Verordening tot derde wijziging van de Verordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021

De raad van de gemeente Vught;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2022;

 

besluit:

 

vast te stellen:

 

Verordening tot derde wijziging van de Verordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021.

Artikel I Wijzigingen

A. Artikel 2, sub a komt te luiden:

  • 1.

    Doelgroepkind: peuter in de leeftijd van 2 tot 4 jaar die op basis van een indicatie van de GGD in aanmerking komt voor voorschoolse educatie

B. Ingevoegd wordt artikel 4a dat luidt als volgt:

Artikel 4a Sociaal Medische Indicatie

In situaties waarin naast recht op tegemoetkoming voor kosten peuteropvang tevens sprake is van recht op bijzondere bijstand vanwege een sociaal medische indicatie als bedoeld in de Regeling bijzondere bijstand gemeente Vught, wordt de totale vergoeding hiervoor uitgekeerd in de vorm van bijzondere bijstand.

 

C. Artikel 6, eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt voor maximaal 320 uur per jaar (640 uur per 2 jaar).

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming voor voorschoolse educatie bedraagt voor deze 320 uur per jaar het volledige fiscale uurtarief, plus een door het college in de nadere regels te bepalen extra bijdrage voor alle uren voorschoolse educatie die het kind volgt (640 uur per jaar / 1280 uur per 2 jaar)

D. Ingevoegd wordt artikel 6a dat luidt als volgt:

Artikel 6a Sociaal Medische Indicatie

In situaties waarin naast aanspraak op tegemoetkoming voor kosten voorschoolse educatie tevens sprake is van recht op bijzondere bijstand vanwege een sociaal medische indicatie als bedoeld in de Regeling bijzondere bijstand gemeente Vught, wordt de totale vergoeding hiervoor uitgekeerd in de vorm van bijzondere bijstand.

 

E. Aan artikel 8, tweede lid wordt sub g toegevoegd dat komt te luiden:

  • g.

    het ontvangen van bijzondere bijstand op grond van een Sociaal Medische Indicatie (SMI)

F. Artikel 14, tweede, derde en vierde lid komen te vervallen.

 

G. Bijlage 1: Toelichting wordt als volgt gewijzigd:

 

  • Artikel 3 komt te luiden: De gemeente verstrekt een tegemoetkoming peuteropvang aan ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar waarvan het kind wel enkele dagdelen naar een vorm van kinderopvang/peuteropvang gaat. Alleen peuters die voldoen aan de doelgroep definitie kunnen gebruik maken van de tegemoetkoming peuteropvang. De doelgroep definitie is als volgt: peuters van 2 tot 4 jaar, waarvan de ouders geen kinderopvangtoeslag ontvangen.

     

    Bij de aanvraag moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • de peuter is woonachtig in de gemeente Vught en heeft de juiste leeftijd. Er wordt geen tegemoetkoming peuteropvang verstrekt als peuters woonachtig zijn in een andere gemeenten en als de peuters jonger zijn dan 2 jaar of ouder zijn dan 4 jaar;

    • de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD;

    • een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie gevestigd in de gemeente Vught: er wordt geen tegemoetkoming peuteropvang verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught. Het kan voor komen dat ouders eerst willen weten wat er vanuit de gemeente vergoed wordt en dan pas het contract met de kinderopvangorganisatie willen ondertekenen. Als dit het geval is, is in de beschikking de voorwaarde opgenomen dat binnen vier weken een getekend contract is aangeleverd, anders vervalt de tegemoetkoming;

    • bewijsstuk van het vastgestelde inkomen: De gemeente vraagt tevens een bewijsstuk voor het vastgestelde inkomen. Dit wordt het IB-60 formulier genoemd en is op te vragen bij de Belastingdienst. Dit hoeft alleen bij de aanvraag te worden aangeleverd. De GGD beoordeelt in hoeverre het inkomen van één of meerdere ouders/verzorgers meegenomen dient te worden in de aanvraag. Als er twee ouders op de indicatie van de GGD staan, verwacht de gemeente twee inkomensverklaringen. Als er één ouder op de indicatie van de GGD staat, verwacht de gemeente één inkomensverklaring;

    • verklaren geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag: de gemeente vraagt ouders in de aanvraagprocedure te verklaren dat ze geen kinderopvangtoeslag ontvangen. Als ouders dit niet verklaren dan verstrekt de gemeente geen tegemoetkoming peuteropvang;

    • ouders hebben de aanvraag volledig ingevuld en de aanvraagprocedure afgerond: het college moet over bepaalde gegevens beschikken om de aanvraag af te kunnen ronden. Als het college hier niet de beschikking over heeft, kan er geen besluit worden genomen.

  • Artikel 4a wordt ingevoegd dat komt te luiden:

    In de praktijk komt ook een samenloop voor van recht op vergoeding van kosten peuteropvang en recht op vergoeding van kosten kinderopvang vanwege de aanwezigheid van een sociaal medische indicatie als bedoeld in de regeling bijzondere bijstand. Een strikte afwikkeling volgens beide afzonderlijke regimes met verschillende procedure- en uitvoeringsregels leidt tot grote onduidelijkheden voor cliënten en tot problemen in de uitvoeringspraktijk. In het kader van klantvriendelijkheid, doelmatigheid en efficiëncy wordt ervoor gekozen de totale uitkering in die gevallen in de vorm van bijzondere bijstand te doen.

