Gemeenteblad van Leusden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2022, 578156 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2022, 578156 | beleidsregel |
Handboek kabels en leidingen Leusden 2023
Het college van burgemeester en wethouders van Leusden,
besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:
HANDBOEK KABELS EN LEIDINGEN LEUSDEN 2023
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2 Algemene opbreekregels
Paragraaf 2.1Voorschriften betreffende melding en informatievoorziening
Artikel 2.1.1 Melding en informatievoorziening bij standaardwerkzaamheden
Artikel 2.1.2 Melding en informatievoorziening bij werkzaamheden van niet ingrijpende aard
Artikel 2.1.3 Melding en informatievoorziening bij spoedeisende werkzaamheden
Artikel 2.1.4 Melding, voorbereiding en informatievoorziening bij grote werken
Paragraaf 2.2 Voorschriften voor werkzaamheden in of op openbare gronden
Artikel 2.2.1 Eisen aan uitvoerende ploegen
Artikel 2.2.2 Nulmetingen, proefsleuven en duur van de werkzaamheden
Artikel 2.2.3 Scheiding en afvoer van materialen
Artikel 2.2.4 Gestuurde boring
Artikel 2.2.6 Medegebruik van voorzieningen
Artikel 2.2.7 Ondergrondse ordening en (diepte)ligging
Artikel 2.2.8 Lay-out kabeltracé
Artikel 2.2.9 Gebruik mantelbuizen, beschermplaten en labels
Artikel 2.2.10 Ondergrondse objecten
Artikel 2.2.11 Bovengrondse objecten
Artikel 2.2.11.A Schoonmaken bovengrondse objecten
Artikel 2.2.13 Archeologische vondsten
Hoofdstuk 3 Technische opbreekregels
Paragraaf 3.1 Voorschriften betreffende veiligheids- en verkeersmaatregelen
Artikel 3.1.1 Afzetting en veiligheid
Artikel 3.1.2 Bereikbaarheid voetgangers, fietsers en bestemmingsverkeer
Artikel 3.1.3 Bereikbaarheid openbaar vervoer
Artikel 3.1.4 Bereikbaarheid hulpdiensten
Artikel 3.1.5 Bereikbaarheid brandkranen en andere voorzieningen
Artikel 3.1.6 Verkeersreguleringsplan
Paragraaf 3.2 Voorschriften voor werkzaamheden in groenvoorzieningen
Artikel 3.2.1 Gazons, bermen en beplanting
Paragraaf 3.3 Voorschriften betreffende het herstel van het straatwerk
Artikel 3.3.1 Algemene werkwijze
Artikel 3.3.2 Aanvulling en verdichting
Artikel 3.3.3 Vervanging beschadigde materialen
Artikel 3.3.4 Herstel gesloten verharding en fundering
Artikel 3.3.5 Herstel elementenverharding
Artikel 3.3.6 Herstel nieuwe verharding en sierverharding
Paragraaf 3.4 Overige voorschriften
Artikel 3.4.1 Revisietekeningen
Artikel 3.4.2 Breekverbod en bouwvak
Artikel 3.4.3 Schade en aansprakelijkheid
Hoofdstuk 4 Gebiedsgebonden opbreekregels
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
kabels en leidingen: kabels en leidingen, mantelbuizen daaronder begrepen, die gedoogd moeten worden of waarmee een algemeen belang wordt gediend en waarvoor de eigenaar of beheerder in staat is aan de bij of krachtens de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) opgelegde verplichtingen te voldoen;
Bij de interpretatie van begrippen en oplossing van vraagstukken over kabels en leidingen, waarin niet uitdrukkelijk in deze beleidsregels is voorzien, dient de Telecommunicatiewet en de daarop gebaseerde jurisprudentie zoveel mogelijk als leidraad. Definities en procedures genoemd in de Telecomverordening vinden overeenkomstige toepassing op kabels en leidingen die niet onder de Telecommunicatiewet vallen.
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE OPBREEKREGELS
Paragraaf 2.1 Voorschriften betreffende melding en informatievoorziening
Artikel 2.1.1 Melding en informatievoorziening bij werkzaamheden
Nadat de aanbieder op voorgeschreven wijze een vergunning heeft verkregen, zorgt deze ervoor dat minimaal vijf werkdagen voorafgaand aan de uitvoering van de in de vergunning omschreven werkzaamheden burgers en bedrijven, die mogelijk hinder van deze werkzaamheden kunnen ondervinden, hiervan op adequate wijze via een schriftelijke kennisgeving op de hoogte worden gesteld.
