Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen
|
2023
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
Heffingsgrondslag
|
|
|
Dit is de grondslag op basis waarvan leges worden geheven. Er worden verschillende grondslagen gebruikt, afhankelijk van het te leveren product:
|
|
|
1. Tarief per vierkante meter, gebaseerd op de hoofdfunctie per bouwlaag van het gebouw of de uitbreiding daarvan. Er wordt uitgegaan van de bruto-vloeroppervlakte in vierkante meters, als omschreven in NEN 2580.
|
|
|
2. Vast tarief per product, als omschreven in het van toepassing zijnde artikel.
|
|
|
3. Bouwkosten of sloopkosten exclusief omzetbelasting. Onder bouwkosten en sloopkosten wordt verstaan, de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken
2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief de omzetbelasting.
|
|
2.1.1.2
|
Hoofdfunctie: De aard van het gebruik dat in overwegende mate plaatsvindt per bouwlaag van het gebouw of de uitbreiding daarvan. Er is slechts één hoofdfunctie mogelijk per bouwlaag.
|
|
2.1.1.3
|
In behandeling nemen: onder het in behandeling nemen van een aanvraag wordt verstaan het indienen van een aanvraag bij de gemeente
|
|
2.1.1.4
|
Totale oppervlakte: De som van de bruto-vloeroppervlaktes volgens NEN 2580 van alle bouwlagen van het gebouw of de uitbreiding daarvan
|
|
2.1.1.5
|
Vooroverleg-schetsplan: Een onderzoek naar de wenselijkheid, haalbaarheid en/of vergunbaarheid van een initiatief met gebruikmaking van het vereiste aanvraagformulier voor een schetsplan en de benodigde bescheiden.
|
|
2.1.1.6
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.2. Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
2023
|
2.2
|
Indien ten behoeve van een omgevingsvergunning een schetsplan (vooroverleg) wordt gevraagd, bedraagt het tarief
|
€ 191,05
|
|
|
|
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning
|
2023
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1a
|
Bouwactiviteiten (veel voorkomende bouwwerken)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, voor veelvoorkomende bouwwerken, wordt het tarief voor het in behandeling nemen bepaald aan de hand van onderstaande tabel.
|
|
|
De heffingsgrondslag wordt naar boven afgerond
|
|
2.3.1.1a.1
|
Gevel- en kozijnwijzigingen
|
€ 294,10
|
2.3.1.1a.2
|
Dakkapel
|
€ 470,45
|
2.3.1.1a.3
|
Bijbehorend bouwwerk van maximaal 10 m2 bruto vloeroppervlakte
|
€ 382,25
|
|
met dien verstande dat voor het overige dan artikel 2.3.1.1c.1 van toepassing is
|
|
2.3.1.1a.4
|
Erfafscheiding, hekwerk en/of tuinmuur
|
€ 147,20
|
2.3.1.1a.5
|
Onderkeldering per 30 m3
|
€ 367,50
|
2.3.1.1a.6
|
Zwembad per 30 m3 waterinhoud
|
€ 367,50
|
2.3.1.1a.7
|
Reclame uiting
|
€ 183,85
|
2.3.1.1a.8
|
Overkapping (waaronder een carport) van maximaal 25 m2 bruto vloeroppervlakte
|
€ 196,00
|
|
met dien verstande dat voor het overige dan artikel 2.3.1.1c.1 van toepassing is
|
|
2.3.1.1b
|
Bouwactiviteiten (uitbreiding en nieuwbouw)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo voor nieuwbouw of het uitbreiden van een gebouw, wordt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag bepaald op basis van de totale oppervlakte, aan de hand van onderstaande tabel,
|
|
|
met een minimum van:
|
€ 382,25
|
|
Hoofdfunctie per bouwlaag (tarief per m2 van het totale oppervlak van de bouwlaag):
|
|
2.3.1.1b.1
|
Wonen
|
€ 38,25
|
2.3.1.1b.2
|
Maatschappelijk of economisch
|
€ 58,60
|
2.3.1.1b.3
|
Industrie
|
€ 17,55
|
2.3.1.1b.4
|
Agrarisch
|
€ 10,40
|
2.3.1.1b.5
|
Parkeergarages
|
€ 14,75
|
2.3.1.1c
|
Bouwactiviteiten (overige werkzaamheden)
|
|
2.3.1.1c.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, voor: - gebouwen of de uitbreiding daarvan die niet in bovengenoemde tabel zijn genoemd; - bouwwerken geen gebouw zijnde; - tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingtermijn van maximaal vijf jaar; - onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen; - het veranderen of verbouwen van gebouwen zonder uitbreiding daarvan en voor gevelwijzigingen; - romneyloodsen; - funderingsherstel; is het tarief:
|
3,80%
|
|
van de bouwkosten.
|
|
|
Met een minimum van:
|
€ 382,25
|
2.3.1.1d
|
Vermindering grote projecten
|
|
|
Indien de leges die voortvloeien uit paragraaf 2.3.1, meer zijn dan € 500.000,00, dan wordt geen hoger bedrag dan
€ 500.000,00 aan leges geheven.
|
|
2.3.1.1e
|
Proefproject Wet Kwaliteitsborging
|
|
|
Indien een aanvrager deelneemt aan het proefproject in het kader van de Wet kwaliteitsborging, en voldoet aan de gestelde eisen, wordt het bedrag dat verschuldigd is aan leges, die voortvloeien uit paragraaf 2.3.1, met 30 % verlaagd.
