Gemeenteblad van Harderwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harderwijk | Gemeenteblad 2022, 577525 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harderwijk | Gemeenteblad 2022, 577525 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2023
Onder de naam "reclamebelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 5 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat tijdvak na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reclamebelasting of andere heffingen meer is dan € 100,00 doch minder dan € 10.000 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Van de in artikel 1 genoemde belasting wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb.221), verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van reclamebelasting.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering van
22 december 2022, onder nummer ..
de heer H.J. van Schaik
voorzitter
de heer H.R. Lanning
raadsgriffier
Toelichting bij de Verordening reclamebelasting 2023
De bevoegdheid voor een gemeente om een reclamebelasting te heffen, is opgenomen in artikel 227 van de Gemeentewet. De reclamebelasting is een objectieve belasting, hetgeen inhoudt dat in beginsel alle openbare aankondigingen in de reclamebelasting moeten worden betrokken. Als gevolg daarvan is de uitvoering van de reclamebelasting arbeidsintensief, hetgeen van invloed is op de hoogte van de perceptiekosten. Om deze kosten te beperken, is het gebruikelijk om vrijstellingen in de verordening op te nemen.
De opbrengst van de reclamebelasting vloeit in de algemene middelen, zodat de gemeente de opbrengst van deze belasting naar eigen inzicht kan besteden.
Bij het formuleren van het belastbaar feit voor de reclamebelasting is aangesloten bij de in artikel 227 van de Gemeentewet opgenomen wettelijk omschrijving. In dit artikel is echter geen definitie opgenomen van het begrip “openbare aankondiging”, zodat voor een nadere invulling van definitie aansluiting dient te worden gezocht bij het spraakgebruik. Bij openbare aankondigingen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan schriftelijke aankondigingen, foto’s, tekeningen, logo’s, stickers, raam- en aanplakbiljetten, teksten en figuren op gevelborden, etalageruiten, lichtbakken en (verkeers)borden en vlaggen, neonreclames, merken, emblemen, beeldbepalende kenmerken en kleuren. Een aankondiging is openbaar indien het publiek vanaf de openbare weg de aankondigingen visueel kan waarnemen. Het begrip “openbare weg” is eveneens niet nader gedefinieerd in de Gemeentewet maar van een openbare weg is sprake indien die weg voor iedereen toegankelijk is.
Op grond van het eerste lid van dit artikel is belastingplichtig voor de reclamebelasting degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen. Ingeval meerdere personen een rechtstreeks belang hebben bij de openbare weg die zichtbaar is vanaf de openbare weg is belastingplichtig degene wiens belang het meest op de voorgrond treedt.
In het tweede lid is bepaald dat de reclamebelasting wordt geheven van de exploitant, indien die de openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg heeft aangebracht. Een vergelijkbare bepaling is opgenomen in het derde lid ten aanzien van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, indien deze aankondigingen door een tussenpersoon zijn aangebracht.
Artikel 3 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
De maatstaf van heffing is een vast bedrag per vestiging waar één of meer openbare aankondigingen zijn aangebracht of geplaatst en die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Om een cumulatie van de reclamebelasting te voorkomen, is bepaald dat, indien meerdere gebouwen of bouwwerken of delen daarvan die direct naast of boven elkaar gelegen zijn en die tezamen door één organisatie of bedrijf voor één doel worden gebruikt, die gebouwen en bouwwerken als één vestiging worden aangemerkt.
Als tarief voor de reclamebelasting is een bedrag van € 120,80 per vestiging opgenomen.
In dit artikel is het belastingtijdvak beschreven.
Artikel 5 - Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belastingschuld ontstaat in beginsel aan het begin van het belastingtijdvak, zoals dat in artikel 4 van deze verordening is omschreven. Indien aan het begin van dit tijdvak geen openbare aankondigingen aanwezig zijn die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, dan is er geen belastingschuld. Deze kan echter in de loop van het in de verordening omschreven tijdvak ontstaan. In dat geval is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het komt ook voor dat de verschuldigdheid van de reclamebelasting in de loop van het in de verordening omschreven tijdvak eindigt. In dat geval is bepaald dat de aanslag op verzoek van belastingplichtige wordt verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat tijdvak na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
In dit artikel is vastgelegd dat de reclamebelasting bij wege van aanslag wordt geheven. Tevens is in dat artikel vastgelegd dat belastingaanslagen van minder dan € 5,00 niet worden opgelegd, met dien verstande dat het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen wordt aangemerkt als één belastingaanslag.
In de inleiding van deze toelichting is aangegeven dat het heffen van de reclamebelasting arbeidsintensief is, hetgeen tot uitdrukking komt in de perceptiekosten, maar dat deze kosten kunnen worden beperkt door het opnemen van vrijstellingen in de verordening reclamebelasting. Daarnaast kan door middel van het opnemen van een vrijstelling worden voorkomen dat geld wordt “rondgepompt” tussen organisaties die een of meerdere publiekrechtelijke taken uitoefenen. Ook kan door middel van een vrijstelling worden voorkomen dat de gemeente een aanslag aan zichzelf oplegt, hetgeen ook een vorm van “rondpompen” van geld is. Daarnaast kan een vrijstelling worden opgenomen ten aanzien van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en die een liefdadig, cultureel, historisch doel hebben. Van de mogelijkheid om vrijstellingen in de verordening reclamebelasting op te nemen, is in dit artikel gebruik gemaakt. Onder 1e-lijns gezondheidszorg valt de zorg die verleend wordt door huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten en apothekers.
Artikel 8 - Termijnen van betaling
In dit artikel is bepaald dat voor de betaling van de reclamebelasting niet de termijnen gelden van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, maar dat deze belasting dient te worden betaald uiterlijk zes weken na de dagteke¬ning van het aanslagbiljet. Tevens is bepaald dat er betaling via automatische incasso mogelijk is, mits aan de daaraan verbonden voorwaarden wordt voldaan. Ten aanzien van de geldende betalingstermijn(en) geldt dat daarop niet de Algemene termijnenwet van toepassing is.
Ten aanzien van de reclamebelasting is besloten daarvoor geen kwijtschelding mogelijk te maken.
Artikel 10 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
In dit artikel is vastgelegd dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van reclamebelasting.
Artikel 11 - Inwerkingtreding en citeertitel
In dit afsluitende artikel is opgenomen dat de reeds bestaande verordening reclamebelasting wordt ingetrokken en dat deze verordening reclamebelasting in werking treedt met ingang van de eerste dag na de bekendmaking van de verordening. Tot slot is aangegeven op welke wijze deze Verordening reclamebelasting 2023 dient te worden geciteerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-577525.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.