Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020 in verband met het loslaten van de aparte ruimtenormering Internationaal Geaccrediteerd Basis- en Voortgezet onderwijs en de verhoging van de normbedragen, (2e Wijzigingsverordening Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2022,

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 6.12 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, artikel 102 van de Wet op het Primair Onderwijs, artikel 100 van de Wet op de Expertisecentra

 

gezien de reacties op het schriftelijk gevoerde Op Overeenstemming Gericht Overleg met de schoolbesturen d.d. 10 november 2022,

 

besluit:

Artikel I  

 

A

 

Artikel 22 van bijlage III komt als volgt te luiden:

 

Artikel 22: Gymnastiekruimten internationaal basis- en voortgezet onderwijs

 

Het aantal lestijden voor een gymnastiekaccommodatie voor leerlingen die onderwijs volgen aan een school voor geaccrediteerd Internationaal Georiënteerd Basis- en Voortgezet Onderwijs wordt gesteld op 0,1057 klokuur per leerling.

 

B

 

Bijlage IV komt als volgt te luiden:

 

Bijlage IV – Indexering en normbedragen voor vergoeding

(prijspeil 2023)

 

Artikel 1: Algemene bepaling

 

  • 1.

    Conform artikel 1.4 van de verordening wordt, bij de vaststelling van het in het programma te vermelden bedrag een onderscheid gemaakt tussen vooraf genormeerde bedragen en bedragen gebaseerd op de feitelijke kosten per voorziening. Deze bedragen worden bepaald aan de hand van de criteria opgenomen in deze bijlage.

  • 2.

    De in hoofdstuk 1 opgenomen normbedragen zijn inclusief BTW en aangepast conform de systematiek van prijsbijstelling en indexering die is opgenomen in artikel 16 van deze bijlage.

  • 3.

    Indien het jaar van aanbesteding afwijkt van het jaar van toekenning van de voorziening, is het prijspeil van het jaar van aanbesteding bepalend voor het beschikbaar te stellen bedrag.

Hoofdstuk 1. Bekostiging op basis van normbedragen

 

Artikel 2: Nieuwbouw (permanente bouwaard): Kosten voor terreinen

 

  • 1.

    Er is geen genormeerd bedrag per vierkante meter opgenomen, aangezien de gemeente het bouwrijpe terrein om niet beschikbaar (eventueel na aankoop) stelt en het juridisch eigendom overdraagt aan het schoolbestuur.

  • 2.

    Indien een terrein dient te worden aangekocht, zullen de kosten zichtbaar moeten worden gemaakt ten behoeve van het programma.

  • 3.

    Bij het beschikbaar stellen van gemeentelijke terreinen kan het, ten behoeve van de interne verrekening tussen de gemeentelijke cluster, wenselijk zijn om de kosten van de terreinen zichtbaar te maken.

  • 4.

    Voor de bepaling van de kosten voor het terrein wordt aangesloten bij de in de gemeente gangbare wijze van waardevaststelling van terreinen. Voor de minimaal benodigde oppervlakte van het terrein wordt verwezen naar bijlage III.

Artikel 3: Nieuwbouw (permanente bouwaard)

 

Voor de normering van de bouwkosten van nieuwbouw wordt onderscheid gemaakt naar de verschillende onderwijssoorten.

 

Artikel 3.1: Nieuwbouw (permanente bouwaard): Bouwkosten algemeen

 

  • 1.

    De bouwkosten omvatten de kosten van

    • a.

      het gebouw inclusief fundering;

    • b.

      de aanleg en inrichting van het schoolterrein, voor bo, sbo en (v)so inclusief een groen en uitdagend schoolplein en;

    • c.

      alle bijkomende kosten.

  • Deze kosten dienen uit de normvergoeding te worden bestreden.

  • 2.

    De bouwkosten omvatten tevens de kosten van

    • a.

      Gasloos bouwen d.m.v. stadsverwarming

    • b.

      Frisse scholen, klasse B

    • c.

      brandmeld-, ontruimingsalarm- en inbraakalarminstallatie conform Risk Management Programma Onderwijsinstellingen

    • d.

      een liftinstallatie inclusief een schacht

  • 3.

