"Gemeenschappelijke Regeling Sociaal"

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gezien het voorstel inzake Wijziging van de GR Sociaal (zestiende wijziging);

 

overwegende dat:

  • -

    de colleges van Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht wensen samen te werken op het gebied van het sociaal domein en aanverwante regelgeving;

  • -

    daartoe de in deze regeling omschreven taken en bevoegdheden aan het bestuur van de regeling worden opgedragen respectievelijk overgedragen;

  • -

    het sociaal domein voortdurend in beweging is;

  • -

    dit vraagt om een flexibele manier van samenwerken waarin maatwerk in de dienstverlening aan de deelnemers mogelijk is;

  • -

    tegelijkertijd een robuust fundament noodzakelijk is om in deze regeling constructief en efficiënt te kunnen samenwerken;

  • -

    de taken van de gemeenschappelijke regeling Drechtwerk worden overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Sociaal, met inbegrip van personeel en middelen;

  • -

    de Drechtwerkorganisatie als een herkenbaar onderdeel van de GR Sociaal wordt gepositioneerd;

  • -

    de Wet gemeenschappelijke regelingen met ingang van 1 juli 2022 op onderdelen wordt gewijzigd;

  • -

    een en ander noodzaakt tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Sociaal;

  • -

    de raden van de deelnemende colleges toestemming als bedoeld in artikel 1 Wgr tot wijziging van de GR Sociaal hebben gegeven;

 

gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T :

 

onder voorbehoud van toestemming van de gemeenteraad op grond van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, versie 16.0 als volgt te wijzigen:

 

 

Artikel I
  • A.

    Na de laatste overweging worden de volgende overwegingen toegevoegd:

    • -

      dat de taken van de gemeenschappelijke regeling Drechtwerk worden overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Sociaal, met inbegrip van personeel en middelen;

    • -

      dat de Drechtwerkorganisatie als een herkenbaar onderdeel van de GR Sociaal wordt gepositioneerd;

    • -

      dat de Wet gemeenschappelijke regelingen met ingang van 1 juli 2022 op onderdelen wordt gewijzigd;

    • -

      dat een en ander noodzaakt tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Sociaal.

 

  • B.

    In artikel 1, sub h komt de definitie te luiden: inwoner van één van de deelnemende gemeenten (met uitzondering van Hardinxveld-Giessendam) die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 Wsw tot de doelgroep behoort en op de dag voor inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van de Invoeringswet Participatiewet een dienstbetrekking heeft als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de Wsw.

 

  • C.

    De titel van artikel 5 komt te luiden: "Taken op het gebied van de Participatiewet, Wmo 2015 en aanverwante wetten".

 

  • D.

    In artikel 5 wordt aan de eerste zin toegevoegd: ", voor zover het de onderstaande wetten en onderwerpen betreft".

 

  • E.

    In de tabel in artikel 5:

    • i.

      vervalt de regel en de tekst over de Wet sociale werkvoorziening;

    • ii.

      vervalt de regel en de tekst over de Wet op de Lijkbezorging.

 

  • F.

    Artikel 5, de leden 2 tot en met 6 vervallen.

 

  • G.

    Onder vernummering van de artikelen 6 tot en met 49 tot 9 tot en met 52 worden na artikel 5 een nieuw artikel 6, 7 en 8 toegevoegd, luidende:

" Taken op het gebied van de Wet sociale werkvoorziening

Artikel 6

  • 1.

    Aan het bestuur van de GRS worden de volgende taken en bevoegdheden gedelegeerd als bedoeld in artikel 4, eerste lid onder a, voor zover het de Wsw betreft:

    • a.

      Algemeen Bestuur:

      • i.

        Het in samenhang met de Participatiewet ontwikkelen van beleid op het gebied van het (doen) verschaffen van arbeid onder aangepaste omstandigheden aan mensen die op 1 januari 2015 een sw-indicatie hadden;

      • ii.

