2.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
|
|
2.4.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.4.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo (inclusief reclameobjecten, m.u.v. die genoemd zijn in art. 3.2.2.3) bedraagt het tarief:
|
|
2.4.1.1.1
|
indien het een balievergunning betreft:
|
€ 156,95
|
2.4.1.1.2
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000,- bedragen:
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
4,35 %
€ 159,60
|
2.4.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 200.000,- of meer bedragen:
van de bouwkosten boven de € 200.000,-:
vermeerderd met:
|
3,55 %
€ 8.722,35
|
2.4.1.1.4
|
Het overeenkomstig 2.4.1.1.3 berekende bedrag bedraagt maximaal:
|
€ 500.000,00
|
2.4.1.1.5
|
Indien het noodzakelijk is om de aanvraag buiten behandeling te stellen, zal voor de reeds verrichte werkzaamheden een tarief in rekening worden gebracht van:
|
€ 320,25
|
2.4.1.1.6
|
De leges voor artistieke kunstwerken (zonder functioneel nut) worden gebaseerd op de hoogte van de bouwsom voor de benodigde bouwkundige constructies (bijvoorbeeld fundering). De kosten van het kunstwerk vallen daarmee buiten de legesberekening.
|
|
2.4.1.2
|
Indien initiatiefnemer de welstandstoets vooraf zelf regelt of de gemeente dit achteraf doet, worden in voorkomend geval de op grond van 2.4.1.1 verschuldigde leges verhoogd met de kosten die Libau voor het uitbrengen van een welstandsadvies in rekening heeft gebracht, waarbij deze kosten bij een welstandstoets achteraf worden vermeerderd met € 300,00 voor gemeentelijke begeleidingskosten.
|
|
2.4.1.2.1
|
Voor woningen van hetzelfde type welke in één complex worden uitgevoerd, is de berekeningswijze zoals deze door Libau te Groningen wordt toegepast van toepassing.
|
|
2.4.1.3
|
Achteraf ingediende aanvraag
Indien een aanvraag wordt ingediend na aanvraag of gereedkomen van de bouwactiviteit wordt het tarief zoals bepaald in onderdeel 2.4.1.1 verhoogd (tenzij de extra kosten van de legalisering redelijkerwijs niet ten laste van de aanvrager kunnen worden gebracht) met:
|
50 %
|
2.4.2
|
Aanlegactiviteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 675,10
|
2.4.3
|
Planologisch strijdig gebruik
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.4.3.1
|
indien het een kruimelafwijking betreft:
|
€ 362,55
|
2.4.3.2
|
indien het een kiezelafwijking betreft:
|
€ 557,80
|
2.4.3.3
|
indien het een brokstukafwijking betreft:
|
|
|
Voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van =< 150 m2
|
€ 2.668,50
|
|
Voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 150 m2 en =< 450 m2
|
€ 5.870,75
|
|
Voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 450 m2
|
€ 8.005,55
|
2.4.3.4
|
Indien aan een aanvraag Omgevingsvergunning met brokstukafwijking een positief principebesluit van het college ten grondslag ligt én tussen het principebesluit en indiening in OLO niet meer dan 26 weken ligt, worden de op grond van 2.4.3.3 geheven leges verminderd met
|
20 %
|
2.4.3.5
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 557,80
|
2.4.3.6
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 557,80
|
2.4.3.7
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 2.303,10
|
2.4.3.8
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 2.303,10
|
2.4.3.9
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van een voorbereidingsbesluit):
|
€ 581,95
|
2.4.3.10
|
Voor het voeren van een ontheffings- of wijzigingsprocedure kan het noodzakelijk zijn om onderzoeken, plannen of adviezen te laten verrichten/opstellen door externen. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld: beeldkwaliteitsplan; flora & fauna onderzoek, bodemonderzoek, geluidsonderzoek (meting/berekening), planologisch kader/bestemmingsplan/wijzigingsplan of een stedenbouwkundige onderbouwing.