    Er kunnen locatie gebonden toeslagen worden toegekend voor:

    • a.

      Aanpassing vormfactor

    • b.

      Warmtepomp indien er géén stadsverwarming wordt toegepast

    • c.

      Rainproof bouwen

    • d.

      Geluidsarm en trillingsvrij heien

Artikel 3.2: Nieuwbouw en uitbreiding vanaf 1.000 m2 (permanente bouwaard): Bouwkosten BO, sbo en SO / VSO / SO/VSO

 

  • 1.

    De bekostiging bestaat uit een startbedrag en een bedrag per m² bvo.

  • 2.

    Voor een school voor basisonderwijs wordt de bekostiging berekend op basis van de volgende bedragen:

     

    Startbedrag

    € 1.587.997,00

    Daarnaast voor elke m² bvo

    € 3.057,00

    Groen en uitdagend schoolplein

    € 77.097,00

    Toeslag aanpassing vormfactor per m2

    € 35,00

    Toeslag warmtepomp indien géén stadsverwarming per m2

    € 33,00

     

    Toeslag Rainproof bouwen

    Startbedrag

    € 152.560,00

    Daarnaast voor elke m2

    € 83,00

     

    Toeslag Geluidsarm en trillingsvrij heien

    Startbedrag

    € 94.228

    Daarnaast voor elke m2

    € 51,00

     

  • 3.

    De bekostiging voor een school voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs en/of voortgezet speciaal onderwijs wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

     

    Startbedrag, waarin niet begrepen een speellokaal

    € 2.058.496,00

    Daarnaast voor elke m² bvo, waarin niet begrepen een eventueel speellokaal

    € 3.057,00

    Groen en uitdagend schoolplein

    € 77.097,00

    Toeslag voor elk speellokaal

    € 291.710,00

    Toeslag aanpassing vormfactor per m2

    € 35,00

    Toeslag warmtepomp indien géén stadsverwarming per m2

    € 33,00

     

    Toeslag Rainproof bouwen

    Startbedrag

    € 152.560,00

    Daarnaast voor elke m2

    € 83,00

     

    Toeslag Geluidsarm en trillingsvrij heien

    Startbedrag

    € 94.228

    Daarnaast voor elke m2

    € 51,00

     

Artikel 3.3: Nieuwbouw en uitbreiding vanaf 1.000 m2 bvo (permanente bouwaard): Bouwkosten voortgezet onderwijs

 

  • 1.

    De bedragen zijn opgenomen in de tabel met vaste bedragen per vierkante meter bruto vloeroppervlakte en vaste bedragen per voorziening.

  • 2.

    Voor het berekenen van de vergoeding voor de:

    • a.

      ruimteafhankelijke kosten wordt het overeenkomstig bijlage III, hoofdstuk 3, vastgestelde aantal vierkante meter per type ruimte van de voorziening, vermenigvuldigd met onderstaande bedragen per ruimtesoort:

      Bedrag per m² bvo

      Algemene en specifieke ruimte

      € 3.057,00

      Werkplaatsen

      € 4.258,52

      Werkplaatsen consumptief

      € 5.315,78

    • b.

      sectieafhankelijke kosten wordt de vergoeding voor de algemene vaste voet of de vaste voet voor de algemene sectie of de werkplaatssectie, afhankelijk van de secties waaruit de overeenkomstig bijlage III, hoofdstuk 3, toegekende voorziening bestaat, verhoogd met de onderstaande bedragen:

       

      Vaste voet

      Algemeen en algemene sectie

      € 1.587.997,00

      Werkplaatsen

      € 109.783,52

      Toeslag aanpassing vormfactor per m2

      € 35,00

      Toeslag warmtepomp indien géén stadsverwarming per m2

      € 33,00

       

      Toeslag Rainproof bouwen

      Startbedrag

      € 152.560,00

      Daarnaast voor elke m2

      € 83,00

       

      Toeslag Geluidsarm en trillingsvrij heien

      Startbedrag

      € 94.228

      Daarnaast voor elke m2

      € 51,00

  • 3.

    Tot de algemene en specifieke ruimte behoren:

    • a.

