Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2023

De raad van de gemeente Doetinchem;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;

 

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2023

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    openbare aankondiging : een openbare aankondiging in letters, symbolen, kleuren of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg als bedoeld in artikel 227 van de Gemeentewet;

  • b.

    onroerende zaak : een onroerende zaak zoals afgebakend overeenkomstig artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken. Indien verschillende gebruikers gebruik maken van een onroerende zaak die is afgebakend conform artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken en deze ieder hun eigen openbare aankondigingen voeren, wordt de onroerende zaak opgesplitst in evenzoveel deelobjecten als er verschillende gebruikers zijn, en wordt elk van deze deelobjecten als onroerende zaak aangemerkt;

  • c.

    tussenpersoon : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • d.

    voorziening : specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen, tonen of vertonen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;

  • e.

    exploitant : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'reclamebelasting' wordt een directe belasting geheven voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Gebiedsomschrijving

Deze verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting is van toepassing binnen de volgende gebieden van de gemeente Doetinchem:

  • 1.

    gebied 1: het centrumgebied met de volgende begrenzing,

  • Terborgseweg vanaf de huisnummers 63 en 78 (vanaf het Stationsplein richting centrum), Spinbaan, C Missetstraat (vanaf hoek Spinbaan tot en met de hoek Waterstraat), Waterstraat, Kapoeniestraat, Walstraat, Burgemeester van Nispenstraat vanaf huisnummer 14 (richting centrum), Dr Huber Noodtstraat, de Veentjes, Schouwburgplein, Dr Huber Noodtstraat vanaf de Veentjes en tot en met de huisnummers 50 en 63, Raadhuisstraat, Tjalmastraat, Raadhuisstraat en Terborgseweg;

  • 2.

    gebied 2: het bedrijventerrein De Huet met de volgende begrenzing,

  • vanaf hoek Liemersweg - Energieweg, Energieweg, Oude IJssel tot hoek Wijnbergse loopgraaf, Liemersweg tot hoek Liemersweg - Energieweg;

  • 3.

    gebied 3: het bedrijventerrein Keppelseweg met de volgende begrenzing,

  • vanaf hoek Oude IJssel - Energieweg, Energieweg, Keppelseweg, Padvindsterslaan, Houtmolenstraat, Oude IJssel tot hoek Oude IJssel - Energieweg;

  • 4.

    gebied 4: het bedrijventerrein Verheulsweide met de volgende begrenzing,

  • vanaf hoek Oude IJssel - A 18, A 18, Terborgseweg tot en met het NS-spoor, Oude IJssel, Oude IJssel tot hoek Oude IJssel - A 18;

  • 5.

    gebied 5: het bedrijventerrein Akkermansweide dat bestaat uit,

  • Rijksweg 58, Slakweg, Westerbroekstraat en Toekomstweg met de even huisnummers tot en met 4 en met de oneven huisnummers tot en met 15,

een en ander zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door tussenkomst van een exploitant, zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening, geheven van die exploitant.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting voor openbare aankondigingen, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn aangebracht in verband met de (ver)huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

Artikel 5 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • b.

    die door of in opdracht van het rijk, de provincie, de gemeente of het waterschap zijn geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • c.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • d.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • e.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze aankondigingen rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • f.

    aangebracht op een voertuig, tenzij die kennelijk is bestemd voor het voeren van reclame;

  • g.

    betrekking hebbend op openbare verkoping, verkoop of verhuur van een onroerende zaak, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke aanwezigheid van de te verkopen dan wel te verhuren zaak;

  • h.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht, getoond of vertoond in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, getoond of vertoond, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • i.

    die een oppervlakte hebben van niet meer dan 0,1 m²;

  • j.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden of een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief voor het hebben van één of meer openbare aankondigingen per roerende of onroerende zaak bedraagt per jaar:

  • 1.

    in gebied 1, het centrumgebied € 588,60

  • 2.

    in gebied 2, 3 en 4, de bedrijventerreinen De Huet, Keppelseweg en Verheulsweide € 517,80

  • 3.

    in gebied 5, het bedrijventerrein Akkermansweide € 496,20

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Het ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel maandelijkse gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige verhuist binnen hetzelfde gebied dat aan de reclamebelasting onderhevig is en aldaar een andere onroerende zaak in gebruik neemt.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt:

    • a.

      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 25,- en niet meer is dan € 10.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    • b.

      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder of gelijk is aan € 25,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening reclamebelasting 2022 van 23 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening reclamebelasting 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 22 december 2022,

griffier

voorzitter

Bijlage 1: de kaarten van de gebieden, zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

 

 

Naar boven