De gemeente is in de praktijk (in overleg met de aanvrager) veelal opdrachtgever voor deze activiteiten, waarvoor de aanvrager primair verantwoordelijk is. De kosten worden dan ook verhaald op de aanvrager, naast de andere leges. Over de werkzaamheden en de hiermee samenhangende kosten zal vooraf een begroting worden opgesteld door de betrokken partijen.
|
Variabel
|
2.4.4
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.4.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 572,75
|
2.4.4.2
|
Voor het wijzigen of intrekken van de voorwaarden waaronder de vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo is verleend, bedraagt het tarief:
|
€ 228,00
|
2.4.4.3
|
Het in 2.4.4.1 genoemde bedrag moet worden vermeerderd met de bedragen genoemd in 2.4.4.4 indien en voor zover deze op het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft van toepassing zijn.
|
|
2.4.4.4
|
De opslag als bedoeld in 2.4.4.3 bedraagt voor:
bouwwerken waarin aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
bouwwerken waarin aan meer dan tien kinderen jonger dan twaalf jaar of aan meer dan tien lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft;
met een oppervlakte van:
minder dan 100 m2
100 tot 200 m2
200 tot 300 m2
300 tot 500 m2
500 tot 1.000 m2
1.000 tot 2.000 m2
2.000 tot 3.000 m2
3.000 tot 4.000 m2
4.000 tot 5.000 m2
5.000 tot 6.000 m2
6.000 tot 7.000 m2
7.000 tot 8.000 m2
8.000 tot 9.000 m2
9.000 tot 10.000 m2
10.000 tot 15.000 m2
15.000 tot 20.000 m2
20.000 tot 30.000 m2
30.000 tot 40.000 m2
40.000 tot 50.000 m2
50.000 m2 of meer
|
€ 255,25
€ 385,45
€ 640,60
€ 1.028,80
€ 1.568,95
€ 2.211,10
€ 3.033,25
€ 3.353,60
€ 3.675,25
€ 4.203,10
€ 4.546,95
€ 4.770,45
€4.850,50
€ 5.268,45
€ 6.145,20
€ 6.466,85
€ 8.084,60
€ 8.626,15
€9.170,30
€ 9.703,65
|
2.4.5
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.4.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de geldende Erfgoedverordening Gemeente Veendam aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 14, eerste lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.4.5.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
Geen Tarief
|
2.4.5.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 936,10
|
2.4.5.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of het op grond van de geldende Erfgoedverordening Gemeente Veendam aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 228,00
|
2.4.6
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.4.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 513,50
|
2.4.6.2
|
Asbesthoudende materialen
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.4.6.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
€ 110,20
|
2.4.7
|
Aanleggen of veranderen weg
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 228,00
|
2.4.8
|
Kappen
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de thans geldende Bomenverordening gemeente Veendam een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.4.8.1
|
voor 25 bomen of minder
|
€ 157,55
|
2.4.8.2
|
voor meer dan 25 bomen
|
€ 470,05
|
2.4.9
|
Opslag van roerende zaken
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
|
|
2.4.9.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo
|
€ 629,70
|
2.4.9.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo
|
€ 629,70
|
2.4.10
|
Natura 2000-activiteiten
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 342,00
|
2.4.11
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 571,40
|
2.4.12
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.4.12.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.4.12.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.4.12.3
|
voor het wijzigen van de tenaamstelling van de omgevingsvergunning
|
€ 71,95
|
2.4.13
|
Beoordeling bodemrapport
Indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dit hoofdstuk bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, wordt geheven:
|
|
2.4.13.1
|
voor een milieukundig bodemrapport
|
€ 373,45
|
2.4.13.2
|
voor een archeologisch bodemrapport
|
€ 373,45
|
2.4.13a
|
Leveren bodeminformatie
|
|
2.4.13a.1
|
Voor het leveren van een specifiek bestaand bodemrapport
|
€ 12,55
|
2.4.13a.2
|
Verzoek tot het aanleveren van bodeminformatie met onderzoek
|
€ 157,25
|
2.4.14
|
Advies
|
|
2.4.14.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning
|
€ 899,60
|
2.4.15
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.4.15.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.4.15.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 1.696,45
|
2.4.15.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.4.15.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.4.15.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|