Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

De gemeenteraad van Nunspeet in zijn openbare vergadering van 22 december 2022;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december 2022;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag

  • de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar

  • het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar

  • de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand

  • het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week

  • een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 – Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten:

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 – Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4 – Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen:

  • a.

    van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging en andere periodieke uitkeringen ten laste van de Staat, provinciën, gemeente, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;

  • c.

    van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van gemeentelijke belastingen;

  • d.

    tot uitreiking van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting tegenover de gemeente;

  • e.

    van stukken en legalisatie van handtekeningen betreffende militaire zaken;

  • f.

    tot uitreiking van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • g.

    van vergunningen tot het houden van collecten.

 

Artikel 5 – Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

  • 3.

    De leges worden verhoogd met portokosten als de stukken per post moeten worden toegezonden, dan wel bescheiden van derden moeten worden opgevraagd. De portokosten worden berekend naar de tarieven opgenomen in onderdeel 1.18.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 4.

    De in de tarieventabel bedoelde legesplichtige dienstverlening kan ook op verzoek van de aanvrager digitaal, indien mogelijk, worden verstrekt voor dezelfde tarieven als vermeld in de tarieventabel.

 

Artikel 6 – Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 – Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 – Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een verzoek zoals bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 9 - Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening en de bij deze verordening behorende tarieventabel, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard of ondergeschikt belang zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van inwerkingtreding van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving.

 

Artikel 10 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Legesverordening 2022' van 16 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De in artikel 2.1.1.2 van de tarieventabel genoemde NEN 2699, uitgave 2013 worden bekendgemaakt door terinzagelegging in het gemeentehuis te Nunspeet.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening 2023'.

 

 

 

 

 

Vastgesteld ter openbare vergadering

van 22 december 2022,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 - Tarieventabel leges

Bijlage 2 - Overzicht kengetallen

Tarieventabel leges

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2023

 

Indeling tarieventabel

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vervallen

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Vervallen

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Vervallen

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Kansspelen

Hoofdstuk 16 Telecommunicatie

Hoofdstuk 17 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 18 Diversen

Hoofdstuk 19 Teruggaaf

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/ beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Teruggaaf

Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 6 Verlenging van een omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Vervallen

Hoofdstuk 8 Uitzetten

Hoofdstuk 9 Bestemmingsplanwijzigingen

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Hoofdstuk 11 Achteraf ingediende aanvraag/legalisering werken

Hoofdstuk 12 Overschrijving

Hoofdstuk 13 Pauzewoning

Hoofdstuk 14 Tijdelijke bewoning bijgebouwen

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 1a Evenementen

Hoofdstuk 2 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 3 Standplaatsen

Hoofdstuk 4 Vervallen

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

1.1.1.1

in het gemeentehuis, Markt 1 Nunspeet, op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur

€ 400,00

1.1.1.2

in het gemeentehuis, Markt 1 Nunspeet, op andere tijdstippen dan bedoeld onder 1.1.1.1

€ 447,50

1.1.1.3

in het gemeentehuis, Markt 1 Nunspeet, op zaterdag van 11.00 uur tot 18.30 uur

€ 771,50

1.1.1.4

in een als alternatieve trouwlocatie aangewezen ruimte op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 18.30 uur

€ 400,00

1.1.1.5

in een als alternatieve trouwlocatie aangewezen ruimte op zaterdag van 11.00 uur tot 18.30 uur

€ 512,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte:

 

1.1.2.1

in het gemeentehuis, Markt 1 Nunspeet, op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur

€ 400,00

1.1.2.2

in het gemeentehuis, Markt 1 Nunspeet, op andere tijdstippen dan bedoeld onder 1.1.2.1

€ 477,50

1.1.2.3

in het gemeentehuis, Markt 1 Nunspeet, op zaterdag van 11.00 uur tot 18.30 uur

€ 771,50

1.1.2.4

in een als alternatieve trouwlocatie aangewezen ruimte op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 18.30 uur

€ 400,00

1.1.2.5

in een als alternatieve trouwlocatie aangewezen ruimte op zaterdag van 11.00 uur tot 18.30 uur

€ 512,00

1.1.3

Het tarief voor een livestreaming van de huwelijks- of partnerschapsceremonie in het gemeentehuis bedraagt

€ 60,00

1.1.3.1

Voor het op een device beschikbaar stellen van de via de livestreaming opgenomen beelden van de ceremonie wordt het tarief onder 1.1.3 verhoogd met

€ 10,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek boven de onder 1.1.1 genoemde tarieven.

€ 41,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek boven de onder 1.1.2 genoemde tarieven.

