Subsidieregeling Energiecompensatie en Inflatiecorrectie activiteiten met een sociaal-maatschappelijke functie gemeente Dordrecht

 

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gezien het voorstel inzake Subsidieregeling Energiecompensatie en Inflatiecorrectie activiteiten met een sociaal-maatschappelijke functie gemeente Dordrecht;

 

overwegende dat:

de energiekosten een zeer grote stijging laten zien;

  • er sprake is van sterke kostenstijgingen (inflatie) in het bijzonder als gevolg van de energiecrisis en andere maatschappelijke ontwikkelingen;

  • deze gestegen kosten grote gevolgen hebben voor diverse maatschappelijke organisaties die actief zijn in Dordrecht;

  • de toegankelijkheid van de activiteiten van deze maatschappelijke organisaties hierdoor onder druk komt te staan en in enkele gevallen activiteiten zelfs niet door dreigen te kunnen gaan;

  • het College belang hecht aan een breed netwerk van maatschappelijke organisaties voor zijn inwoners;

  • er vooralsnog beperkte maatregelen zijn aangekondigd vanuit de Rijksoverheid;

  • er een gemeentelijk crisis- en herstelfonds is ingesteld met twee doelen:

    • -

      de doelen van het al bestaande Coronacrisis- en herstelfonds dat is gericht op het snel en flexibel inspelen op de gevolgen van de Coronacrisis over de volle breedte van het gemeentelijke domein

    • -

      tijdelijke ondersteuning van activiteiten met een sociaal-maatschappelijke functie wanneer deze als gevolg van aantoonbaar sterke kostenstijgingen in het bijzonder als gevolg van de energiecrisis (definitief of gedeeltelijk) niet door dreigen te kunnen gaan.

 

 

gelet op artikel 4 Algemene Subsidieverordening Dordrecht;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling duurzame terrasverwarming gemeente Dordrecht

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Dordrecht;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Beleidsdoelstellingen: Daar waar in deze subsidieregeling verwezen wordt naar "beleidsdoelstellingen" dan wordt bedoeld de beleidsdoelstellingen voortkomend uit:

    • Lokaal Plan Jeugd Dordrecht 2019 – 2022;

    • Mantelzorgbeleid Dordrecht 2019 – 2022;

    • Beleidsnotitie Vrijwillige Inzet Dordrecht 2019 – 2022;

    • Meerjarenbeleidsplan Wmo 2020 – 2023;

    • Cultuurnota De kracht van cultuur voor en door iedere Dordtenaar 2020-2024;

    • Sportkompas zoals vastgesteld in januari 2017;

    • Programma Sportparken zoals ter kennisgeving is aangenomen op 21-12-2021.

  • d.

    College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht;

  • e.

    Energiekosten: de kosten voor gas/warmte- en elektriciteitsverbruik voor een locatie binnen de gemeente Dordrecht;

  • f.

    Maatschappelijke organisaties: voorliggende subsidieregeling kent een drietal categorieën van mogelijk te subsidiëren maatschappelijke organisaties of activiteiten:

    • 1)

      Organisaties, stichtingen en verenigingen, zonder winstoogmerk, die te maken hebben met een gestegen energierekening en actief zijn op het gebied van welzijn, sport, cultuur en evenementen die een bijdrage leveren aan de beleidsdoelstellingen uit relevante beleidskaders van de gemeente Dordrecht zoals benoemd in artikel 1c van deze subsidieregeling. Hierna te noemen "categorie 1".

    • 2)

      Activiteiten die tot doel hebben het bestrijden van de gevolgen van de energiecrisis bij inwoners en die alleen met een gemeentelijke bijdrage doorgang kunnen vinden. Hierna te noemen "categorie 2".

    • 3)

      Activiteiten uitgevoerd door organisatoren van evenementen, culturele initiatieven en producties danwel organisaties die volgens de gemeente vallen onder de "special" status (zoals vastgesteld in het raadsbesluit van 27 juni 2017 inzake "Toekennen van speciale status aan evenementen bij Beleid Evenementen en Amateurkunst") danwel onder de Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen, Culturele Initiatieven en Producties. Hierna te noemen "categorie 3".

 

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

  • 1.

