Paragraaf
|
Omschrijving
|
tarief
|
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
aanlegkosten:
|
2.1.1.1
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een gespecificeerde raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
bouwkosten:
|
2.1.1.2
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012(UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een gespecificeerde raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
sloopkosten:
|
2.1.1.3
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een gespecificeerde raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.4
|
vooroverleg: Een overleg voor de beoordeling van een concept-aanvraag of principe-verzoek.
|
|
Wabo:
|
2.1.1.5
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (BWBR0024779)
|
|
2.1.1.6
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.1.7
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
Paragraaf 2 Vooroverleg
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
2.2.1
|
Een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a van de Wabo, planologisch vergunbaar is:
|
€ 418,70
|
2.2.2
|
Een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project die betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid onder b van de Wabo, planologisch vergunbaar is:
|
€ 418,70
|
2.2.3
|
Een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project ten behoeve van het veranderen van gebruik die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder c, van de Wabo planologisch vergunbaar is:
|
€ 418,70
|
2.2.4
|
De voor het vooroverleg geheven leges worden als volgt in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de op de conceptaanvraag volgende aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3 wordt ingediend en het in overgrote mate een identiek plan betreft:
|
|
2.2.4.1
|
indien de aanvraag binnen 26 weken nadat op het vooroverleg is beslist wordt ingediend:
|
100%
|
2.2.4.2
|
indien de aanvraag binnen 52 weken nadat op het vooroverleg is beslist wordt ingediend:
|
50%
|
Paragraaf 3 Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 en 5 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Bouwactiviteiten
|
2.3.1
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
Indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 2.500,00
|
5,140%
|
2.3.1.1.1.1
|
van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 56,60
|
2.3.1.1.2
|
Indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.500,00
|
2,197%
|
2.3.1.1.2.1
|
van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 142,05
|
2.3.1.1.3
|
Indien het een vergunning voor een warenhuis voor tuinbouwdoeleinden betreft van de bouwkosten
|
1,250%
|
2.3.1.1.4
|
Voor het plaatsen van collectoren voor warmteopwekking en panelen voor elektriciteitsopwekking worden geen leges voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a, van de Wabo, in rekening gebracht. Dit geldt niet voor installaties die ten behoeve van deze collectoren/panelen aan de buitenzijde van een bouwwerk worden geplaatst.
|
|
Advies welstandscommissie
|
2.3.1.2
|
Indien de in artikel 2.3.1.1 bedoelde aanvraag om een omgevingsvergunning voor advies wordt voorgelegd aan de welstandscommissie, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
|
2.3.1.2.1
|
– indien de bouwkosten lager zijn dan € 25.000,00
|
€ 50,00
|
2.3.1.2.2
|
– indien de bouwkosten € 25.000,00 of hoger zijn, maar lager dan € 1.250.000,00: 2,0 ‰ van de bouwkosten, afgerond op € 5,00 naar boven
|
0,200%
|
2.3.1.2.3
|
– indien de bouwkosten € 1.250.000,00 of hoger zijn
|
€ 4.000,00
|
2.3.1.2.4
|
Voor het in behandeling nemen van een vooroverleg door de welstandscommissie worden geen kosten in rekening gebracht, tenzij een pand vaker dan drie keer door de welstandscommissie wordt behandeld. Vanaf de vierde keer geldt het tarief van 2.3.1.2
|
|
Advies agrarisch deskundige
|
2.3.1.3
|
Indien het in paragraaf 2 bedoelde vooroverleg dan wel de in 2.3.1.1. of 2.3.2.1. bedoelde aanvraag om omgevingsvergunning voor advies wordt voorgelegd aan de agrarisch deskundige, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€ 1.369,25
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in de paragrafen 2.3.1 en 2.3.2 is het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 5% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van € 27,05 en een maximum van € 5..655,05
|
|
Aanlegactiviteiten
|
2.3.2
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