        Het vaststellen van nadere regels;

      • iii.

        Het verlenen van diensten aan de gemeenten en, incidenteel, aan derden op het gebied van andere gesubsidieerde arbeidsvoorzieningen dan in de wet bedoelde, indien deze derden daartoe opdracht geven aan het openbaar lichaam en het Algemeen Bestuur die opdracht aanvaardt;

      • iv.

        Het organiseren van cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening;

    • b.

      Dagelijks Bestuur:

      • i.

        Alle uitvoerende taken en bevoegdheden, die bij of krachtens de Wsw, alsmede de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en uitvoeringsregelingen, aan de colleges zijn toegekend, worden gedelegeerd aan het Dagelijks Bestuur;

      • ii.

        Het (doen) verschaffen van arbeid onder aangepaste omstandigheden aan Sw-medewerkers;

      • iii.

        Het op een bedrijfsmatige wijze aanbieden van trajecten en diensten op het terrein van de gesubsidieerde arbeid;

      • iv.

        Het uitvoeren van al die werkzaamheden en activiteiten die dienstbaar zijn aan en voortvloeien uit de onder ii en iii genoemde taken.

      • v.

        Het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 7 Wsw.

  • 2.

    De gemeente Hardinxveld-Giessendam wordt vrijgesteld van deelname aan de in het eerste lid genoemde taken. Indien zij alsnog deel wil gaan nemen aan deze taken dient zij dit tijdig bij het Algemeen Bestuur kenbaar te maken. Aan de deelname kunnen door het Algemeen Bestuur voorwaarden worden verbonden.

 

Beleid( sregels)

Artikel 7

  • 1.

    Conform artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen zowel het Algemeen Bestuur als het Dagelijks Bestuur van de regeling beleidsregels vaststellen met betrekking tot de aan hen gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden.

  • 2.

    De gemeenten kunnen in de door hen vast te stellen verordeningen en andere algemeen verbindende voorschriften beleidsinhoudelijke verschillen opnemen die aansluiten op de lokale wensen en behoeften. De eventuele meer- of minderkosten in de uitvoering worden via een uitvoeringstoets door de GRS in beeld gebracht en verrekend met de betreffende gemeente(n).

  • 3.

    De gemeenten kunnen aan het Algemeen Bestuur en aan het Dagelijks Bestuur opdragen om in de op grond van het eerste lid vast te stellen nadere regels en beleidsregels beleidsinhoudelijke verschillen op te nemen die aansluiten op de lokale wensen en behoeften. De eventuele meer- of minderkosten in de uitvoering worden via een uitvoeringstoets door de GRS in beeld gebracht en verrekend met de betreffende gemeente(n).

 

Beleidsvoorbereiding

Artikel 8

Naast de in de artikelen 5 en 6 genoemde taken heeft het bestuur van de GRS de volgende taken:

  • a.

    het, in co-creatie met de gemeenten, voorbereiden van een door de lokale raden vast te stellen regionale visie sociaal beleid;

  • b.

    het, in co-creatie met de gemeenten, voorbereiden van door de lokale raden vast te stellen verordeningen en beleidsplannen;

  • c.

    het, in co-creatie met de gemeenten, voorbereiden van door de colleges vast te stellen nadere regels,

voor zover deze betrekking hebben op de in het eerste lid genoemde taken."

 

  • H.

    In artikel 9 (nieuw) wordt "artikel 5, derde en vierde lid" gewijzigd in "artikel 7, tweede en derde lid".

 

  • I.

    In artikel 11 (nieuw) wordt onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:

    "2. Degene die ophoudt lid van het college te zijn dat hem als lid van het Algemeen Bestuur heeft aangewezen, houdt daarmee tevens op lid van het Algemeen bestuur te zijn."

 

  • J.

