Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

De raad van de gemeente Gouda ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2022, nummer 6386;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet ;

besluit tot vaststelling van:

 

 

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de degene die de dienst, de Nederlandse identiteitskaart en/of het reisdocument aanvraagt dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald: ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan direct na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.5.4 (Verklaring Omtrent het Gedrag);

    • 4.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2022’ van 9 december 2021 en de ‘legesverordening 2022 eerste wijziging’ van 15 juni 2022 worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening 2023'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 december 2022.

De raad der gemeente voornoemd,

griffier

mr. drs. E.J. Karman-Moerman

voorzitter

mr. drs. P. Verhoeve

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij legesverordening 2023

 

Gemeente Gouda

Tarieventabel, behorende bij legesverordening 2023

 

Inhoudsopgave

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief m.u.v. de archiefbewaarplaats bij Streekarchief Midden-Holland

Hoofdstuk 9 Vervallen

Hoofdstuk 10 Register standplaats woonwagens

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 14 Leegstandwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Vervallen

Hoofdstuk 18 Diversen

 

Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 omgevingsvergunningen uit de verordening fysieke leefomgeving

Hoofdstuk 10 Diversen

 

Titel 3 Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 5 Vergunning ter bescherming van het ondernemersklimaat

Hoofdstuk 6 Diversen

 

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de raadszaal van het Huis van de Stad op:

1.1.1.1

vrijdag van 13.30 tot 15.30 uur:

€ 435,95

1.1.2

Het tarief bedraagt voor een eenvoudige huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de ondertrouwkamer van het Huis van de Stad (maximaal 10 personen) op:

1.1.2.1

maandag van 10.00 tot 16.30 uur; of dinsdag van 09.15 tot 16.30 uur; of woensdag van 09.15 tot 16.30 uur; of donderdag van 09.15 tot 16.30 uur, of vrijdag van 09.15 tot 16.30 uur:

€ 276,15

1.1.3

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de ondertrouwkamer van het Huis van de Stad ingevolge artikel 4 wet Rechten Burgerlijke Stand op maandag om 09.15 uur of op maandag om 9.30 uur

gratis

1.1.4

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een als “huis der gemeente” aangewezen locatie van maandag tot en met zaterdag:

€ 276,15

1.1.5

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of het omzetten van geregistreerd partnerschap naar huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 151,00

1.1.6

Het tarief onder 1.1.4 wordt bij een huwelijk/geregistreerd partnerschap of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een Algemeen erkende feestdag (niet mogelijk op 1e Kerstdag, 1e Paasdag en 1e Pinksterdag) verhoogd met:

€ 169,75

1.1.7

Indien bij het omzetten van geregistreerd partnerschap naar huwelijk wordt gekozen om dit zonder ceremonie te doen dan bedraagt het tarief:

€ 60,45

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje:

1.1.8.1

in een kunstleer uitvoering

€ 27,50

1.1.8.2

in een leren uitvoering

€ 43,45

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het

1.1.9.1

kalligraferen van een trouw- of partnerschapsboekje

€ 17,80

1.1.9.2

kalligraferen van kindgegevens in een trouw- of partnerschapsboekje

€ 5,80

1.1.10

-

1.1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag

1.1.11.1

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 181,30

1.1.11.2

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 241,60

1.1.12

Het tarief bedraagt voor het annuleren binnen 4 weken voor de huwelijksvoltrekking/geregistreerd partnerschap/het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of bij het niet verschijnen:

1.1.12.1

van een huwelijk/geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

€ 120,70

1.1.12.2

van een kosteloos huwelijk/geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie:

€ 60,45

1.1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot uitstel van de begraaftermijn

€ 15,70

1.1.14

Vervallen

1.1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot

1.1.15.1

aanwijzing van een tijdelijke locatie als “huis der gemeente”

€ 184,75

1.1.15.2

aanwijzing van een vaste locatie als “huis der gemeente”

€ 290,35

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 58,85

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 77,85

1.2.2

van een reisdocument voor vluchtelingen en vreemdelingen, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 58,85

1.2.3

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 37,95

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 70,35

1.2.4

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 34,25

1.2.5

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.4 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

€ 53,00

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 44,65

1.3.2

Het tarief als genoemd onder 1.3.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met