€ 41,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.6.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 4,85

1.1.6.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 22,20

1.1.6.3

een trouwboekje of partnerschapboekje in leren uitvoering

€ 33,40

1.1.6.4

voor het kalligraferen van een trouwboekje of partnerschapboekje worden de hiervoor vermelde tarieven verhoogd met

€ 23,95

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier, ongeacht het resultaat

€ 16,00

 

 

 

1.1.8

Het tarief voor het van gemeentewege leveren van een of meerdere getuigen ten behoeve van de huwelijksvoltrekking of partnerschapregistratie, per getuige

€ 20,00

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.10

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een dag bedraagt:

 

1.1.10.1

indien verzoeker reeds eerder door de rechtbank is beëdigd

€ 64,25

1.1.10.2

indien verzoeker niet eerder door de rechtbank is beëdigd

€ 123,25

1.1.11

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijziging tot alternatieve trouwlocatie voor een dag bedraagt:

€ 230,50

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort, een zakenpaspoort of faciliteitenpaspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

1.2.2

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 58,85

1.2.3

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 70,35

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 37,95

1.2.3.3

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 34,25

1.2.4

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.3 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 53,00

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 44,65

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisregistratie personen

1.4.1

vervallen

 

1.4.2

vervallen

 

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisregistratie personen.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,40

1.4.4.2

vervallen

 

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen

€ 2,70

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier, ongeacht het resultaat

€ 16,00

1.4.7

vervallen

 

1.4.8

Bewijs van opneming en Nederlanderschap

 

1.4.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van:

 

1.4.8.1.1

een bewijs van opneming in de gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens

€ 7,75

1.4.8.1.2

een bewijs van Nederlanderschap

€ 7,75

1.4.9

Wet basisregistratie personen (Wet BRP)

 

1.4.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een afschrift zoals bedoeld in artikel 2.55, derde lid van de Wet BRP:

€ 4,00

 

Hoofdstuk 5

Vervallen.

 

Hoofdstuk 6

Vervallen.

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1.1

tot het bij abonnement verstrekken van:

 

1.7.1.1.1

de bedrukte stukken die aan raadsleden worden toegezonden, voor de openbare raadsvergaderingen, per kalenderjaar

€ 125,50

1.7.1.1.2

de agenda’s van de openbare raadsvergaderingen, per kalenderjaar

€ 8,00

1.7.1.2

bedrukte stukken die aan commissieleden worden toegezonden, voor de openbare commissievergaderingen, per kalenderjaar

€ 277,50

1.7.1.2.1

de agenda’s van de openbare commissievergaderingen, per kalenderjaar

€ 8,00

1.7.1.2.2

bedrukte stukken die aan commissieleden worden toegezonden, voor de openbare commissievergadering van één bepaalde commissie agenda

€ 10,50

1.7.1.2.3

het digitaal toezenden van de stukken die aan commissieleden worden toegezonden, voor de openbare commissievergaderingen, per kalenderjaar

€ 208,00

1.7.1.2.4

het digitaal toezenden van de stukken die aan commissieleden worden toegezonden, voor de openbare commissievergadering van één bepaalde commissie, per kalenderjaar

€ 69,35

1.7.1.2.5

Van de onder onderdeel 1.7.1 bedoelde stukken worden uitgezonderd begrotingen, jaarrekeningen en vertrouwelijke en geheime stukken.

 

 

Hoofdstuk 8

Vervallen.

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 5,00

1.9.3

tot het verkrijgen van een gezondheidsverklaring

€ 43,60

1.9.4

tot het verstrekken van een kopie gehandicaptenparkeerkaart

€ 32,00

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

10.1

Archief

 

 

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat in de in het gemeentearchief berustende stukken, door een ambtenaar van de gemeente:

 

10.1.1

per kwartier

€ 16,00

10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina op:

 

 

- A4-formaat en folio

€ 0,50

 

- A3-formaat

€ 1,00

 

- A3-formaat kleur

€ 1,60

 

- A4-formaat kleur

€ 1,00

10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een:

 

 

-    scan of opname, per opname

€ 1,00

 

-    opslag op Cd-rom max. 700 Mb per disc

€ 16,00

 

-    opslag op dvd max. 4,7 Gb per disc

€ 16,00

 

-    opslag op eigen opslagmedium van de aanvrager

€ 1,60

 

-    toezending per e-mail per 5 Mb

€ 2,00

10.4

Uitlening en verzending

 

 

Het tarief bedraagt voor het doen van uitleningen, per uitlening

 

 

-  verzendkosten per eenheid

postnl-tarieven

 

-  het verzendklaar maken van stukken voor uitlening, per kwartier

€ 4,00

10.5

vervallen

 

 

Hoofdstuk 11

Vervallen.

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet

€ 16,00

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte zoals bedoeld in artikel 15, negende lid van de Leegstandwet

€ 16,00

 

Hoofdstuk 13

Vervallen.

 

Hoofdstuk 14

Vervallen.

 

Hoofdstuk 15 Kansspelen

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor maximaal 4 periodes van 12 maanden zoals bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.15.1.1

per periode van twaalf maanden een basisbedrag van

€ 34,00

1.15.1.2

per periode van twaalf maanden voor elke kansspelautomaat

€ 22,50

 

 

 

1.15.1.3

Voor elke periode korter dan twaalf maanden, gelden de hiervoor vermelde tarieven, waarbij voor het bepaalde onder 1.15.1.2 een tijdsevenredige herberekening plaatsvindt op basis van het aantal maanden, met dien verstande dat voor een gedeelte van een maand het herberekende tarief voor één maand wordt berekend.

