Besluit tot aanwijzing kleine voorwerpen met een publieke functie

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

  • -

    artikel 2:10, tweede lid, onder g., van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag,

 

besluit:

  • I.

    de navolgende voorwerpen met een publieke functie aan te wijzen als voorwerpen waarvoor het verbod van artikel 2:10, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag niet geldt:

    1. alle voorwerpen ter regulering van het verkeer, voor zover deze door of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst, zoals:

    a. verkeerslichten en de daarbij behorende regelkasten;

    b. verkeersborden;

    c. verkeerszuilen;

    d. geleiders van bussluizen;

    e. hekken, palen e.d. ter regulering van het verkeer;

     

    2. alle voorwerpen ter controle op de naleving van verkeersregels, voor zover deze door of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst, zoals:

    a. camera’s en de daarbij behorende masten;

     

    3. alle voorwerpen ter regulering van het parkeren, voor zover deze door of in opdracht van de gemeente worden geplaatst, zoals:

    a. anti-parkeerpalen (vaste palen en klappalen);

    b. betonnen bollen;

    c. zwerfkeien;

    d. pollers;

    e. klapbeugels;

    f. verplaatsbare palen;

    g. parkeerapparatuur (zoals parkeerautomaten en parkeermeters);

    h. vlonders;

     

    4. alle voorwerpen voor het opladen van elektrische voertuigen, voor zover deze door of in opdracht van de gemeente worden geplaatst, zoals:

    a. laadpalen voor elektrische voertuigen;

     

    5. veiligheidsvoorzieningen zoals pollers, anti-rampalen, e.d. die getroffen worden ter uitvoering van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer dan wel dergelijke veiligheidsvoorzieningen die getroffen worden ter bescherming van gebouwen van overheids- en internationale instanties;

     

    6. camera’s en de daarbij behorende masten, ter uitvoering van daartoe strekkende besluiten van de burgemeester geplaatst;

     

    7. alle straatverlichting voor zover deze door of in opdracht van de gemeente wordt geplaatst;

     

    8. alle gebods-, verbodsborden, voor zover deze door of in opdracht van de gemeente worden geplaatst;

     

    9. alle informatieborden voor zover deze door of in opdracht van de gemeente worden geplaatst, zoals:

    a. bewegwijzeringsborden;

    b. plaats- of objectaanduidingsborden (zoals straatnaamborden, stadsdeel-, wijken buurtaanduidingen);

     

    10. alle speel- en sporttoestellen die door of in opdracht van de gemeente worden geplaatst, zoals:

    a. wipkippen;

    b. speelhuisjes en -boten;

    c. doelpalen;

    d. basketbalpalen;

    e. klimpalen, -rekken en overige klimobjecten;

    f. schommels, wippen en dergelijke;

     

    11. de door of in opdracht van de gemeente geplaatste inzamelvoorzieningen voor afval, zoals:

    a. afvalbakken voor straatafval;

    b. boven- en ondergrondse afvalcontainers zoals glas- en papierbakken;

    c. vuilcocons of verzamelcontainers;

     

    12. door of in opdracht van de gemeente aangebrachte beplantingen;

     

    13. overige kleine voorwerpen met een publieke functie die door of in opdracht van de gemeente wordt geplaatst, zoals:

    a. zitbanken;

    b. permanente hekwerken;

    c. fietsrekken;

    d. fietsklemmen;

    e. fietsbeugels;

    f. stadsklokken;

    g. informatiezuilen (zoals plattegronden);

    h. kettingpalen;

    i. afsluitpalen;

    j. bloem-/planten-/boombakken;

    k. boombeugels of boomkransen;

    l. drinkfonteinen;

    m. vlaggenmasten;

    n. brandkranen;

    o. tijdelijk geplaatste verkiezingsborden;

 

  • II.

    dat het aanwijzingsbesluit van 1 juni 2021, kenmerk DSB/10107453 (RIS308953) wordt ingetrokken.

 

  • III.

    dat dit besluit in werking treedt de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

Den Haag, 8 februari 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Toelichting

In het kader van een tijdelijke andere inrichting van straten plaatst de gemeente voorwerpen op parkeerplaatsen. Ter voorkoming van onnodige besluitvormingsprocedures over triviale objecten is het daarbij wenselijk om voorwerpen in verband met deze voorwerpen van de vergunningplicht op basis van artikel 2:10 van de APV uit te zonderen.

Vanwege de leesbaarheid bij deze wijziging wordt het aanwijzingsbesluit thans opnieuw vastgesteld.

 

 

Bezwaar

Bent u het niet eens met dit besluit? En bent u belanghebbende? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Stuur dit uiterlijk binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit in.  

 

Maakt u gebruik van internet? Dien uw bezwaarschrift dan in via www.denhaag.nl/bezwaar. U heeft hiervoor DigiD nodig. Op www.denhaag.nl/bezwaar vindt u meer informatie. E-mailen kan niet.  

 

Beschikt u niet over internet, dan kunt u het bezwaarschrift ook opsturen naar het volgende adres:  

 

Burgemeester en wethouders van Den Haag  

AWB/bezwaar  

Postbus 12 600  

2500 DJ DEN HAAG  

 

In het bezwaarschrift moet het volgende staan:  

- naam en adres, telefoonnummer (waar wij u overdag kunnen bereiken) en emailadres;

- de datum en handtekening;  

- een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (stuur een kopie mee of noem het kenmerk);  

- de argumenten voor bezwaar.  

 

Dient u namens iemand anders het bezwaar in? Stuur dan schriftelijke en ondertekende verklaring (volmacht) mee waaruit blijkt dat u namens die persoon het bezwaar mag indienen.  

 

Bij een spoedeisend belang kunt u na het indienen van een bezwaarschrift een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de rechtbank Den Haag.  

 

 

Naar boven