€ 34,10

1.3.3

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.2, wordt onder één verstrekking verstaan; verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.4.1.1

het verstrekken van gegevens, aan de balie, per verstrekking

€ 15,70

1.4.1.2

het in behandeling nemen van een digitale aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 13,20

1.4.1.3

het in behandeling nemen van een schriftelijke aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 19,70

1.4.2

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.2.1. wordt onder één verstrekking verstaan; verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

1.4.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 24,40

1.4.3

Vervallen

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ 15,70

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 0,00

 

Hoofdstuk 5 Overige publiekszaken

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.5.1

Vervallen

1.5.2

het legaliseren van een handtekening

€ 15,70

1.5.3

Vervallen

1.5.4

het verstrekken van een Verklaring Omtrent het Gedrag

€ 41,35

 

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief m.u.v. de archiefbewaarplaats bij Streekarchief Midden-Holland

1.7.1

Vervallen

1.7.1.1

Vervallen

1.7.1.2

Vervallen

1.7.2

Vervallen

1.7.2.1

Vervallen

1.7.2.2

Vervallen

1.7.2.3

Vervallen

1.7.2.4

Vervallen

1.7.2.5

Vervallen

1.7.2.6

Vervallen

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief (m.u.v. de archiefbewaarplaats bij Streekarchief Midden-Holland) berustend stuk:

1.7.3.1

per bladzijde A4 formaat (zwart-wit):

€ 0,05

1.7.3.2

Per bladzijde A4 formaat (kleur):

€ 0,20

1.7.3.3

Per bladzijde A3 formaat (zwart-wit):

€ 0,10

1.7.3.4

Per bladzijde A3 formaat (kleur):

€ 0,40

1.7.3.5

Per vel A2 formaat

€ 1,90

1.7.3.6

Per vel A1 formaat

€ 2,60

1.7.3.7

Per vel A0 formaat

€ 3,85

1.7.3.8

De tarieven genoemd in 1.7.3.5, 1.7.3.6., en 1.7.3.7. kunnen worden vermeerderd met de kosten van de drukkerij, vooraf bekend gemaakt aan de aanvrager/opdrachtgever

1.7.4

Indien het bedrag aan leges op basis van de tarieven in dit hoofdstuk lager is dan € 8,40 dan vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen leges aangemerkt als één bedrag.

 

Hoofdstuk 9 Vervallen

1.9

Vervallen

 

Hoofdstuk 10 Register standplaats woonwagens

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.10.1

tot inschrijving in het register voor standplaatszoekenden als bedoeld in artikel 2 van de Beleidsregels toewijzen huurstandplaatsen woonwagens Gouda 2022

€ 23,00

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.11.1

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 Huisvestingsverordening Gouda 2019:

€ 58,40

1.11.2.1

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3 Huisvestingsverordening Gouda 2019:

€ 77,85

1.11.2.2

Conform artikel 9 van de uitvoeringsovereenkomst met de woningcorporaties worden voor de volgende urgentieaanvragen geen leges in rekening gebracht:

• urgentie op grond van artikel 9 categorie A Hvv 2019 (gemeentelijke taakstelling huisvesting statushouders);

• urgentie op grond van artikel 9 categorie B Hvv 2019 (mantelzorgurgentie);

• urgentie op grond van artikel 9 categorie D Hvv 2019 indien deze medische urgentie is gebaseerd op een verhuiskostenvergoeding WMO;

• urgentie op grond van artikel 9 categorie G Hvv 2019 (woonkostentoeslag /bijzondere bijstand met verhuisplicht);

•·urgentie op grond van artikel 9 categorie N Hvv 2019 (stadsvernieuwings- en herstructureringsurgenten);

.