      (uiterlijke) verzorging/mode en commercie: huishoudkunde, gezondheidskunde, uiterlijke verzorging, mode en commercie, en

    • b.

      handel/verkoop/administratie: verkooppraktijk, kantoorpraktijk, etaleren.

  • 4.

    Tot de werkplaatsen behoren:

    • a.

      techniek algemeen:

      • 1°.

        Bouwtechniek;

      • 2°.

        Machinale houtbewerking;

      • 3°.

        Meten;

      • 4°.

        Elektrotechniek;

      • 5°.

        Installatietechniek;

      • 6°.

        Lasserij;

      • 7°.

        Metaal;

      • 8°.

        Motorvoertuigentechniek;

      • 9°.

        Mechanische techniek.

    • b.

      consumptief: werkplaats consumptieve techniek;

    • c.

      grafische techniek: werkplaats grafische techniek, en

    • d.

      landbouw: groen-praktijk.

  • 5.

    De overige ruimten behoren tot de categorie algemene ruimte.

Artikel 3.4: Renovatie

 

  • 1.

    De vergoeding voor renovatie bedraagt: 25/60e deel van de normvergoeding van nieuwbouw, en tevens € 137,57 per m2 (dit is 35/60e deel van het gedeelte van de normvergoeding waarmee de kosten van BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) worden vergoed).

  • 2.

    Bij renovatie is BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) het uitgangspunt voor de vergoeding, tenzij door de beperkingen, die worden opgelegd door het bestaande gebouw, aantoonbaar niet aan de eisen 1 én 2 van BENG kan worden voldaan. Dan wordt een aftrek toegepast op de onder lid 1. genoemde vergoeding.

  • 3.

    Bij renovatie geldt een toeslag van € 33,00 per m2 indien een warmtepomp wordt toegepast.

    Aftrek per m2 bvo indien aan BENG eis 1 óf 2 wordt voldaan.

    € 138,02

    Aftrek per m2 bvo indien aan geen enkele BENG eis wordt voldaan.

    € 235,84

  • 4.

    Indien artikel 4, vijfde lid van Bijlage I van toepassing is, bedraagt de daar vermelde bijdrage van het bevoegd gezag € 235,84 per m² in verband met te besparen (toekomstig) onderhoud en aanpassingen en exploitatiekosten.

Artikel 3.5 Vervangende nieuwbouw of vernieuwbouw

  • 1.

    De vergoeding voor vervangende (ver)nieuwbouw bedraagt maximaal de normvergoeding van nieuwbouw.

  • 2.

    Indien artikel 4, vijfde lid van bijlage I van toepassing is, bedraagt de daar vermelde bijdrage van het bevoegd gezag € 235,84 per m² in verband met te besparen (toekomstig) onderhoud en aanpassingen en exploitatiekosten.

Artikel 3.6 Vernieuwbouw Monument (Gemeentelijk of Rijksmonument of orde 1 pand)

  • 1.

    De vergoeding voor vernieuwbouw van een gebouw met monumentenstatus bedraagt de normvergoeding van nieuwbouw.

  • 2.

    Bij vernieuwbouw van een gebouw met monumentenstatus is BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) het uitgangspunt voor de normvergoeding. Indien niet aan de eisen van BENG kan worden voldaan, wordt een aftrek toegepast. De hoogte van de aftrek wordt op basis van maatwerk bepaald.

Artikel 4: Uitbreiding (permanente bouwaard)

 

Voor uitbreiding van de huisvesting in permanente bouwaard tot 1.000 m² bvo is in artikel 5 en 6 de financiële normering weergegeven. Bij uitbreidingen vanaf 1.000 m2 bvo dient te worden uitgegaan van de financiële normering voor nieuwbouw (permanente bouwaard), zie artikel zie 3.1 t/m 3.3.

 

Artikel 5: Uitbreiding (permanente bouwaard): Kosten voor terrein

 

Er is geen genormeerd bedrag per vierkante meter opgenomen. Indien uitbreiding van het terrein noodzakelijk is, wordt bij de bepaling van de kosten voor het terrein dezelfde systematiek gevolgd als bij nieuwbouw.

 

Artikel 6: Uitbreiding tot 1.000 m2 (permanente bouwaard): Bouwkosten

 

  • 1.

