Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Voorst 2019 (4e wijziging).

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2022, nummer 157350;

B E S L U IT:

vast te stellen de: verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2019 (4e wijziging).

Artikel I

Aan artikel 1.1 (Definities) worden vier definities toegevoegd/gewijzigd, deze luiden als volgt:

  • beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

  • bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

Artikel II

Het vierde lid van artikel 1.2 (Beslistermijn) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel III

Er wordt een derde lid aan artikel 1.4 (Voorschriften en beperkingen) toegevoegd, dat luidt:

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

Artikel IV

Er wordt een tweede lid aan artikel 1.5 (Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing) toegevoegd, dat luidt:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

Artikel V

Aan artikel 1.6 (Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing) wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

Artikel VI

Het vierde lid van artikel 2.1.5.1 (Voorwerpen op of aan de weg) komt te vervallen. Het oorspronkelijke vijfde lid van artikel 2.1.5.1 wordt vernummerd naar het vierde lid. Het oorspronkelijke zesde lid wordt vernummerd naar het vijfde lid.

Het vijfde lid van artikel 2.1.5.1 wordt gewijzigd en luidt als volgt:

  • 5.

    Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening Gelderland of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel VII

Het tweede lid van artikel 2.1.5.2 ((Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg) komt te vervallen. Het oorspronkelijke derde lid van artikel 2.1.5.2 wordt vernummerd naar het tweede lid. Het oorspronkelijke vierde lid wordt vernummerd naar het derde lid. Het oorspronkelijke vijfde lid wordt vernummerd naar het vierde lid.

Het vierde lid van artikel 2.1.5.2 wordt gewijzigd en luidt als volgt:

  • 4.

    Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening Gelderland of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

Artikel VIII

Het vierde lid van artikel 2.1.5.3 ((Omgevings)vergunning voor het maken, hebben, veranderen van een uitweg) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, Omgevingsverordening Gelderland of waterschapsverordening.

Artikel IX

Het vijfde lid van artikel 2.1.5.3 komt te vervallen.

Artikel X

Het derde lid van artikel 2.1.6.2 (Winkelwagentjes) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

Artikel XI

Het tweede lid van artikel 2.1.6.9 (Voorzieningen voor verkeer en verlichting) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

Artikel XII

Het tweede lid van artikel 2.1.6.11 (Veiligheid op het ijs) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de Omgevingsverordening Gelderland.

Artikel XIII

Het derde en het vierde lid van artikel 2.2.3 (Ordeverstoring) komen te vervallen.

Het vijfde lid wordt vernummerd naar het derde lid.

Artikel XIV

Het vierde lid van artikel 2.3.1.4 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Het eerste en het derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

Artikel XV

Voor artikel 2.3.2.4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 2.3.2.3 Nachtregister

  • 1.

    De houder van een inrichting is verplicht een register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model.

  • 2.

    De houder van een inrichting of een voor hem handelend persoon is verplicht het in het eerste lid bedoelde register aan de burgemeester over te leggen op een door de burgemeester te bepalen wijze.

Artikel XVI

Het tweede lid van artikel 2.4.8 (Verboden drankgebruik) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op:

  • a.

    en terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

  • b.

    een andere plaats dan een horecabedrijf als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet.

Artikel XVII

Na artikel 2.4.19 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 2.4.19A Gevaarlijke honden op eigen terrein

  • 1.

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester een muilkorfgebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2.4.19, eerste lid.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet als:

  • a.

    op een vanaf de weg zichtbare plaats een naar het oordeel van de burgemeester duidelijk leesbaar waarschuwingsbord is aangebracht; en

  • b.

    het mogelijk is een brievenbus te bereiken en aan te bellen zonder het terrein te betreden; en

  • c.

    het terrein voorzien is van een zodanig hoge en deugdelijke afrastering dat de hond niet zelfstandig buiten het terrein kan komen.

Artikel XVIII

Het eerste lid van artikel 2.4.20 (Houden van hinderlijke of schadelijke dieren) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

  • a.

    aanwezig te hebben;

  • b.

    aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college in het aanwijzingsbesluit gestelde regels;

  • c.

    aanwezig te hebben in een groter aantal dan in het aanwijzingsbesluit is aangegeven; of

  • d.

    te voeren.

Artikel XIX

Artikel 2.6.1 (Definitie) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1 of F2, dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

Artikel XX

Artikel 2.6.3a (Carbid schieten) komt te vervallen.

Artikel XXI

Aan het vierde lid van artikel 2.10.5 (Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat) wordt een sub g toegevoegd, dat als volgt luidt:

  • g.

    indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of de Omgevingswet.

Artikel XXII

Aan het zevende lid van artikel 2.10.5 wordt gewijzigd wordt een sub j toegevoegd, dat als volgt luidt:

  • j.

    indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of de Omgevingswet.

