidige handhavingsbeleid.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Dit jaar zetten wij minder in op deze controles en werken we middels de matrix. Daardoor hebben wij tijd voor andere onderwerpen zoals bijvoorbeeld het onderwerp monumentale panden. Wij passen de intensiteit aan. Wij voeren steekproefsgewijs controles uit en bekijken of wij middels luchtfoto’s kunnen afronden zodat wij op andere onderwerpen extra kunnen inzetten.

 

3.10 Omgevingsvergunning tijdelijke bouwwerken

Doelstelling Controleren op de gebruiksfunctie van de tijdelijke bouwwerken en hier overzicht over houden.

 

Binnen de gemeente Bronckhorst worden er ook omgevingsvergunningen verleend voor een tijdelijk bouwwerk. Hierbij valt te denken aan mantelzorgwoningen, stacaravans tijdens (ver)bouwwerkzaamheden, tijdelijke opslag e.d. Zoals het al wordt aangegeven is er sprake van een tijdelijke plaatsing. Hierop wordt gecontroleerd afhankelijk van de gebruiksfunctie.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij kijken naar de gebruiksfunctie en op basis daarvan stellen wij prioriteiten. Als voorbeeld: mantelzorgwoning controleren wij adequaat, tijdelijke bouwwerken in verband met verbouwen van de woning krijgen een wat lagere prioriteit.

4. APV

 

Inleiding

Een gemeentelijke verordening is een regeling die geldt voor iedereen binnen de gemeente en die tot doel heeft de gemeente netjes en leefbaar te houden. De gemeente Bronckhorst heeft er een aantal, waaronder de Algemene plaatselijke verordening (APV) en de Omgevings- en Bouwverordening7. In de APV van de gemeente Bronckhorst8 staat de gemeentelijke regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid. De APV is in november 2021 aangepast. Als er in strijd met de bepaling(en) uit de verordeningen wordt gehandeld, dan zijn wij bevoegd hiertegen handhavend op te treden.

 

Daarnaast is de gemeente het bevoegde gezag voor verschillende bijzondere wetten, zoals de Alcoholwet.

 

Dit jaar zetten we in op de onderdelen:

  • 4.1

    Ondermijning;

  • 4.2

    Parkeren;

  • 4.3

    Afval;

  • 4.4

    Geluid- en geurhinder;

  • 4.5

    Evenementen en APV-vergunning;

  • 4.6

    Alcoholwet;

  • 4.7

    Alcohol en drugs;

  • 4.8

    Reclame-uitingen buitengebied;

  • 4.9

    Ruimtelijke ordening;

  • 4.10

    BRP en LAA;

  • 4.11

    Campings;

  • 4.12

    Herplantplicht;

  • 4.13

    Illegale kap;

  • 4.14

    Ecologisch beheren van bermen;

  • 4.15

    Houtoverlast.

De meldingen die binnenkomen met onderwerpen die bij ons lage prioriteit hebben, krijgen een standaardmail en/of brief als antwoord. Wij spreken uit dat de eerste stap ligt bij de burger door de betrokkene eerst aan te spreken en in uitzonderlijke, langdurige kwesties gebruik te maken van buurtbemiddeling en/of mediation.

 

Mocht het probleem nadien nog niet opgelost zijn dan wordt de mogelijkheid geboden om alsnog contact met ons op te nemen en/of een VOHH in te dienen. Bij een VOHH zijn wij verplicht om een formeel standpunt in te nemen. Deze werkwijze gaan wij aankomend jaar gebruiken en aan het einde van het jaar evalueren wij of wij deze trend doorzetten.

Rapportage over controles

Op basis van de uitgevoerde controles en de gegevens die worden vastgelegd, kunnen de volgende rapportages gemaakt worden:

  • het aantal afgelegde controlebezoeken (en eventueel gevoerde gesprekken);

  • het aantal verstuurde niet-juridische brieven (waarschuwing) en

  • daarnaast enkele specifieke taken die horen bij de verschillende thema’s en onderdelen zoals het aantal geconstateerde dumpingen (die binnenkomen bij T&H);

  • het aantal uitgeschreven processen verbaal;

  • het aantal verstuurde (vooraankondigingen) last onder dwangsom dan wel bestuursdwang;

  • het aantal verbeurd verklaringen;

  • het aantal opgelegde bestuurlijke boetes;

  • het aantal geconstateerde illegale reclame-uitingen;

  • het aantal ambtelijke in-of uitschrijvingen in het BRP;

  • Het aantal meldingen/klachten die wij via het gesprek hebben opgelost;

  • het aantal gecontroleerde adressen.

4.1 Ondermijning

Doelstelling een integrale aanpak op ondermijning9, daar waar sprake is van georganiseerde ondermijnende criminaliteit dan wel gebieden/sectoren die daarvoor kwetsbaar zijn.

 

Het signaleren en herkennen van ondermijning is van cruciaal belang in de aanpak van ondermijning. De toezichthouders spelen hierbij een zeer belangrijke rol.

De aanpak van ondermijning is niet één dimensionaal en vraagt van de gemeente een integrale aanpak en samenwerking.

De aanpak tegen ondermijnende criminaliteit valt onder meerdere domeinen. Dit betekent dat wij integraal werken met onze partners zoals: politie, ODA, OM, OOV. Goede, efficiënte en snelle afstemming is daarbij van groot belang. De coördinatie van de aanpak van ondermijning, waar bewustwording ook een onderdeel van is, ligt bij Openbare orde en veiligheid van het cluster Participatie.

 

Georganiseerde criminaliteit ondermijnt het lokale gezag, verslechtert de veiligheid en leefbaarheid en levert schade op voor ondernemers. De aanpak van georganiseerde criminaliteit richt zich op de cruciale ondersteunende activiteiten van ‘de bovenwereld’ aan ‘de onderwereld’. De onderwereld maakt voor illegale activiteiten gebruik van diensten van ‘de bovenwereld’, bijvoorbeeld voor distributie, financiële handelingen, vergunningen en huisvesting. Ook zijn criminelen vaak op zoek naar manieren om illegaal verkregen vermogen wit te wassen. Bijvoorbeeld door te investeren in vastgoed.

 

Wij sluiten aan bij onderzoeken van de politie en van OOV naar verdachte situaties en bieden ondersteuning. Deze casussen zijn over het algemeen niet in te plannen. Er is wel een duidelijke stijging te zien in de afgelopen jaren. Dit onderwerp heeft een hoge prioriteit en zal altijd snel opgepakt worden.

 

Wij voeren structureel overleg met de politie, ODA en OOV.

 

Cluster Toezicht en Handhaving is verantwoordelijk voor de bestuurlijke handhaving en het nemen van besluiten in het kader van onder andere:

  • Opiumwet (artikel 13b bevoegdheid; sluiting drugspanden)

  • Woningwet (sluiting pand in strijd met bouwbesluit i.c.m. verstoring openbare orde

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Dit onderdeel is niet te plannen en krijgt prioriteit. Bij een drugslab wordt tevens ook de constructieve verandering m.b.t. bouwwerken meegenomen en aangeschreven in het besluit. Na verzegelen het panden en nemen deze panden regelmatig mee in de rondes.

Aankomend jaar willen wij een cursus volgen om onze expertise uit te breiden op dit onderwerp.

 

4.2 Parkeren

Doelstelling Behoud en bevorderen van een veilige leefomgeving.

