|
Titel 1 Algemene dienstverlening
|
2023
|
|
|
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
|
|
|
1.1.1
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:
|
|
|
1.1.1.1
|
in de trouwzaal van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur
|
€ 465,00
|
|
1.1.1.2
|
in de trouwzaal van het gemeentehuis, op de aangewezen zaterdagen, tusen 09.00 - 14.00 uur
|
€ 624,00
|
|
1.1.1.3
|
in de ondertrouwkamer van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur
|
€ 370,00
|
|
1.1.1.4
|
in een bijzonder huis, ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek
|
€ 418,00
|
|
1.1.1.5
|
externe locatie op werkdagen tussen 09.00 - 23.00 uur
|
€ 502,00
|
|
1.1.1.6
|
externe locatie op zaterdag of zondag tussen 09.00 - 23.00 uur
|
€ 555,00
|
|
1.1.1.7
|
Getuigen via gemeente, per getuige
|
€ 59,00
|
|
1.1.2
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
|
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering
|
€ 34,00
|
|
1.1.2.1
|
Eénmalige benoeming buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (alleen onder de daarvoor gestelde voorwaarden)
|
€ 100,00
|
|
1.1.2.2
|
eerste beoordeling bij het indienen externe locatie
|
€ 449,00
|
|
1.1.2.3
|
Extra kosten in verband met het annuleren - anders dan als gevolg van overmacht - van een gereserveerde huwelijksvoltrekking c.q. registratie
|
€ 118,00
|
|
|
partnerschap, alsmede in het geval van niet verschijnen bij een kosteloos huwelijk
|
|
|
1.2
|
Het tarief bedraagt voor:
|
|
|
1.2.1
|
uittreksels, akten en attestaties de vita
|
€ 15,70
|
(*)
|
1.2.2
|
voor elk meertalig modelfpormulier als bedoeld in artikel 7, eerst lid, van de verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad
|
|
|
|
van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de
|
|
|
|
Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr.1024/2012
|
€ 15,70
|
(*)
|
1.2.3
|
wordt het in 1.2.2 genoemde model afgegeven als verklaring van huwelijksbevoegdheid
|
€ 21,20
|
(*)
|
1.2.4
|
verklaring van huwelijksbevoegdheid
|
€ 27,50
|
(*)
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
|
|
|
1.2
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
|
1.2.1
|
van een nationaal paspoort:
|
|
|
1.2.1.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 77,75
|
(*)
|
1.2.1.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 58,80
|
(*)
|
1.2.2
|
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
|
|
|
1.2.2.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 77,75
|
(*)
|
1.2.2.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 58,80
|
(*)
|
1.2.3
|
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld
|
|
|
|
(faciliteitenpaspoort):
|
|
|
1.2.3.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 77,75
|
(*)
|
1.2.3.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 58,80
|
(*)
|
1.2.4
|
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
€ 58,80
|
(*)
|
1.2.5
|
van een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
|
1.2.5.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 70,30
|
(*)
|
1.2.5.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 37,95
|
(*)
|
1.2.5.3
|
voor personen met uitreisverbod (vervangende identiteitskaart)
|
€ 34,25
|
(*)
|
1.2.6
|
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde
|
€ 52,95
|
(*)
|
|
bedragen:
|
|
|
1.2.7
|
voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6
|
€ 16,70
|
(*)
|
|
genoemde bedragen:
|
|
|
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
|
|
|
1.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€ 44,65
|
(*)
|
1.3.2
|
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:
|
|
|
1.3.2.1
|
bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€ 34,10
|
(*)
|
1.3.2.4
|
bij een aanvraag in verband met [beschadiging of] vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met
|
€ 18,20
|
|
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
|
|
|
1.4.1
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens
|
|
|
|
over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
|
1.4.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
|
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking per persoon
|
€ 14,45
|
|
1.4.2.1
|
aan anderen dan genoemd in onderdeel 1.4.2., per schriftelijke verstrekking, verhoogd met eventuele portokosten
|
€ 7,50
|
(*)
|
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Gereserveed
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Gereserveerd
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
|
|
|
1.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
1.7.1.1
|
een afschrift van de programmabegroting
|
€ 28,75
|
|
1.7.1.2
|
een afschrift van de bijlagen van de begroting
|
€ 17,45
|
|
1.7.1.3
|
een afschrift van een afdelingsplan
|
€ 28,75
|
|
1.7.1.4
