2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.1.1
|
een percentage van de bouwkosten van
|
3,0%
|
met een minimum van
|
€239,70
|
2.3.1.1.
|
Als een aanvraag voor een(ver)bouwproject, zoals bedoeld in 2.3.1 betrekking heeft op de realisatie van een groen dak waarbij geldt dat het gewicht van het vegetatiedek minimaal 60 kg/m2 bedraagt en de dikte van de substraatlaag minimaal 5 centimeter, dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in 2.3.1.1. Het dak moet voor tenminste 70% worden afgedekt met het vegetatiedek. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal €50.000 per aanvraag. Als gebruik wordt gemaakt van de legeskorting zoals genoemd in de artikelen 2.3.1.1.3, 2.3.1.1.4, 2.3.1.1.5 en 2.3.1.1.6 kan geen aanspraak meer gemaakt worden op deze legeskorting.
|
|
2.3.1.1.2
|
Leges zijn niet verschuldigd als een aanvraag voor een (ver)bouwproject, zoals bedoeld in 2.3.1.1.1 enkel betrekking heeft op een realisatie van een groen dak. Voorwaarden hierbij zijn dat het gewicht van het vegetatiedek minimaal 60kg/m2 bedraagt, de dikte van de substraatlaag minimaal 5 centimeter bedraagt en het dak voor tenminste 70% is afgedekt met het vegetatiedek. Als gebruik wordt gemaakt van de legeskorting zoals genoemd in de artikelen 2.3.1.1.3, 2.3.1.1.4, 2.3.1.1.5 en 2.3.1.1.6 kan geen aanspraak meer gemaakt worden op deze legeskorting.
|
|
2.3.1.1.3
|
Indien bij een aanvraag voor een nieuwbouwproject, zoals bedoeld in artikel 2.3.1 door middel van een BREEAM-beoordeling of een hiermee gelijkwaardige beoordeling, aangetoond kan worden dat significante duurzaamheidsmaatregelen worden getroffen dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in 2.3.1.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal €100.000 per aanvraag. Onder significante duurzaamheidsmaatregelen wordt bij een BREEAM-beoordeling verstaan een beoordelingskwalificatie van het pakket aan duurzaamheidsmaatregelen van ten minste “excellent”.
|
|
2.3.1.1.4
|
Indien een aanvraag voor een verbouwproject, zoals bedoeld in 2.3.1 betrekking heeft op een bouwwerk met een utiliteitsfunctie met een aantoonbaar Energielabel A die voldoet aan de Regeling energieprestatie gebouwen, dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in 2.3.1.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal € 100.000 per aanvraag.
|
|
2.3.1.1.5
|
Indien een aanvraag voor een verbouwproject, zoals bedoeld in 2.3.1, betrekking heeft op een bouwwerk met een woonfunctie met een aantoonbaar Energielabel A die voldoet aan de Regeling energieprestatie gebouwen, dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in 2.3.1.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal € 100.000 per aanvraag.
|
|
2.3.1.1.6
|
Indien in combinatie met een verbouwproject als genoemd onder 2.3.1.1.4 of 2.3.1.1.5 tevens sprake is van vervanging van een asbestdak, dan bedraagt het tarief 25% van de verschuldigde leges zoals vermeld onder 2.3.1.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 75% bedraagt maximaal € 100.000 per aanvraag.
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Indien voor de beoordeling van de aanvraag bedoeld in onderdeel 2.3.1 een advies van een agrarische beoordelingscommissie nodig is worden de in dit hoofdstuk vermelde tarieven verhoogd met de productiekosten. Een begroting van deze kosten wordt voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de kosten aan de aanvrager is medegedeeld. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan de geraamde kosten, wordt teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
|
2.3.1.4.1
|
een percentage van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges van
|
10%
|
met een minimumbedrag van
|
€239,70
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.3.
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€638,40
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€638,40
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
25%
|
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
25%
|
van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€437,80
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€437,80
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€437,80
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€638,40
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€638,40
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€9.919,25
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€1.709,95
|
2.3.4.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€437,80
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€437,80
|
2.3.4.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€437,80
|
|
|
|
2.3.5.
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€1.248,90
|
|
|
|
2.3.6.
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.2
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument dan wel het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€239,70
|
2.3.6.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.8.
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met een provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.9.
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€97,65
|
|
|
|
2.3.12
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.13
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling,
|
|
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.15.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, verhoogd met
|
5%
|
met een minimum van
|
€239,70
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, verhoogd met
|
5%
|
met een minimum van
|
€239,70
|
|
|
|
2.3.16
|
Advies
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16 is uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo:
|
|
2.3.17.2
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€684,65
|
2.3.17.3
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.4
|
Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel 2.3.17.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.18
|
Ontheffing bouwlawaai
|
|
2.3.18.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing bouwlawaai op grond van artikel 8.33 van het Bouwbesluit 2012:
|
€239,70
|