Artikel XXIII

Het eerste lid, sub b van artikel 3.1.6 (Weigeringsgronden) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • b.

    de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan; of

Artikel XXIV

Het eerste lid, sub g van artikel 3.1.7 (Intrekkingsgronden) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • g.

    de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

Artikel XXV

Het vierde lid van artikel 3.2.3 (Sluitingstijden) komt te vervallen.

Artikel XXVI

Aan artikel 4.1.1 (Definities) worden twee definities toegevoegd/gewijzigd, deze luiden als volgt:

  • Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4.1.2 tot en met 4.1.4A uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

Artikel XXVII

Het eerste lid, sub c van artikel 4.1.4 A (Onversterkte muziek) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • c.

    de waarden in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

Artikel XXVIII

Het vierde lid van artikel 4.1.4 A (Onversterkte muziek) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

Artikel XXIX

Het vierde lid van artikel 4.1.5 (Overige geluidhinder) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, of de Omgevingsverordening Gelderland.

Artikel XXX

Het eerste lid, sub i van artikel 4.3.2 (Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • i.

    houtopstanden die vallen binnen de Wet natuurbescherming en gelegen zijn buiten de bebouwde kom, tenzij het betreft:

  • houtopstanden op erven en in tuinen;

  • houtopstanden die een zelfstandige eenheid vormen, en hetzij geen groter oppervlakte beslaan dan 10 are, hetzij in geval van rijbeplanting, gerekend over het totaal aantal rijen, niet meer bomen omvatten dan 20.

Artikel XXXa

Het eerste lid van artikel 4.4.1 (Opslag voertuigen, vaartuigen, mest en dergelijke) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • a.

    onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;

  • b.

    bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;

  • c.

    kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4.5.1 of onderdelen daarvan, voor zover het plaats- en of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel; of

  • d.

    mestopslag, gierkelders of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen.

Artikel XXXI

Het derde lid van artikel 4.4.1 (Opslag voertuigen, vaartuigen, mest en dergelijke) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de Omgevingsverordening Gelderland.

Artikel XXXII

Het tweede lid van artikel 4.4.2 (Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

Artikel XXXIII

Artikel 4.5.1 (Definitie) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

Artikel XXXIV

Het eerste lid van artikel 4.5.2 (Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

Artikel XXXV

Het tweede lid, sub c van artikel 4.6.1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • c.

    voor zover de Wet natuurbescherming van toepassing is;

Artikel XXXVI

Het tweede lid van artikel 5.1.4 (Voertuigwrakken) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of het Besluit activiteiten leefomgeving.

Artikel XXXVII

Het derde lid van artikel 5.1.5 (Kampeermiddelen en andere voertuigen) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingsverordening Gelderland.

Artikel XXXVIII

In de tekst opnemen na artikel 5.1.8:

Artikel 5.1.9 Parkeren anders dan op de rijbaan.

Vervallen.

Artikel XXXIX

Het eerste lid van artikel 5.1.11 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

Artikel XL

Het tweede lid van artikel 5.2.3.2 (Standplaatsvergunning en weigeringsgronden) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

Artikel XLI

Het eerste lid van artikel 5.2.3.4 (Afbakeningsbepalingen) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Artikel 5.2.3.2, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de Omgevingsverordening Gelderland.

Artikel XLII

Het tweede lid van artikel 5.3.7 (Veiligheid op het water) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Omgevingsverordening Gelderland of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

Artikel XLIII

Het derde lid van artikel 5.4.1 (Crossterreinen) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

Artikel XLIV

Het eerste lid van artikel 5.5.1 (Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

Het vijfde lid van artikel 5.5.1 (Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de Omgevingsverordening Gelderland.

Artikel XLV

Na artikel 5.5.1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat als volgt luidt:

Artikel 5.5.2 Stookoverlast

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder:

  • a.

    windstil: een windkracht van minder dan 2 op de schaal van Beaufort;

  • b.

    mist: er is sprake van mist bij een zicht van minder dan 1.000 m;

  • c.

    schoon stookhout: hout, alsmede speciaal voor het gebruik in open haarden en houtkachels bestemde in de handel verkrijgbare brandstoffen. Niet als stookhout wordt aangemerkt: verlijmd, ondergedompeld, geïmpregneerd en/of gelakt hout, hardboard, MDF, tri- of multiplex, dakleer, kunststoffen, en dergelijke.

  • 2.

    Het is verboden om hout te stoken, indien:

  • a.

    het windstil is; of

  • b.

    het mistig is; of

  • c.

    er geen schoon stookhout wordt gebruikt; of

  • d.

    het schone stookhout een vochtigheidspercentage heeft van meer dan 20%.

  • 3.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer of enige in deze wet genoemde milieuwet van toepassing is.

Artikel XLVI

  • 1.

    De artikelen IX, XIII, XV, XVI, XVII, XVIII, XIX, XX, XXV, XXVII, XXVIII, XXX, XXXa, XXXII, XXXIII, XXXV, XXXVI, XXXVIII, XXXIX en XLV treden in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    De overige artikelen treden in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2022.

Dini Vriezekolk-Groenewold, griffier

Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester

Naar boven