|
een afschrift van een jaarrekening
|
€ 35,40
|
|
1.7.1.5
|
een afschrift van een rekening van een afdeling
|
€ 17,45
|
|
1.7.1.6
|
een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
|
€ 10,90
|
|
1.7.1.7
|
een afschrift van één van de vastgestelde belastingverordeningen, per verordening
|
€ 16,40
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
|
|
|
1.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
1.8.1.1
|
een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel
|
|
|
|
1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:
|
|
|
1.8.1.1.1
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde
|
€ 0,55
|
|
1.8.1.1.2
|
in formaat A3
|
€ 0,95
|
|
1.8.2.2
|
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet
|
€ 15,90
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
|
|
|
1.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.9.1
|
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag
|
€ 41,35
|
(*)
|
1.9.2
|
tot het legaliseren van een handtekening
|
€ 13,30
|
|
1.9.3
|
bewijs van Nederlanderschap
|
€ 13,30
|
|
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
|
|
|
1.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 18,45
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014
|
|
|
1.11
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.11.1
|
tot het verkrijgen van een medische indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van
|
€ 62,40
|
|
|
een doelmatige verdeling van de woonruimte
|
|
|
1.11.2
|
tot het verkrijgen van een sociale indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van
|
€ 51,80
|
|
|
een doelmatige verdeling van de woonruimte
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
|
|
|
1.12
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.12.1.1
|
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€ 95,75
|
|
1.12.1.2
|
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet
|
€ 95,75
|
|
1.12.2
|
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een
|
|
|
|
flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om
|
|
|
|
een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 13 Gereserveerd
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 14 Gereserveerd
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 15 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) & Verordening fysieke leefomgeving Baarn (VfloB)
|
|
|
1.15.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of een ontheffing op grond van de APV/VfloB
|
|
|
1.15.1.1
|
voor het maken of veranderen van een uitweg als bedoeld in artikel 2.3 VfloB
|
€ 296,00
|
|
1.15.1.2
|
voor het hebben van een standplaats als bedoeld in artikel 5.1 en volgende VfloB
|
€ 74,60
|
|
1.15.1.3
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om geluidsontheffing als bedoeld in artikel 3.4 VfloB
|
€ 51,30
|
|
1.15.1.4
|
voor een aanvraag voor een collectevergunning
|
€ 53,60
|
|
1.15.1.5
|
voor het aanleggen, stoken of hebben van vuur in de open lucht als bedoeld in artikel 5.34 APV
|
€ 172,30
|
|
1.15.2
|
voor het verkrijgen van een ontheffing tot na het algemeen sluitingsuur geopend hebben van horecabedrijven als bedoeld in artikel 2.29 APV
|
|
|
1.15.2.1
|
één dag
|
€ 81,65
|
|
1.15.2.2
|
langer dan één dag maar ten hoogste één week
|
€ 108,85
|
|
1.15.2.3
|
langer dan één week maar ten hoogste één maand
|
€ 163,25
|
|
1.15.2.4
|
langer dan één maand maar ten hoogste één jaar
|
€ 326,35
|
|
1.15.3
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 2.1 VfloB
|
€ 54,50
|
|
1.15.4
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing voor het optreden als straatatriest als bedoeld in artikel 2.9 APV:
|
|
|
1.15.4.1
|
per dag
|
€ 6,35
|
|
1.15.4.2
|
per week
|
€ 15,90
|
|
1.15.4.3
|
voor maximaal een jaar
|
€ 63,40
|
|
1.15.5
|
voor het in behandeling nemen van het laten wijzigen van een reeds verleende Apv vergunning of ontheffing
|
€ 48,30
|
|
1.15.6
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning/ontheffing niet elders genoemd op grond van de APV
|
€ 64,95
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 16 Kansspelen
|
|
|
1.16.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b
|
|
|
|
van de Wet op de kansspelen:
|
|
|
1.16.1.1
|
Aanwezigheidsvergunning voor 1 kansspelautomaat voor 1 jaar
|
€ 56,50
|
(*)
|
1.16.1.2
|
Aanwezigheidsvergunning voor 2 kansspelautomaten voor 1 jaar
|
€ 90,50
|
(*)
|
1.16.1.3
|
Aanwezigheidsvergunning voor 1 kansspelautomaat voor 4 jaar
|
€ 226,50
|
(*)
|
1.16.1.4
|
Aanwezigheidsvergunning voor 2 kansspelautomaten voor 4 jaar
|
€ 362,50
|
(*)
|
1.16.2
|
De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden
|
|
|
|
of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in
|
|
|
|
looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.
