Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022

De raad besluit

 

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

 

vast te stellen de

 

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022

Artikel 1. Kwijtschelding.

Voor de volgende belastingen kan kwijtschelding worden verleend.

 

  • 1.

    Afvalstoffenheffing.

  • 2.

    Hondenbelasting.

Artikel 2. Beperkte kwijtschelding.

  • 1.

    Voor de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend voor:

    • a.

      de belasting per perceel per belastingjaar, zoals genoemd in hoofdstuk 1, lid 1., van de geldende tarieventabel behorende bij de verordening afvalstoffenheffing;

    • b.

      de belasting voor maximaal 8 ledigingen van een container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, zoals genoemd in hoofdstuk 1, lid 2.1., van de geldende tarieventabel behorende bij de verordening afvalstoffenheffing;

    • c.

      de belasting voor maximaal 6 ledigingen van een container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, zoals genoemd in hoofdstuk 1, lid 2.2., van de geldende tarieventabel behorende bij de verordening afvalstoffenheffing;

    • d.

      de belasting voor maximaal 24 stortingen in een ondergrondse container, zoals genoemd in hoofdstuk 1, lid 5.2.1., van de geldende tarieventabel behorende bij de verordening afvalstoffenheffing.

  • 2.

    Voor de hondenbelasting wordt alleen kwijtschelding verleend voor de belasting voor een eerste hond, zoals genoemd in artikel 5, lid 1a van de geldende verordening hondenbelasting.

Artikel 3. Kosten van bestaan.

  • 1.

    Bij de kwijtschelding van de belastingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent van de bijstandsnorm.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

  • 3.

    Bij de berekening van de kosten van bestaan zoals gesteld in lid 2 van dit artikel wordt gebruik gemaakt van het van toepassing zijnde AOW-bedrag, inclusief de tegemoetkoming koopkracht oudere belastingplichtige (KOB).

Artikel 4. Netto kosten kinderopvang.

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, lid 3 van de genoemde regeling bedoelde netto kosten voor kinderopvang.

Artikel 5. Kwijtschelding aan ondernemers.

Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 6. Betalingscapaciteit.

Voor het bepalen van de betalingscapaciteit worden de regels zoals omschreven in de artikelen 12 tot en met 15 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 gehanteerd.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De regeling treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als “Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022”.

  • 3.

    Het besluit Kwijtscheldingsbeleid 2012, nadien gewijzigd, en de Kwijtscheldingsregeling voor het ophalen van grof vuil komen per 1 januari 2022 te vervallen.

de griffier,

mr. M. Smits – Jansen

de voorzitter,

drs. A.J. van Hout

Naar boven