Artikel 2.1.2 Melding en informatievoorziening bij werkzaamheden van niet ingrijpende aard
Indien de toezichthouder binnen de termijn van vijf werkdagen, genoemd in lid 2, bepaalt dat de geplande werkzaamheden niet onder de reikwijdte van het begrip “werkzaamheden van niet ingrijpende aard” vallen, dan vraagt de aanbieder alsnog een vergunning overeenkomstig artikel 2.1.4 van deze beleidsregels aan.
Artikel 2.1.3 Melding en informatievoorziening bij spoedeisende werkzaamheden
Indien artikel 3 Telecomverordening van toepassing is of naar het oordeel van de aanbieder direct dreigend gevaar voor de omgeving kan ontstaan, waarbij overleg met de toezichthouder daarover niet kan worden afgewacht, is de aanbieder gerechtigd onverwijld de noodzakelijke werkzaamheden aan kabels en leidingen in openbare gronden uit te voeren.
Artikel 2.1.4 Melding, voorbereiding en informatievoorziening bij grote werken
Voor vergunningen als bedoeld in het eerste lid is de procedure van artikel 2.1.1 van overeenkomstige toepassing. In aanvulling op artikel 2.1.1 geldt bovendien dat ten minste vijf werkdagen voor de start van de geplande werkzaamheden ook een startoverleg plaatsvindt, waarbij in ieder geval de aanbieder, diens eventuele aannemer en de toezichthouder aanwezig zijn. Vervolgens vindt tot aan de definitieve afronding van de werkzaamheden een periodiek voortgangsoverleg plaats.
Paragraaf 2.2 Voorschriften voor werkzaamheden in of op openbare gronden
Artikel 2.2.1 Eisen aan uitvoerende ploegen
De aanbieder zorgt ervoor dat elke ploeg, die zich bezighoudt met de uitvoering van de in de vergunning of de melding omschreven werkzaamheden, over ten minste één persoon (bij voorkeur de voorman of uitvoerder) beschikt die in staat is met de toezichthouder in het Nederlands te communiceren. Die persoon moet ook bevoegd zijn om de ploeg aan te sturen en afdwingbare aanwijzingen te geven.
De aanbieder ziet erop toe dat de voorman of uitvoerder op het eerste verzoek een kopie van de melding of de vergunning en alle daarbij horende tekeningen ter inzage aan de toezichthouder of andere bevoegde instanties overhandigt. Werkzaamheden die afwijken van de gewaarmerkte tekeningen of de in de melding of vergunning genoemde werkzaamheden, zijn niet eerder toegestaan dan na overleg met en goedkeuring door de toezichthouder. Contactgegevens van de voorman of uitvoerder dienen ter plaatse aanwezig te zijn.
Artikel 2.2.3 Scheiding en afvoer van materialen
Teelaarde, zand, funderingsmateriaal en overige bouwstoffen worden elk gescheiden ontgraven. De aanbieder draagt zorg voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen is tot het moment van goedkeuring van het werk door de toezichthouder voor rekening van de aanbieder.
Blijkt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dat de uitkomende grond naar de mening van de toezichthouder niet voor aanvulling geschikt is, dan wordt deze grond door de aanbieder en voor diens rekening van het werk afgevoerd. Door de aanbieder wordt op eigen kosten geschikte grond of geschikt zand voor aanvulling op het werk aangeleverd.
Indien tijdens de werkzaamheden bodemverontreiniging wordt geconstateerd, worden de werkzaamheden direct gestaakt en wordt dit gemeld bij de toezichthouder van gemeente. Gelijktijdig worden door de aanbieder maatregelen getroffen ter voorkoming van verspreiding van de verontreiniging of risico’s voor de volksgezondheid. Pas na toestemming van de toezichthouder worden de werkzaamheden hervat.
Wanneer naar het oordeel van toezichthouder niet aan lid 1 is voldaan, wordt naar keuze van de aanbieder de verdere uitvoering van de werkzaamheden gestaakt totdat de sleuf voldoende droog is of worden door de aanbieder op eigen kosten afdoende maatregelen, zoals het plaatsen van een bronnering, getroffen.
Indien voor het onttrekken van grondwater een vergunning, ontheffing of melding vereist is, draagt de aanbieder zorg voor de verkrijging daarvan. De aanbieder draagt alle kosten voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen, ontheffingen of meldingen en het voldoen aan de daaraan verbonden voorschriften.