    In artikel 12 (nieuw) wordt:

    a. "artikel 5" telkens gewijzigd in "de artikelen 5 en 6";

    b. vervalt onder e "overeenkomsten en";

    c. onder vernummering van f tot en met h tot g tot en met i een nieuw onderdeel f toegevoegd, luidende: "het huren en pachten van onroerende zaken".

 

  • K.

    De kop boven artikel 14 (nieuw) komt te luiden: "Beraadslaging en stemming Algemeen".

     

  • L.

    In artikel 14 (nieuw) worden onder vernummering van het eerste lid tot het vierde lid drie nieuwe leden toegevoegd, luidende:

    • 1.

      "De voorzitter opent de vergadering niet voordat blijkens de presentielijst een minimum aantal (plaatsvervangende) leden van 5 aanwezig is. Dit aantal is inclusief de voorzitter.

    • 2.

      In het geval dat na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal (plaatsvervangende) leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering.

    • 3.

      Beraadslaging en besluitvorming in de vergadering als bedoeld in het tweede lid, vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 15, 16 en 17 van de regeling. Daarbij geldt dat enkel aanwezige (plaatsvervangende) leden hun stem kunnen uitbrengen. Schriftelijk stemmen is uitgesloten." en vervallen het tweede tot en met het vierde lid.

 

M. Onder vernummering van de artikelen 15 tot en met 52 tot 18 tot en met 55 worden drie nieuwe artikelen toegevoegd, luidende:

" Beraadslaging en stemming over de in artikel 5 genoemde taken en bevoegdheden

Artikel 15

  • 1.

    In afwijking van artikel 14, vierde lid geldt voor de periode tot de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen na die van 2022 voor stemming over de in artikel 5 genoemde taken en bevoegdheden de stemverhouding zoals weergegeven in de onderstaande tabel:

Stemverhoudingen

Gemeenten

Inwoneraantal per 1-1-2020, CBS

Percentage

Stemmen

Alblasserdam

20.165

6,93%

7

Dordrecht

119.284

40,99%

41 (2 x 20,5)

Hardinxveld-Giessendam

18.295

6,29%

6

Hendrik Ido Ambacht

31.202

10,72%

11

Papendrecht

32.137

11,04%

11

Sliedrecht

25.220

8,67%

9

Zwijndrecht

44.737

15,37%

15

TOTAAL

291040

100%

100 (meerderheid 51)

 

  • 2.

    De qua inwoneraantal grootste gemeente heeft nooit meer dan 49% van de stemmen in het Algemeen Bestuur. Indien de grootste gemeente op basis van het inwoneraantal recht zou hebben op meer dan 49% van de stemmen, wordt het percentage bepaald op 49 en wordt het meerdere naar verhouding verdeeld over de overige gemeenten.

     

Beraadslaging en stemming over de in artikel 6 genoemde taken en bevoegdheden

Artikel 16

  • 1.

    Het lid van het Algemeen Bestuur dat de gemeente Hardinxveld-Giessendam vertegenwoordigt neemt geen deel aan de beraadslagingen en stemmingen over aangelegenheden die de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 6 betreffen.

  • 2.

    Het aantal per lid uit te brengen stemmen wordt naar rato gerelateerd aan het aantal inwoners van de overige gemeenten per 1 januari van het betreffende jaar.

  • 3.

    Met betrekking tot het quorum, de wijze van stemmen en de handhaving van de orde in de vergadering is artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing.

 

Beraadslaging en stemming over de begroting en Bijdrageverordening

Artikel 17

In afwijking van de stemverhouding als bedoeld in de artikelen 15 en 16 geldt dat voor de besluitvorming over de begroting, begrotingswijzigingen en (wijzigingen van) de Bijdrageverordening een gekwalificeerde meerderheid nodig is van alle gemeenten, waarbij, aanvullend op een meerderheid van stemmen, minimaal 3 gemeenten voor een voorstel moeten stemmen voor het aannemen daarvan."

 

  • N.