    De bouwkosten omvatten de kosten van het gebouw, alsmede extra aanleg en inrichting van een deel van het schoolterrein. De bekostiging bestaat uit een startbedrag en een bedrag per m². Met deze vergoedingsbedragen moet de in bijlage III aangegeven bruto vloeroppervlakte worden gerealiseerd.

  • 2.

    De toelichting bij bouwkosten voor nieuwbouw in artikel 3.1 is ook van toepassing op bouwkosten voor uitbreiding.

  • 3.

    De bekostiging voor een school voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

    Startbedrag

    € 257.206,00

    Naast het startbedrag voor elke m2 bvo BO en VO algemeen

    € 3.670,26

    Naast het startbedrag voor elke m2 bvo VO werkplaatsen

    € 4.258,52

    Naast het startbedrag voor elke m2 bvo VO werkplaatsen consumptief

    € 5.315,78

    Toeslag liftinstallatie als bij uitbreiding een liftinstallatie inclusief een schacht wordt aangebracht

    € 313.667,20

  • 4.

    De bekostiging voor een school voor speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

    Startbedrag

    € 304.256,38

    Naast het startbedrag voor elke m2 bvo, waarin niet begrepen een eventueel speellokaal

    € 3.670,26

    Toeslag voor elk afzonderlijk speellokaal (90 m2 bvo) in combinatie met uitbreiding van de school

    € 334.839,20

    Vergoeding voor elk afzonderlijk speellokaal, zonder gelijktijdige uitbreiding van de school

    € 585.772,96

    Toeslag liftinstallatie als bij uitbreiding een liftinstallatie inclusief een schacht wordt aangebracht

    € 313.667,20

  • 5.

    Bij uitbreiding tot 1.000 m2 bvo is BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) het uitgangspunt voor de normvergoeding, tenzij door de beperkingen, die worden opgelegd door het bestaande gebouw, aantoonbaar niet aan de eisen 1 én 2 van BENG kan worden voldaan. Dan wordt een aftrek toegepast op de onder lid 3. en 4. genoemde vergoeding).

    Aftrek per m2 bvo indien aan BENG eis 1 óf 2 wordt voldaan.

    € 142,04

    Aftrek per m2 bvo indien aan geen enkele BENG eis wordt voldaan.

    € 235,84

Artikel 7: Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair: school voor basisonderwijs

 

  • 1.

    Het bedrag voor de uitbreiding van de eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair tezamen bedraagt € 143,98 per m² (te verdelen in 51,4% voor onderwijsleerpakket en 48,6% voor meubilair).

  • 2.

    Voor een nieuw gestichte school geldt tevens een basisbedrag voor de eerste 250 m² van € 41.155,84. Er geldt geen aparte toeslag voor de eerste inrichting van een speellokaal.

Artikel 8: Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair: school voor speciaal basisonderwijs

 

  • 1.

    Het bedrag voor de uitbreiding van de eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair tezamen bedraagt € 148,95 per m² (te verdelen in 51,4% voor onderwijsleerpakket en 48,6% voor meubilair).

  • 2.

    Voor een nieuw gestichte school geldt tevens een basisbedrag voor de eerste 250 m² van € 87.317,93.

  • 3.

    De bekostiging voor eerste inrichting met onderwijsleerpakket en meubilair van het speellokaal van een school voor speciaal basisonderwijs bedraagt € 7.968,15.

Artikel 9: Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair: school voor (voortgezet) speciaal onderwijs

 

  • 1.

    De vergoeding voor een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

    Startbedrag

    incl. 250 m² ZMLK

    incl. 370 m² ander SO/VSO

    Voor elke volgende m2 bvo

    SO/VSO-doven

    € 147.122,36

    € 256,81

    SO/VSO-sh

    € 133.648,95

    € 332,83

    SO/VSO-esm

    € 124.537,94

    € 165,50

    SO/VSO-visg

    € 176.744,13

    € 315,88

    SO/VSO-lz

    € 112.707,66

    € 155,64

    SO/VSO-lg

    € 132.688,64

    € 303,42

    SO/VSO-zmlk

    € 110.957,15

    € 132,03

    SO/VSO-zmok

    € 108.304,84

    € 151,78

    SO/VSO-pi

    € 109.262,25

    € 164,83

    SO/VSO-mg

    € 134.347,31

    € 134,64

  • 2.