1.11.3

een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 204,00

 

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.13.1

het verstrekken, aanpassen c.q. vervangen van een ontheffing als genoemd in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459), waarbij de aanvraag meer dan 10 werkdagen vóór de beoogde aanvangsdatum is ingediend

€ 22,70

1.13.2

Indien de onder 1.13.1 genoemde aanvraag 10 werkdagen of minder vóór de beoogde aanvangsdatum is ingediend en op de aanvraag vóór de beoogde aanvangsdatum is besloten, wordt het tarief als vermeld onder 1.13.1 verhoogd met

€ 22,70

1.13.3

Indien de onder 1.13.1. genoemde aanvraag betrekking heeft op een huwelijk of evenement en er meer dan 1 ontheffing wordt aangevraagd, wordt het tarief als vermeld onder 1.13.1. voor elke extra ontheffing verhoogd met:

€ 2,75

1.13.4

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij geen medisch advies noodzakelijk is

€ 34,25

1.13.5

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij medisch advies noodzakelijk is

€ 198,25

1.13.6

verstrekking van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 34,25

 

Hoofdstuk 14 Leegstandwet

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.14.1

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 44,90

1.14.2

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 44,90

1.14.3

Als aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.14.1 en 1.14.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten,

1.16.1.2.1

voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2.2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar,

1.16.1.4.1

voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

1.16.1.4.2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 8,40

 

Hoofdstuk 17 Vervallen

1.17

Vervallen

 

Hoofdstuk 18 Diversen

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

vervallen

1.18.1.2

vervallen

1.18.2

vervallen

1.18.3

om een vergunning tot het houden van een openbare inzameling van geld of goederen als bedoeld in artikel 5:7, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda:

€ 8,40

1.18.4

vervallen

1.18.5

-

1.18.6

-

1.18.7

-

1.18.8

-

1.18.9

vervallen

1.18.9.1

vervallen

1.18.9.2

vervallen

1.18.9.3

vervallen

1.18.10

om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, met een geldigheidsduur langer dan één dag, wanneer het sluitingsuur is verlengd tot half twee ‘s nachts

€ 103,10

1.18.11

om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 , met een geldigheidsduur langer dan één dag, wanneer het sluitingsuur in relatie tot het Convenant Veilig Uitgaan vrij is

€ 128,95

1.18.12

om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, met een geldigheidsduur van één dag

€ 8,40

1.18.13

-

1.18.14

om een ventvergunning, als bedoeld in artikel 5:8, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda, 2020 bij een geldigheidsduur van:

1.18.14.1

een dag

€ 3,60

1.18.14.2

een week

€ 8,40

1.18.14.3

een maand

€ 13,50

1.18.14.4

een kwartaal

€ 20,00

1.18.14.5

een half jaar

€ 33,10

1.18.14.6

een jaar

€ 40,65

1.18.15

vervallen

1.18.16

tot het verstrekken van een vergunningsbewijs ingevolge de wet Autovervoer Personen

€ 8,40

1.18.17

-

1.18.18

vervallen

1.18.19

vervallen

1.18.20

om een (huis)aansluiting op het riool als bedoeld in artikel 4 van de Aansluitverordening riolering Gouda 2015

€ 122,70

1.18.21

-

1.18.22

-

1.18.23

-

1.18.24

vervallen

1.18.25

om een ontheffing voor de route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 30,65

1.18.26

tot het verstrekken van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 15,70

1.18.27

tot het verstrekken van afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.18.27.1

per bladzijde A4-formaat (zwart-wit)

Zie artikel 1.7.3.1. van deze tarieventabel

1.18.27.2

Per bladzijde A4-formaat (kleur)

 

Zie artikel 1.7.3.2. van deze tarieventabel

1.18.28

tot het verstrekken van fotokopieën, kaarten, tekeningen en lichtdrukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,

1.18.28.1

Per bladzijde A3 formaat (zwart-wit)

Zie artikel 1.7.3.3 van deze tarieventabel

1.18.28.2

Per bladzijde A3 formaat (kleur)

Zie artikel 1.7.3.4. van deze tarieventabel

1.18.28.3

Per vel A2 Formaat; zie artikel 1.7.3.5. van deze tarieventabel

1.18.28.4

Per vel A1 Formaat; zie artikel 1.7.3.6. van deze tarieventabel

1.18.28.5

Per vel A0 formaat; zie artikel 1.7.3.7. van deze tarieventabel

1.18.28.6

De tarieven genoemd in 1.18.28.3, 1.18.28.4 en 1.18.28.5 kunnen worden vermeerderd met de kosten van de drukkerij, vooraf bekend gemaakt aan de aanvrager/opdrachtgever

1.18.29

vervallen

1.18.30

tot het verstrekken van stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,25

1.18.31

vervallen

1.18.32

tot het verstrekken van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 8,40