    Deze subsidieregeling heeft de volgende doelen:

    • De doelen van het al bestaande Coronacrisis- en herstelfonds dat is gericht op het snel en flexibel inspelen op de gevolgen van de Coronacrisis over de volle breedte van het gemeentelijke domein.

    • Tijdelijke ondersteuning van activiteiten met een sociaal-maatschappelijke functie wanneer deze als gevolg van aantoonbaar sterke kostenstijgingen in het bijzonder als gevolg van de energiecrisis (definitief of gedeeltelijk) niet door dreigen te kunnen gaan.

  • 2.

    Dit doen wij door:

    • a.

      het financieel compenseren van organisaties die activiteiten organiseren in de gemeente Dordrecht, die:

      • i.

        directe financiële problemen ervaren door de stijgende energiekosten en/of toenemende inflatie en daardoor;

      • ii.

        hun activiteiten binnen de gemeente Dordrecht als gevolg van de kostenstijgingen geheel of gedeeltelijk niet kunnen uitvoeren;

    • b.

      Organisaties te stimuleren om zelf maatregelen te treffen om het eigen energiegebruik te verlagen of te verduurzamen.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten/kosten

Het College kan op aanvraag een subsidie verlenen aan een organisatie voor:

  • 1.

    a) Energie: Bestaande sociaal- maatschappelijke activiteiten uitgevoerd door maatschappelijke organisaties in categorie 1 (artikel 1f sub 1), die als gevolg van aantoonbaar sterke kostenstijgingen als gevolg van de energiecrisis (definitief of gedeeltelijk) niet door dreigen te kunnen gaan. Als de organisatie (categorie 1) contracthouder is van het energiecontract bedraagt de subsidie 80% van het verschil in de prijzen die betaald worden door de maatschappelijke organisatie per m3 of GJ gas en per kWh voor elektra excl. BTW, tussen de contractprijzen van 2022 en 2023.

    Verenigingshallen en gemeentelijke sportaccommodaties zullen de stijging van de energiekosten slechts beperkt doorbelasten aan hurende verenigingen, omdat zij via deze regeling al grotendeels gecompenseerd worden voor de stijgende energiekosten. Dit zal worden meegewogen in de door de gemeente toegestane indexering van de huurtarieven.

    b) Bestaande sociaal-maatschappelijke activiteiten uitgevoerd door maatschappelijke organisaties in categorie 1 (artikel 1f sub 1), die als gevolg van aantoonbaar sterke kostenstijgingen als gevolg van de energiecrisis (definitief of gedeeltelijk) niet door dreigen te kunnen gaan. Als de organisatie (categorie 1) zelf geen contracthouder is van het energiecontract maar deze bijvoorbeeld als onderdeel van de huur, huurprijzen aan een commerciële partij betaalt, bedraagt de subsidie 80% van het deel van de inflatie (CPI-stijging) dat is gekoppeld aan de stijging van de energieprijzen. Voor de CPI-stijging wordt hierbij uitgegaan van het lopende contractjaar.

  • 2.

    Sociaal maatschappelijke activiteiten in categorie 2 (artikel 1f sub 2) die (deels) gericht zijn op het bestrijden van de gevolgen van de energiecrisis. Voor deze activiteiten bedraagt de subsidie maximaal 100 % van het tekort.

  • 3.

    Kostenstijging / inflatie (niet energie): voor activiteiten, uitgevoerd door organisatoren van evenementen, culturele initiatieven en producties volgens de omschrijving van de Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen, Culturele Initiatieven en Producties danwel door organisaties die vallen onder de "special" status zoals vastgesteld in het raadsbesluit van 27 juni 2017 inzake "Toekennen van speciale status aan evenementen bij Beleid Evenementen en Amateurkunst" (categorie 3, artikel 1 f sub 3). Wanneer deze activiteiten niet door dreigen te kunnen gaan door hoge kostenstijgingen kan subsidie worden aangevraagd ter hoogte van 50% van de aantoonbare prijsstijgingen voor zover die uitgaan boven de door de gemeente gehanteerde prijsindex voor gesubsidieerde instellingen (6,7%). Hiervan zijn uitgezonderd de kosten voor inkoop van etenswaren en drank.

  • 4.