 

 

Hoofdstuk 16 Telecommunicatie

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit voor het leggen, instandhouden en het opruimen van kabels en leidingen, vanaf 25 meter, zoals bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infra 2013 Nunspeet

€ 447,80

1.16.1.2

indien met betrekking tot een aanvraag overleg benodigd is met netbeheerders en/of andere beheerders van openbare gronden zoals Rijkswaterstaat, provincie, waterschap e.d., wordt het tarief onder 1.16.1 verhoogd met

€ 345,75

1.16.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit voor het leggen en instandhouden en het opruimen van kabels en leidingen, tot 25 meter, zoals bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infra 2013 Nunspeet.

€ 125,20

 

Hoofdstuk 17 Verkeer en vervoer

1.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.17.1

tot het verkrijgen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 42,60

1.17.2

vervallen

 

 

Hoofdstuk 18 Diversen

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.18.1.1

afschriften, doorslagen, fotokopieën of uittreksels van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.18.1.1.1

per pagina van A4 formaat

€ 0,50

1.18.1.1.2

per pagina van A3 formaat

€ 0,70

1.18.1.1.3

per kaart of tekening, dan wel kopieën van A2 formaat

€ 2,00

1.18.1.1.4

per kaart of tekening, dan wel kopieën van A1 formaat

€ 3,50

1.18.1.1.5

per kaart of tekening, dan wel kopieën van A0 formaat

€ 5,60

1.18.1.1.6

Voor het verstrekken van een kleurenkopie wordt het dubbele tarief van een gewone kopie in rekening gebracht.

 

1.18.2

Portokosten

 

 

voor portokosten zoals bedoeld in artikel 5, derde lid van de Legesverordening, bedragen de tarieven:

postnl-tarieven

1.18.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een beschikking op verzoek, een vergunning of een ontheffing, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen.

€ 16,00

1.18.4

vervallen

 

 

Hoofdstuk 19 Teruggaaf

1.19.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag of weigering aanwezigheidsvergunning

 

1.19.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een aanwezigheidsvergunning, zoals bedoeld in de onderdelen 1.15.1 e.v., intrekt voordat op de aanvraag is beslist, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, of de aanvraag door de gemeente wordt geweigerd bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt het verschil tussen

100%

 

van de op grond van die onderdelen verschuldigde leges en

 

1.19.1.1.1

vervallen

 

1.19.1.1.2

een minimaal tarief van

€ 56,50

1.19.2.

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende aanwezigheidsvergunning

 

1.19.2.1

Als de gemeente een verleende aanwezigheidsvergunning zoals bedoeld in de onderdelen 1.15.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

1.19.2.1.1

vervallen

 

1.19.2.1.2

het verschil tussen de overeenkomstig 1.15.1 t/m 1.15.1.3 betaalde legesbedrag en het overeenkomstig die onderdelen berekende legesbedrag voor de verstreken periode in volle maanden

 

1.19.3

Een bedrag minder dan

€ 16,00

 

wordt niet teruggegeven

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen, berekening van bouwkosten en leges

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

1.           - Aanlegkosten:

 

 

de bij de aanvraag opgegeven

 

 

a) de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt,

 

 

b) een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen en

 

 

2. indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer ten tijde van de aanvraag zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

2.1.1.2

- Bouwkosten:

 

 

1) de bij de aanvraag opgegeven

 

 

a) aannemingssom, exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk (aanneemsom), of voor zover deze ontbreekt,

 

 

b) een raming van de kosten, exclusief omzetbelasting die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, de omzetbelasting daarin niet begrepen

 

 

2. indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer ten tijde van de aanvraag zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

3. de opgave van de bouwkosten kan worden getoetst aan de gangbare bouwkostennorm “Bouwkostencheck". Als de opgegeven bouwkosten afwijken van de in deze bouwkostennorm genoemde kengetallen (bijlage 2) kunnen deze dienovereenkomstig worden vastgesteld.

 

2.1.1.3

- Wabo : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.1.4

- Principeverzoek: een verzoek aan de gemeente om te bekijken of zij bereid is medewerking te verlenen aan een bestemmingsplanwijziging.

 

2.1.1.5

- Vooroverleg/ conceptaanvraag: Een verzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is.

 

2.1.1.6

- Gebruiksoppervlakte: vloeroppervlakte bepaald overeenkomstig NEN 2580, uitgave 1997, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 

2.1.1.7

- Project: samenstel van activiteiten (zoals bouwen, slopen) waarop de Wabo ziet.

 

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 2.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 2.1.5

In afwijking van het bepaalde onder 2.1.4 bedraagt het tarief voor de behandeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project indien de aanvraag overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten verdere behandeling wordt gesteld in verband met onvolledigheid van de aanvraag of het ontbreken van belanghebbendheid.