0,820%
|
2.3.2.2
|
van de aanlegkosten met een minimum van
|
€ 106,10
|
Planologisch strijdig gebruik
|
2.3.3
|
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.3.2
|
Wanneer deze betrekking heeft op artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚ (buitenplanse afwijking), van de Wabo:
|
€ 3.693,90
|
2.3.3.3
|
Wanneer deze betrekking heeft op artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1e (binnenplanse afwijking), 2e (buitenplanse kruimelafwijking) of tweede lid (tijdelijke afwijking) van de Wabo:
|
€ 246,20
|
2.3.3.4
|
Wanneer er met toepassing van artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (BWBR0020449)(wijzigingsbevoegdheid) van het bestemmingplan is afgeweken:
|
€ 246,20
|
2.3.3.5
|
Wanneer de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 1.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking provinciale regelgeving):
|
€ 246,20
|
2.3.3.6
|
Wanneer artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 246,20
|
2.3.3.7
|
Wanneer artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 246,20
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
2.3.4
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 163,50
|
2.3.4.2
|
Het in 2.3.4.1. genoemde bedrag wordt verhoogd voor inrichtingen met een bruto-vloer-oppervlakte (conform NEN 2580) tussen:
|
|
2.3.4.2.1
|
0 – 100 m2 met
|
€ 99,80
|
2.3.4.2.2
|
101 – 500 m2 met € 0,98 per m2
|
|
2.3.4.2.3
|
501 – 2.000 m2 met € 490,82 + € 0,28 per m2
|
|
2.3.4.2.4
|
2.001 – 5.000 m2 met € 910,54 + € 0,09 per m2
|
|
2.3.4.2.5
|
5.001 – 50.000 m2 met € 1.180,45 + € 0,01 per m2
|
|
2.3.4.2.6
|
50.000 of meer m2 met € 1.630,44 + € 0,01 per m2
|
|
2.3.4.3
|
Het tarief bedraagt voor hercontrole van een inrichting waarvoor een vergunning als vermeld in 2.3.4.1. dan wel een gebruiksvergunning op grond van het voorheen geldende artikel 2.11.1. van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken is afgegeven, indien niet is voldaan aan naleving van de aan de vergunning verbonden voorschriften
|
€ 89,90
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
2.3.5
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€ 54,15
|
Sloopactiviteiten
|
2.3.6
|
Sloopactiviteiten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 42,90
|
Aanleggen of veranderen weg
|
2.3.7
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017 (gmb-2017-113671) een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 45,40
|
Uitweg/inrit
|
2.3.8
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017 (gmb-2017-113671) een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 45,40
|
Kappen
|
2.3.9
|
Kappen
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017 (gmb-2017-113671) een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 49,35
|
Andere activiteiten
|
2.3.10
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedoeld en die activiteit behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 42,90
|
Activiteiten met betrekking tot provinciale of gemeentelijke monumenten
|
2.3.11
|
Activiteiten met betrekking tot provinciale of gemeentelijke monumenten
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef onder b, van de Wabo, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met :
|
€ 54,15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
2.3.12
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.12.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.12.3
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
Beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
2.3.13
|
Beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
|
2.3.13.1
|
Indien krachtens wettelijk voorschrift een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, voor de in dat onderdeel benoemde aanvraag, is het tarief: onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van deze paragraaf
|
€ 333,60
|
Beoordeling bodemgesteldheidonderzoek
|
2.3.14
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van:
|
|
2.3.14.1
|
Indien het een terrein betreft met een oppervlakte van minder dan één hectare:
|
|
2.3.14.1.1
|
Een historisch onderzoek
|
€ 61,50
|
2.3.14.1.2
|
Een indicatief onderzoek, nulsituatie onderzoek, oriënterend onderzoek of inventariserend onderzoek + verkennend onderzoek
|
€ 166,80
|
2.3.14.1.3
|
Een nader onderzoek
|
€ 333,60
|
2.3.14.1.4
|
Een saneringsonderzoek
|
€ 333,60
|
2.3.14.1.5
|
Een saneringsplan/plan van aanpak/Regeling uniforme saneringen (BWBR0019507) Melding sanering