1.18.33

Indien het bedrag aan leges op basis van de tarieven in dit hoofdstuk (1.18.14.1 uitgezonderd) lager is dan € 8,40 dan vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen leges aangemerkt als één bedrag

 

 

Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 

Artikel

Omschrijving

Vast tarief

Variabel tarief

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

aanlegkosten:

2.1.1.1

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

bouwkosten:

2.1.1.2

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

sloopkosten:

2.1.1.3

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het slopen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.3.1

De onder 2.1.1.1, 2.1.1.2 en 2.1.1.3 genoemde kosten, wordt het aldus verkregen bedrag op een veelvoud van € 1.000,00 naar boven afgerond.

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1.1.1

tot het beoordelen van een vooroverleg, bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief al dan niet aan de intaketafel (vooroverleg exclusief welstandstoets) in verband met het verstrekken van een indicatie of een voorgenomen groot project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

€ 552,00

2.2.1.1.2

vervallen

2.2.1.2

tot het bespreken op de omgevingstafel met diverse vakdisciplines om te komen tot verdere ruimtelijke randvoorwaarden naar aanleiding van een ingediend vooroverleg

€ 2.420,00

2.2.1.2.1

vervallen

2.2.1.2.2

vervallen

2.2.1.2.3

vervallen

2.2.1.2.4

vervallen

2.2.1.2.5

vervallen

2.2.2.1

vervallen

2.2.2.2

tot het opstellen van een intentieovereenkomst voor een te doorlopen ruimtelijke procedure in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.485,85

2.2.3

tot het laten plaatsvinden van vooroverleg welstandstoets in verband met het verstrekken van een indicatie of een voorgenomen project op gronden van welstand aanvaardbaar is

€ 343,15

2.2.4

tot het beoordelen van sectorale adviezen voor een te doorlopen ruimtelijke procedure in het kader van de Wet ruimtelijke ordening die onderdeel uit maken van een goede ruimtelijke onderbouw

2.2.4.1

bedraagt het tarief, Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld:

€ 466,20

Achteraf ingediende aanvraag

2.2.4.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.4.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met 10% met een absoluut maximum van € 10.000,00.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.2.4.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.4.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 58,20

2.2.5

Ingeval de gemeentelijke kosten op een andere wijze worden verrekend, zijn geen leges verschuldigd.

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Activiteit Bouwen

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

bij bouwkosten van € 0,00 tot € 1.000.000,00: 3,14 % met een minimum van

€ 276,00

3,140%

2.3.1.1.1.1

€ 1.000.000,00 tot € 5.000.000,00: € 31.500,00 + 2,61% van de bouwkosten > € 1.000.000,00

€ 31.500,00

2,610%

2.3.1.1.1.2

€ 5.000.000,00 tot € 10.000.000,00: € 135.500,00 + 2,47% van de bouwkosten > € 5.000.000,00

€ 135.500,00

2,470%

2.3.1.1.1.3

€ 10.000.000,00 tot € 20.000.000,00: € 258.500,00 + 2,24 % van de bouwkosten > € 10.000.000,00

€ 258.500,00

2,240%

2.3.1.1.1.4

€ 20.000.000,00 en hoger : € 481.000,00 + 1,97% van de bouwkosten > € 20.000.000,00

€ 481.000,00

1,970%

2.3.1.2.1

Indien de bouwactiviteit betrekking heeft op gecertificeerde bouw dan wordt voor de op grond van 2.3.1.1.1. t/m 2.3.1.1.1.4 geheven leges op verzoek een korting verleend van 30% tot een maximum van:

€ 25.000,00

2.3.1.2.2

als ook het toezicht tijdens de bouw volledig gecertificeerd plaatsvindt, dan wordt op verzoek een korting verleend van 15% tot een maximum van:

€ 12.500,00

2.3.1.2.3

Daarbij geldt dat het te betalen bedrag niet lager zal zijn dan:

€ 276,00

2.3.1.3.1

De korting voor gecertificeerde bouw zoals genoemd in 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.3. wordt toegepast indien de aanvraag is voorzien van een volgens een toepasbare landelijke erkenningsregeling, gecertificeerde bouwbesluittoets dan wel wanneer de bouwbesluittoets door een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij wordt uitgevoerd in plaats van de gemeente . Het toezicht tijdens de bouw dient te worden uitgevoerd door een daartoe bevoegde organisatie, blijkend uit een geldig certificaat dat is uitgegeven door een geaccrediteerde certificerende instelling dan wel door een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij in plaats van de gemeente. Onder een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij wordt verstaan: een kwaliteitsborger, die gedurende de implementatieperiode van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen gerechtigd is een voorlopig toegelaten kwaliteitsborgingsinstrument te gebruiken als bedoeld in de door de VNG gecoördineerde proefprojecten voor de Wkb en dat instrument ook daadwerkelijk gebruikt.