Nadat door de aanbieder de vereiste toestemmingen zijn verkregen, ziet de aanbieder erop toe dat de lozing van de bronnering op oppervlaktewater of regenwaterriolering altijd inclusief zandvang en volgens de daarvoor geldende voorschriften gebeurt. Vooraf overlegt de aanbieder hierover met de adviseur rioleringen van de gemeente Leusden.
Artikel 2.2.6 Medegebruik van voorzieningen
Wanneer naar het oordeel van de toezichthouder een aangevraagd kabel- en leidingentracé geen ruimte biedt voor het aanbrengen van nieuwe kabels en leidingen, worden door de aanbieder proefsleuven gegraven. Indien voldoende ruimte ontbreekt, is de aanbieder verplicht de mogelijkheid van huur van bestaande voorzieningen te onderzoeken.
Artikel 2.2.7 Ondergrondse ordening en (diepte)ligging
Om onnodig ruimtebeslag te voorkomen en de ondergrondse ordening beter te structureren, worden te leggen kabels en leidingen zoveel als mogelijk gebundeld met de reeds aanwezige kabels en leidingen van aanbieder. Daarnaast houdt de aanbieder bij de aanleg rekening met mogelijke uitbreidingen in de nabije toekomst om op korte termijn in hetzelfde tracé werkzaamheden te voorkomen.
De aanbieder legt zijn kabels en leidingen bij voorkeur eerst onder het voetpad, dan het fietspad en dan de rijbaan onder een halfopen verharding. De aanbieder ziet erop toe dat dekking van de kabels en leidingen minimaal 60 cm bedraagt, gemeten vanaf de onderzijde van de verharding exclusief de fundering.
Artikel 2.2.9 Gebruik mantelbuizen, beschermplaten en labels
Na aanleg van de kabels en leidingen ziet de aanbieder erop toe dat deze zodanig gelabeld worden, dat de grondeigenaren, de grondroerders of derden weten aan wie de betreffende kabel toebehoort. Om dit doel te bereiken worden de kabels en leidingen om de 5 meter van een label of ander blijvend herkenningsteken voorzien. Bij een aftakking van de kabels en leidingen of aan het einde ervan wordt binnen 1 meter een label of ander blijvend herkenningsteken aangebracht.
Artikel 2.2.10 Ondergrondse objecten
Ondergrondse objecten worden naast het tracé onder bestaande verharding gelegd. Zij worden niet in doorgaande tracés of onder inritten aangelegd. Bovendien worden zij niet onder fietspaden en onder wegen bestemd voor gemotoriseerd verkeer gelegd. Indien dit niet mogelijk is, kan in overleg met de toezichthouder hiervan worden afgeweken.
De exacte plaatsbepaling van alle ondergrondse objecten gebeurt in overleg met de toezichthouder. De toezichthouder wordt door de aanbieder in de gelegenheid gesteld aanwezig te zijn bij de daadwerkelijke plaatsing of aanpassing van de ondergrondse objecten. Alle benodigde vergunningen of ontheffingen voor plaatsing of aanpassing van ondergrondse objecten worden op het eerste verzoek aan de toezichthouder en de overige bevoegde personen of instanties ter inzage overhandigd.
Artikel 2.2.11 Bovengrondse objecten
De exacte plaatsbepaling van alle bovengrondse objecten gebeurt in overleg met de toezichthouder. De toezichthouder wordt door de aanbieder in de gelegenheid gesteld aanwezig te zijn bij de daadwerkelijke plaatsing of aanpassing van de bovengrondse objecten. Alle benodigde vergunningen of ontheffingen voor plaatsing of aanpassing van bovengrondse objecten worden op het eerste verzoek aan de toezichthouder en de overige bevoegde personen of instanties ter inzage overhandigd.
Bij de plaatsbepaling en aankleding van bovengrondse objecten van de categorie 1 en 2 worden in ieder geval de volgende voorschriften en afwegingskaders in acht genomen, waarbij geldt dat voor bovengrondse objecten van de categorie 2 de voorschriften en afwegingskaders strikter toegepast worden:
Artikel 2.2.11 A Schoonmaken bovengrondse objecten
Door en voor rekening van de aanbieder moeten jaarlijks voor 1 juli aangebrachte (restant) posters en graffiti van de bovengrondse objecten verwijderd worden.
