Besluit tot wijziging van Beleidsregel inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van uitkeringen 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

  • Gelet op artikel 58 lid 5 van de Participatiewet, artikel 25 lid 5 van de IOAZ en artikel 25 lid 5 van de IOAW;

  • Overwegende dat het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden er kan worden afgezien van bruto terugvordering van een openstaande vordering op grond van de Participatiewet, IOAZ, IOAW, Tozo en het Bbz;

  • Het daarom wenselijk is voor dit doel de huidige beleidsregel op dit onderdeel te wijzigen.

Besluit de Beleidsregel inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van uitkeringen 2015 als volgt te wijzigen:

Artikel I

De Beleidsregel inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van uitkeringen 2015 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      Voor het onderdeel a wordt de “a” vervangen door een 1.

    • b.

      Voor onderdeel b wordt de “b” vervangen door een 2. en komt dit nieuwe lid 2 te luiden:

  • Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid afgedragen loonbelasting en de premies volksverzekering mede terug te vorderen, als bedoeld in artikel 58, vijfde lid van de Participatiewet, artikel 25, vijfde lid van de Ioaw en artikel 25, vijfde lid van de Ioaz.

    • c.

      Toegevoegd wordt een nieuw lid 3, dat luidt:

  • Burgemeester en wethouders zien af van de bevoegdheid afgedragen

  • loonbelasting en de premies volksverzekering mede terug te vorderen, indien:

  • a.

    de vordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht is waarbij sprake is van opzet of grove schuld van de belanghebbende en voorzover de vordering betrekking heeft op het lopende kalenderjaar; of

  • b.

    de vordering is ontstaan mede of geheel door toedoen van burgemeester en wethouders en belanghebbende niet kan worden verweten dat hij de vordering niet al heeft voldaan in het kalenderjaar waarin deze is ontstaan.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 20 december 2022.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Gabrielle G.H.M. Haanen

Naar boven