 

Het foutief parkeren van motorvoertuigen (en niet-motorvoertuigen) kan leiden tot gevaarlijke situaties. Daarnaast blijkt uit het jaarverslag handhaving 2021 dat meldingen met betrekking tot parkeren op nummer één staan van alle meldingen in de gemeente Bronckhorst.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij houden regelmatig toezicht tot de blauwe zone in Vorden. Op basis van de klachten/meldingen tot parkeren wordt signaal gestuurd toezicht gehouden ook met betrekking tot het stallen van campers, aanhangers en caravans. Indien noodzakelijk treden wij handhavend op.

 

4.3 Afval

Doelstelling Schone leefomgeving, behoud draagvlak gemeentelijk afvalbeleid en verbeteren kwaliteit ingezamelde grondstofstromen.

 

Het bijplaatsen van afval naast ondergrondse containers is een probleem van alle tijden, maar is de afgelopen twee jaar door Corona (ernstig) versterkt. Inwoners zijn meer thuis, waardoor er meer afval vrijkomt. Daarnaast is het aantal internetbestellingen fors toegenomen, hetgeen ook een toename van verpakkingsafval veroorzaakt naar de milieuparkjes. Bijplaatsingen zorgen voor veel ergernissen en verminderen het draagvlak voor het gemeentelijke afval- en grondstoffenbeleid bij inwoners.

 

Het is belangrijk dat de kwaliteit van de ingezamelde grondstoffen goed is. Vervuiling levert nadelige effecten op: hoge kosten door afkeur of uitval. Het zorgt voor verminderde toepassingsmogelijkheden en maakt hergebruik lastig of zelfs onmogelijk.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

In 2021 zijn wij gestart met extra inzet op het voorkomen van bijplaatsingen. De ondergrondse containers worden vaker geleegd. Bijplaatsingen en zwerfafval wordt sneller opgeruimd. In 2022 zetten wij deze lijn door. Op basis van meldingen en vrije veld toezicht voeren wij controles bij de milieuparkjes uit. Periodiek voeren controlerondes voorafgaand de huis-aan-huis inzameling van de PMD- en GFT container uit.

 

4.4 Geluid- en geurhinder

Doelstelling Het aantal meldingen rondom geluid- en geurhinder terugdringen.

 

Geluiden en geuren zijn onderdeel van onze leefomgeving. Maar soms kan geluid of geur tot hinder leiden. Hinder wordt door iedereen anders ervaren. Het woord hinder is daarom lastig te definiëren. De ene persoon ervaart dezelfde geluiden en/of geuren anders dan bijvoorbeeld zijn of haar buren.

 

De meest voorkomende meldingen zijn:

  • 1.

    Overlast bromtonen

  • 2.

    Mestlucht

  • 3.

    Afsteken van vuurwerk

  • 4.

    Zwarte rook uit kachel

  • 5.

    Geluidsoverlast door feestjes

  • 6.

    Geluidsoverlast legen glasbak

  • 7.

    Overlast crossmotoren

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Deze meldingen worden in zijn algemeenheid vaak opgepakt in samenwerking met de Omgevingsdienst Achterhoek: hierna ODA.

 

4.5 Evenementen en APV-vergunningen

Doelstelling Veilige evenementen voor bezoeker en omgeving. Zoveel als mogelijk voorkomen dat er alcoholhoudende drank wordt verstrekt dan wel verkocht aan minderjarigen.

 

Voor het organiseren van een evenement is een vergunning nodig van de burgemeester, met uitzondering van de limitatieve opsomming in de APV-gemeente Bronckhorst. Een evenement mag niet in afwijking van de vergunning plaatsvinden.

 

Er wordt toezicht gehouden op de naleving van de voorwaarden en voorschriften die verbonden zijn aan de evenementenvergunning. Dit ziet o.a. toe op de veiligheid van de bezoekers, gebruik en schenken van alcoholhoudende drank en overlast beperking voor de omgeving.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Evenementen met een hoge bestuurlijke aandacht en focusevenementen worden altijd gecontroleerd.

Deze worden naderhand geëvalueerd om weer te leren van deze situaties en tips te geven aan de organisaties. Wij controleren de vergunning vooraf en tijdens het evenement.

 

4.6 Alcoholwet

Doelstelling Zoveel als mogelijk voorkomen dat er alcoholhoudende drank wordt verstrekt dan wel verkocht aan minderjarigen.

 

Voor verkoop en/of verstrekken van alcoholhoudende drank in een slijterij, horecabedrijf, sportkantine, verenigingslokaal of bedrijfsrestaurant is een alcoholvergunning vereist.

Cafetaria’s en levensmiddelenbedrijven (bijvoorbeeld supermarkten) hoeven geen vergunning te hebben om alcoholhoudende drank te verkopen. Zij mogen alleen zwak alcoholhoudende drank verkopen en thuis consumeren zoals bier, wijn.

Aan een alcoholvergunning zijn voorwaarden en voorschriften verbonden, conform de Alcoholwet.

 

Wij voeren per jaar verschillende controles uit bij horecabedrijven. Deze controles zijn gericht op: inrichtingseisen, oplevering, vergunning, leeftijdsgrenzen, verantwoord alcoholgebruik en klachtmeldingen. Om te bepalen welke horecabedrijven extra gecontroleerd moeten worden, wordt gebruik gemaakt van risico gestuurd toezicht. Bedrijven die het goed doen (weinig klachten etc.) worden minder gecontroleerd (of niet gecontroleerd) dan die waarvan wij vaker meldingen over binnenkrijgen.

 

In onze gemeente hebben wij zo’n 150 (para)commerciële horecabedrijven. Wij zullen dit jaar steekproefsgewijs controles uitoefenen bij (para)commerciële horecabedrijven. Ons streven is om dit jaar 15 controles uit te voeren.

 

4.7 Alcohol en drugs

Doelstelling Jeugd bewust maken van de risico’s, behouden van een veilige leefomgeving.

 

Met de komst van de alcoholwet kunnen wij handhavend optreden tegen weder verstrekking10. Wij controleren bij aandachtsevenementen (op basis van een risicoscan) hierop.

 

Wij werken samen met Halt (jeugd) en Iriszorg ((jong)volwassenen). In bepaalde casussen is het effectiever om op deze wijze handhavend op te treden in plaats van het opmaken van een proces verbaal. Het gaat om het bereiken van het juiste doel en dat is het effect van alcohol en drugs onder de aandacht te brengen van de jongeren. Op deze manier leveren wij een bijdrage bij het voorkomen, bestrijden en bestraffen van (jeugd)criminaliteit of zorg op andere gebieden.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij controleren de aandachtsevenementen (+/- 44 stuks). Dit doen wij op basis van constateringen. Mocht er bij een aandachtsevenement vorig jaar geen bijzonderheden geconstateerd zijn dan schalen wij af.

Cluster Participatie pakt het beleid op om het plan (preventie- en alcoholhandhavingsplan) aan te passen. Wij zullen hierbij worden betrokken.

 

4.8 Reclame-uitingen buitengebied

Doelstelling Behoud van een mooie en schone openbare leefruimte en verrommeling tegengaan.

 

Om bij te dragen aan een mooie en schone leefomgeving is het van belang reclame-uitingen in het buitengebied (en in de kernen) zoveel mogelijk tegen te gaan. Wij treden op tegen het plaatsen, verspreiden of plakken van illegale reclame- of evenementenborden, posters of andere reclame-uitingen, om mogelijke gevaarlijke situaties, vervuilingen van de openbare ruimte en oneerlijke concurrentie tegen te gaan.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Op basis van meldingen treden wij handhavend op.

