Gemeenteblad van Blaricum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Blaricum | Gemeenteblad 2022, 582103 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Blaricum | Gemeenteblad 2022, 582103 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
a. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
b. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8,letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Artikel 6. Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a. kampeermiddelen op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode 1 april tot en met 30 september bepaald op: 2,6
b. kampeermiddelen op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode 1 maart tot en met 31 oktober bepaald op: 2,6;
c. kampeermiddelen op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december bepaald op: 2,4;
d. kampeermiddelen op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode 1 april tot en met 1 juli bepaald op: 2,7;
e. kampeermiddelen op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode 1 september tot en met 31 oktober bepaald op: 2,4;
2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:
a. ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 april tot en met 30 september, bepaald op 40.
b. ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 maart tot en met 31 oktober, bepaald op 60.
c. ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december, bepaald op 80.
d. ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 april tot en met 1 juli, bepaald op 30.
e. ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 september tot en met 31 oktober, bepaald op 20.
Artikel 7. Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
1. Het tarief bedraagt per overnachting € 2,00.
2. Bij overnachten door groepen van meer dan 10 personen vanuit het basis of voortgezet onderwijs in het kader van het les of schoolprogramma worden de onder lid 1 genoemde bedragen verlaagd met 50%.
Artikel 12. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is een voorlopige aanslag invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het jaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt.
De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-582103.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.