Wijziging van de verordening financiën Rotterdam 2021

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2022 (raadsvoorstel nr. 22bb007822/22bo6670);

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat;

 

voor de effectuering van deugdelijk financieel beleid en beheer en een deugdelijke financiële organisatie aanvullende regels nodig zijn;

 

besluit:

Artikel I  

De Verordening financiën Rotterdam 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de begripsomschrijving van ‘apparaatslasten’ vervalt ‘of de hiervan afgeleide taakvelddoelen of subtaakvelddoelen’.

  • 2.

    In de begripsomschrijving van ‘programmalasten’ vervalt ‘of de hiervan afgeleide taakvelddoelen of subtaakvelddoelen en in verband met die directe relatie rechtstreeks aan een taakveld of subtaakveld’.

  • 3.

    De begripsbepaling ‘taakveld’ vervalt.

  • 4.

    In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

     

    • -

      allocatiereserve: deelreserve waarin ten minste de investeringsmiddelen zoals genoemd in artikel 13, vierde lid, zijn opgenomen en die worden verdeeld over de overige deelreserves die onderdeel zijn van de Rotterdamse Investeringsmotor;

    • -

      Rotterdamse investeringsmotor: een uit de allocatiereserves en overige deelreserves samengestelde bestemmingsreserve met als doel om de lasten van investeringen te dekken;

    • -

      superdividend: eenmalige uitkering van een deelneming bovenop regulier dividend;

B

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 6a Overzicht van incidentele baten en lasten

  • 1.

    Het overzicht van incidentele baten en lasten omvat de incidentele posten die groter zijn dan of gelijk zijn aan € 1 miljoen.

  • 2.

    Doet een incidentele bate of last zich meerdere jaren voor, maar zijn de bedragen niet ieder jaar groter dan of gelijk aan € 1 miljoen, dan omvat het overzicht ook de bedragen kleiner dan € 1 miljoen.

  • 3.

    Incidentele baten en lasten kunnen gebundeld worden gepresenteerd, mits ze logisch met elkaar samenhangen of vergelijkbaar van aard zijn.

C

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het derde lid, onderdeel a, vervalt ‘en het taakveld’

  • 2.

    Onder vernummering van het vierde lid tot het achtste lid worden de volgende leden ingevoegd:

    • 4.

      Ten behoeve van de voeding van de Rotterdamse investeringsmotor worden jaarlijks op rekeningbasis ten minste de volgende bedragen aan de allocatiereserve toegevoegd:

      • a.

        de opbrengsten uit verkoop van deelnemingen na aftrek van de verkoopkosten en de boekwaarde;

      • b.

        superdividenden, tenzij het college een andere afweging maakt, voor zover door de raad daarvoor aangewezen;

      • c.

        bespaarde rente;

      • d.

        de exploitatiebudgetten die jaarlijks of eenmalig op grond van het investeringsbeleid beschikbaar worden gesteld voor de dekking van kapitaallasten van investeringen.

    • 5.

      Het college kan het voorstel doen om superdividenden, in afwijking van het vierde lid, onderdeel b, niet toe te voegen aan de allocatiereserve.

    • 6.

      Het college informeert de raad, zowel op begrotings- als op realisatiebasis, over de verdeling van de investeringsmiddelen in de allocatiereserve over de deelreserves binnen de Rotterdamse investeringsmotor en over overheveling van middelen tussen de deelreserves.

    • 7.

      Afwijkingen van de door de raad vastgestelde regels voor de Rotterdamse investeringsmotor worden expliciet en onderbouwd opgenomen in het betreffende raadsbesluit.

  • 3.

    In het achtste lid (nieuw) vervalt ‘en het taakveld’.

D

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het derde lid en de aanhef van het zevende lid wordt ‘taakvelden’ vervangen door ‘programma’s’.

  • 2.

    In het zesde lid, onderdeel a, en het negende lid wordt ‘taakveld treasury’ vervangen door ‘programma Algemene middelen’.

E

In artikel 21, derde lid, onderdeel b, wordt ‘taakveld’ vervangen door ‘programma’.