    Indien de organisatie in aanmerking komt voor compensatie op basis van een maatregel van Rijksoverheid, komt de organisatie in aanmerking voor compensatie op basis van deze subsidieregeling voor het deel van de kosten dat niet door de maatregel van het Rijk wordt gecompenseerd.

 

Artikel 4 Eisen aan de aanvrager

Een organisatie komt in aanmerking voor subsidie als hij voldoet aan de volgende eisen:

  • 1.

    het betreft een organisatie of activiteit genoemd onder artikel 1f;

  • 2.

    de activiteit(-en) van de organisatie vind(t) (-en) plaats op een locatie in de gemeente Dordrecht;

  • 3.

    Voor organisaties of activiteiten in categorie 1 en 2 dient de organisatie aan te tonen dat de prijs van het gas danwel elektriciteit per 1 januari 2023 ten opzichte van 1 januari 2022 is gestegen;

  • 4.

    Voor organisaties of activiteiten in categorie 1 en 2 dient de organisatie aan te tonen dat zij in redelijkheid alle mogelijke inspanningen verricht om het energiegebruik te verlagen. De organisatie treedt in overleg met de gemeente over eventuele (extra) te nemen duurzaamheidsmaatregelen;

  • 5.

    Organisaties in categorie 1 dienen bereid te zijn om indien mogelijk een (extra) maatschappelijke bijdrage te leveren, bijvoorbeeld het openstellen van de accommodatie voor bewoners;

  • 6.

    Organisatoren van activiteiten in categorie 3 moeten kunnen aantonen dat de stijgende kosten niet gedekt kunnen worden uit het eigen vermogen, de lopende exploitatie danwel de egalisatiereserve;

  • 7.

    de maatschappelijke organisatie kan aantonen dat zij een beroep zal doen of heeft gedaan op een maatregel van Rijksoverheid of dat zij daar niet voor in aanmerking komt;

  • 8.

    De organisatie of activiteiten worden niet gefinancierd of medegefinancierd vanuit de Wlz en/of de Zorgverzekeringswet.

 

Hoofdstuk 2: Financiële bepalingen

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1.

    Het College kan voor deze subsidieregeling een subsidieplafond vaststellen. Een vastgesteld subsidieplafond wordt bekendgemaakt via het elektronisch gemeenteblad en via www.dordrecht.nl/subsidies.

  • 2.

    Indien het totaal van de te verlenen subsidies lager is dan het subsidieplafond, kan het resterende budget worden ingezet in een volgend jaar.

 

Hoofdstuk 3: Aanvraag subsidie

Artikel 6 Indieningstermijn

In afwijking van artikel 9 Asv kunnen subsidieaanvragen het gehele jaar worden ingediend.

 

Artikel 7 Eisen aan de aanvraag

  • 1.

    Algemeen: De subsidieaanvraag wordt ingediend via het digitale subsidieloket van de gemeente. Dit kan zowel digitaal via E-herkenning als op papier via het aanvraagformulier dat te vinden is op het digitale subsidieloket van de gemeente Dordrecht (www.dordrecht.nl/subsidies).

  • 2.

    Algemeen: Het College stelt een aanvrager op grond van artikel 4:5 Awb in de gelegenheid een onvolledige aanvraag te completeren binnen een redelijke termijn. Aanvragen die na de hersteltermijn niet compleet zijn, worden niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Voor categorie 1: De aanvraag op grond van artikel 3 lid 1 van deze regeling omvat naast de vereisten genoemd in artikel 7 lid 2 en 3 van de Asv de volgende stukken:

    • a.

      bewijs dat de tarieven die de aanvrager heeft betaald en betaalt per m3 of GJ gas en per kWh voor elektra excl. BTW in 2023 hoger zijn dan in 2022. Als peildatum wordt aangehouden 1 januari 2022 respectievelijk 1 januari 2023;

    • b.

      inzicht en onderbouwing van het verwachte gebruik in de periode waarvoor een aanvraag wordt ingediend;

    • c.

      de datum waarop de aanvrager de jaarafrekening van de energieleverancier, danwel de energieafrekening van de gemeente danwel van de verhuurder verwacht;

    • d.

      De aanvraag op grond van artikel 3 lid 1b van deze regeling bevat het oude en nieuwe huurcontract van de aanvrager en de huurstijging.

  • 4.

    Voor categorie 2: De aanvraag op grond van artikel 3 lid 2 van deze regeling omvat, naast de stukken genoemd in lid 3 van dit artikel en de vereisten genoemd in artikel 7 lid 2 en 3 van de Asv de begroting van het lopende boekjaar waarin de gevolgen van de gestegen lasten zichtbaar zijn, wanneer er geen sprake is van compensatie van de gemeente Dordrecht en een aangepaste begroting waarin de aangevraagde subsidie is verwerkt.

  • 5.

    Voor categorie 3: : De aanvraag op grond van artikel 3 lid 3 van deze subsidieregeling omvat naast de de vereisten genoemd in artikel 7 lid 2 en 3 van de Asv, in ieder geval:

    • a.

      een verklaring waarom de kosten niet gedekt kunnen worden uit het eigen vermogen, de lopende exploitatie danwel de egalisatiereserve;

    • b.

      de begroting van het lopende boekjaar waarin de gevolgen van de gestegen lasten zichtbaar zijn, wanneer er geen sprake is van compensatie van de gemeente Dordrecht en een aangepaste begroting waarin de aangevraagde subsidie is verwerkt.

 

Hoofdstuk 4: Beoordeling subsidieaanvraag

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 11 van de Asv en artikel 4:35 van de Awb kan het College de subsidie weigeren:

  • a.

    indien de aanvraag niet voldoet aan het gestelde in deze subsidieregeling;

  • b.

    specifiek voor instellingen die vallen onder categorie 3 kan de subsidie geweigerd worden indien naar het oordeel van het College van de maatschappelijke organisatie redelijkerwijs mag worden verwacht dat de stijgende kosten uit het eigen vermogen, de lopende exploitatie danwel de egalisatiereserve worden betaald.

  • c.

    Het College verleent geen subsidie wanneer het uit te keren subsidiebedrag lager is dan € 500,--.

 

Artikel 9 Subsidieverlening

  • 1.

    In afwijking van artikel 10 Asv beslist het College binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    De subsidie wordt uitbetaald in de vorm van een voorschot.

 

 

Hoofdstuk 5: Verantwoording subsidie

Artikel 10 Subsidievaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 16 Asv, dient de aanvrager voor een subsidie van meer dan € 5.000,-- een aanvraag tot subsidievaststelling in conform het tweede en derde lid van dit artikel.

  • 2.

    In afwijking van artikel 16 lid 1 sub b, artikel 17 lid 1 en artikel 18 lid 1 van de Asv dient de aanvrager uiterlijk 2 maanden na het verkrijgen van de jaarafrekening van de energieleverancier of na afloop van de activiteit, een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 3.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling worden in afwijking van artikel 17 lid 2 en 18 lid 2 Asv, de volgende stukken overlegd:

    • a.

      een overzicht van eventueel ontvangen compensaties van andere overheden;

    • b.

      een specificatie van de energiekosten over de periode in 2022 en in 2023 waarvoor subsidie is verleend;

    • c.

      voor organisaties in categorie 1 een verslag van de resultaten van de eigen ondernomen acties om het energieverbruik te verlagen;

  • 4.

    Bij een aanvraag tot subsidievaststelling voor categorie 3 op grond van artikel 3 lid 1 wordt naast de informatie genoemd in lid 2 van dit artikel het volgende aangeleverd:

    • a.

      een financieel verslag over de gesubsidieerde activiteiten of jaarrekening;

    • b.

      indien van toepassing: de door de accountant vastgestelde jaarrekening of het financieel verslag van het voorgaande boekjaar.

  • 5.

    Indien blijkt dat de verleende subsidie hoger is dan 80% van de gestegen energiekosten (met verrekening van middelen uit rijksregelingen), kan het College het teveel uitgekeerde bedrag terugvorderen.

 

Hoofdstuk 6: Hardheidsclausule en slotbepalingen

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het College kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien onverkorte toepassing ervan gelet op het belang van de aanvrager leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

 

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Energiecompensatie en Inflatiecorrectie activiteiten met een sociaal-maatschappelijke functie gemeente Dordrecht.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2023 en vervalt van rechtswege op 31 december 2023 om 23.59 uur.

     

Aldus besloten in de vergadering van 20 december 2022.

Het College van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester

Naar boven