€ 108,50

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om vooroverleg/conceptaanvraag;

€ 85,00

2.2.2

voor zover het verzoek mede betrekking heeft op het planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in artikel 2.1, onderdeel 1, onder c, c.q. artikel 2.12, lid 1 onder a 3o van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt het onder 2.2.1 genoemde tarief verhoogd met:

€ 275,00

2.2.3

voor zover het verzoek betrekking heeft op een principe-uitspraak om medewerking te verlenen aan een wijziging van een bestemmingsplan (artikel 3.9 van de Wro) (partiële herziening) voor zover deze herziening of vergunning planologisch strijdig gebruik uitsluitend of overwegend nodig is om de plannen die aan het principeverzoek ten grondslag liggen te kunnen honoreren bedraagt het tarief:

€ 360,00

2.2.4

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.2.1/2.2.2 wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg/conceptaanvraag als advies moet worden ingewonnen van de commissie ruimtelijke kwaliteit (monumenten-/welstandscommissie e.d.) verhoogd met:

€ 123,00

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3.1

Aanvraag algemeen:

 

2.3.1.1

Het basistarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning bedraagt:

€ 85,00

2.3.1.2

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning, ontvangen wordt binnen 6 maanden na de reactie op een vooroverleg/conceptaanvraag voor hetzelfde project wordt het bij de desbetreffende vooroverleg/conceptaanvraag berekende tarief als bedoeld onder 2.2.1 in mindering gebracht.

 

2.3.1.3

Het tarief volgens artikel 2.3.1.1 of 2.3.1.2 wordt verhoogd met de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2.3.2 t/m 2.3.23. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.2

Bouwactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

 

2.3.2.1.1

voor het deel van de bouwkosten tot € 225.000,--

2,56%

 

van de bouwkosten met een minimum van

€ 109,00

2.3.2.1.2

vermeerderd met: voor het deel van de bouwkosten van € 225.000,-- tot € 450.000,-- van die bouwkosten,

2,32%

2.3.2.1.3

vermeerderd met: voor het deel van de bouwkosten vanaf € 450.000,-- van die bouwkosten.

2,16%

2.3.2.2

In afwijking van het bepaalde in 2.3.2.1 t/m 2.3.2.1.3 wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een civieltechnisch werk, zoals een brug, tunnel, viaduct en dergelijke, berekend over 50% van de bouwkosten.

 

2.3.2.3

Als een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediende aanvraag, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges als bedoeld onder 2.3.2 verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld onder 2.3.2.1 t/m 2.3.2.2 met dien verstande dat zij nimmer minder zullen bedragen dan

€ 109,00

 

Het vorenstaande vindt geen toepassing als de afwijking zodanig is dat in feite van een nieuw bouwplan moet worden gesproken.

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.2.4

Indien krachtens wettelijk voorschrift een advies van de agrarische commissie (SAAB) nodig is en wordt beoordeeld, wordt het onder 2.3.2.1 genoemde tarief vermeerderd met:

€ 681,85

2.3.3

Kosten beoordeling welstandsnota

 

2.3.3.1

Als voor een bouwplan waarvoor een vergunning is aangevraagd uit oogpunt van welstand het advies is vereist van de commissie ruimtelijke kwaliteit (monumenten-, welstandscommissie e.d.)/dorpsbouwmeester worden de onder 2.3.2.1 t/m 2.3.2.1.3 en 2.3.2.3 genoemde tarieven vermeerderd met het tarief:

 

2.3.3.1.1

voor het deel van de bouwkosten tot en met € 500.000,--

2,66 ‰

 

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 66,00

2.3.3.1.2

vermeerderd met: voor het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000,-- tot en met € 1.000.000,-- van die bouwkosten.

1,66 ‰

2.3.3.1.3

vermeerderd met: voor het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000,-- tot en met € 2.500.000,- van die bouwkosten.

1,11 ‰

2.3.3.1.4

vermeerderd met: voor het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000,-- tot en met € 5.000.000,- van die bouwkosten

0,66 ‰

2.3.3.1.5

vermeerderd met: voor het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000,-- van die bouwkosten

0,34 ‰

2.3.3.2

Voor woningbouw van een en hetzelfde type welke in een complex worden uitgevoerd:

 

2.3.3.2.1

complexen van 1 tot en met 5 gelijke woningen:

tarief volgens 2.3.3.1.1 t/m 2.3.3.1.5

2.3.3.2.2

complexen van 6 tot en met 10 gelijke woningen:

tarief over bouwsom 5 woningen

2.3.3.2.3

complexen van 11 tot en met 20 gelijke woningen:

tarief over bouwsom 6 woningen

2.3.3.2.4

complexen van 21 tot en met 30 gelijke woningen:

tarief over bouwsom 8 woningen

2.3.3.2.5

complexen van 31 tot en met 40 gelijke woningen:

tarief over bouwsom 10 woningen

2.3.3.2.6

complexen van 41 tot en met 50 gelijke woningen:

tarief over bouwsom 12 woningen

2.3.3.2.7

en zo vervolgens

 

2.3.3.3

Etage- en galerijwoningen en dergelijke worden als een bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend naar de totale bouwsom van het bouwblok.

