Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Oegstgeest 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest

 

gelet op de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Oegstgeest 2022;

 

besluiten vast te stellen de:

 

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Oegstgeest 2022

 

Hoofstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Afstand

  • 1.

    De afstand van de woning van de leerling naar school wordt gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg.

  • 2.

    De afstand wordt gemeten met de routeplanner van de ANWB, met de optie kortste route. Als de afstand tussen de woning en school korter is dan het voor de leerling geldende afstandscriterium (zes kilometer), wordt er bij de beschikking op de aanvraag een uitdraai meegestuurd, zowel van de route per fiets als per auto.

  • 3.

    Als de afstand van de heenreis en de terugreis verschillend is, wordt bij het meten van de afstand niet uitgegaan van de gemiddelde afstand van de heenweg (’s morgens) en de terugweg (’s middags). Als de reisafstand op de heenweg onder de in de verordening gestelde grens ligt maar de reisafstand op de terugweg daarboven of omgekeerd, dan wordt een gedeeltelijke bekostiging verstrekt: alleen de heen- of alleen de terugreis.

  • 4.

    Als tijdens de afhandeling van een aanvraag voor leerlingenvervoer de vraag aan de orde komt of een kind of een ouder het vervoer naar school per fiets kan doen dan geldt het volgende uitgangspunt.

    • -

      Primair onderwijs : maximaal zes kilometer (eventueel de ouder met kind achterop)

    • -

      Voortgezet onderwijs : maximaal twaalf kilometer

  • 5.

    Als het gaat om de afstand die een leerling lopend moet kunnen afleggen, dan geldt als uitgangspunt:

    • -

      4 tot en met 8 jaar: maximaal anderhalve kilometer

    • -

      9 jaar en ouder: maximaal twee kilometer

  • 6.

    Ouders dienen zelf voor begeleiding te zorgen. Dit is ook van toepassing als er geen recht op leerlingenvervoer bestaat vanwege het niet voldoen aan de afstandsgrens of in het geval de route onveilig is om door een leerling zelfstandig af te leggen.

  • 7.

    Voor leerlingen vanaf 10 jaar wordt in overleg met de ouders gekeken of er zelfstandig met de fiets of het openbaar vervoer gereisd kan worden.

Artikel 2. Tweede opstap- of afzetadres

Het college verstrekt alleen bekostiging van vervoer naar een ander adres dan de woning als aan de volgende criteria wordt voldaan:

  • a.

    Een leerling heeft recht op bekostiging van het vervoer van de woning op grond van de verordening naar school en/of vice versa;

  • b.

    Het tweede adres voldoet aan het afstandscriterium uit de verordening;

  • c.

    Het opstap- of afzetadres is structureel. Structureel betekent in dit verband dat er sprake moet zijn van een vast, (twee-) wekelijks terugkerend patroon;

  • d.

    Het tweede adres bevindt zich binnen de gemeente;

  • e.

    Er is geen voorliggende voorziening die het vervoer van het tweede adres naar school of van school naar het tweede adres bekostigt.

Artikel 3. Vervoerstijden

  • 1.

    Vervoer op vaste tijden

    Het college gaat voor het vervoer uit van de vaste aanvang- en eindtijden zoals aangegeven in de schoolgids. Het gaat hierbij om het vaste rooster van het schooltype dat de leerling bezoekt. Afwijkingen hierop zijn alleen toegestaan in overleg met en na goedkeuring van het college en mits door de ouders minimaal een week van tevoren is aangemeld.

    Wachttijden tot maximaal 2 klokuren (120 minuten) per dag worden bij het reguliere voorgezet onderwijs geaccepteerd.

  • 2.

    Afwijkende tijden

    Bij een gewijzigde eindtijd door o.a. lesuitval is de school of de ouder/verzorger verantwoordelijk voor opvang van de leerlingen. Indien een leerling tijdens het onderwijs/de lessen bijvoorbeeld ziek wordt of naar tandarts of huisarts moet, zijn de ouders verantwoordelijk voor het vervoer. De leerlingen worden alleen op de normale begin- en eindtijd volgens het vaste rooster in de schoolgids gebracht dan wel opgehaald. Per dag is er maximaal recht op 1 keer retourvervoer.

Artikel 4. Kilometergrens bij stages

De kilometergrens voor stages zoals genoemd in artikel 15 van de verordening is maximaal 10 kilometer van school of woning.

Hoofdstuk 2 Ernstige benadeling van het gezin

Artikel 5. Ernstige benadeling van het gezin

  • 1.

    Om aan te tonen dat er sprake is van een ernstige benadeling van het gezin dienen ouders ten minste bewijs te overleggen dat:

    • a.

      Er geen andere opties voor het begeleiden van de leerling zijn;

    • b.

      Welke acties zij hebben verricht; en

    • c.

      De ouder(s) de leerling niet deels zelf naar en van school kan of kunnen (laten) begeleiden.

  • 2.

    Voorts dient er in aanvulling op de voorwaarden uit het eerste lid, sprake te zijn van een van de volgende situaties:

    • Een alleenstaande ouder of verzorger is naar school (per enkele rit) met het openbaar vervoer meer dan 60 minuten onderweg en er zijn geen andere oplossingen (bijvoorbeeld wanneer een ouder of verzorger beschikt over een auto).

    • Medische redenen belemmeren beide ouders, of een alleenstaande ouder of verzorger(s), het kind naar en van school te begeleiden. En er zijn geen andere opties, zoals derden die het kind naar en van school kunnen begeleiden. De medische belemmering dan wel beperking moet aantoonbaar zijn vastgesteld door een medisch deskundige.

    • De alleenstaande ouder of verzorger moet meerdere kinderen uit het gezin naar verschillende scholen voor speciaal (basis) onderwijs begeleiden.

    • De alleenstaande ouder of verzorger heeft meerdere jonge kinderen die verzorging nodig hebben en kan deze niet meenemen met het naar school brengen van het kind dat voor deze regeling in aanmerking komt.

    • Meer kinderen uit het gezin gaan naar verschillende scholen en zij zijn nog niet in staat zelfstandig naar en van school te gaan. Andere oplossingen voor de begeleiding van die kinderen zijn niet voorhanden.

    • De aard van het werk van de alleenstaande ouder of verzorger laat niet toe om afspraken te maken met de werkgever over werktijden zodat het kind naar of van school begeleid kan worden.

    • Begeleiding van het kind door ouder(s) is niet structureel mogelijk vanwege inburgeringsverplichtingen.

Hoofdstuk 3 Eigen bijdrage leerlingenvervoer

Artikel 6. Drempelbedrag

Het college bepaalt de berekening van de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 23 van de verordening bepaalde afstand van 6 kilometer met behulp van de informatie van de lokale openbaar vervoerder. Het tarief dat geldt op het moment van aanvraag, geldt voor (de rest van) het schooljaar waarvoor de aanvrager bekostiging vraagt.

  • 1.

    Fietsvergoeding

    Bij een fietsvergoeding brengt het college geen drempelbedrag in rekening.

  • 2.

    Terugval in inkomen

    Op aanvraag van de aanvrager gaat het college de toepassing van artikel 23 uit de verordening uit van het inkomen van een ander jaar dan het inkomen over het tweede jaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor de bekostiging is gevraagd als:

    • a.

      sprake is van een terugval in inkomen over het voorafgaande aan het jaar waarvoor bekostiging is gevraagd, in welk geval het college uitgaat van het jaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor de bekostiging is vastgesteld; of

    • b.

      sprake is van een terugval in inkomen over het jaar waarvoor de bekostiging is vastgesteld, in welk geval het college uitgaan van het jaar waarvoor de bekostiging is vastgesteld.

    • c.

      onder een terugval in inkomen verstaan een vermindering van het toetsingsinkomen van de aanvrager van ten minste 15% ten opzichte van het tweede jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de bekostiging wordt vastgesteld.

  • 3.

    Pleegouders en voogdijinstellingen

    Aan pleegouders en voogdijinstellingen wordt geen drempelbedrag in rekening gebracht.

Hoofdstuk 4 Wijzigingen en terugvorderingen.

Artikel 7. Doorgeven van wijzigingen

  • 1.

    Ouders moeten in ieder geval de volgende wijzigingen doorgeven:

    • a.

      Wijziging van de reistijd, in verband met verandering in bijvoorbeeld het openbaar vervoer;

    • b.

      Wijziging in het woon- of tweede adres van de leerling, bijvoorbeeld door verhuizing;

    • c.

      Wijziging in de gezinssituatie of gezinssamenstelling, die invloed heeft op het al dan niet kunnen begeleiden van leerlingen;

    • d.

      Wijziging van het adres van de school en stageadres;

    • e.

      Wijziging van de schooltijden van de school;

    • f.

      Toekenning van een bekostiging voor het reizen van en naar school.

    • g.

      ziekte of andere omstandigheden waardoor de leerling tijdelijk of blijvend de school niet langer bezoekt;

  • 2.

    Indien een ouder verzuimt een wijziging als bedoeld in het vorige lid tijdig te melden en hierdoor onnodige kosten worden gemaakt, dient de ouder de onnodig gemaakte kosten te vergoeden.

Artikel 8. Terugvordering

Ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer zal van de ouders worden teruggevorderd.

Hoofdstuk 5 Declareren vervoerskosten

Artikel 9  

  • 1.

    De kosten van het vervoer per eigen vervoer of openbaar vervoer kunnen achteraf per maand of kwartaal worden gedeclareerd en vergoed, conform de beschikking.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college overgaan tot vergoeding van de reiskosten voorafgaand aan de vervoersperiode of het rechtstreeks aankopen van een OV-abonnement.

Hoofdstuk 6. Ontzegging aangepast vervoer

Artikel 10 Procedure

  • 1.

    Indien sprake is van ernstig normafwijkend gedrag kan het college een leerling de toegang tot het aangepast vervoer ontzeggen. Hierbij zal de volgende procedure worden gevolgd:

    • a.

      Na ontvangst van informatie van de vervoerder over het gedrag van de leerling zal dit door het college worden onderzocht. Onderdeel van dit onderzoek is het bespreken met de ouder(s) en eventueel andere betrokkenen. Indien noodzakelijk zal er verder onderzoek worden uitgevoerd.

    • b.

      Als de conclusie van het onderzoek van het college is dat het voorval is terug te voeren op de ernstige verstandelijke handicap van de leerling en dus aan de leerling niet kan worden toegerekend dan wordt met vervoerder, ouders en eventueel school een passende oplossing gezocht (bijvoorbeeld begeleiding in het aangepast vervoer, eigen vervoer).

    • c.

      Als de conclusie van het onderzoek van het college is dat het voorval niet is terug te voeren op de ernstige verstandelijke handicap van de leerling, dan wordt het ongewenste gedrag aan de leerling toegerekend. Het college beslist over het sanctioneren en de wijze waarop.

    • d.

      Als de conclusie van het onderzoek van het college is dat het ongewenste gedrag moet worden toegerekend aan de ouders, voert het college hierover een gesprek met de ouders.

    • e.

      Als bij het incident leerlingen van verschillende gemeenten zijn betrokken hebben gemeenten overleg met elkaar voordat een sanctie wordt opgelegd.

    • f.

      Afhankelijk van de ernst van het incident of incidenten ontvangen de ouders van het college een besluit met:

      • -

        een schriftelijke waarschuwing, of

      • -

        een tijdelijke uitsluiting, of

      • -

        een (tijdelijke) uitsluiting zonder voorafgaande waarschuwing.

    • g.

      Voordat het besluit wordt verstuurd vindt een gesprek plaats met de ouders.

Artikel 11 sancties

  • 1.

    De schriftelijke waarschuwing omvat de aankondiging dat:

    • bij herhaling van ongewenste gedrag de leerling voor een termijn van maximaal 4 weken wordt uitgesloten van enige vorm van leerlingenvervoer;

    • de leerling van enige vorm van leerlingenvervoer wordt uitgesloten voor een termijn van maximaal 2 maanden exclusief vakanties, als hij zich na de eerste schorsing opnieuw schuldig maakt aan ongewenst gedrag.

  • 2.

    Tijdelijke uitsluiting omvat een besluit dat de leerling voor een termijn van 1 dag tot 4 weken wordt uitgesloten van enig vorm van leerlingenvervoer;

  • 3.

    Als de leerling zich na de tijdelijke uitsluiting binnen het schooljaar opnieuw schuldig maakt aan ongewenst gedrag, dan wordt de leerling uitgesloten van enige vorm van leerlingenvervoer met een maximum van 2 maanden excl. vakanties.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 juli 2022.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels leerlingenvervoer Oegstgeest 2022

Naar boven