2.3.1.3.2

Om voor een korting genoemd onder 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.3 in aanmerking te komen moeten alle in te dienen stukken met betrekking tot het gehele bouwplan gecertificeerd zijn. Het toezicht dient van het moment van de start van de bouw tot aan de gereedmelding gecertificeerd plaats te vinden.

2.3.1.3.3

Er komen maximaal 3 proefprojecten per kalenderjaar voor legeskorting in aanmerking, en wel 1 per de volgende bouwkostenklassen (kale bouwkosten derhalve zonder grondkosten en BTW): 250.000 - 999.999, 1.000.000 – 2.499.999 en vanaf 2.500.000. De legeskorting wordt verleend aan de aanvrager die het eerst een volledige aanvraag om een omgevingsvergunning indient die voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.3.1.3.1.

Toetsing welstand

2.3.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.1.4. berekende bedrag als volgt verhoogd:

2.3.2.1

Bij een bedrag aan bouwkosten van:

2.3.2.1.1

a. € 0,00 - < € 10.000,00

€ 59,05

2.3.2.1.2

b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00: € 59,05 + 13,75‰ van de bouwkosten > € 10.000,00

2.3.2.1.3

c. ≥ € 25..000,00 - < € 100.000,00: € 265,30 + 5,70‰ van de bouwkosten > € 25.000,00

2.3.2.1.4

d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00: € 695,40 + 2,30‰ van de bouwkosten > € 100.000,00

2.3.2.1.5

e. ≥ € 300.000,00 : € 1.156,25 + 0,46‰ van de bouwkosten > € 300.000,00

2.3.2.1.6

Indien voor de toetsing aan welstandscriteria niet het advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen, bedraagt de verhoging

€ 59,05

Extra welstandstoets

2.3.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

2.3.2.2.1

a. € 0,00 - < € 10.000,00

€ 59,05

2.3.2.2.2

b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00

€ 59,05

2.3.2.2.3

c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00

€ 271,80

2.3.2.2.4

d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00

€ 715,10

2.3.2.2.5

e. ≥ € 300.000,00

€ 1.187,75

Beoordeling bodemrapport

2.3.2.3

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld:

€ 472,75

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.2.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verdubbeld.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.2.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 59,05

Toets brandveiligheid

2.3.2.6

Als de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor toetsing door de brandweer noodzakelijk is, wordt het overeenkomstig in 2.3.1.1. berekende bedrag als volgt verhoogd, Bij een bedrag aan de bouwkosten:

2.3.2.6.1

€ 0,00 tot € 25.000,00: € 3,67 per € 500,00 met een minimum van

€ 85,95

2.3.2.6.2

€ 25.000,00 tot € 250.000,00: € 183,80 + € 2,44 voor elke € 500,00 boven € 25.000,00

2.3.2.6.3

€ 250.000,00 tot € 907.000,00: € 1.283,50 + € 1,23 voor elke € 500,00 boven € 250.000,00

2.3.2.6.4

€ 907.000,00 en hoger : € 2.903,15 + 0,28‰ van bouwkosten boven € 907.000,00

Activiteit aanleggen

2.3.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo of, het aanleggen van een weg, of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, of artikel 3.27 van de Verordening fysieke leefomgeving een omgevingsvergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 195,05

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Kruimelgeval

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking), of 2º (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast:

€ 620,45

Wabo-projectbesluit

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): 0,60% van de bouwkosten, met een minimum van

€ 1.772,80

2.3.4.2.1

en een maximum van

€ 11.818,70

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 620,45

2.3.4.4

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 620,45

2.3.4.5

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 620,45

2.3.4.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 620,45

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4.7

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Kruimelgeval

2.3.4.7.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking), of 2º (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast:

