Gemeenteblad van Heerenveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2022, 579541 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2022, 579541 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2023
De raad van de gemeente Heerenveen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2022 met registratienummer Z.22.376015;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
huishoudelijk afval: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, mest, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, die worden aangeboden in een voor dit doel beschikbaar gesteld standaardpakket van inzamelmiddelen of op een andere wijze, behoudens en voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke stoffen;
grof huishoudelijk afval: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, mest, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, die te groot en/of te zwaar zijn om in van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen aan te bieden, behoudens en voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Vrijstelling & Compensatie
Een vrijstelling is van toepassing op het op de voorgeschreven wijze en gescheiden achterlaten op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats van; gft-afval, grof tuinafval, B-hout, C-hout, metaal, papier en karton, schone grond (max. 1 m3), autobanden (zonder velg, max. 5 stuks), verpakkingsglas, herbruikbaar textiel, klein chemisch afval, harde kunststoffen, verpakkingstempex, gasbeton en gips, dakgrind, dakleer, matrassen, vlakglas, volgens de voorschriften ingepakt en aangemeld asbest en asbestgelijkend materiaal (max. 35 m2, met melding van de gemeente), tapijt, wit- en bruingoed, gasflessen, kringloopgoederen, frituurvet en –olie, kadavers van huisdieren en schoon puin.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag (slagboomtarief) wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat ten aanzien van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn vervalt twee maanden later op de laatste (werk)dag van de betreffende maand. Als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet minder dan drie maanden in het kalenderjaar overblijven, moeten de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met een minimum van één termijn.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel moeten worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste (werk)dag van de direct daarop volgende maanden. Indien er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet minder dan acht maanden in het kalenderjaar overblijven, moeten de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met een minimum van één termijn. Voor aanslagen die betrekking hebben op een voorgaand belastingjaar gelden de termijnen van betaling als omschreven in het eerste lid.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel, in één termijn betaald worden. De betaaltermijn vervalt dan op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het eerste en tweede lid moet het bedrag van de aanslag in één termijn betaald worden, als het totaalbedrag van de aanslag lager is dan € 80,-. De betaaltermijn vervalt dan op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, wordt de in de raadsvergadering van 16 december 2021 vastgestelde Verordening afvalstoffenheffing 2022 en de bijbehorende tarieventabel ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2022.
De griffier,
mevrouw L. Roest-Jonkers
De voorzitter,
de heer T.J. van der Zwan
Bijlage 1. Tarieventabel, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2023
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-579541.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.