    Indien een school voor voortgezet speciaal onderwijs in het reguliere lesprogramma vakken aanbiedt, die gericht zijn op praktische vorming ofwel die opleiden tot een regulier VO-diploma, kan eerste inrichting worden toegekend voor de inrichting van het desbetreffende vaklokaal. De vergoeding is gebaseerd op een lokaaloppervlakte van 50 m².

     

    Hiervoor gelden de volgende vergoedingsbedragen: 

    Tabel 1 – Inrichting vaklokalen

    (Uiterlijke) verzorging/mode

    € 19.848,00

    Handel/verkoop/administratie

    € 12.141,50

    Techniek algemeen

    € 20.823,50

    Consumptief

    € 40.325,50

     

    • (uiterlijke) verzorging/mode: huishoudkunde, gezondheidskunde, schoonmaakpraktijk, uiterlijke verzorging, mode;

    • handel/verkoop/administratie: verkooppraktijk, kantoorpraktijk;

    • techniek algemeen: bouwtechniek, machinale houtbewerking, meten, elektrotechniek, installatietechniek, lasserij, metaal, voertuigentechniek;

    • consumptief: consumptieve techniek;

Artikel 10: Eerste inrichting leer- en hulpmiddelen en meubilair: school voor voortgezet onderwijs

 

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding per ruimtetype wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

    Ruimtetype

    Functie

    m2

    Algemeen

    € 169,84

    Specifiek

    (Uiterlijke) verzorging/mode en commercie

    Handel/verkoop/administratie

    Praktijkonderwijs

    € 396,96

    € 242,83

    € 326,04

    Werkplaatsen

    Techniek algemeen

    Consumptief

    Grafische techniek

    Landbouw

    € 416,47

    € 806,51

    € 1.541,92

    € 0,00

  • 2.

    Bij medegebruik wordt inventaris slechts toegekend als de inventaris in de voor medegebruik aangewezen ruimte ontbreekt of niet geschikt is.

Artikel 11: Gymnastiekruimte: nieuwbouw

 

  • 1.

    De bekostiging van de bouwkosten voor nieuwbouw van een gymnastiekruimte met een bruto vloeroppervlakte van 608 m² en een vrije hoogte van 5,5m heeft betrekking op een enkele gymzaal.

  • 2.

    De bekostiging van de bouwkosten voor nieuwbouw van een gymnastiekruimte met een bruto vloeroppervlakte per zaal van 608 m2 en een vrije hoogte van 7m heeft betrekking op een dubbele of drievoudige gymzaal.

    Enkele gymzaal

    Startbedrag

    € 2.619.900,00

    Toeslag warmtepomp indien géén stadsverwarming

    € 35.638,00

    Toeslag Rainproof bouwen

    € 104.677,00

    Toeslag Geluidsarm en trillingsvrij heien

    € 64.653,00

     

    Dubbele gymzaal

    Startbedrag

    € 5.023.921,00

    Toeslag warmtepomp indien géén stadsverwarming

    € 76.155,00

    Toeslag Rainproof bouwen

    € 201.037,00

    Toeslag Geluidsarm en trillingsvrij heien

    € 124.170,00

     

    Drievoudige gymzaal

    Startbedrag

    € 7.233.181,00

    Toeslag warmtepomp indien géén stadsverwarming

    € 117.595,00

    Toeslag Rainproof bouwen

    € 289.755,00

    Toeslag Geluidsarm en trillingsvrij heien

    € 178.967,00

Artikel 12: Gymnastiekruimte: OLP/meubilair

 

  • 1.

    De bekostiging voor de eerste inrichting met OLP/meubilair voor een gymnastiekruimte bedraagt:

    Normbedrag

    Eerste lokaal

    Tweede lokaal

    Derde lokaal

    Oefenplaats 1

    Oefenplaats 2

    € 113.953,00

    € 100.948,00

    € 60.746,00

    € 22.728,59 

    € 5.711,26

  • 2.

    Bij vervangende nieuwbouw of vernieuwbouw van een gymnastieklokaal wordt ook de vervanging van de eerste inrichting bekostigd volgens bovenstaande bedragen.