€ 620,45

Wabo-projectbesluit

2.3.4.7.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 620,45

2.3.4.7.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 620,45

2.3.4.7.4

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 620,45

2.3.4.7.5

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 620,45

2.3.4.7.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 620,45

2.3.5

Activiteit archeologie

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 3.12 van de Verordening fysieke leefomgeving; bedraagt het tarief

€ 181,35

2.3.5.2

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief inzake

2.3.5.2.1

het beoordelen van een rapport archeologisch bureauonderzoek

€ 239,80

2.3.5.2.2

het beoordelen van een rapport archeologisch booronderzoek

€ 359,80

2.3.5.2.3

het beoordelen van een rapport opgraving

€ 959,50

Activiteit brandveilig gebruiken

2.3.6

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1

Bij het verstrekken van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Gebruiksbesluit:

2.3.6.1.1

≤ 200m2

€ 283,50

2.3.6.1.2

> 200m2 - ≤ 2.000m2 € 283,50 + € 0,55 per m2 boven het vloeroppervlakte van 200 m2;

2.3.6.1.3

> 2.000m2 - ≤ 5.000m2 € 1.267,40 + € 0,14 per m2 boven het vloeroppervlakte van 2.000 m2;

2.3.6.1.4

> 5.000m2 - ≤ 50.000m2 € 1.685,45 + € 0,03 per m2 boven het vloeroppervlakte van 5.000 m2;

2.3.6.1.5

> 50.000m2 € 3.132,40 + € 0,01 per m2 boven het vloeroppervlakte van 50.000 m2.

2.3.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads-of dorpsgezichten

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b. van de Wabo, in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 3.5 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument dan wel voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

2.3.7.1.1

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 325,00

2.3.7.1.2

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 650,10

2.3.7.1.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in artikel 2.3.7.1. een duurzaamheidsmaatregel, die voldoet aan de criteria van de Regeling Erfgoed en Duurzaamheid 2020, betreft, bedraagt het tarief, in afwijking van de bedragen genoemd in 2.3.7.1.1 en 2.3.7.1.2. :

2.3.7.1.3.1

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 162,50

2.3.7.1.3.2

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 325,00

2.3.7.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 3.10 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.7.2.1

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 325,00

2.3.7.2.2

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 650,10

2.3.7.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beeldbepalend pand of structuur dan wel het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beeldbepalend pand of structuur op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, bedoeld in artikel 3.5 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.7.3.1

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 325,00

2.3.7.3.2

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 650,10

2.3.8

Activiteit slopen anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g en h, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder b, of artikel 3.38 derde lid, aanhef en onder b, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt, bij een bedrag aan sloopkosten van:

2.3.8.1.1

a. € 0,00 - < € 10.000,00

€ 59,40

2.3.8.1.2

b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00: € 59,40 + 6,21‰ van de sloopkosten > € 10.000,00

2.3.8.1.3

c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00: € 152,65 + 2,02‰ van de sloopkosten > € 25.000,00

2.3.8.1.4

d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00: € 304,60 + 1,07‰ van de sloopkosten > € 100.000,00

2.3.8.1.5

e. ≥ € 300.000,00 : € 518,95 + 0,23‰ van de sloopkosten > € 300.000,00

Asbesthoudende materialen

2.3.8.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.8.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 49,00

Uitweg/inrit

2.3.9

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid. aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met artikel 3.27 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 295,35

Kappen

2.3.10

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 3.96 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.10.1

voor een kapvergunning per vergunning

€ 76,85

2.3.10.2

vermeerderd met per boom.