 

2.3.3.4

Indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: Het tarief overeenkomstig het bepaalde onder 2.3.3.1.1 t/m 2.3.3.3 over de eventuele meerkosten met een minimum van:

€ 66,00

2.3.3.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 t/m 2.3.2.3 bedraagt het tarief, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, doch alleen een reclameobject betreft, per adviesaanvraag:

€ 66,00

2.3.3.6

Indien toepassing is gegeven aan artikel 2.2.4 en binnen 6 maanden na de reactie op een vooroverleg/conceptaanvraag voor het zelfde project de aanvraag om omgevingsvergunning is ontvangen wordt het onder 2.2.4 genoemde tarief verrekend.

 

2.3.3.7

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag of na verlening van de vergunning wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, het onder 2.3.3.1 e.v. genoemde tarief over de meerkosten, met een minimum van:

€ 66,00

2.3.3.8

Als voor een bouwplan waarvoor een vergunning is aangevraagd uit oogpunt van welstand geen advies vereist is, maar volstaan kan worden met een ambtelijke beoordeling van de welstandsnota bedraagt het tarief:

€ 25,25

2.3.4

Aanlegactiviteiten

 

2.3.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

€ 241,50

2.3.5

Planologisch strijdig gebruik

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo, en kan worden meegewerkt als artikel 2.12, lid 1, onder a 1o (binnenplanse afwijking) of 2 o(buitenplanse kleine afwijking), of artikel 2.12 tweede lid (tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.5.1.1

Indien het project betrekking heeft op een kleine (bouw)werken (schuttingen blokhut e.d.) met bouw/aanleg kosten tot € 5000,--

€ 192,75

2.3.5.1.2

Indien het project betrekking heeft op (bouw)werken met bouw/aanleg kosten van € 5.000,00 tot € 25.000,00

€ 386,25

2.3.5.1.3

Indien het project betrekking heeft op (bouw)werken met bouw/aanleg kosten van € 25.000,00 tot € 50.000,00

€ 552,00

2.3.5.1.4

Indien het project betrekking heeft op overige initiatieven

1%

 

van de bouw/aanlegkosten met een minimum van

€ 552,00

 

en een maximum van

€ 1.112,80

2.3.5.1.5

indien de aanvraag omgevingsvergunning geen betrekking heeft op de activiteit bouwen, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo worden de tarieven onder 2.3.5.1.1 tot en met 2.3.5.1.4 verhoogd met:

€ 54,00

2.3.5.1.6

in afwijking van het bepaalde in 2.3.5.1.1 t/m 2.3.5.1.5 bedraagt het tarief indien de aanvraag omgevingsvergunning een persoongebonden karakter heeft (zoals bij bewoning van recreatieobjecten)

€ 247,35

2.3.5.1.7

In afwijking van het bepaalde in 2.3.5.1.1. t/m 2.3.5.1.5. bedraagt het tarief indien de aanvraag om een omgevingsvergunning ziet op het tijdelijk mogen bewonen van een pauzewoning

€ 51,00

2.3.5.1.8

In afwijking van het bepaalde in 2.3.5.1.1 t/m 2.3.5.1.5 bedraagt het tarief indien de aanvraag ziet op het tijdelijk mogen bewonen van een recreatieverblijf ter overbrugging naar reguliere woonruimte

€ 359,30

2.3.5.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo en kan worden meegewerkt als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor zover de kosten niet zijn of worden verhaald via afdeling 6.4 van de Wro: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een door het college van burgemeester en wethouders is opgestelde begroting bestaande uit de begrote kosten van:

 

 

- de interne kosten van de gemeente, x uren maal tarief;

 

 

- de eventuele noodzakelijk advieskosten van een externe deskundige;

 

 

- de kosten voor het eventueel plaatsen van een of meerdere (wettelijk vereiste) bekendmakingen;

 

 

- de eventuele kosten voor een herziening van het bestemmingsplan of een beheersverordening.

 

2.3.5.2.1

Voor de toepassing van 2.3.5.2 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de twintigste werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvrager binnen deze termijn schriftelijk kenbaar maakt af te willen zien van de aanvraag.

 

2.3.5.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) het tarief overeenkomstig 2.3.5.1. 1 t/m 5.

 

2.3.5.4

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het tarief overeenkomstig 2.3.5.1. 1 t/m 5.

 

2.3.5.5

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het tarief overeenkomstig 2.3.5.1. 1 t/m 5.

 

2.3.5.6

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) het tarief overeenkomstig 2.3.5.1. 1 t/m 5.

