Verordening tot wijziging van de verordening fysieke leefomgeving

De raad van de gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6-12-2022, nummer 2022-1015

BESLUIT

• 1. De verordening tot wijziging van de verordening Planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2015 en van de verordening fysieke leefomgeving vast te stellen;

• 2. De verordening inzake de adviesraad in te trekken

Artikel I

De verordening Planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4 worden na onderdeel e. onderdelen toegevoegd, luidende:

• f. Ten aanzien van het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet;

• g. Over het aanwijzen of afvoeren van een gemeentelijk monument op grond van art. 4.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving;

• h. Over het aanwijzen of afvoeren van een gemeentelijk beschermd gezicht op grond van artikel 4.1.2. van de Verordening fysieke leefomgeving

B

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 2. Indien een aanvraag met betrekking tot het aanwijzen, aanpassen en afvoeren van een gemeentelijk archeologisch monument of een aanvraag met betrekking tot een omgevings-vergunning voor een gemeentelijk archeologisch monument voorligt laat de commissie zich bijstaan door een onafhankelijk deskundige op dit gebied.

Artikel II

De verordening fysieke leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.2.2. komt te luiden:

Artikel 4.2.2 Advisering door Planadviesraad

• 1. Voordat het college het besluit neemt, vraagt het college advies aan de Planadviesraad.

• 2. lndien de Planadviesraad niet tijdig adviseert, wordt de Planadviesraad geacht geadviseerd te hebben.

B

Artikel 1.4 van Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het begrip ‘Adviesraad Monumenten’ vervalt.

• 2. Het begrip ‘Planadviesraad’ komt te luiden als volgt: ‘Planadviesraad: De Planadviesraad welstand, monumenten en beschermd Stadsgezicht, als vastgelegd in de Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht, zijnde de commissie bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988, met als taak het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren omtrent aanvragen voor vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b en c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Artikelen 4.1.1, 4.1.2 en 4.3.1 van de Verordening fysieke leefomgeving en artikel 3.1 van de Erfgoedwet;

Artikel III

De Verordening inzake de adviesraad monumenten 2002 wordt ingetrokken.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2022

De raad voornoemd,

de griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König

Toelichting

Algemeen

De Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2015 en de Verordening fysieke leefomgeving bevatten regels over de fysieke leefomgeving en over de advisering aan het bevoegd gezag. Met deze wijzigingsverordening worden de wettelijke grondslagen en formele verwijzingen voor wat betreft de nieuwe taken voor de planadviesraad welstand monumenten en beschermd gezicht 2015 geactualiseerd, juridisch-technisch hier aan invulling gegeven. Tevens wordt de grondslag voor de adviesraad monumenten ingetrokken.

Artikelsgewijze toelichting:

Onderdeel A -artikel 4 De planadviesraad krijgt de taken om te adviseren over:

• Het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet

  De Minister van OCW vraagt ingevolge de Erfgoedwet altijd advies aan het college van de gemeente waar een monument of archeologisch monument zich bevindt, alvorens te besluiten het aan te wijzen als rijksmonument. In dat geval is de commissie adviseur van het college.

• De commissie is adviseur in geval het college een monument of archeologisch monument aan wil wijzen als gemeentelijk monument op grond van art. 4.1.1 van de verordening fysieke leefomgeving; evenals over het aanwijzen of afvoeren van een gemeentelijk beschermd gezicht op grond van artikel 4.1.2. van de verordening fysieke leefomgeving.

Deze taken zijn met ingang van deze wijzigingsverordening aan de Par opgedragen.

Aan artikel 6 wordt toegevoegd als een verzoek over een gemeentelijk archeologisch monument voorligt de commissie zich laat bijstaan door een onafhankelijk deskundige op dit gebied.