     

  • Artikel 5 komt te luiden: Voorschoolse educatie is gericht op het voorkomen van achterstand in taal-, spraak- en emotionele ontwikkeling bij peuters. Alleen peuters die voldoen aan de doelgroep definitie kunnen gebruik maken van voorschoolse educatie. De doelgroep definitie is als volgt:

    • de peuters hebben een leeftijd van 2 tot 4 jaar;

    • er is een indicatie van de GGD dat voorschoolse educatie nodig is:

      • o

        kinderen met een achterstand in de taal-, spraak- en emotionele ontwikkeling;

      • o

        kinderen van nieuwkomers (arbeidsmigranten, asielzoekers en statushouders);

      • o

        bij uitzondering kleuters waarbij verlenging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind of ter overbrugging voor maximaal zes weken naar het begin van de basisschool.

Bij de aanvraag moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • de peuter is woonachtig in de gemeente Vught en heeft de juiste leeftijd. Er wordt geen voorschoolse educatie verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught of als peuters jonger zijn dan 2 jaar of ouder zijn dan 4 jaar;

  • de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD;

  • een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie gevestigd in de gemeente Vught: er wordt geen voorschoolse educatie verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught. Het kan voor komen dat ouders eerst willen weten wat er vanuit de gemeente vergoed wordt en dan pas het contract met de kinderopvangorganisatie willen ondertekenen. Als dit het geval is, is in de beschikking de voorwaarde opgenomen dat binnen vier weken een getekend contract is aangeleverd, anders vervalt de tegemoetkoming;

  • de kinderopvanglocatie waarmee een contract is afgesloten is als VVE-locatie opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en maakt gebruik van een VVE-programma;

  • ouders hebben de aanvraag volledig ingevuld en de aanvraagprocedure afgerond: het college moet over bepaalde gegevens beschikken om de aanvraag af te kunnen ronden. Als het college hier niet de beschikking over heeft, kan er geen besluit worden genomen.

Om in aanmerking te komen voor voorschoolse educatie is een inkomensverklaring en de verklaring geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag niet nodig.

 

Volgens de Wet op het Primair Onderwijs (art. 166) moet een gemeente ervoor zorgen, dat er voldoende voorzieningen zijn voor voorschoolse educatie die voldoen aan door rijkswege gestelde eisen. De Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) geeft de gemeente een rol in de voorschoolse voorzieningen.

 

  • Artikel 6 komt te luiden: De voorschoolse educatie die word vergoed bedraagt maximaal 320 uur per jaar per kind maal het fiscale uurtarief plus een door het college nader te bepalen extra bijdrage op basis van max. 16 uur per week. Het fiscale uurtarief wordt jaarlijks opnieuw bepaald aan de hand van de VNG-adviestabel. Voor de voorschoolse educatie rekent het college geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

     

    Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de bekostiging van het eerste en tweede dagdeel voorschoolse educatie. Het eerste en tweede dagdeel kunnen echter ook bekostigd worden vanuit de tegemoetkoming peuteropvang. De combinatie tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie is dus mogelijk. Het college vergoedt dan alle dagdelen. Alleen het eerste en tweede dagdeel dat bekostigd wordt vanuit de tegemoetkoming peuteropvang kent dan een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Ook hier geldt dat ouders uit de laagste inkomensgroep geen eigen bijdragen hoeven te betalen.

     

    Kinderopvangorganisaties ontvangen een extra bijdrage voor alle uren dat een kind gebruik maakt van voorschoolse educatie (dus niet alleen het derde en vierde dagdeel) tot een maximum van 1280 uur in twee jaar. Ook voor de uren voorschoolse educatie die ouders zelf betalen of voor vergoeding vanuit de tegemoetkoming peuteropvang in aanmerking komen geldt deze extra bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage staan in de nadere regels.

     

    In de gemeente moet minimaal 960 uur voorschoolse educatie beschikbaar zijn voor alle peuters met een indicatie voor voorschoolse educatie. De verordening biedt ruimte voor maatwerk en kortere en langere inzet tot een maximum van 1280 uur. Het komt voor dat kinderen zich pas later met spraak- en taalachterstanden melden bij de GGD. Het college zal dan ook op latere leeftijd dan 2 jaar nog voorschoolse educatie toekennen tot het moment dat het kind 4 jaar wordt.

     

  • Artikel 6a wordt ingevoegd dat komt te luiden:

    In de praktijk komt ook een samenloop voor van recht op vergoeding van kosten voorschoolse educatie en recht op vergoeding van kosten kinderopvang vanwege de aanwezigheid van een sociaal medische indicatie als bedoeld in de regeling bijzondere bijstand. Een strikte afwikkeling volgens beide afzonderlijke regimes met verschillende procedure- en uitvoeringsregels leidt tot grote onduidelijkheden voor cliënten en tot problemen in de uitvoeringspraktijk. In het kader van klantvriendelijkheid, doelmatigheid en efficiëncy wordt ervoor gekozen de totale uitkering in die gevallen in de vorm van bijzondere bijstand te doen.

     

  • Artikel 14 komt te luiden: De overgangsregeling is benoemd.

Artikel II Inwerkingtreding

  • -

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • -

    Dit besluit wordt aangehaald als Verordening tot derde wijziging van de Verordening Tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 21 december 2022.

de griffier,

Drs. J.A. Deneer

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Naar boven