Gemeente Nijkerk - Wijziging Algemene plaatselijke verordening Nijkerk 2021

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2022;

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

b e s l u i t :

de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021 als volgt te wijzigen:

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening Nijkerk 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Van artikel 2:26 (Ordeverstoring) vervallen lid 2 en 3 en vervalt van het eerste lid het lidnummer 1.

B

Toegevoegd wordt:

Artikel 2:34a Proeverijen in slijtlokaliteiten

• 1. Slijtersbedrijven zijn vrijgesteld van het in artikel 3, eerste lid, en het in artikel 14, eerste lid, van de Alcoholwet vervatte verbod, ten behoeve van het tegen betaling organiseren van een proeverij in hun slijtlokaliteit.

• 2. De vrijstelling geldt buiten de dagen en tijden dat de slijtlokaliteit bij of krachtens de Winkeltijdenwet regulier is opengesteld.

C

In artikel 2:60 (Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren) eerste lid wordt “opheffing” vervangen door ”beëindiging’’.

D

Artikel 2:80 (Openbare orde) wordt vervangen door:

Artikel 2:80 Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

• 1. De burgemeester kan de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte en daarbij behorende erven, als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, als daar:

  • a. is gehandeld in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen

  • b. door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen

  • c. discriminatie heeft plaatsgevonden op grond van ras, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook;

  • d. wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend of

  • e. zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.

• 2. Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene Wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot sluiting tevens bekend gemaakt door een schrijven, waaruit van dat bevel tot sluiting blijkt, aan te brengen op of nabij de toegang(en) van het gebouw of het erf.

• 3. Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

• 4. Het is de rechthebbende op het gebouw en/of het erf, verboden om, nadat het bevel tot sluiting bekend is gemaakt op de in het tweede lid aangegeven wijze, daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven.

• 5. Het is een ieder verboden om, nadat het bevel tot sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, in een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf als bezoeker te verblijven.

• 6. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het onderwerp van de regeling van het eerste lid elders wordt voorzien in deze verordening of in artikel 13b van de Opiumwet.

E

In het eerste lid van artikel 2:44a wordt ‘door het college’ vervangen door ‘door de burgemeester’.

F

In het tweede lid onder a. en b. van artikel 2:48 wordt ‘Drank- en horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

G

Toegevoegd wordt een nieuw artikel 2:48b:

Artikel 2:48b Lachgasverbod

• 1. Het is verboden op een openbare plaats lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, als dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

• 2. Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

• 3. Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

H

Toegevoegd wordt een nieuw artikel 2:49a:

Artikel 2:49a Hinderlijk gedrag in of vanuit een woning

• 1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, dient er zorg voor te dragen dat, door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf, geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

• 2. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang, indien het in het eerste lid bepaalde wordt overtreden.

I

Artikel 2:50a (Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties) vervalt.

J

Artikel 2:65 (Bedelarij) wordt vervangen door:

Artikel 2:65 Bedelarij

Het is verboden op een openbare plaats te bedelen om geld of andere zaken in door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast aangewezen gebieden.

K

Artikel 2:74 wordt vervangen door:

Artikel 2:74 Drugshandel op straat

Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg of op een andere openbare plaats post te vatten of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.

L

In artikel 2:74a (Openlijk drugsgebruik) wordt na ‘daarop gelijkende waar’ ingevoegd:

‘, zoals lachgas en 3-MMC, ‘

M

In artikel 2:79 (Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet) vervalt in het eerste lid de zinsnede: ‘aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven,’.

N

In artikel 4:13 (Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke), eerste lid wordt “opheffing” vervangen door “beëindiging”.

O

In artikel 5:12 (Overlast van fietsen of bromfietsen), eerste lid, wordt “opheffing” vervangen door “beëindiging”.

P

In de opsomming in het eerste lid van artikel 6:1 (sanctiebepaling) wordt het volgende gewijzigd:

• na 2:60, wordt toegevoegd: ‘2:64, 2:65’

• na 4:6, wordt toegevoegd: ‘4:7, 4:8,’

• na 4:15, wordt toegevoegd: ‘4:18,’

• na 5:3, wordt toegevoegd: ‘5:4, 5:5, 5:6,’.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk

d.d. 15 december 2022,

de griffier,

mevrouw A.G. VERHOEF-FRANKEN

de voorzitter,

de heer mr. drs. G.D. RENKEMA