    In artikel 18, lid 3 wordt "bestuur" vervangen door "Dagelijks Bestuur".

 

  • O.

    Aan artikel 19, eerste lid wordt na de eerste zin een zin toegevoegd, luidende: "In de vergadering van het Dagelijks Bestuur kan slechts worden beraadslaagd of besloten, indien ten minste twee van de zitting hebbende leden tegenwoordig zijn."

 

  • P.

    In artikel 20 (nieuw):

    • a.

      wordt in de eerste regel van het eerste lid "artikel 5" gewijzigd in "de artikelen 5 en 6";

    • b.

      wordt in lid 1 onder a "Gemeentewet" gewijzigd in "Wgr";

    • c.

      worden in het tweede lid onder vernummering van de onderdelen c tot en met j tot g tot en met n vier nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:

      • c.

        Het aangaan van overeenkomsten;

      • d.

        Het geven van ongevraagd ontslag, uitgezonderd ontslag wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, aan Sw-werknemers;

      • e.

        Het beslissen op bezwaarschriften en geschillen. Voor zover het bezwaarschriften betreft die door ambtelijke werknemers en Sw-werknemers worden ingediend vraagt het Dagelijks Bestuur het advies van een bezwaarschriftencommissie alvorens tot een beslissing terzake wordt overgegaan;

      • f.

        Het sluiten van verzekeringen;

    • d.

      wordt in onderdeel g "het" gewijzigd in "Het";

    • e.

      Wordt in onderdeel h (nieuw) "Wet openbaarheid van bestuur" gewijzigd in "Wet open overheid".

 

  • Q.

    In artikel 24, tweede lid wordt "artikel 5" gewijzigd in "de artikelen 5 en 6".

 

  • R.

    In artikel 28 wordt:

    • a.

      onder vernummering van het derde tot en met het zesde lid tot het vierde tot en met het zevende lid een nieuw derde lid toegevoegd, luidende:

      "3. De secretaris/algemeen directeur woont de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur bij en heeft daarin een adviserende stem.";

    • b.

      onder vernummering van het zevende tot het achtste lid een nieuw zevende lid toegevoegd, luidende:

      "7. De secretaris/algemeen directeur is namens het Dagelijks Bestuur binnen de vastgestelde begroting en het personeelsformatieplan belast met de indienstneming van tot de doelgroep toegelaten werknemers in de zin van de Wsw, alsmede van overige werknemers.".

 

  • S.

    Na artikel 29 (nieuw) worden onder vernummering van de artikelen 30 tot en met 55 tot 32 tot en met 57 twee nieuwe artikelen toegevoegd, luidende:

Uitvoeringsorganisatie Sociale Dienst Drechtsteden

Artikel 30

  • 1.

    Er is een Uitvoeringsorganisatie Sociale Dienst Drechtsteden (SDD).

  • 2.

    De Uitvoeringsorganisatie SDD is een organisatieonderdeel van de GRS en heeft tot taak:

    • a.

      het uitvoeren van de taken die voortvloeien uit de gedelegeerde en gemandateerde taken als bedoeld in artikel 5;

    • b.

      het uitvoeren van taken die voortvloeien uit met gemeenten en derden gesloten dienstverleningsovereenkomsten.

 

Uitvoeringsorganisatie Drechtwerk

Artikel 31

  • 1.

    Er is een Uitvoeringsorganisatie Drechtwerk.

  • 2.

    De Uitvoeringsorganisatie Drechtwerk is een organisatieonderdeel van de GRS en heeft tot taak:

    • a.

      arbeidsgehandicapten, die zijn geïndiceerd voor de wet, aangepaste te arbeid bieden die aansluit bij de capaciteiten en mogelijkheden van de Sw-geïndiceerde;

    • b.

      zorgdragen voor de arbeidsontwikkeling van de Sw- geïndiceerde medewerkers door het bieden van methodische arbeidsontwikkeling en een adequate diversiteit aan werksoorten

    • c.