€ 5,90

2.3.10.3

Het maximumtarief voor een kapvergunning bedraagt

€ 124,10

2.3.11

Handelsreclame

2.3.11.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo in samenhang met artikel 3.40 eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1. (bouwactiviteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.11.1.1

indien de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 177,30

2.3.11.1.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 177,30

2.3.11.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in artikel 2.3.11.1 wordt ontvangen op het moment dat de werkzaamheden reeds zijn aangevangen of al hebben plaatsgevonden, bedraagt het tarief genoemd in de artikelen 2.3.11.1.1. en 2.3.11.1.2

€ 236,30

Flora-en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

2.3.12

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora-en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 183,95

Andere activiteiten

2.3.13

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.13.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 183,95

2.3.13.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.13.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 183,95

2.3.13.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 183,95

2.3.14

-

2.3.15

Advies

2.3.15.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.15.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.16

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.16.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 120,75

2.3.16.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van het bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief geheven leges voor de helft in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16. De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2,00%

2.4.2.1.1

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3,00%

2.4.2.2.1

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5,00%

2.4.2.3.1

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-,aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten

2.5.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen 8 weken na het in behandeling nemen en voordat de vergunning is verleend

70,00%

2.5.1.1.1

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen en voordat de vergunning is verleend:

60,00%

2.5.1.2.1

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.1.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoelt in hoofdstuk 3 gelijktijdig wordt ingetrokken/omgezet naar een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, bedraagt de teruggaaf

100,00%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

2.5.2.1.1

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

2.5.3.1.1

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

Minimumbedrag voor teruggaaf

2.5.4

Voor de bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, genoemd onder 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8.wordt een bedrag minder dan niet teruggegeven.

€ 159,45

2.5.4.1

Voor de overige activiteiten wordt een bedrag minder dan niet teruggegeven

€ 48,30

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

2.5.5

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is

€ 177,30

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning of een verzoek tot revisie van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

€ 124,10

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: 0,60% van de bouwkosten, met een

2.8.1.1

minimum van

€ 2.405,10

2.8.1.2

en een maximum van

€ 29.990,10

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: 0,50% van de bouwkosten, met een

2.8.2.1

minimum van

€ 2.004,20

2.8.2.2

en een maximum van

€ 24.991,80

 

Hoofdstuk 9 omgevingsvergunningen uit de verordening fysieke leefomgeving

Geluidhinder

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

2.9.1.1

een omgevingsvergunning tot het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 3.32 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 19,30

2.9.1.2

het aanwijzen van een dag waarop incidentele festiviteiten mogen worden gehouden als bedoeld in artikel 3.36 van de Verordening fysieke leefomgeving, aldaar omschreven geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 3.31 van de Verordening fysieke leefomgeving niet van toepassing zijn

€ 19,30

2.9.1.3

een ontheffing tot het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 3.33 tot en met 3.35 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 19,30

Telecommunicatie

2.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek/aanvraag om:

2.9.2.1

een omgevingsvergunning leidingen/instemmingsbesluit voor kabels en leidingen als bedoeld in artikel 3.67 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 264,15

Diversen

2.9.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

2.9.3.1

een omgevingsvergunning standplaats als bedoeld in artikel 3.43 van de Verordening fysieke leefomgeving voor het verkopen van ijs, patates frites, andere geringe eet- en drinkwaren, bloemen en planten, ongeacht de rechten, die ingevolge de Verordening precariobelasting verschuldigd zijn:

€ 107,20

2.9.3.1.2

verlenging van een omgevingsvergunning standplaats als bedoeld in artikel 3.43 van de Verordening fysieke leefomgeving voor het verkopen van ijs, patates frites, andere geringe eet- en drinkwaren, bloemen en planten, ongeacht de rechten die ingevolge de Verordening precariobelasting verschuldigd zijn:

€ 73,40

2.9.3.1.3

een tijdelijke omgevingsvergunning standplaats, als bedoeld in artikel 3.43, eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 13,15

2.9.3.2

een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld in artikel 3.84, lid 1 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 289,10

2.9.3.2.1

een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld artikel 3.84, lid 2 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 33,60

2.9.3.2.2

een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld in artikel 3.86 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 98,60

2.9.3.2.3

een wijziging van een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld in artikel 3.87 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 144,55

2.9.3.3

een vergunning voor het in gebruik nemen van openbare grond zoals bedoeld in artikel 3.25 van de Verordening fysieke leefomgeving:

2.9.3.3.1

in het geval van een bouwplaatsinrichting

€ 132,35

2.9.3.3.2

in het geval van een uitstalling

€ 8,40

2.9.3.3.3

in overige gevallen

€ 22,70

2.9.3.4

een omgevingsvergunning groenvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 3.38 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 22,70

2.9.3.5

een omgevingsvergunning recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen zoals bedoeld in artikel 3.42 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 22,70