|
|
|
Welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Vervallen
|
vervallen
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1. bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 825,00
|
2.3.1.3.2
|
Indien een bezoek van de agrarische commissie nodig is, wordt het berekende bedrag van artikel 2.3.1.3.2 verhoogd met:
|
€ 65,00
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximumbedrag van € 1.000,00
|
20%
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 380,15
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) of ontheffing van de bouwverordening wordt toegepast:
|
€ 449,70
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 449,70
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 7.542,25
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 449,70
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 811,80
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
€ 811,80
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
|
€ 811,80
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 449,70
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 449,70
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 449,70
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 7.542,25
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 449,70
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 811,80
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 811,80
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 811,80
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 449,70
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.1
|
tot 200 m²
|
€ 576,85
|
2.3.5.2
|
van 200 m² tot 1.000 m²
|
€ 576,85
|
|
en per 100m², voor elke 100m² of gedeelte daarvan boven een bruto-vloeroppervlak van 200 m² vermeerderd met een bedrag van:
|
€ 88,15
|
2.3.5.3
|
van 1.000 m² tot 5.000 m²
|
€ 1.540,25
|
|
en per 100m², voor elke 100m² of gedeelte daarvan boven een bruto-vloeroppervlak van 1.000 m², vermeerderd met een bedrag van:
|
€ 36,90
|
2.3.5.4
|
van 5.000 m² of groter
|
€ 3.556,45
|
|
en per 100m², voor elke 100m² of gedeelte daarvan boven een bruto-vloeroppervlak van 5.000 m², vermeerderd met een bedrag van:
|
€ 13,60
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijke monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening Goirle 2014, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tegens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 449,70
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 449,70
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 188,90
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 576,90
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de A.P.V. een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 308,80
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de A.P.V. een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
indien de aanvraag betrekking heeft op één boom:
|
€ 110,35
|
|
per extra boom,
|
€ 55,15
|
|
tot een maximum van:
|
€ 1.103,85
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10 van de A.P.V. een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 46,80
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 46,80
|
2.3.12
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen benoemde activiteiten:
|
€ 310,15
|
2.3.13
|
Flora- en Faunawet-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 310,15
|
2.3.14
|
Andere activiteiten (vervallen)
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
120%
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
100%
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 505,15
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 1.188,65
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 813,50
|
2.3.18.1.2
|
indien Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voor:
|
|
2.3.18.1.2.1
|
Een aanvraag gebiedsbescherming
|
€ 4.874,00
|
2.3.18.1.2.1.a
|
Een aanvraag gebiedsbescherming wijzigen
|
€ 4.013,30
|
2.3.18.1.2.1.b
|
Intrekken aanvraag gebiedsbescherming
|
€ 2.665,35
|
2.3.18.1.2.2
|
Een aanvraag soortenbescherming door burgers
|
€ 2.147,70
|
2.3.18.1.2.3
|
Een aanvraag soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht
|
€ 6.632,00
|
2.3.18.1.2.4
|
Een aanvraag soortenbescherming overige
|
€ 4.851,70
|
2.3.18.1.3
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.19
|
Besluit vergunningvrij
|
|
|
Indien voor een, op basis van artikel 2.1, lid 3 van de Wabo, vergunningvrije activiteit op verzoek van de aanvrager een "besluit vergunningvrij" wordt afgegeven:
|
€ 132,35
|
|
|
|
Paragraaf 2.4 Vermindering
|
2023
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, en binnen 26 weken na de reactie op het vooroverleg/principeverzoek wordt ingediend, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.5 Teruggaaf
|
2023
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend
|
50%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning op initiatief van bevoegd gezag
|
|
2.5.2.1
|
Teruggaaf van 100% van de leges voor de aanvraag wordt verleend indien:
|
|
2.5.2.1.a
|
een aanvraag om omgevingsvergunning die wordt ingetrokken op initiatief van het bevoegd gezag, omdat die niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die het bevoegd gezag - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en
|
|
2.5.2.1.b
|
binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg dezelfde activiteit.
|
|
2.5.2.1.c
|
Het bepaalde in onderdeel 2.5.2.1 is tevens van toepassing in gevallen waarin niet de gehele aanvraag wordt ingetrokken, maar de intrekking slechts betrekking heeft op één of enkele activiteiten van die aanvraag. Hierbij geldt dat, onder de voorwaarden zoals genoemd in hoofdstuk 2.5.2.1, slechts teruggaaf plaatsvindt voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken.
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg - of sloopactiviteiten als bedoeld in onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
2.5.6
|
Buiten behandeling stelling
|
|
|
Wanneer een ingediende aanvraag om omgevingsvergunning niet ontvankelijk is en door de gemeente buiten behandeling wordt gesteld, bedraagt het tarief
|
€ 191,00
|
|
Indien er een lager tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van kracht is, geldt dat tarief.
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2023
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
€ 99,30
|
|
|
|
Paragraaf 2.7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2023
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 407,00
|
|
Paragraaf 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2023
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 7.542,25
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening of het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van die wet, al dan niet in combinatie met aanvraag om omgevingsvergunning
|
€ 5.278,05
|
|
|
|
Paragraaf 2.9 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2023
|
2.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 93,85
|