 

F

De tabel in bijlage 1 komt te luiden:

Afschrijvingstabel vaste activa

Verordening Financiën 2021

maximale afschrijvings-termijn in jaren

Gebouwen

Kantoor- en bedrijfsgebouwen (permanent)

40

Welzijnsaccommodaties/scholen

40

Sluis- en tunnelcomplexen

40

Woningen

40

Gemalen

40

Rioolwaterzuiveringsinstallaties

40

Crematoria

30

Bedrijfsgebouwen (semipermanent)

20

Monumentale restauratie/renovatie incl. inventaris, meubilair

20

Tribunes (staal)

20

Tribunes (hout)

10

Gebouwen (tijdelijk/nood-)

10

Olieopslagtanks

10

Infrastructuur

Spoorwegen (banen, emplacement, kunstwerken)

50

Bijdragen in activa derden Randstadrail

50

Tunnels en viaducten (excl. Maastunnelcomplex)

50

Bruggen (vast)

50

Kademuren en glooiingen

50

Bruggen (beweegbaar)

40

Kunstwerken te water (staal/beton)

40

Kunstwerken te water (hout)

30

Riolen

30

Waterkeringen (hout)

30

Havens, haventerreinen

25

Terreinafscheidingen (steen)

25

Wegen

30

Monumenten en kunst zonder cultuurhistorische waarde

25

Aanlegsteigers; boeikettingen

10

Terreinafscheidingen (ijzer/hout)

10

Installaties

Lichtmasten

30

Nood Stroom Aggregaat (NSA) Garage

25

Pompinstallaties

20

Duurzame inrichting

20

Bedieningsinstallaties bruggen

20

Veiligheidsinstallaties

20

Zonnepanelen

15

UPS/Accukast Garage

15

Brandschermen

15

Luchtbehandeling loge

15

Verkeersinstallaties

15

(Elektro)technische installaties

10

Parkeermeters

10

Audio/TV-installaties

5

Voer- en vaartuigen

Vaartuigen-casco

30

Vaartuigen ijzer

25

Sneeuwploeg / materieel gladheidsbestrijding

15

Werktuigdragers, trekkers, heftrucks

15

(Pers)container

12

Voertuigen boven 7.500 kg

15

Voertuigen boven 2.500 kg kg tot en met 7.500 kg

12

Aanhangwagens, opleggers e.d.

10

Veegmachines

10

Auto Voertuigen tot en met 2.500 kg

8

Twee- en driewielers

6

Klein materieel/mechanische hulpmiddelen

6

Terreinkranen, mobiele

5

Hulpmateriaal

Terreinvoorzieningen

15

Inrichting opstallen, inventaris, (werkplaats)meubilair

15

Gravellagen

10

Kantoorinrichting, inventaris, meubilair

10

Voorzieningen parkeergarages

10

Kunstgrasvelden

10

Machines, motoren

10

Muziekinstrumenten

10

Concernbrede ICT- en bedrijfsvoeringsystemen

10

Parkeermanagementsysteem

10

Hardware (o.a. mainframes, terminals e.d.)

5

Software

5

Kantoorapparatuur

5

Maaimachines

5

Mobiele devices

3

Buitenruimte

Bomen en overig groen

30

Speeltoestellen

10

Fietsvoorzieningen

10

Straatmeubilair

5

Artikel II  

De toelichting op de verordening financiën Rotterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

A

De toelichting op artikel 1 vervalt.

 

B

In de toelichting op artikel 4 vervalt ‘De toewijzing van middelen aan concrete bedrijfsprocessen en taakvelden is een bevoegdheid van het college en komt tot uitdrukking in de taakveldenraming.’

 

C.