 

4.9 Leegstaande panden

Doelstelling Het creëren van een mooie, veilige en gezonde leefomgeving. Daarnaast zijn het strijdig gebruik, de proactieve houding richting de inwoners en de opsporing van ondermijning verschillende doelen waar we door middel van dit project aan werken.

 

Leegstand heeft een bestuurlijke prioriteit in het kader van de Opiumwet en het woningcontingent. Bij deze casussen is er vaak een nauwe samenwerking tussen OOV, politie en boa’s, aangezien hier ook een stukje ondermijning en bewustwording naar de inwoners in meegenomen wordt.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij controleren vraag gestuurd door middel van meldingen.

 

4.10 BRP, leegstaande woningen en LAA

Doelstelling Bevorderen van de kwaliteit van de landelijke basisregistratie personen door het vaststellen van de feitelijke woonsituatie op adressen binnen de gemeente.

 

De BRP is aangewezen als basisregistratie voor persoonsgegevens. Dit betekent dat alle overheids-/uitvoeringsinstanties verplicht zijn de gegevens te gebruiken zoals wij die in de BRP vastleggen. Het is daarom van belang de feitelijke situatie goed in beeld te hebben. Hiervoor is het noodzakelijk om soms adrescontroles uit te voeren. Het aanstellen van een toezichthouder BRP is een wettelijke verplichting. Zo komen onterechte aangiften adreswijzigingen in beeld die niet met de feitelijke situatie overeenstemmen. Maar ook zien we bij de controles soms schuldproblematiek / zorgvragen maar ook bijvoorbeeld extra verblijfsobjecten die zonder vergunning zijn opgericht. Ook worden met het oog op de kwaliteit BRP met enige regelmaat (administratief) leegstaande woningen gecontroleerd. Het vaststellen van de feitelijke situatie is hierbij van belang voor de kwaliteit BRP/het aanleveren van gegevens voor de woonvisie maar ook in het kader van mogelijke ondermijning.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

De input voor de controles wordt geleverd door het cluster Burgerzaken. In het kader van de BRP voeren wij wekelijks controles uit aan de hand van de meldingen die hierover binnenkomen. Wij controleren vraag gestuurd. Afgelopen twee jaren is de data niet representatief om een goed beeld te krijgen hoeveel wij controleren. Dit jaar zullen wij dit goed bijhouden zodat wij de jaren erna hierop kunnen sturen en beter kunnen plannen.

Daarnaast controleren wij op basis van Landelijke Aanpak Adreskwaliteit. Dit is een risico gestuurd adresonderzoek vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Wij werken samen om incorrecte adresgegevens in de BRP te herkennen en te herstellen. Wij controleren vraag gestuurd zo’n 10 á 15 leegstaande woningen per week.

 

4.11 Campings

De brandveiligheid van recreatieve objecten op campings. En permanente bewoning

Doelstelling Het leveren van een bijdrage aan en het bevorderen van een gezonde toeristische sector in de gemeente Bronckhorst. Daarnaast om de strijdige situaties in beeld te brengen en indien nodig handhavend optreden.

 

Op campingterreinen staan naast kampeermiddelen van passanten doorgaans ook recreatieverblijven zoals stacaravans en chalets. Controle op deze campings heeft betrekking op niet recreatief gebruik, brandveiligheid en de aard en omvang van de aanwezige bebouwing. In Bronckhorst hebben wij tien grotere campings. Wij voeren in 2022 alleen vraag gestuurd controles uit.

Wij werken zo nodig integraal samen met politie, openbare orde en veiligheid waarbij ieder zijn eigen rol en verantwoordelijkheid heeft.

Recreatieparken

Doelstelling Het leveren van een bijdrage aan en het bevorderen van een gezonde toeristische sector in de gemeente Bronckhorst. Daarnaast om de strijdige situaties in beeld te brengen en indien nodig corrigerend optreden. Tot slot worden de trends en ontwikkelingen opgehaald die als input gelden bij de beleidsontwikkeling ten aanzien van het recreatiebeleid.

 

Er is één park in onze gemeente met een receptie en een parkbeheerder en wij hebben solitaire recreatiewoningen, die her en der verspreid staan in de kernen en in het buitengebied en de recreatiewoningen die bij elkaar staan maar waarbij geen receptie en/of beheerder is.

 

Ook hier werken we daar waar mogelijk samen met ketenpartners, zoals de politie en de provincie Gelderland. Wij zullen vraag gestuurd controles uitvoeren.

Solitaire recreatiewoning

Een solitaire recreatiewoning houdt in een recreatiewoning die niet gesitueerd is op een recreatiepark. Op deze vorm van recreatie en de eventuele permanente bewoning wordt gecontroleerd. Wij zullen vraag gestuurd controles uitvoeren.

 

4.12 Herplantplicht

Doelstelling Behoud van mooie en gezonde leefomgeving door de opgelegde herplantplicht te controleren. Om het bomenbestand op peil te houden wordt er een herplantplicht opgelegd.

 

Herplantplicht wordt opgelegd als bomen met een vergunning worden gekapt. Het bomenbestand moet op peil blijven om te voorkomen dat boomstructuren langzaam verdwijnen, dit is belangrijk voor het behoud van laanbomen, solitaire bomen en landschapselementen zoals houtwallen en singels.

 

Bij kap van een boom behorend tot een boomstructuur is herplant niet altijd vanzelfsprekend. Het behoud van de boomstructuren staat voorop en behoud van kwaliteit gaat boven behoud van kwantiteit. Staan bomen bijvoorbeeld op een korte plantafstand dan kan er voor gekozen worden om de bomen op een grote plantafstand terug te planten. Voor basisbomen wordt een herplantplicht opgelegd wanneer de nieuwe boom zich op de aangewezen locatie duurzaam kan ontwikkelen.

 

Toezicht en handhaving gebeurt middels:

  • Steekproeven: de aanvrager kan melden dat de herplant is uitgevoerd. Van alle meldingen wordt steekproefsgewijs controle uitgevoerd op de naleving van de herplantplicht.

  • Periodieke controles: de niet gemelde herplantplicht worden periodiek gecontroleerd. De controle vindt plaats na afloop van de termijn van de herplant, één jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning.

De uitgevoerde herplant wordt vastgelegd, zodat voor eenieder zichtbaar is op welke locaties herplant nog moet worden uitgevoerd en op welke locaties de herplant niet is uitgevoerd.

Voor herplant welke niet binnen de gestelde termijn is uitgevoerd, geldt het gebruikelijke handhavingsprotocol (zie hoofdstuk 3 van het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst 2017–2022).

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Dit jaar kiezen wij ervoor om steekproefsgewijs controles uit te voeren.

 

4.13 Illegale kap

Doelstelling Behoud van mooie en gezonde leefomgeving en daarvoor het waarborgen, behouden en versterken van de bomen en boomstructuren. En tot een minimum beperken van illegale kap, waaronder we ook verstaan het ernstig in voortbestaan bedreigen van een boom of boomstructuur.

 

Voor het kappen van een esdoorn, paardenkastanje, haagbeuk, beuk, es, noot, plataan, populier, eik, grove den, acacia, linde, iep, wilg (geknot), els (geknot) of tamme kastanje met een stamomtrek van meer dan 95 centimeter op 1,30 meter van het maaiveld is een omgevingsvergunning vereist.11

Maar ook wordt opgetreden aan de hand van meldingen wanneer er bijvoorbeeld een houtwal of landschaps-haag verwijderd wordt. Voor bomen die aangemerkt zijn als markante bomen, of behoren tot boomstructuren (lanen, houtwallen e.d.) is de inspanning tot behoud hoger dan voor de overige bomen (de Basisbomen). Behoud gaat verder dan niet-kappen.

Voor een boom, waarop het verbod tot vellen van toepassing is, die ernstig in zijn voortbestaan wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag immers eisen om voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Op basis van meldingen en vrije veld toezicht wordt bekeken of de vereiste omgevingsvergunning is aangevraagd en is verleend. Indien er geen vereiste omgevingsvergunning is aangevraagd en is verleend, is sprake van illegale kap en wordt hiertegen handhavend opgetreden, conform het huidige handhavingsbeleid. Het herstellen van de strijdige situatie is in dergelijke gevallen niet meer mogelijk en hierdoor wordt er strafrechtelijk opgetreden (proces verbaal). Daarnaast wordt een herplantplicht opgelegd.

 

4.14 Ecologisch beheren van bermen

Doelstelling Het behoud en versterken van de ecologische en verkeerskundige functie van de bermen.

 

Bermen hebben een belangrijke functie voor de stevigheid van de wegkanten, de verkeersveiligheid, en als leefruimte voor bomen, planten en dieren. De gemeentelijke bermen worden met ingang van 2022 op de meeste plekken ecologisch beheerd. Dit bestaat voornamelijk uit zo extensief mogelijk maaien en het afvoeren van het maaisel.

 

Om de belangrijkste functie van de bermen voor verkeer en biodiversiteit te waarborgen willen we ook deze plekken weer terugnemen in beheer volgens haar wettelijke verplichting.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

In 2022 stellen we een integraal plan op voor de aanpak van ongewenst grondgebruik in de bermen. Hiervoor zal een kernteam opgesteld worden (adviseurs biodiversiteit, verkeer, juridische zaken, cluster buiten, grondzaken, gebiedsambtenaren, directievoerder bermbeheer en T&H). Daarnaast zullen de leden van de klankbordgroep ecologisch bermbeheer ook gevraagd worden om mee te denken.

 

4.15 Stookoverlast

Doelstelling Het adviseren over het stoken op de juiste manier. Overlast als gevolg van stookgedrag door particulieren zoveel mogelijk te beperken.

 

De Omgevingsdienst Achterhoek heeft van o.a. de gemeente Bronckhorst de opdracht gekregen een notitie te schrijven over de aanpak van overlast door houtkachels. In deze notitie zijn richtlijnen voor het handhavend optreden door onze toezichthouders ten tijde van geurhinder door houtkachels bij particulieren opgesteld. Met als doel (verdere) hinder te voorkomen.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Vaststelling van de notitie en in overleg met de ODA te komen met een plan van aanpak dat past binnen de nieuwe omgevingswet. Onderdeel van het plan van aanpak is een duidelijke taakverdeling tussen de ODA en de gemeente.

Preventief zetten we in op voorlichting over op de juiste wijze hout stoken (schoon en droog hout, niet bij windstil weer, schoorsteen jaarlijks laten vegen etc.).

5. Specifieke taken

 

5.1 Kinderopvang

Doelstelling Bevorderen van de veiligheid bij kinderopvangvoorzieningen en gastouders.

 

Kinderopvangvoorzieningen en gastouders moeten zich houden aan regels. De toezichthouders van de GGD controleren jaarlijks of dat ook gebeurt. De GGD is de formele toezichthouder volgens de wet.

Hierover adviseert zij de gemeente die het bevoegde gezag is. Indien uit het advies volgt dat de regels niet worden nageleefd, treedt de gemeente handhavend op.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij geven de GGD opdracht controles uit te voeren. Wij schatten in dat dit aantal ongeveer gelijk blijft met voorgaande jaren. De resultaten van deze controles worden separaat naar de Raad gestuurd om hen hierover te informeren.

 

5.2 Milieu

Doelstelling Zorgdragen voor een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving op het gebied van milieu.

 

Iedere omgevingsdienst heeft haar eigen specifieke aandachtsgebied.

De Omgevingsdienst Achterhoek (hierna: ODA) zorgt voor vergunningverlening, toezicht en handhaving op het terrein van milieu, veiligheid en cultureel erfgoed in opdracht van onder andere de gemeente Bronckhorst. De ODA draagt bij aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving voor bedrijven en inwoners.

 

In 2022 wordt door de ODA weer voor bepaalde branches met aspectcontroles gewerkt. Dit houdt in dat er per branche op vooraf bepaalde onderdelen wordt gecontroleerd.

 

In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de toezichthoudende en handhavende taken die de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) uitvoert namens het college van Bronckhorst. (zie bijlage voor meer informatie m.b.t. aandachtsgebieden en onderwerpen waarop komend jaar wordt ingezet)

6. Professionaliseren, optimaliseren en kwaliteit verbeteren

 

Inleiding

Naast de inhoudelijke speerpunten en de specifieke taken en werkzaamheden, wordt nog geïnvesteerd in algemene taken en werkzaamheden.

Hiermee streven wij naar het meer optimaliseren van de werkprocessen, kwaliteitsverbetering en professionalisering van ons team.

Hierdoor kunnen wij adequater en nauwkeurig uitvoering geven aan de actualiteiten en onze wettelijke bevoegdheden met als uiteindelijk doel het dienen van de samenleving van de gemeente Bronckhorst.

 

Net als voorgaand jaar is het streven extra in te zetten op onderstaande onderdelen:

  • 6.1

    Juridische behandeling

  • 6.2

    Zichtbaarheid vergroten

  • 6.3

    Communicatie

  • 6.4

    Verzoeken om handhaving (VOHH)

  • 6.5

    Klachten/meldingen

  • 6.6

    Vrije veld toezicht

  • 6.7

    Audit

  • 6.8

    Samenwerking ketenpartners

  • 6.9

    Pilot

  • 6.10

    Werken door middel van meldingen bij hoge en lage prioriteit

  • 6.11

    Monitoren sociaal handhaven

  • 6.12

    Cursus alcohol, drugs en agressie

  • 6.13

    Digitaliseren van ons systeem

  • 6.14

    Experiment burengeschil

6.1 Juridische behandeling

Doelstelling Met het inzetten van een bestuurlijke handhavingsprocedure tijdig en effectief beëindigen van overtredingen dan wel strijdigheden.

 

Overtredingen en strijdigheden worden in beginsel opgelost in het gesprek (sociaal handhaven). Dit gesprek wordt schriftelijk bevestigd in een niet juridische brief (afhankelijk van de geconstateerde overtredingen). In sommige gevallen heeft dit niet het gewenste effect, dan wordt er handhavend opgetreden. Bij bestuursrechtelijke overtredingen wordt een constateringsrapport opgemaakt. Dit maakt onderdeel uit van het handhavingstraject.

De formele behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures ligt bij cluster Juridische zaken. Het cluster Toezicht en Handhaving levert de inhoudelijke handhavingsexpertise bij deze juridische procedures. Dit gebeurt natuurlijk ook andersom. Hierover vindt nauwe afstemming plaats. Daarnaast vindt er iedere twee weken een afstemmingsoverleg plaats tussen ons cluster en dat van cluster Juridische Zaken. Op deze manier houden wij elkaar op de hoogte van lopende zaken en wisselen ervaringen uit.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

In 2022 krijgen wij versterking op het juridische gebied. Dit zorgt ervoor dat wij ons verder kunnen specialiseren en opleiden op de juridische afwikkeling van het handhavingstraject. Wij volgen cursussen en zetten optimaal in om van elkaar te leren.

 

6.2 Zichtbaarheid vergroten

Wij lopen maandelijks in uniform door de kernen om de zichtbaarheid te vergroten. Wij hebben gemerkt dat wij op deze manier de wijken goed leren kennen en op een andere manier met de inwoners in gesprek komen. Wij voeren pro-actief en preventief gesprekken en geven voorlichting waar nodig. Op deze manier zoeken wij de verbinding met de inwoners en weten wat er speelt in de kernen.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Wij maken een verdeling per kern en koppelen daar boa’s aan die hier maandelijks een ronde maken. Wij onderzoeken de mogelijkheden en wensen om een auto aan te schaffen met striping zodat deze te herkennen is door onze inwoners en ondernemers.

 

6.3 Communicatie

Doelstelling

  • Bevorderen van de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot toezicht en handhaving;

  • Onder de aandacht brengen van (nieuwe) wet- en regelgeving;

  • Onder de aandacht brengen van de taken van een toezichthouder via social media;

  • Onderlinge communicatie van inwoners met elkaar versterken;

  • Onze brieven in een format gieten en zorgen dat deze leesbaar zijn voor iedereen.

Communicatie met betrekking tot de handhavingstaken en procedures speelt een belangrijke rol in onder andere het naleefgedrag. Daarbij kan communicatie ook een belangrijke rol spelen in het (her)kenbaar maken van de taken naar de inwoners van de gemeente Bronckhorst.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Burgers en ondernemers worden door middel van verschillende communicatiekanalen geïnformeerd over de huidige wet- en regelgeving. Samen met het cluster Communicatie wordt hier vorm aan gegeven.

Onze intentie is om meer bekendheid te geven aan de (dagelijkse) taken en werkzaamheden van onze BOA’s en toezichthouders. De inzet van social media is hierin een mogelijkheid.

Op welke wijze en in welke vorm dit verder uitwerking krijgt gaat in samenspraak met het cluster Communicatie.

 

6.4 Verzoeken om handhaving (VOHH)

Doelstelling Het adequaat en gedegen onderzoeken van de aard van het verzoek om handhaving en dit binnen de wettelijke termijn van acht weken (zonder verlening van deze termijn) af te handelen.

 

Handhavingsverzoeken – ongeachte prioritering – betreffen een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dienen altijd in behandeling te worden genomen. Ons cluster stelt in dergelijke gevallen vast of er sprake is van een overtreding en of het verzoek voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten.

Op basis hiervan wordt er een schriftelijk besluit (afwijzing of toekenning van verzoek om handhaving) genomen.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

VOHH hebben een hoge prioriteit. Binnen acht weken dient er een formeel besluit genomen te worden op de aanvraag.

 

6.5 Klachten/meldingen

Doelstelling Klachten en meldingen worden adequaat en waar nodig zo snel mogelijk opgepakt.

 

In de praktijk is deze werkwijze niet altijd haalbaar. Dit heeft vaak te maken met de complexiteit van de vraag en in sommige gevallen is er sprake van enig uitzoekwerk.

Via de website (www.bronckhorst.nl/meldingdoen) of telefonisch kunnen klachten dan wel meldingen worden ingediend over de woon- en leefomgeving. Op basis van de aard en daarmee de prioritering van de klacht dan wel melding is het streven de meldingen zo snel mogelijk op te pakken.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Alle binnengekomen meldingen worden door een telefonische reactie of mail bevestigd met de mededeling wie de klacht in behandeling neemt en dat er zo spoedig mogelijk inhoudelijk wordt gereageerd. De verantwoordelijke toezichthouder pakt de meldingen op, neemt contact op met de inwoner, zoekt de benodigde informatie uit en gaat zo nodig op controle.

 

6.6 Vrije veld toezicht

Doelstelling Het creëren van een mooie, veilige en gezonde leefomgeving en het strijdig gebruik, zoveel als mogelijk tot een minimum te beperken.

 

Naast ons reguliere werk is er vaak sprake van zogenoemd ‘vrije veld toezicht’.

De waarnemingen komen tot stand, doordat de toezichthouders in het veld aan het werk zijn en niet naar aanleiding van een vergunning, verzoek om handhaving, melding of klacht. Het kan daarbij gaan om vele soorten overtredingen: strijdig gebruik in het kader van het bestemmingsplan, reclame-uitingen, niet vergunde bouw, afvaldumpingen etc.

 

Daarnaast is het ‘vrije veld toezicht’ belangrijk in het kader van ondermijning. Bij de aanpak van ondermijning is het van cruciaal belang dat er tijdig wordt gesignaleerd en wordt ingegrepen.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Onze boa’s proberen zoveel mogelijk buiten te zijn. Als zij voor een controle gericht op pad gaan komen zij soms ook toevallige waarnemingen tegen. Op basis van prioriteiten worden deze constateringen opgepakt.

 

6.7 Audit

In december hebben wij een audit gehad m.b.t. de Wet Politiegegevens. In 2022 maken wij een begin om de uitkomsten te verwerken in onze werkprocessen.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Een plan van aanpak opstellen aan de hand van de uitkomsten van de audit december 2021.

 

6.8 Samenwerking ketenpartners

De afgelopen periode hebben wij nog meer de verbinding gezocht met onze ketenpartners. Dit jaar willen wij dit continueren en de samenwerking nog verder verbeteren. Wij hebben structurele overlegvormen met o.a. de politie, OOV, ODA, JZ, RO, gebiedsambtenaren, en sluiten aan bij controles buiten onze gemeente waarbij het leren van elkaar voorop staat.

 

6.9 Pilot

Dit jaar willen wij een pilot uitvoeren:

  • Prioriteiten; Werken met meldingen/klachten bij hoge en lage prioriteit (zie Bouw/Apv)

6.10 Werken door middel van meldingen/klachten bij hoge en lage prioriteit (zie Bouw/Apv)

Wij willen dit jaar ondervinden hoe het werken gaat door middel van prioritering en de intensiteit hierop aanpassen. Dit betekent dat wij reageren op meldingen/klachten bij een onderwerp die hoge prioriteit heeft. De meldingen die wat lagere prio hebben reageren/controleren wij als wij tijd over hebben. Dit zal door middel van een uniforme werkwijze mail/brief aan de burger medegedeeld worden. In eerste instantie wordt hierin verwezen naar buurtbemiddeling en/of mediation. Pas als dit traject niet het gewenste effect heeft gehad kunnen zij contact met ons opnemen.

Anonieme meldingen krijgen een lage prioriteit, dit is uiteraard wel maatwerk en blijft afhankelijk van de aard van de klacht.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Hoge prioriteiten gaan voor. De lage krijgen een brief die ze verwijst naar buurtbemiddeling. Anonieme meldingen krijgen een lage prioriteit.

 

6.11 Monitoren sociaal handhaven12

Dit jaar willen wij enige tijd vrijmaken om te monitoren hoe wij sociaal handhaven nog meer kunnen optimaliseren. In 9 van de 10 gevallen gaat het om het doel wat je bereikt met handhaven en dit kan je op verschillende manier bereiken. Strak erin zonder overleg of in overleg gaan met betrokkene over het behalen van het gewenste doel.

  • Welk effect heeft het om de inwoner nog meer te betrekken bij het handhavingstraject?

  • Bereik je dezelfde effecten als zij zelf ook enig invloed hebben bij bepaalde keuzes door ze te betrekken bij de begunstigingstermijn etc.?

  • Hoe vaak kunnen wij voorkomen om het daadwerkelijke handhavingstraject uit te voeren?

Hoe gaan wij te werk?

De resultaten van dit onderzoek meenemen in ons nieuw op te stellen beleid en dit verder vorm gaan geven. Wij gaan de inwoners meer betrekken in het te doorlopen traject en daardoor komen we samen tot afspraken.

 

De randvoorwaarden die gelden voor het sociale handhaven zullen wij op papier zetten en dit proces verder optimaliseren aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek.

Legalisatieonderzoek

Afgelopen tijd vaker overleg gevoerd over of dit wel de goede werkwijze is. Wij geloven er absoluut in dat dit de juiste manier van werken is. Wij willen voorkomen dat het een precedentwerking in de hand werkt. Dit jaar willen wij ons oriënteren over een passende sanctie, waarbij legalisatie bijvoorbeeld betekent dat er enige kosten tegen overstaan als er achteraf vergund moet worden. Dit gebeurt namelijk wel bij bouw gerelateerde zaken, dan worden de tarieven met 50% verhoogd. In 2022 zoeken wij uit of wij dit ook bij andere zaken kunnen toepassen. Wij willen uitdragen dat het loont om volgens de regels te handelen dus een vergunningsaanvraag indienen heeft zeker de voorkeur in plaats van illegaal bouwen en achteraf moeten vergunnen.

Het legalisatieonderzoek is een verplicht onderdeel die hoort bij de procedure in ons handhavingstraject (zie bijlage). Per geval moet worden bekeken of de illegale situatie gelegaliseerd kan worden. Hierbij wordt onder meer intern overleg gevoerd met de betrokken afdelingen, voornamelijk RO, Vergunningen en Handhaving.

 

6.12 Cursus alcohol, drugs en agressie

Wij volgen dit jaar een training zodat wij leren omgaan met personen die onder invloed zijn en de agressie die daarbij komt kijken.

https://www.trimbos.nl/aanbod/academie/training/alcohol-drugs-en-agressie-omgaan-met-personen-onder-invloed https://www.trimbos.nl/aanbod/academie/trainingen/

De tools die wij hieruit opdoen kunnen wij gebruiken bij de controles die wij uitoefenen.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Onze kennis verbreden door een cursus te volgen. Inzetten op de preventieve aanpak. Bewustwording is the key.

 

6.13 Digitaliseren van ons systeem

Doelstelling Het creëren van een overzichtelijk en digitaal platform.

 

Het optimaliseren van het werken met een digitaal systeem, waarbij wij rekening houden met de Wpg (Wet politiegegevens) en hoe wij deze gegevens vastleggen.

In dit systeem kunnen wij proces-verbalen uitschrijven en waarschuwingen vastleggen. Hierdoor wordt er een beter overzicht gemaakt voor de collega’s onderling en kan er sneller en adequater worden opgetreden mocht dit nodig zijn. We maken hiermee een professionaliseringsslag, door koppelingen met diverse databases wordt de kans op fouten bij het uitschrijven van verbalen minder groot.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Door middel van de audit die eind 2021 heeft plaatsgevonden maken wij een plan van aanpak om de professionalisering op dit gebied door te zetten.

 

6.14 Experiment burengeschil

Doelstelling Het inzetten op de verantwoordelijkheid van de burger en het herstellen van de communicatie.

 

Bij ons werk zien wij een stijging in het aantal burenruzies. De gemeente wordt vaak ingeschakeld en gebruikt in deze strijd. Hoe eerder het conflict kan worden aangepakt, hoe minder schade. Dit jaar willen wij een start maken door bij meldingen, maar ook bij concrete verzoeken om handhaving, waarbij een burenschil aan ten grondslag ligt eerst in te zetten op buurtbemiddeling. Als zij dit weigeren willen wij een passieve houding aan nemen. Deze werkwijze zullen wij in het derde of vierde kwartaal van het jaar evalueren.

Hoe ziet onze werkwijze eruit?

Conflicten eerder aanpakken voordat het escaleert. Bij enig vermoeden van een burengeschil als onderliggende oorzaak, direct buurtbemiddeling inschakelen. Pas als dit geen effect heeft treden wij handhavend op.

7. Middelen

 

7.1 Capaciteit

De capaciteit die beschikbaar is voor de uitvoering van de hierboven genoemde projecten en acties is geborgd in de begroting. Voor 2022 is bij het cluster Toezicht en Handhaving in totaal 10,57 fte beschikbaar.

 

De formatie voor het komende jaar ziet er als volgt uit.

 

Functie

Fte

Toezichthouder bouw

1

Toezichthouder bouw

0,50

Toezichthouder bouw - Generatiepact (60-80-100)

0,60

Toezichthouder APV en RO met BOA domein I bevoegdheid

1

Toezichthouder APV en RO met BOA domein I bevoegdheid

1

Toezichthouder APV en RO met BOA domein I bevoegdheid

1

Toezichthouder APV en RO met BOA domein I bevoegdheid

1

Toezichthouder APV en RO met BOA domein I bevoegdheid

0,50

Toezichthouder flora-fauna (nabije toekomst BOA domein II

bevoegdheid)

0,56

Administratief ondersteuner

0,89

Inhuur Juridisch beleidsmedewerker

0,50

Juridisch beleidsmedewerker

1

Juridisch beleidsmedewerker

1

 

 

Totaal

10,57

 

Op basis van het bestaande beleidsplan werken we het innovatief toezichthouden en verdere digitalisering van het toezicht- en handhavingsproces nader uit.

 

7.2 Overzicht werkzaamheden 2022

Hieronder is het overzicht van de verwachte werkzaamheden van ons team in percentages.. Er is uitgegaan van de gestelde doelen en de speerpunten 2022. Dit is echter lastig in te schatten omdat dit eveneens afhankelijk is van de meldingen en VOHH die binnenkomen via Topdesk.

 

 

7.3 Financiën

Voor de toezicht- en handhavingstaken is financiële dekking georganiseerd middels de begroting van 2022. In dit uitvoeringsprogramma gaan wij uit van de personele capaciteit en overige middelen die daarin zijn vastgelegd. Daarnaast maken wij momenteel gebruik van de extra beschikbare middelen die het rijk voor ons beschikbaar gesteld heeft zolang de coronacrisis nog voortduurt.

De externe inzet van bijvoorbeeld de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA), de GGD Noord- en Oost-Gelderland en de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG) afdeling Risicobeheersing, laten wij het financiële gedeelte buiten beschouwing.

Bij de uitvoering van het werk wordt intensief met de eerdergenoemde partijen samengewerkt.

8. Planning/streefdata

 

BIJLAGE 1 - Afbakening

 

Dit uitvoeringsprogramma heeft betrekking op toezicht en de handhaving op het gebied van:

  • Het omgevingsrecht (o.a. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro);

  • De algemene plaatselijke verordening (hierna: Apv);

  • De bijzondere wetten (bijv. Alcoholwet);

  • De Basisregistratie Personen (hierna: BRP);

  • De Basisregistratie Adressen en Gebouwen (hierna: BAG);

  • De Landelijke aanpak adresfraude (hierna: LAA);

  • De Afvalstoffenverordening;

  • De wet Kinderopvang (inclusief controles door de GGD) en

  • Tijdelijke wet maatregelen COVID-19.

Taken die zijn overgedragen aan de Omgevingsdienst Achterhoek (hierna: ODA) en de brandweer (VNOG, afdeling Risicobeheersing) zijn in dit programma niet meegenomen. Deze partijen zijn zelf verantwoordelijk voor rapportages aan het college. Wij werken integraal samen en zoeken de verbinding waar nodig.

 

Om zo breed mogelijk integraliteit te waarborgen, ook bij de uitvoering van de taken die aan de ODA en de VNOG zijn overgedragen, wordt bij de uitvoering intensief samengewerkt en op casus niveau afgestemd. Tevens wordt ook ons programma gedeeld met deze partijen.

 

BIJLAGE 2 - Bouwmatrix

Controlematrix type omgevingsvergunningen (Periode 1-1-2022 t/m 1-7-2022)

 

Hierbij hebben we een momentopname gekozen voor beoordeling van de lopende vergunningen, deze zijn in een 4-tal types geplaatst:

Type A

1 bouwcontrole (jaar na besluit omgevingsvergunning of gereedmelding bouw)

  • Verbouw/vergroten/veranderen bouwwerken.

  • Nieuwbouw (kap) schuur/dakkapel/overkapping/carport/serre/kelder/bijgebouw/werktuigenberging.

  • Kleine renovatie onder 10 woningen.

  • Erfafscheiding, plaatsen toegangspoort, wijziging voorgevel, signaleringsbord, paardenbak, zonnepanelen, pergola, berging, vernieuwen dak, realiseren grafheuvel, wijzigen inrichting, plaatsen kunstobjecten, plaatsen trekkershutten, tuinhuisje, hooiberg, uitrit, terrasoverkapping, fietsenstalling, erker, plaatsen dakramen/plaatsen abri, vlaggenmast, plaatsen informatiekolommen/signaleringsbord, plaatsen spudpalen, plaatsen van boei.

Type B

4 bouwcontroles

  • Bouwen, herbouwen, splitsen woningen (woningcontingent).

  • Controle monumentale gebouwen.

Type C

8 bouwcontroles (bij hoge brandwerendheid)

  • Woon/zorgcentrum.

Type D

3 bouwcontroles

  • Vernieuwen brug.

  • Vervangen transformator cel.

  • Monumentaal momenteel niet inzichtelijk (deze zullen in de aanhefvergunning aangegeven moeten worden).

Type E

4 bouwcontroles

  • Groot onderhoud (renovatiewoningen >10 woningen)/bouw recreatiewoningen/groepsaccommodatie, B&B, nieuwbouw bedrijfspand, (ligboxen) stal, verbouwen winkelpand.

BIJLAGE 3 - Legalisatieonderzoek

 

Als sprake is van een overtreding, dan onderzoeken wij of de overtreding kan worden gelegaliseerd, bijvoorbeeld met een (omgevings)vergunning. Dit zijn wij verplicht en dit heet een legalisatieonderzoek. Tijdens dit onderzoek bekijken wij of er sprake is van ‘Concreet zicht op legalisering' of 'concreet zicht op legalisatie'.

Wanneer is er sprake van concreet zicht?

Om van handhaving af te kunnen zien, moet (uiterlijk) op het moment van het nemen van de beslissing op bezwaar op het handhavingsbesluit zijn voldaan aan de vereisten voor concreet zicht op legalisering (ECLI:NL:RVS:2015:2523).

Welke criteria dat precies zijn, is strikt genomen afhankelijk van welke legalisatiebevoegdheid we het over hebben en welke wetgeving wordt gehandhaafd.

Concreet zicht op legalisatie ruimtelijke ordening

Activiteiten die in strijd zijn met het bestemmingsplan kunnen in algemene zin op twee manieren legaal worden. Ofwel de gemeenteraad past het bestemmingsplan aan, of het college verleent een omgevingsvergunning. Afhankelijk van de gekozen route gelden er andere eisen voor concreet zicht op legalisering.

Bestemmingsplan

  • Voor concreet zicht op legalisering is vereist dat er een ontwerp-bestemmingplan ter inzage is gelegd waarin het illegale gebruik gelegaliseerd wordt (ECLI:NL:RVS:2016:1267). Het voornemen om een ontwerp ter inzage te leggen (ECLI:NL:RVS:2014:1911) dan wel een voorontwerp bestemmingsplan (ECLI:NL:RVS:2014:1642) zijn niet voldoende.

  • Als op voorhand duidelijk is dat het bestemmingsplan geen stand kan houden dan is er geen concreet zicht (ECLI:NL:RVS:2014:2751). Als het bestemmingsplan is geschorst door de voorzieningenrechter betekent dat niet automatisch dat op voorhand duidelijk is dat het bestemmingsplan geen stand zal kunnen houden (ECLI:NL:RVS:2012:BY4374).

Omgevingsvergunning

  • Er moet altijd een aanvraag zijn gedaan voor een omgevingsvergunning (ECLI:NL:RVS:2018:2735).

  • Als de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, dan moet er ten minste een ontwerpomgevingsvergunning ter inzage zijn gelegd waarin het illegale gebruik gelegaliseerd wordt (ECLI:NL:RVS:2016:594).

  • Als de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is, dan geldt het volgende. Als het college wel wil legaliseren, dan is het al voldoende als het college de bereidheid uitspreekt te zullen vergunnen. Dat gaat alleen niet op als op voorhand duidelijk is dat het besluit om te legaliseren onhoudbaar is (ECLI:NL:RVS:2016:594). Als het college niet wil legaliseren, dan is dat feit meestal al voldoende om geen concreet zicht aan te nemen. Dat gaat alleen niet op als op voorhand duidelijk is dat het besluit om niet te legaliseren onhoudbaar is (ECLI:NL:RVS:2015:1795).

Concreet zicht op legalisering bouwen

Bij illegale bouwwerken heeft de Afdeling aangenomen dat het bestuursorgaan uit zichzelf moet onderzoeken of het bouwwerk gelegaliseerd kan worden door verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen (ECLI:NL:RVS:2018:1314). Er is dus geen aanvraag nodig om te kunnen spreken van concreet zicht op legalisering. Dat komt vanwege het limitatief-imperatieve karakter van de weigeringsgronden bij bouwvergunningen en het feit dat het bouwwerk er al staat (zodat de afmetingen ook bekend zijn). De overheid kan daardoor meestal zelf al heel snel (zonder informatie van de overtreder) zien of de overtreding kan worden gelegaliseerd. Het moet overigens wel aannemelijk zijn dat de overtreder desgevraagd een aanvraag voor een omgevingsvergunning gaat indienen (ECLI:NL:RVS:2010:BM6444). Anders zou je als overtreder immers wel erg makkelijk onder handhaving én je bouwleges uit kunnen komen door nooit een aanvraag in te dienen voor een evident legaliseerbaar bouwwerk.

Concreet zicht op legalisatie milieu

Voor legalisering van het in werking hebben van een vergunningplichtige inrichting zonder een milieuvergunning ligt de lat wat hoger. Niet alleen moet er een aanvraag liggen, het moet een ontvankelijke aanvraag zijn (ECLI:NL:RVS:2010:BM4956) waarbij:

"in de regel [is vereist ] dat [] die volgens het bevoegd gezag voldoende gegevens bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de inrichting voor het milieu en dat het bevoegd gezag geen beletselen ziet voor verlening van de gevraagde vergunning." (ECLI:NL:RVS:2015:2523).

De vier vuistregels voor de praktijk

  • De overheid mag niet handhaven als aannemelijk is dat de activiteit binnenkort gelegaliseerd zal worden ('concreet zicht op legalisatie' of 'concreet zicht op legalisering').

  • Of dat aannemelijk is, kan meestal pas worden beoordeeld als de legalisatie daadwerkelijk is aangevraagd.

  • Als de overheid geen ruimte heeft om een eigen afweging te maken over of legalisatie gewenst is (discretionaire ruimte), dan moet getoetst worden of de vergunning verleend of geweigerd zou moeten worden gelet op het dwingende toetsingskader. Moet de vergunning worden verleend? Dan is er concreet zicht op legalisering.

  • Als de overheid wel ruimte heeft om een eigen afweging te maken over of legalisatie gewenst is (discretionaire ruimte), dan is het feit dat de overheid niet wil legaliseren in beginsel al voldoende is om geen concreet zicht op legalisatie aan te nemen. Andersom geldt dat als de overheid wel wil legaliseren, er in beginsel pas geen concreet zicht op legalisering is, als aannemelijk is dat de vergunning niet verleend kan worden.

BIJLAGE 4 - Milieu

Omgevingswet

Dat is een van de belangrijkste onderwerpen die er het komend jaar (opnieuw) toe doen. De invoering van de Omgevingswet heeft bijvoorbeeld als gevolg dat er nagedacht moet worden over hoe de registratie van activiteiten op locatieniveau in het VTH-systeem OpenWave vormgegeven gaat worden. Dit alles in plaats van de tot nu toe gebruikelijke registratie op inrichting-niveau. Dit levert de nodige uitdagingen op, zoals de aanpassing van de risico- methodiek en daarmee het productenboek en de verantwoording voor de financiering. Via de werkgroep voor de implementatie van de Omgevingswet vindt er op deze punten de nodige samenwerking plaats.

Commissie van Aartsen

Een goed functionerend stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is essentieel voor het voorkomen van schade aan het milieu. De staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven heeft daarom een commissie onder leiding van Jozias van Aartsen om een advies gevraagd over het huidige VTH-stelsel. Dit advies is op 4 maart 2021 aan haar aangeboden. Hierin staan tien maatregelen om het VTH-stelsel te verbeteren. Als gevolg hierop zijn er begin september 2 aanvullende rapporten aangeboden. Het rapport “Omgevingsdiensten in beeld” geeft een verzameling en analyse van alle relevante data van alle omgevingsdiensten die bij de commissie van Aartsen nog niet meegenomen waren en het rapport “Juridisch onderzoek aanbevelingen Adviescommissie Vergunningverlening” geeft een wijze waarop de aanbevelingen vanuit de commissie van Aartsen wettelijk opgevolgd zouden kunnen worden. Bovenstaande 3 rapporten en de conclusies en aanbevelingen hieruit zullen een belangrijke rol gaan spelen in de keuzes voor de toekomst ten aanzien van de omgevingsdiensten en de VTH taken in Nederland.

Risico- en effectgerichte benadering

Deze aanpak is vooralsnog voor 2022 nog niet veranderd, maar staat onder invloed van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het branchegericht- en datagedreven werken en de eerdergenoemde Omgevingswet. Alle drie geven hun eigen kansen en beperkingen op de uitdagingen om een goede risicoanalyse en daarmee planning te maken.

Hieronder staat de frequentiematrix die nu nog gebruikt wordt als basis van de keuzes voor het uitoefenen van toezicht op de inrichtingen in Doetinchem. Toezicht en handhaving is bij het ene bedrijf namelijk minder omvangrijk en complex dan bij het andere bedrijf. Door de bedrijven volgens deze matrix te bezoeken wordt geborgd dat de toezichthouders van de ODA het bedrijf de aandacht kunnen geven die nodig is.

Op basis van deze gezamenlijk bepaalde uitgangspunten voor risico– en effectgericht toezicht is het uitvoeringsprogramma 2022 gemaakt en is tevens de leidraad voor het toezicht op inrichtingen voor de komende jaren bepaald. Naast het toezicht op de inrichtingen zijn in het uitvoeringsprogramma 2022 ook andere aspecten van toezicht meegenomen. Hierbij moet je denken aan bodemtoezicht, toezicht op asbestsloop en toezicht op aspecten als vuurwerk en energiebesparende maatregelen.

 

Branchegericht werken

De ODA is nu al een jaar bezig met de huidige opzet van branchegericht werken. Er worden brancheplannen opgesteld met hierin verschillende manieren van toezicht houden, zoals de traditionele reguliere controle, de aspectcontrole en de zelfcontrole (bedrijven vullen vooraf zelf een checklist in, waarna gekeken wordt waar de ODA zelf nog langs moet gaan voor een controle). Verder wordt in een brancheplan ook beschreven hoe je mogelijke overtredingen kunt voorkomen door bijvoorbeeld voorlichting.

Handhaving

Wat betreft handhaving (als toezicht alleen niet voldoende blijkt te zijn om de overtredingen op te lossen) maakt de ODA gebruik van de Landelijke Handhavingstrategie. Hiervoor is bij de ODA een werkwijze ontwikkeld die hieraan uitvoering geeft.

Gebruik van strafrecht

In het kader van het vorige punt en de toetsing van overtredingen aan de hand van de LHS zijn de werkzaamheden in het kader van het strafrecht door de BOA’s van belang. Daarom wordt er gekeken naar een verbetering van de samenwerking met het OM, FP en de politie. De onderlinge contacten zijn goed, maar de verwachtingen en daarmee de werkafspraken en de -processen worden komend jaar nog beter op elkaar afgestemd.

Ondermijning

Ook in 2022 zal er weer aandacht worden besteed aan ondermijning. De aanpak van (milieu-)criminaliteit en de gevolgen daarvan zijn onverminderd van belang. Dit is al een vast onderdeel van het werk van de ODA geworden en daarom wordt het ook opgenomen in de nieuwe producten- en dienstencatalogus.

Energie

Energie is een ‘hot topic’. Naast de bestaande regelingen en de uitvoering ervan staan er ook nieuwe uitdagingen klaar om aangepakt te worden. Zo is er de verplichting vooreigenaren en huurders van kantoren (groter dan 100 m3) om minimaal te voldoen aanenergielabel C. Als een kantoor niet voor 1 januari 2023 aan deze eis voldoet, mag het niet meer worden gebruikt. Gemeenten moeten hierop toezicht houden, en zorgen dat dit voor hun eigen gemeentelijk vastgoed in orde is. In het kader van de bestaande opdracht met betrekking tot energiecontroles bij de inrichtingen kan/zal ook hier samenwerking in worden gezocht.

Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS)

De ODA heeft in 2021 een uitvraag gedaan naar het gebruik en de emissie van ZZS bij de Achterhoekse gemeentelijke bedrijven. Deze uitvraag geldt tevens als voorbeeld voor de andere omgevingsdiensten. Dit was een deelproject van een gesubsidieerd landelijk project met als doel om meer inzicht te krijgen in de aanwezigheid en problemen/knelpunten van ZZS in Nederland.

De resultaten hieruit worden gebruikt om in 2022 mee te nemen in de controles en daarvoor extra aandacht te vragen bij de betreffende bedrijven met ZZS.

Toezicht kunstgrasvelden met rubbergranulaat (SBR infill)

In 2021 was de ODA al bezig met een project over toezicht op kunstgrasvelden met rubbergranulaat. Dit houdt in dat er bij de diverse clubs om informatie wordt gevraagd, onder andere over de opbouw van het veld en de daarbij gebruikte materialen. Hiervoor zijn voor enkele clubs extra regels in maatwerk op basis van het Activiteitenbesluit vastgesteld. Voor komend jaar zullen hier controles op worden uitgevoerd.

Naar boven