|
€ 333,60
|
2.3.14.1.6
|
Een evaluatieverslag (geval van ernstige of niet-ernstige bodemverontreiniging) / Regeling uniforme saneringen (BWBR0019507) Evaluatieverslag sanering
|
€ 166,80
|
2.3.14.2
|
Indien het een terrein betreft met een oppervlakte van meer dan één hectare:
|
|
2.3.14.2.1
|
Een historisch onderzoek
|
€ 63,00
|
2.3.14.2.2
|
Een indicatief onderzoek, nulsituatie onderzoek, oriënterend onderzoek of inventariserend onderzoek + verkennend onderzoek
|
€ 245,15
|
2.3.14.2.3
|
Een nader onderzoek
|
€ 417,05
|
2.3.14.2.4
|
Een saneringsonderzoek
|
€ 417,05
|
2.3.14.2.5
|
Een saneringsplan
|
€ 417,05
|
2.3.14.2.6
|
Een evaluatieverslag (geval van ernstige of niet-ernstige bodemverontreiniging) / Regeling uniforme saneringen (BWBR0019507) Evaluatieverslag sanering
|
€ 245,15
|
2.3.14.3
|
Indien de duur van toetsing van een in 2.3.14.1. of 2.3.14.2. genoemd onderzoek meer dan zes mensuren zal zijn, worden de in dat lid genoemde bedragen verhoogd met een bedrag gelijk aan de voorgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde extra kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.14.4
|
De in 2.3.14.3. bedoelde verhoging wordt berekend naar een bedrag van € 68,90 per mensuur, tot een maximum van € 1.131,20
|
|
2.3.14.5
|
Voor de toepassing van 2.3.14.3. wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de extra kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
2.3.14.6
|
Indien de werkelijke, in 2.3.14.3 bedoelde extra kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt ten bedrage van het verschil teruggaaf verleend.
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
2.3.15
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.15.1
|
Indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 246,25
|
Paragraaf 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan drie activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.3, 2.3.13 of 2.3.15. De vermindering beloopt:
|
5%
|
2.4.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.3, 2.3.13 of 2.3.15 De vermindering beloopt:
|
8%
|
2.4.2
|
Indien na het in behandeling nemen van het in paragraaf 2 bedoelde vooroverleg of de in paragraaf 3 genoemde aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingetrokken vóórdat de beslissing daaromtrent is genomen, is 50 % van de op basis van paragraaf 2 of 3 berekende leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges op grond van andere paragrafen.
|
|
2.4.3
|
Indien de gevraagde omgevingsvergunning niet wordt verleend, is 75 % van de op basis van onderdeel 2.3.1 en 2.3.2 berekende leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges op grond van andere paragrafen.
|
|
Paragraaf 5 Verhoging
|
2.5.1
|
Indien op de voorbereiding van de beschikking op aanvraag om een omgevingsvergunning afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537) van toepassing is (de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure), wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€ 120,15
|
Paragraaf 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.6.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een wijziging in het project wordt het tarief vastgesteld overeenkomstig paragraaf 3 en 8, met een minimum van
Voor de bouwkosten van paragraaf 3 waar bouwkosten of aanlegkosten de basis vormen van de berekening, wordt uitgegaan van de berekende meerkosten voor het bouwen of aanleggen ten opzichte van de oorspronkelijke vergunning
|
€ 123,90
|
2.6.2
|
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van één of meer nieuwe activiteiten sprake is.
|
|
Paragraaf 7 Bestemmingsplanwijzigingen
|
2.7.1
|
Indien een aanvraag wordt ingediend tot wijziging van een bestemmingsplan ten behoeve van bouwplannen die niet genoemd zijn in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, gelden de volgende tarieven:
|
|
2.7.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in art. 3.1. eerste lid Wro
|
€ 3.140,10
|
2.7.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid Wro
|
€ 3.140,10
|
2.7.4
|
De leges uit deze tarieventabel worden niet in rekening gebracht als sprake is ven een aangewezen bouwplan, zoals bedoeld in artikel 6.2.1. van het besluit ruimtelijke ordening. In die gevallen worden de kosten verhaald via een anterieure overeenkomst.
|
|
Paragraaf 8 In deze titel niet benoemde beschikkingen
|
2.8
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 61,55
|