Artikel 2.2.13 Archeologische vondsten
Worden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden objecten opgegraven, die een archeologische waarde kunnen hebben, dan ziet de aanbieder erop toe dat dit onmiddellijk bij het Centrum voor Archeologie, Westsingel 46, 3811 BB Amersfoort, tel. 033 – 4637797 wordt gemeld. De werkzaamheden in de nabijheid van de plek waar de mogelijk archeologisch waardevolle vondsten zijn gedaan worden vanaf dat moment tijdelijk stilgelegd.
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE OPBREEKREGELS
Paragraaf 3.1 Voorschriften betreffende veiligheids- en verkeersmaatregelen
Artikel 3.1.2 Bereikbaarheid voetgangers, fietsers en bestemmingsverkeer
De hoofdontsluitingswegen, wijkontsluitingswegen, busbanen en hoofdfietsroutes worden niet opgebroken. De aanbieder houdt het gemotoriseerd bestemmingsverkeer naar woningen, winkels, bedrijven, overige bouwwerken en landerijen in overleg met de betrokkenen zoveel mogelijk in stand. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming wordt bereikt over de bereikbaarheid, treedt de aanbieder voor de start van de werkzaamheden in overleg met de gemeentelijke verkeerscoördinator.
Artikel 3.1.3 Bereikbaarheid openbaar vervoer
De uitvoering van de werkzaamheden mag niet leiden tot hinder c.q. vertraging van het openbaar busvervoer. Indien nodig kan een omleidingsroute voor het busvervoer worden ingesteld. De hiermee samenhangende kosten komen voor rekening van de aanbieder.
Artikel 3.1.4 Bereikbaarheid hulpdiensten
De aanbieder draagt zorg voor de bereikbaarheid van en door alle hulpdiensten en biedt deze data via mail aan de gemeente (gemeente@leusden.nl) aan zodat de gemeente deze stremming of werkzaamheden kan publiceren in LTC (Local Traffic Control)
Paragraaf 3.2 Voorschriften voor werkzaamheden in groenvoorzieningen
Artikel 3.2.1 Gazons, bermen en beplanting
Gras in bermen en overig landschappelijk gras wordt vooraf door de aanbieder gemaaid en op eigen kosten afgevoerd. Na het aanvullen van de grond ziet de aanbieder erop toe dat het gebied opnieuw wordt ingezaaid met een standaard gras- of kruidenmengsel, dat voldoet aan de door de gemeente gestelde eisen.
Voor beplantingen in het algemeen gelden voor de aanbieder verder nog de volgende voorschriften:
Beplanting, opgenomen in het plantseizoen (1 oktober t/m 15 april), die ondanks de getroffen voorzorgsmaatregelen binnen 6 maanden na herplant niet aanslaat, wordt op kosten van de aanbieder door het college vervangen. Voordat het college tot vervanging overgaat, wordt de aanbieder hiervan schriftelijk, onder opgave van de geraamde kosten, in kennis gesteld.
In aanvulling op of in afwijking van de in artikel 3.2.1 lid 5 van deze beleidsregels genoemde algemene voorschriften, neemt de aanbieder voor bomen de volgende specifieke voorschriften in acht:
De aanbieder ziet erop toe dat bomen zowel onder- als bovengronds niet beschadigd worden. De aanbieder treft de nodige maatregelen ter bescherming van de bomen, zoals bijvoorbeeld het opbinden van laaghangende takken of het afschermen van bomen of boomgroepen met behulp van hekken aangebracht buiten de wortelzone. Stabilisatiewortels en wortels dikker dan 20 mm in diameter worden niet verwijderd. Ontgraven wortels worden beschermd tegen uitdroging, vorst en beschadiging. Wortels dunner dan 20 mm maar dikker dan 15 mm in diameter worden handmatig doorgezaagd.
Tijdens de uitvoering of binnen een redelijke termijn na uitvoering van de werkzaamheden geconstateerde schade aan bomen wordt de aanbieder geïnformeerd, waarna de schade zal worden getaxeerd door een onafhankelijke partij op basis van de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB). De kosten van het rapport en de daarin vastgestelde schade komt voor rekening van de aanbieder.
Paragraaf 3.3 Voorschriften betreffende het herstel van het straatwerk
Artikel 3.3.1 Algemene werkwijze
De tarieven voor herstraat werkzaamheden worden jaarlijks vastgesteld, waarbij de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten vastgestelde richtlijn “Tarieven (Graaf) Werkzaamheden Telecom” van 24 november 2014, of een daarvoor in de plaats tredende latere regeling of aanvulling van vergelijkbare strekking, als uitgangspunt dient.
