Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2022, 579695 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2022, 579695 | gemeenschappelijke regeling |
Besluit tot 2e wijziging van de Gemeenschappelijke regeling BghU 2020
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug en Zeist, en het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
hoofdstuk V van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Tweede wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht 2020 (Stcrt. 2019, nr. 67125), zoals laatstelijk gewijzigd bij de eerste wijziging (Stcrt. 2020, nr. 60767)
In de gemeenschappelijke regeling worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Artikel 3, eerste lid komt te luiden:
Er is een bedrijfsvoeringsorganisatie Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht.
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
Elk van de colleges wijst uit zijn midden een lid aan dat hem in het bestuur vertegenwoordigt.
De artikelen 6, 7, 8, 9, 10 en 11 komen te vervallen.
In artikel 12, eerste lid onder b, worden de woorden “, niet zijnde de voorzitter,” geschrapt.
De artikelen 13 en 14 komen te vervallen.
De artikelen 16 en 17 komen te vervallen.
In artikel 18 komt de laatste volzin te vervallen.
Artikel 19, eerste en tweede lid, komen te luiden:
In artikel 20 eerste lid wordt het woord ‘benoemd’ vervangen door ‘aangewezen’.
In artikel 35 komt het derde lid te vervallen. Het vierde tot en met zesde lid worden omgenummerd tot het derde tot en met vijfde lid.
In artikel 39 komen het derde en het vierde lid te vervallen.
In artikel 50, vierde lid komen de woorden “en 27” te vervallen.
In artikel 52, eerste lid, wordt “het openbaar lichaam” vervangen door “het samenwerkingsverband”.
In artikel 57 komen de woorden “artikel 62 a, tweede lid, van” te vervallen.
In de gemeenschappelijke regeling worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Met inachtneming van artikel I onder F worden aan artikel 15 een nieuw vierde en vijfde lid toegevoegd, luidende:
4. Besluiten van het bestuur worden niet aan zienswijzen van de vertegenwoordigende organen onderworpen, tenzij de Wet gemeenschappelijke regelingen of deze regeling dat expliciet voorschrijft.
5. Ingezetenen van de gemeenten respectievelijk het waterschap en andere belanghebbenden kunnen via de reguliere procedures bij de colleges en de vertegenwoordigende organen betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.
Met inachtneming van artikel I onder L wordt aan artikel 35 een nieuw zesde lid toegevoegd, luidende:
6. Het bestuur geeft de vertegenwoordigende organen schriftelijk alle inlichtingen die deze organen nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.
In artikel 42 wordt “15 april” vervangen door “30 april”.
1. In artikel 44, eerste lid, wordt “acht weken” vervangen door “twaalf weken”.
2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt na het derde lid een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende:
4. Het bestuur stelt de vertegenwoordigende organen voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het derde lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
In artikel 45, tweede en vijfde lid, wordt “1 augustus” vervangen door “15 september”.
In artikel 46, vierde lid, wordt “15 april” vervangen door “30 april”.
Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
Aan het vierde lid worden aan het eind twee volzinnen toegevoegd luidende: “Het college zendt zijn besluit tot uittreding, alsmede het toestemmingsbesluit van het vertegenwoordigend orgaan, aan het bestuur. De procedure voor uittreding vangt aan de dag nadat het bestuur de besluiten heeft ontvangen.”
Het nieuwe vijfde lid komt te luiden: “Ter voorbereiding op de besluitvorming van het bestuur, inventariseert het bestuur met inachtneming van het bepaalde in deze regeling de gevolgen van de uittreding, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan en de voorwaarden voor uittreding en legt deze vast in een concept-uittredingsplan. Onder de gevolgen van de uittreding worden verstaan de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die het directe gevolg zijn van de uittreding.
Het nieuwe zesde lid komt te luiden: “De vertegenwoordiger van de uittredende deelnemer in het bestuur houdt gedurende de periode van het besluit tot uittreding tot de daadwerkelijke uittreding bij de beraadslaging in en besluitvorming door het bestuur rekening met de belangen van het samenwerkingsverband zoals deze zich kunnen voordoen vanaf het moment van daadwerkelijke uittreding. Indien nodig neemt deze vertegenwoordiger geen deel aan de beraadslaging en stemmingen van het bestuur.
Na artikel 49 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 49a Procedure voor vaststelling uittredingsplan
Ten minste acht maanden voorafgaand aan het moment van uittreding, stelt het bestuur het voorlopige uittredingsplan en de voorlopige uittreedsom vast. Het bestuur baseert de berekening van de voorlopige uittreedsom op de systematiek als bedoeld in het tweede lid en op de jaarrekening van het meest recent verstreken boekjaar.
Uiterlijk zes maanden voorafgaand aan het moment van uittreding, stelt het bestuur het definitieve uittredingsplan en de definitieve uittreedsom vast. Het bestuur baseert de berekening van de definitieve uittreedsom op de systematiek als bedoeld in het tweede lid en op de jaarrekening van het meest recent verstreken begrotingsjaar.
Artikel 49b Onafhankelijke externe deskundige
De voorlopige respectievelijk definitieve uittreedsom bestaat uitsluitend uit een vergoeding ter compensatie van de directe kosten van uittreding (frictiekosten en desintegratiekosten), verminderd met het aandeel van de uittredende deelnemer in het eigen vermogen minus de bestemmingsreserves van het samenwerkingsverband op de datum van uittreding.
De frictiekosten en desintegratiekosten worden berekend op basis van de principes van goed koopmanschap en de principes van accounting, met dien verstande dat:
Onder desintegratiekosten worden verstaan kosten te maken door en de schade voor het samenwerkingsverband die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding.
Het bepaalde in het tweede lid onder b is van overeenkomstige toepassing op kosten te dragen door het samenwerkingsverband die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan binnen een periode van vijf jaar vanaf het moment van uittreding als direct gevolg van de uittreding. Voor de periode van vijf jaar is aansluiting gezocht bij de termijn van de begrotingssystematiek.
Het samenwerkingsverband is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittredingskosten zo laag mogelijk te houden. Het voorgaande hoeft niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het bestuur van het besluit tot uittreding.
Artikel 49d Overige bepalingen rond uittreding
Bij de voorbereiding van het concept-uittredingsplan biedt het bestuur de uittredende deelnemer de keuze tussen betaling van een uittreedsom in een aantal termijnen of voor betaling van de uittreedsom in één keer. In het definitieve uittredingsplan bepaalt het bestuur conform de voorkeur van de uittredende deelnemer of de uittreedsom in een daarbij te bepalen aantal termijnen of in één keer dient te betalen.
Met inachtneming van artikel I onder T wordt na artikel 58 een nieuw artikel 59 ingevoegd, luidende:
Artikel II treedt in werking op het moment dat het bij koninklijke boodschap van 1 juli 2020 aanhangig gemaakte voorstel van wet tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen (35513) tot wet wordt verheven en in werking treedt.
Aldus besloten en akkoord door:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik, dd. 15 november 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, dd. 11 oktober 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, dd. 17 mei 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik, dd. 8 november 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein, dd. 18 juli 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, dd. 17 mei 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dd. 18 oktober 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, dd. 10 mei 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, dd. 31 mei 2022.
De secretaris, De burgemeester,
Het dagelijks bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, dd. 23 augustus 2022.
De secretaris, De dijkgraaf,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-579695.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.