 

2.3.6

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het brandveilig gebruik zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

 

2.3.6.1.1

het basistarief:

€ 218,80

 

welk tarief wordt vermeerderd:

 

2.3.6.1.2

voor het deel van het vloeroppervlak tot en met 100 m²

€ 192,30

 

vermeerderd met:

 

2.3.6.1.3

voor het deel van de vloeroppervlakte van 100 m² tot en met 500 m²

€ 1,84 per m²

 

van die vloeroppervlakte, vermeerderd met:

 

2.3.6.1.4

voor het deel van de vloeroppervlakte van 500 m² tot en met 2.000 m²

€ 0,71 per m²

 

van die vloeroppervlakte, vermeerderd met:

 

2.3.6.1.5

voor het deel van de vloeroppervlakte van 2.000 m² tot en met 5.000 m²

€ 0,23 per m²

 

van die vloeroppervlakte, vermeerderd met:

 

2.3.6.1.6

voor het deel van de vloeroppervlakte van 5.000 m² tot en met 50.000 m²

€ 0,08 per m²

 

van die vloeroppervlakte, vermeerderd met:

 

2.3.6.1.7

voor het deel van de vloeroppervlakte vanaf 50.000 m²

€ 0,05 per m²

2.3.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een een rijks-, provinciaal- of gemeentelijk monument zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of h van de Wabo, of op een activiteit zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b of c van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale- of gemeentelijke erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

€ 192,00

2.3.7.2

Vervallen

 

2.3.7.3

Het onder 2.3.7.1 is niet van toepassing indien de aanvraag omgevingsvergunning tevens betrekking heeft op de activiteit bouwen, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo.

 

2.3.7.4

Als voor een plan waarvoor een vergunning is aangevraagd het advies is vereist van de commissie ruimtelijke kwaliteit (monumenten- welstandscommissie e.d.) zijn onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.3.7.1 t/m 2.3.7.3 de onder 2.3.3 e.v. van evenredige toepassing, hetgeen in combinatie met de activiteit bouwen kan leiden tot een dubbel tarief.

 

2.3.8

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 als volgt verhoogd, als bij het slopen vrijkomt een hoeveelheid sloopafval van:

 

2.3.8.1.1

tot en met 50 m3 vrijkomend sloopafval

€ 3,04 per m3

 

met een minimum van

€ 40,80

 

vermeerderd met:

 

2.3.8.1.2

voor het deel van de hoeveelheid sloopafval van 50 m3 tot en met 100 m3

€ 2,34 per m3

 

vermeerderd met:

 

2.3.8.1.3

voor het deel van de hoeveelheid sloopafval van 100 m3 en meer

€ 1,80 per m3

2.3.8.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.8.1 e.v. bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag tevens betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 78,30

2.3.9

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een weg waarvoor op grond van een bepaling in de provinciale wegenverordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

€ 241,75

2.3.10

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciaal wegenreglement of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een melding, vergunning of ontheffing is vereist, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

€ 16,00

2.3.11

Kappen

 

2.3.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale bomenverordening of artikel 6 van de gemeentelijke Bomenverordening 2021 een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

€ 56,00

2.3.12

Reclame

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanbrengen van reclame, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale reclameverordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

€ 42,35

2.3.12.2

Als voor een plan waarvoor een vergunning is aangevraagd uit oogpunt van welstand het advies is vereist van de commissie ruimtelijke kwaliteit/ dorpsbouwmeester worden de onder 2.3.12.1 genoemde tarieven per adviesaanvraag vermeerderd met:

€ 66,00

2.3.12.3

Als voor een plan waarvoor een vergunning is aangevraagd uit oogpunt van welstand geen advies vereist is, maar volstaan kan worden met een ambtelijke beoordeling van de welstandsnota bedraagt het tarief:

€ 25,25

2.3.13

Opslag van roerende zaken

 

2.3.13.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

 

2.3.13.2

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j van de Wabo:

€ 16,00

2.3.13.3

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k van de Wabo:

€ 16,00

2.3.14

Natura 2000-activiteiten

 

2.3.14.1

Indien de aanvraag voor het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief van de verhoging:

€ 76,75

2.3.14.2

Vervallen

 

2.3.15

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

2.3.15.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief van de verhoging:

€ 76,75

2.3.16

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld, wordt het tarief onder 2.3.1 verhoogd met:

€ 16,00

2.3.17

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

2.3.17.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, zoals bedoeld in artikel 2.5, eerste lid van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.17.1.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.17.1.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.17.2

Als de aanvraag om omgevingsvergunning voor één van de twee fasen ten gevolge van de fasering niet de reguliere-, maar de uitgebreide procedure doorloopt wordt het onder 2.3.17.1.1 of 2.3.17.1.2 genoemde tarief vermeerderd met:

€ 114,75

2.3.18

Beoordeling bodemrapport

 

2.3.18.1

Indien krachtens wettelijk voorschrift voor één of meer van de in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoelde activiteiten een bodemrapport wordt beoordeeld bedraagt het tarief van de verhoging:

 

2.3.18.1.1

voor de beoordeling van een (milieukundig) bodemrapport

€ 255,00

2.3.18.1.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 381,50

2.3.19

Onderzoek hogere grenswaarde

 

2.3.19.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een akoestisch rapport wordt beoordeeld:

€ 352,00

2.3.20

Advies

 

2.3.20.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.26, derde lid van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.20.2

Indien een begroting zoals bedoeld in 2.3.20.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.21

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.21.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, zoals bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo:

 

2.3.21.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven het tarief als genoemd onder 2.3.5.2.

 

2.3.21.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.21.1.3

Indien een begroting zoals bedoeld in 2.3.21.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.22

Geen omgevingsvergunning vereist

 

2.3.22.1

Als uit de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat uit één of meerdere in de onderdelen 2.3.2 t/m 2.3.16 bedoelde activiteiten bestaat, blijkt dat voor één of meer van de gevraagde activiteiten op basis van het Besluit omgevingsrecht (BOR) geen omgevingsvergunning is vereist, wordt in afwijking van het bepaalde onder 2.3.2 t/m 2.3.16 voor elk van deze activiteiten het onder 2.3.1 genoemde tarief verhoogd met:

€ 52,75

2.3.22.2

Het bepaalde onder 2.3.22.1 is niet van toepassing als het onder 2.3.2 t/m 2.3.16 genoemde tarief het onder 2.3.22.1 genoemde tarief onderschrijdt.

 

2.3.23

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 4 Teruggaaf

2.4.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.4.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.2, 2.3.4 en 2.3.8, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.4.1.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat op de aanvraag is beslist

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.4.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.4.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.2, 2.3.4 en 2.3.8, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.4.2.1.1

Indien het verzoek om intrekking is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.4.3

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik

 

2.4.3.1

Als de aanvraag zoals bedoeld onder 2.3.5.2 (buitenplanse afwijking) na het in behandeling nemen daarvan doch voordat een besluit op de aanvraag is genomen schriftelijk wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op gedeeltelijke vermindering van de (geheven) leges. De vermindering wordt verleend tot het bedrag van de kosten die op het moment van intrekking van de aanvraag door de gemeente zijn gemaakt, op basis van nacalculatie.

 

2.4.4

Nadere bepalingen teruggaaf

 

2.4.4.1

Er vindt geen teruggaaf plaats van het onder 2.3.1 bedoelde tarief en de gemaakte kosten, zoals voor adviezen, beoordeling onderzoeksrapporten en dergelijke.

 

2.4.4.2

De in deze tabel genoemde minimum tarieven mogen door teruggaaf niet worden onderschreden.

 

2.4.4.3

Een bedrag minder dan

€ 16,00

 

wordt niet teruggegeven

 

 

Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 

2.5.1.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit, worden de leges overeenkomstig het tarief onder 2.3.2 over de meerkosten berekend of is het bepaalde onder hoofdstuk 4 van toepassing op de minderkosten. Meer- en minderkosten ten opzichte van de in de oorspronkelijke vergunning vermelde vastgestelde bouwsom.

 

2.5.1.2

Als voor een bouwplan waarvoor een vergunning is aangevraagd uit oogpunt van welstand het advies is vereist van de commissie ruimtelijke kwaliteit (monumenten-, welstandscommissie e.d.) worden de onder 2.5.1.1 genoemde tarieven vermeerderd met de kosten van beoordeling die door genoemde commissie aan de gemeente in rekening worden gebracht. De kosten worden overeenkomstig het bepaalde onder 2.3.3 berekend.

 

2.5.2

Revisievergunning

 

2.5.2.1

Als ten gevolge van een wijziging van het project of gebruik sprake is van een revisievergunning bedraagt het tarief

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, waarbij de genoemde minimumtarieven niet mogen worden onderschreden.

 

 

Hoofdstuk 6 Verlenging van een omgevingsvergunning

2.6.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlengen van de instandhoudingstermijn van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.23, tweede lid, onder a van de Wabo, voor zover dit de bouwactiviteit zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo betreft, bedraagt:

€ 83,50

 

Hoofdstuk 7

Vervallen.

 

Hoofdstuk 8 Uitzetten

2.8.1

Als ten gevolge van de aanvraag om vergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van deze tabel werken van gemeentewege moeten worden uitgezet bedraagt het tarief per eenheid (4 hoekpunten):

€ 307,00

2.8.2

Het tarief voor uitzetten wordt gelijktijdig met de tarieven voor de aanvraag in rekening gebracht.

 

2.8.3

Indien de realisatie van het project wettelijk niet langer mogelijk is en de onder 2.8.1 genoemde leges zijn geheven en de uitzetting niet heeft plaatsgevonden bestaat aanspraak op 100 % van de geheven leges.

 

 

Hoofdstuk 9 Bestemmingsplanwijzigingen

2.9.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een definitieve en ontvankelijke aanvraag (niet zijnde een aanvraag om omgevingsvergunning), tot toepassing van de artikelen 3.1, 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, wordt - voorafgaand aan het in

 

 

behandeling nemen van de aanvraag - via een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting aan de aanvrager meegedeeld en bestaat uit de begrote kosten van:

 

 

- de interne kosten van de gemeente, x uren maal tarief;

 

 

- de eventuele noodzakelijke advieskosten voor een externe deskundige;

 

 

- de kosten voor het eventueel plaatsen van een of meerdere (wettelijk vereiste) bekendmakingen;

 

 

- de eventuele kosten voor een herziening van het bestemmingsplan of een beheersverordening.

 

 

 

 

2.9.2

Voor de toepassing van 2.9.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de twintigste werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvrager binnen deze termijn schriftelijk kenbaar maakt af te willen zien van de aanvraag.

 

2.9.3

Toepassing van 2.9.1. en 2.9.2 blijft achterwege, voor zover de kosten zijn of worden verhaald via afdeling 6.4 van de Wro.

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 16,00

 

Hoofdstuk 11 Achteraf ingediende aanvraag/ legalisering werken

2.11.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor een project waarvan (een deel) van de werken in uitvoering zijn genomen voordat op de aanvraag is beslist worden de verschuldigde leges voor de in uitvoering genomen activiteiten of handelingen met

10%

 

verhoogd, met een maximum van

€ 1.112,80

2.11.2

Indien de uitvoering van een activiteit tot gevolg heeft dat overwogen moet worden toepassing te geven aan artikel 2.11, eerste lid, onder a, of artikel 2.11, lid 2 van de Wabo is artikel 2.11.1 van deze tabel van overeenkomstige toepassing.

 

 

Hoofdstuk 12 Overschrijving

2.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om overschrijving van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.25 van de Wabo:

€ 89,25

 

Hoofdstuk 13 Pauzewoning

2.13.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een beschikking om een recreatieverblijf tijdelijk als pauzewoning aan te merken, overeenkomstig de spelregels “toekennen en tijdelijk bewonen pauzewoning”, bedraagt per recreatieverblijf

€ 272,00

 

Hoofdstuk 14 Tijdelijke bewoning bijgebouwen

2.14.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een beschikking om een object tijdelijk als woning aan te merken overeenkomstig de spelregels 'Tijdelijke bewoning bijgebouwen' bedraagt per object

€ 332,25

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet voor commercieel horecabedrijf/ slijtersbedrijf:

€ 171,35

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet voor een horecabedrijf dat zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard:

€ 189,75

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot aanpassing van de Alcoholwetvergunning op basis van artikel 30 van de Alcoholwet (wijziging inrichting):

€ 147,90

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gewijzigd aanhangsel bij de Alcoholwetvergunning overeenkomstig artikel 30a van de Alcoholwet (wijziging leidinggevende(n)):

€ 37,50

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing volgens artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 43,10

 

Hoofdstuk 1a Evenementen

3.1a.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikelen 2.24 en 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening bedraagt:

 

 

Ingeval van minder dan 1000 verwachte bezoekers/ deelnemers

€ 27,80

 

Ingeval van 1000 verwachte bezoekers/ deelnemers of meer

€ 167,80

 

Hoofdstuk 2 Prostitutiebedrijven

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.2.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning zoals bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.2.2:

 

3.2.1.1

voor een seksinrichting

€ 416,65

3.2.1.2

voor een escortbedrijf

€ 416,65

3.2.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, zoals bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.2.2.1

voor een seksinrichting

€ 208,35

3.2.2.2

voor een escortbedrijf

€ 208,35

 

Hoofdstuk 3 Standplaatsen

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een vergunning tot het in de gemeente innemen van een:

 

3.3.1.1

tijdelijke standplaats voor 1 dag

€ 25,70

3.3.1.2

tijdelijke standplaats voor maximaal 5 dagen

€ 51,40

3.3.1.3

tijdelijke standplaats voor meer dan 5 dagen in een periode van maximaal 3 aaneengesloten maanden

€ 154,20

3.3.1.4

overige tijdelijke standplaatsen

€ 257,00

3.3.1.5

vaste standplaats

€ 514,10

3.3.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om overschrijving van een standplaatsvergunning bedraagt:

€ 51,40

3.3.3

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag of weigering standplaatsvergunning

 

3.3.3.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een standplaatsvergunning, zoals bedoeld in de onderdelen 3.3.1.3 t/m 3.3.1.5 intrekt voordat op de aanvraag is beslist, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, of de aanvraag door de gemeente wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt het verschil tussen

100%

 

van de op grond van die onderdelen verschuldigde leges en een minimaal tarief van

€ 51,40

 

Hoofdstuk 4

Vervallen.

 

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 16,00

 

Behorende bij raadsbesluit van 22 december 2022

 

de griffier van Nunspeet,

 

 

Bijlage 2 Overzicht kengetallen behorende bij de 'Legesverordening Nunspeet 2023'

De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld, exclusief BTW. Bron: Bouwkostencheck. Waar van toepassing worden vierkante meters bruto en per verdieping berekend.

Naar boven