Artikel 13: Gymnastiekruimte: materiële instandhouding lichamelijke oefening

 

  • 1.

    Ingevolge artikel 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 115 en 130 van de Wet op de Expertisecentra worden de volgende vergoedingsbedragen voor het gebruik van een gymnastiekzaal vastgesteld.

  • 2.

    De bedragen bevatten een bekostiging voor de uitvoering van de schoolbestuurlijke taken op het gebied van de materiële instandhouding alsmede een bekostiging voor tussentijdse vervanging en aanpassing van onderwijsleerpakket en meubilair.

  • 3.

    De hoogte van de bekostiging is afhankelijk van het stichtingsjaar van de gymnastiekruimte en de oppervlakte van de oefenzaal. De bekostiging bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur, zoals in onderstaande tabel weergegeven:

    Stichtingsjaar en omvang

    Vast bedrag

    Variabel bedrag

    Tot 1987

    - < 90 m²

    € 3.035,45

    € 368,82

    - 90-130 m²

    € 3.895,00

    € 466,71

    - 130-170 m²

    € 4.258,87

    € 503,65

    - 170-190 m²

    € 4.064,31

    € 551,05

    - 190-230 m²

    € 3.892,54

    € 607,10

    - > 230 m²

    € 4.405,44

    € 679,14

    Vanaf 1987

    - >= 252 m²

    € 3.497,85

    € 617,58

  • 4.

    In geval geen eigen gymnastieklokaal beschikbaar is en (mede)gebruik gemaakt moet worden van een gymnastiekruimte van een ander bevoegd gezag voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs wordt alleen het variabele deel van de vergoeding bekostigd.

Artikel 14: Gymnastiekruimte: Medegebruik/huur voorziening

 

  • 1.

    Wanneer een school niet over een eigen gymnastiekruimte beschikt, kan gebruik worden gemaakt van een accommodatie van een andere school (medegebruik), van de gemeente of van een commerciële exploitant (huur).

  • 2.

    Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op een bekostiging overeenkomstig de in de tabel behorende bij artikel 13 genoemde bedragen.

  • 3.

    Indien de gymnastiekruimte van een andere school voor primair onderwijs wordt gebruikt, wordt het variabele deel van het klokuurbedrag aan de eigenaar vergoed.

  • 4.

    Indien de gymnastiekruimte van een school voor voortgezet onderwijs wordt gebruikt, wordt het variabele deel van het klokuurbedrag vergoed aan de eigenaar.

  • 5.

    Indien een gymnastiekruimte van de gemeente wordt gebruikt, volstaat ingebruikgeving van de accommodatie voor het vastgesteld aantal klokuren.

  • 6.

    Indien een gymnastiekruimte van een commerciële exploitant wordt gebruikt, zal de huurprijs (stichtingskosten + materiële instandhouding) worden vergoed. De huurprijs wordt door de gemeente aan de exploitant voldaan.

Artikel 15: Huur sportvelden

 

  • 1.

    Een school voor voortgezet onderwijs maakt aanspraak op een vergoeding van de huur van een sportveld voor maximaal 12 weken per jaar. De vergoeding voor deze kosten bedraagt voor de periode van 12 weken € 22,50 per klokuur.

  • 2.

    Aanspraak op vergoeding als bedoeld in het eerste lid bestaat uitsluitend als de school voor voortgezet onderwijs niet beschikt over een eigen sportveld en geen gebruik maakt van een sportveld dat door de gemeente is gefinancierd.

Artikel 16: Indexering

 

De normbedragen in hoofdstuk 1 worden jaarlijks aangepast in overeenstemming met de onderstaande systematiek van prijsbijstelling:

 

  • 1.

    De indexering voor nieuwbouw en uitbreiding wordt gebaseerd op de BDB Projectindexering Financieel kader onderwijshuisvesting Amsterdam.

  • 2.

    Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair dan wel leer- en hulpmiddelen en meubilair en huur sportvelden volgens de volgende formule van de VNG

    1

    Consumentenprijsindex, alle huishoudens, jaar t, per 1 juli (bron: CBS, Kerncijfers, cijfer van de maand juni jaar t)

    MEV, jaar t+1 prijsmutatie netto materiële overheidsconsumptie (bron: CPB, Kerngegevens collectieve sector)

    ---------------------------------

    *

    ------------------------------------

    *

    ---------------------------------

    MEV, jaar t, prijsmutatie netto materiële overheidsconsumptie (bron: CPB, Kerngegevens collectieve sector)

    Consumentenprijsindex, alle huishoudens, jaar t-1, per 1 juli (bron: CBS, Kerncijfers, cijfer van de maand juni jaar t-1)

    1

  • 3.

    De indexering voor de klokuurvergoeding gymnastiek wordt gebaseerd op de indexering van het bekostigingsstelsel basisonderwijs.

Hoofdstuk 2. Bekostiging op basis van feitelijke kosten

 

Artikel 18: Algemene bepaling

 

Tot de feitelijke kosten behoren de uitvoeringskosten alsmede de (technische) projectbegeleidingskosten in de bouwvoorbereidings- en de bouwuitvoeringsfase.

 

Artikel 19: Bekostiging activiteiten

 

In aanvulling op hoofdstuk 1 is bekostiging op basis van feitelijke kosten, volgens deze verordening van toepassing op de volgende activiteiten:

  • a.

    sloop voor zover deze verband houdt met vervangende nieuwbouw of uitbreiding;

  • b.

    bouwrijp maken van het terrein voor zover dit noodzakelijk is voor vervangende nieuwbouw of uitbreiding;

  • c.

    herstel terrein voor zover deze voortkomen uit nieuwbouw, vervangende nieuwbouw of uitbreiding;

  • d.

    kosten in verband met stedenbouwkundige eisen;

  • e.

    kosten voor op aangeven van Monumenten en Archeologie noodzakelijke ver- of herplaatsing van kunstwerken en monumentale wandkunst of behoud op locatie, voor zover de kosten niet in aanmerking komen voor subsidiëring;

  • f.

    (uitbreiding van) tijdelijke voorzieningen;

  • g.

    huur;

  • h.

    verhuizing als gevolg van een toegekende voorziening;

  • i.

    ingebruikneming;

  • j.

    onderwijskundige en andere aanpassingen op grond van gemeentelijk beleid;

  • k.

    onderhoud, vervanging en aanpassing brandmeld- en inbraakinstallaties waarbij voor onderhoud een maximum geldt van € 2.300,00 per gebouw per kalenderjaar;

  • l.

    accountantskosten voor zover niet opgenomen in de normvergoeding;

  • m.

    herstel van constructiefouten;

  • n.

    herstel en vervanging in verband met schade;

  • o.

    meerkosten bij nieuwbouw, vervangende huisvesting en uitbreiding;

  • p.

    technische ondersteuning wordt vergoed op basis van werkelijke kosten met een maximum van 8% en geldt bij:

    • onderhoud en aanpassingen van gymnastieklokalen;

    • sloopkosten;

    • bouwrijp maken;

    • herstel terrein;

    • (uitbreiding) tijdelijke voorzieningen;

    • iingebruikneming;

    • onderwijskundige en andere aanpassingen op grond van gemeentelijk beleid;

    • herstel van constructiefouten;

    • herstel en vervanging in verband met schade;

    • onderhoud, vervanging en aanpassing brandmeld- en inbraakinstallaties.

Indien de technische ondersteuning door eigen personeel van het bevoegd gezag wordt geboden, geldt tevens een maximum van € 40.000 per project.

In geval van ingebruikneming of aanpassing waarbij het gebouw zodanig gewijzigd moet worden dat ontwerp en begeleiding van een architect nodig is, worden de begeleidingskosten nader bepaald.

 

Artikel 20: Aanbestedingsregels

 

Bij bekostiging op basis van feitelijke kosten zijn de aanbestedingsregels, zoals genoemd in artikel 2.7 van deze verordening, van toepassing. Dit geldt uiteraard niet voor aankoop c.q. huur van gebouwen en terreinen. Voor deze voorzieningen worden de overeengekomen en door de gemeente goedgekeurde aankoop- of huurprijs vergoed.

Artikel II  

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Artikel III  

Deze regeling wordt aangehaald als tweede Wijzigingsverordening Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 december 2022.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Naar boven