De aanbieder ziet erop toe dat een sleuf of breekgat maximaal 48 uur open ligt en is afgezet en beveiligd conform de CROW 96b. Aan het eind van iedere werkweek of voor algemeen erkende feestdagen ziet de aanbieder erop toe dat de sleuf of het breekgat, is aangevuld en verdicht en in één keer definitief is herstraat.
Artikel 3.3.2 Aanvulling en verdichting
Bij het aanvullen van sleuven en breekgaten worden de grondsoorten en de bouwstoffen door de aanbieder aangebracht in de oorspronkelijke lagen en laagdikten. Alle aanvullingen worden laagsgewijs door de aanbieder verdicht tot minimaal 3N/mm2, waarbij de te verdichten laag een maximale dikte van 30 cm heeft.
De verdichting van de aanvulling gebeurt door de aanbieder zodanig dat de oorspronkelijke dichtheid voorafgaande aan het ontgraven zo goed mogelijk wordt benaderd. Om dit resultaat te bereiken wordt de bovenste laag altijd verdicht met mechanische apparatuur. Waar het technisch mogelijk is, zorgt de aanbieder ervoor dat er laagsgewijs mechanisch wordt verdicht.
Artikel 3.3.3 Vervanging beschadigde materialen
Is de situatie overeenkomstig artikel 2.2.2 lid 1 vastgelegd en blijkt uit de vastgelegde informatie dat de materialen al beschadigd waren, dan draagt de gemeente de kosten voor aanschaf van de juiste kleur en type materialen ter vervanging van de beschadigde materialen. Heeft de aanbieder echter niet aan zijn verplichting voortvloeiend uit artikel 2.2.2 van deze beleidsregels voldaan, dan worden alle kosten die verband houden met de aanschaf van de nieuwe materialen volledig bij de aanbieder in rekening gebracht.
Artikel 3.3.4 Herstel gesloten verharding en fundering
Indien het college toestemming heeft gegeven voor het opbreken van verharding als bedoeld in lid 1, ten behoeve van de werkzaamheden, wordt dit door de aanbieder uitgevoerd door middel van zagen in het asfalt, beton of andere gesloten verharding op een zodanige steenmaat dat de sleuf na afloop van de werkzaamheden strak kan worden dichtgeblokt met betonstraatsteen keiformaat. Het gebroken asfalt, beton of andere gesloten verharding wordt op eigen kosten door de aanbieder zelf afgevoerd. Tot het moment van de definitieve bestrating zorgt de aanbieder ervoor dat de sleuf of het breekgat dichtgeblokt is en blijft. De kosten voor de aanschaf van de betonstraatstenen keiformaat, het dichtblokken, het herstel van fundering en het aanbrengen van nieuw asfalt overeenkomstig de bestaande constructie van de weg inclusief de fundering zijn voor rekening van aanbieder.
Artikel 3.3.5 Herstel elementenverharding
Na het opnieuw aanbrengen van de elementenverhardingen dient het straatwerk dezelfde kwaliteit te hebben als vóór het aanbrengen van de kabels en leidingen. Bij twijfel dient de aanbieder aan de hand van de gegevens van de “nulmeting” als bedoeld in artikel 2.2.2. lid 1 aan te tonen dat de kwaliteit van het straatwerk van hetzelfde kwaliteitsniveau is als voor aanvang van de werkzaamheden.
Paragraaf 3.4 Overige voorschriften
Artikel 3.4.1 Revisietekeningen
Revisietekeningen van het gewijzigde/ nieuwe tracé voor kabels en leidingen worden door de aanbieder binnen één maand gemeld bij het Kadaster (overeenkomstig Wet informatie uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (Wibon)).
Artikel 3.4.3 Schade en aansprakelijkheid
De aanbieder treft alle noodzakelijke maatregelen om te voorkomen dat de gemeente of derden schade lijden ten gevolge van de werkzaamheden. Schade aan gemeentelijke eigendommen wordt onmiddellijk door de aanbieder bij de gemeente gemeld. Schade aan andere dan gemeentelijke eigendommen wordt door de aanbieder bij de desbetreffende eigenaar gemeld.
HOOFDSTUK 4 GEBIEDSGEBONDEN OPBREEKREGELS
Voor het natuursteen in het winkelcentrum De Hamershof geldt een uitzondering. De gemeente verwijdert en herstelt het straatwerk in eigen beheer en op kosten van de aanbieder. De aanbieder krijgt vooraf een offerte. Na schriftelijk akkoord van beide partijen wordt een datum gepland voor de uitvoering van de werkzaamheden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-578156.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.