      Het uitvoeren van de onder a en b bedoelde taken voor personen met een WIW-indicatie, beschut werkers uit de Participatiewet en personen die een indicatie hebben voor arbeidsmatig dagbesteden.

    • d.

      Het bewerkstelligen van doorstroom van medewerkers zodat zij zo regulier mogelijk kunnen werken.

    • e.

      het uitvoeren van de in artikel 6 genoemde taken.

 

  • T.

    In artikel 33, vierde lid (nieuw) wordt "3 maanden" gewijzigd in "12 weken".

 

  • U.

    De kop boven artikel 35 (nieuw) wordt gewijzigd in "De ontwerpbegroting".

 

  • V.

    In artikel 35 (nieuw) wordt:

    • a.

      in het eerste lid "acht" gewijzigd in "twaalf";

    • b.

      onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid een nieuw derde lid toegevoegd, luidende:

      "3. Het Algemeen Bestuur stelt de raden van de gemeenten schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het tweede lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt voorafgaande aan het vaststellen van de begroting.".

       

  • W.

    De kop boven artikel 36 (nieuw) wordt gewijzigd in "Begroting".

 

  • X.

    In artikel 36 (nieuw) wordt:

    • a.

      in het tweede lid na de tweede zin een zin toegevoegd, luidende:

      "Dit betekent onder meer dat de gemeente Hardinxveld-Giessendam als gevolg van de vrijstelling als bedoeld in artikel 6, lid 3 niet bijdraagt aan de kosten voor de uitvoering van de in artikel 6 bedoelde taken.";

    • b.

      in het derde lid "3 maanden" steeds gewijzigd in "twaalf weken";

 

  • Y.

    In artikel 37 (nieuw) wordt "28" gewijzigd in "36".

 

  • Z.

    In artikel 40, tweede lid (nieuw) wordt "28" gewijzigd in "36".

 

  • AA.

    In artikel 41 (nieuw) wordt "32" gewijzigd in "40".

 

  • BB.

    In artikel 42, eerste lid (nieuw) wordt "artikel 5" gewijzigd in "de artikelen 5 en 6".

     

  • CC.

    In artikel 43, vijfde lid (nieuw) wordt "37" gewijzigd in "45".

 

  • DD.

    In artikel 44, tweede lid wordt:

    • a.

      in de eerste zin "37" gewijzigd in "45" en "40" in "48";

    • b.

      onder a. "38" gewijzigd in "46";

    • c.

      onder b. "39" gewijzigd in "47".

 

  • EE.

    In artikel 45, vierde en zevende lid (nieuw) wordt "40" telkens gewijzigd in "48".

 

  • FF.

    In artikel 46, tweede lid (nieuw) wordt "37" gewijzigd in "45".

 

  • GG.

    In artikel 47, eerste en tweede lid (nieuw) wordt "37" gewijzigd in "45".

     

  • HH.

    In artikel 50, eerste lid (nieuw) vervalt in de tweede regel het woord "de".

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Artikel III

Dit besluit kan worden aangehaald als "Wijzigingsbesluit gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (zestiende wijziging)".

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 september 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Alblasserdam

S. van Heeren, J.G.A. Paans

secretaris, burgemeester

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 mei 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Hardinxveld-Giessendam

J.G. de Jager, D.A. Heijkoop

secretaris, burgemeester

Aldus vastgesteld in de vergadering van 31 mei 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht

A. de Baat, J. Heijkoop

secretaris, burgemeester

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 juni 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Papendrecht

J.M. Ansems, A.M.M. Jetten

secretaris, burgemeester

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 juni 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht

N.H. Kuiper, J.M. de Vries

secretaris, burgemeester

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 juni 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Zwijndrecht

P.W. Croonenberg-Borst, W.H.J.M. van der Loo

secretaris, burgemeester

Naar boven