2.9.3.6

een omgevingsvergunning marktstandplaats zoals bedoeld in artikel 3.59 van de Verordening fysieke leefomgeving:

gratis

 

Hoofdstuk 10 Diversen

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wabo die wordt beëindigd vanwege het niet volledig aanleveren van de voor de behandeling van de aanvraag benodigde stukken voor:

2.10.1.1

bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, genoemd onder 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8

€ 155,95

2.10.1.2

overige activiteiten

€ 47,25

2.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wabo

€ 59,05

2.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wabo die niet noodzakelijk blijkt te zijn

€ 150,00

2.10.4

2.10.5

-

2.10.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde omgevingsvergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 184,00

 

 

Titel 3 Europese dienstenrichtlijn

 

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

 

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1.1

een aanvraag om een exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:9 , eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 471,70

3.1.1.1.1

Een aanvraag tot het verstrekken van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:9, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 ten behoeve van het exploiteren van een afhaal- of bezorgcentrum als bedoeld in artikel 2:8, van de Algemene plaatselijke verordening, waarvoor tevens een aanvraag voor een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 2.3.4.a is ingediend, die is ingediend in de periode van 12 weken na het in werking treden van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020. Onder de voorwaarde dat de openbare inrichting reeds volwaardig wordt geëxploiteerd ten tijde van de inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

gratis

3.1.1.2

Een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 2:9, zesde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 63,80

3.1.1.3

Een aanvraag om een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:9, negende lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 jo 3.25 van de verordening fysieke leefomgeving:

€ 23,25

3.1.1.4

een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet:

€ 267,60

3.1.1.5

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 8,40

3.1.1.6

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 63,80

3.1.1.7

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 63,80

3.1.1.8

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Alcoholwet, ten behoeve van het verstrekken van zwak alcoholische drank

€ 26,20

3.1.2

In afwijking van onderdeel 3.1.1.1. bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:9, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 ten behoeve van het exploiteren van een afhaal- of bezorgcentrum als bedoeld in artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening, waarvoor tevens een aanvraag voor een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 2.3.4.1 is ingediend, die is ingediend in de periode van 12 weken na het in werking treden van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 en onder de voorwaarde dat de openbare inrichting reeds volwaardig wordt geëxploiteerd ten tijde van de inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020

nul euro

3.1.3

Als de aanvraag bedoeld in de onderdelen 3.1.1.2 en 3.1.1.7 gelijktijdig wordt gedaan, wordt het tarief van € 63,80 slechts eenmaal geheven

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.2.1.1

een vergunning voor een groot (C) evenement:

€ 477,95

3.2.1.2

een vergunning voor een middelgroot (B) evenement:

€ 382,30

3.2.1.3

een vergunning voor een klein (A) evenement :

€ 32,75

3.2.1.4

een vergunning voor een evenement, niet vallende onder 3.2.1.1 t/m 3.2.1.3:

€ 32,75

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een vergunning voor het exploiteren van een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 1.234,84

3.3.2

het wijzigen van de persoon van de leidinggevende/beheerder, niet zijnde de ondernemer/exploitant van de inrichting, op een verleende vergunning als bedoeld in 3.3.1

€ 63,80

 

Hoofdstuk 4 Winkeltijdenwet

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.4.1

een ontheffing als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) juncto artikel 15 van de Winkeltijdenverordening Gouda 2014 ten behoeve van de vestiging van een avondwinkel

€ 131,95

3.4.2

het intrekken of wijzigen van een in het vorige onderdeel bedoelde ontheffing

€ 66,30

3.4.3

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) voor andere doeleinden dan de in onderdeel 1.10.1.beschreven doeleinden

€ 22,45

3.4.4

het intrekken of wijzigen van het in het vorige onderdeel bedoelde ontheffing

€ 22,45

 

Hoofdstuk 5 Vergunning ter bescherming van het ondernemersklimaat

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.5.1

een exploitatievergunning voor het uitoefenen van een bedrijf als bedoeld in artikel 2:49, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 471,70

 

Hoofdstuk 6 Diversen

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 184,00

 

 

Behorende bij het raadsbesluit van 21 december 2022.

 

griffier

mr. drs. E.J. Karman-Moerman

 

voorzitter

mr. drs. P. Verhoeve

 

Naar boven