Na de toelichting op artikel 6 wordt een toelichting ingevoegd, luidende:

 

Artikel 6a Overzicht van incidentele baten en lasten

Wettelijk is bepaald dat in de begroting en jaarstukken een overzicht wordt gegeven van de incidentele baten en lasten. Om de administratieve last te beperken, kan de gemeenteraad besluiten dat kleinere bedragen buiten beschouwing worden gelaten. Voorwaarde is wel dat het overzicht geen vertekend beeld oplevert van de werkelijkheid. Met het oog hierop worden incidentele baten en lasten kleiner dan € 1 mln. buiten beschouwing gelaten. Met deze ondergrens wordt aangesloten bij de ondergrens die wordt gehanteerd bij het inventariseren van de financiële restrisico’s, die worden betrokken bij het berekenen van het weerstandsvermogen.

 

Het kan voorkomen dat incidentele lasten of baten zich meerdere jaren voordoen, maar dat ze in jaar x boven de ondergrens uitkomen en in jaar y onder de ondergrens. Omwille van de vergelijkbaarheid tussen jaren, worden in dat geval ook de bedragen onder de ondergrens in het overzicht verwerkt.

 

Om te voorkomen dat het overzicht te uitgebreid wordt, kunnen incidentele baten en lasten tot op zekere hoogte gebundeld worden gepresenteerd. Dit is verdedigbaar, omdat het overzicht als achterliggend doel heeft om te kunnen vaststellen of de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Een uitgebreide specificatie van de incidentele lasten en baten heeft geen toegevoegde waarde. Omdat het geëigende niveau van bundeling in de praktijk sterk kan wisselen, is er geen bovengrens bepaald. Wel moeten ze logisch met elkaar samenhangen (bijvoorbeeld incidentele baten en lasten ter bestrijding van het coronavirus) of vergelijkbaar van aard zijn (bijvoorbeeld incidentele baten en lasten uit grondexploitaties).

 

D

Na de toelichting op artikel 12 wordt een toelichting ingevoegd, luidende:

 

Artikel 13 Reserves en voorzieningen

Het tweede lid van artikel 13 biedt de mogelijkheid om overmaat in een bestemmingsreserve, zonder voorafgaand raadsbesluit, ten gunste van het resultaat van het verantwoordingsjaar te brengen. Op grond van het artikel kan deze vrijval al verwerkt worden in de concept-jaarrekening. De omvang van de vrijval wordt bepaald op het bedrag dat niet meer aangewend zal worden voor het doel van de betreffende reserve.

Een onderschrijding in een jaar van een onttrekking ten opzichte van de begroting heeft geen directe relatie met de hier bedoelde vrijval. Een onderschrijding kan een gevolg zijn van vertraging in de uitvoering. Het bedrag van een onderschrijding in een begrotingsjaar is dan nog steeds nodig voor de realisatie van het doel van de betreffende reserve en kan dan niet vrijvallen.

 

De Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) is een door de raad ingestelde bestemmingsreserve. De raad autoriseert toevoegingen en onttrekkingen aan, alsook vrijval van (een deel van) de RIM op totaalniveau. Overhevelingen tussen de deel-reserves (cilinders) binnen de RIM behoeven geen goedkeuring van de raad. De raad wordt wel geïnformeerd over o.a. deze overhevelingen binnen de RIM.

Het investeringsbeleid is o.a. gebaseerd op het uitgangspunt dat de investeringsruimte voor nieuwe investeringen is gekoppeld aan de verwachte, langjarige groei van algemene dekkingsmiddelen (‘groei met groei’). Hoe meer ‘groeimiddelen’, hoe meer ruimte voor investeringen die de groei van Rotterdam accommoderen. In aanvulling hierop wordt voor de dekking van dit type investeringen gebruik gemaakt van de bedragen die de gemeenteraad in het verleden hiervoor structureel beschikbaar heeft gesteld. En er wordt gebruik gemaakt van de bespaarde rente die jaarlijks wordt gegenereerd over het eigen vermogen dat de gemeente aanhoudt om het kengetal solvabiliteit (i.c. de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen) tenminste 20% te laten zijn en daarmee te voldoen aan de signaalwaarde die de Provincie Zuid-Holland, als financieel toezichthouder, hieraan stelt. Resterende bespaarde rente wordt gebruikt voor de dekking van overige investeringen.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2022.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

A. Aboutaleb

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven