Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Legesverordening Amsterdam 2023 in verband met het opnemen van de Rijkstarieven in hoofdstuk 2 Burgerzaken van de Legestabel 2023 (Wijziging Legesverordening Amsterdam 2023 in verband met opnemen Rijkstarieven Burgerzaken)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 216 en artikel 229 van de Gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I  

De Bijlage: Legestabel 2023 bij de Legesverordening Amsterdam 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Hoofdstuk 2 Burgerzaken komt te luiden zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel III  

Dit besluit wordt aangehaald als Wijziging Legesverordening Amsterdam 2023 in verband met opnemen Rijkstarieven Burgerzaken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 13 december 2022.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Bijlage bij artikel I ‘Hoofdstuk 2 Burgerzaken van de Legestabel 2023’:

Nummer

Tekst

Tarief 2023 incl. index

2.

HOOFDSTUK 2 - BURGERZAKEN

2.1

BURGERLIJKE STAND

2.1.2

VERKLARING HUWELIJKSBEVOEGDHEID EN AKTEN

Voor het verstrekken van:

2.1.2.1

een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 27,50

2.1.2.2

een uittreksel of afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 15,70

2.1.2.3

een meertalig formulier van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 21,20

2.1.2.4

een meertalig formulier van een uittreksel of afschrift als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 15,70

2.2

REISDOCUMENTEN

2.2.1

PASPOORT

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

2.2.1.1

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 58,85

2.2.1.2

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 77,85

2.2.1.3

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 77,85

2.2.1.4

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger dan 18 jaar is (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 58,85

2.2.1.5

een spoedlevering van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.4 genoemde documenten worden de betreffende tarieven verhoogd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 53,00

2.2.1.6

het bezorgen van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.5 genoemde documenten is de toeslag (afgerond [naar beneden] op vijf cent) verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 16,70

2.2.2

NEDERLANDSE IDENTITEITSKAART

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet en artikel 6 besluit paspoortgelden:

2.2.2.1

voor een persoon die op het moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 37,95

2.2.2.2

voor een persoon die op het moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 70,35

2.2.2.3

worden bij spoedlevering de tarieven, genoemd in 2.2.2.1 en 2.2.2.2, vermeerderd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 53,00

2.2.2.4

is voor het bezorgen van de onder 2.2.2.1 t/m 2.2.2.3 genoemde documenten de toeslag (afgerond [naar beneden] op vijf cent) verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 16,70

2.3

RIJBEWIJZEN

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.3.1

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent zijnde het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs, afgerond naar beneden op vijf cent

€ 44,65

2.3.2

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs via de Rijksdienst voor het Wegverkeer geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent, afgerond naar beneden op vijf cent

€ 44,65

2.3.3

van een spoedlevering van de onder 2.3.1 en 2.3.2 genoemde documenten wordt het legesbedrag verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven, afgerond naar beneden op vijf cent

€ 34,10

2.3.4

voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief welke staat vermeld op de gezondheidsverklaring

€ 41,00

2.5

VERKLARINGEN

2.5.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van een attestatie de vita als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 15,70

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van:

2.5.2

een bewijs van in leven zijn

€ 22,40

2.5.3

een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

€ 41,35

2.5.4

een "laissez-passer" (lijkenpas)

€ 22,40

2.5.5

een verlof voor het bespoedigen van de termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging

€ 22,40

2.5.6

een verlof voor het uitstellen van de termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging

€ 22,40

2.5.7

een legalisatie van een handtekening

€ 22,40

2.5.8

het waarmerken van afschriften (certificaat van oorsprong)

€ 22,40

2.5.9

een verklaring betreffende woonplaats of hoofdverblijf als bedoeld in artikel 8, lid 1, sub c van de Rijkswet op het Nederlanderschap 1984

€ 22,40

2.5.10

een bewijs van Nederlanderschap ten behoeve van één persoon

€ 22,40

2.5.11

een bewijs van Nederlanderschap dat is bestemd voor meer dan één persoon: het bedrag in 2.5.10, vermeerderd met het hierna vermelde tarief voor elke extra persoon

€ 2,05

2.6

NATURALISATIE

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden de hierna genoemde tarieven geheven:

2.6.1

voor een optie, per persoon (tariefcode A), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 206,00

2.6.2

voor een optie, samen met partner (tariefcode B), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 351,00

2.6.3

voor een optie, per mede-opterend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode C), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 23,00

2.6.4

voor een naturalisatie, per persoon (tariefcode D), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 970,00

2.6.5

voor een naturalisatie, samen met partner (tariefcode E), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 1.238,00

2.6.6

voor een naturalisatie, per vluchteling of staatloze (tariefcode F), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 722,00

2.6.7

voor een naturalisatie van een vluchteling of staatloze samen met partner (tariefcode G), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 991,00

2.6.8

voor een naturalisatie, per meenaturaliserend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode H), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 143,00

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot afgifte van een garantstelling indien een burger voor een derde - niet woonachtig in Nederland - garant wenst te staan en/of deze derde onderdak wenst te bieden bedraagt het tarief:

2.6.9

per handtekening, waarbij in geval van ontvangst van een echtgeno(o)te, dan wel geregistreerd partner, beide partners een handtekening dienen te zetten

€ 22,40

 

Algemeen deel

De Amsterdamse Legesverordening wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad. Op basis van artikel 9 uit de Legesverordening Amsterdam 2023 is het college van B&W bevoegd om zuiver redactionele wijzigingen en veranderende Rijkstarieven door te voeren. Het gaat hier om tarieven voor 2023 die worden bepaald door het Rijk en die pas gedurende de bestuurlijke behandeling van de Amsterdamse legesverordening bekend zijn geworden.

De artikelen 2.5.4 t/m 2.5.11 en artikel 2.6.9 staan reeds vermeld in de legesverordening zoals vastgesteld door de raad op 9/10 november en zijn hier voor de volledigheid van hoofdstuk 2 opgenomen.

Naar boven