|
|
|
1.16.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet
|
€ 25,95
|
|
|
op de kansspelen (loterijvergunning)
|
|
|
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 17. Telecommunicatie
|
|
|
1.17.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze
|
|
|
|
van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet
|
€ 528,40
|
|
1.17.2
|
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden
|
|
|
|
in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met
|
€ 0,55
|
|
1.17.3
|
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare
|
|
|
|
gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met
|
€ 0,25
|
|
1.17.4
|
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van
|
|
|
|
het netwerk, per overleg (maximaal twee uur) verhoogd met
|
€ 264,25
|
|
1.17.5
|
indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet,
|
|
|
|
per overleg (maximaal twee uur) verhoogd met
|
€ 264,25
|
|
1.17.6
|
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in
|
|
|
|
behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en
|
|
|
|
wethouders is opgesteld.
|
|
|
1.17.7
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
|
|
|
|
waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
|
|
|
1.18
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.18.1
|
tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
|
€ 44,60
|
|
1.18.2
|
voor het vernieuwen van een in 1.18.1 genoemde kaart of het verstrekken van een duplicaat bij verleis of diefstal, per aanvraag
|
€ 44,70
|
|
1.18.3
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in de directe omgeving van de
|
|
|
|
woning van de aanvrager of het wijzigen hiervan bij verhuizing binnen de gemeente, per aanvraag (verhuizing)
|
€ 206,75
|
|
1.18.4
|
voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van het kentekenbord behorend bij de gehandicaptenparkeerplaats
|
€ 71,25
|
|
1.18.5
|
indien er voor de aanvraag als genoemd in 1.18.1 een medische keuring noodzakelijke is worden de kosten verhoogd met de kosten van de keuring
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 19 Diversen
|
|
|
1.19.2.1
|
een verzoek om bodeminformatie over een perceel, per perceel
|
€ 48,85
|
|
1.19.2.2
|
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief
|
|
|
|
is opgenomen:
|
|
|
1.19.2.2.1
|
per pagina op papier van A4-formaat
|
€ 0,55
|
|
1.19.2.2.2
|
per pagina op papier van A3 formaat
|
€ 0,90
|
|
1.19.2.3
|
per pagina op papier van A2 formaat
|
€ 3,90
|
|
1.19.2.4
|
per pagina op papier van A1 formaat
|
€ 8,00
|
|
1.19.2.5
|
per pagina op papier van A0 formaat
|
€ 15,90
|
|
1.19.2.6
|
voor het scannen stukken c.q. het digitaal verstrekken van stukken, per pagina/scan
|
€ 0,55
|
|
1.19.2.7
|
voor het digitaal verzenden van bovengenoemde stukken, per kwartier of gedeelte daarvan
|
€ 18,45
|
|
1.19.3
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot aansluiting op het riool (rioolaansluitingsrecht)
|
€ 264,25
|
|
1.19.3.1
|
voor een zogenaamde standaard (doorsnee 125 mm) aansluiting op het riool (rioolaansluitingsrecht)
|
€ 1.004,15
|
|
1.19.3.2
|
indien er extra werkzaamheden dienen te worden verricht wordt het bedrag genoemd in 1.19.3 verhoogd met het begrote bedrag zoals door de
|
|
|
|
gemeente is aangegeven
|
|
|
|
|
|
|
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
|
[de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van aannemer
|
|
|
|
zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een
|
|
|
|
raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden,
|
|
|
|
de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die
|
|
|
|
aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de
|
|
|
|
aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
|
[de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische
|
|
|
|
installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het
|
|
|
|
werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die
|
|
|
|
voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien
|
|
|
|
tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader
|
|
|
|
in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
2.2.1
|
tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 410,90
|
|
2.2.2
|
voor het verstrekken van een schriftelijke verklaring dat voor een bepaalde (bouw)activiteit geen omgevingsvergunning is vereist
|
|
|
|
(zogenaamd verklaring vergunningsvrij bouwen)
|
€ 68,75
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de
|
|
|
|
verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag
|
|
|
|
betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven
|
|
|
|
en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of
|
|
|
|
andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a,
|
|
|
|
van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die
|
|
|
|
onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 10.000,00 bedragen:
|
|
|
|
4,4% van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 161,25
|
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 10.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:
|
€ 465,10
|
|
|
vermeerderd met 2,8% van de bouwkosten
|
|
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 10.000.000 bedragen:
|
€ 29.765,30
|
|
|
vermeerderd met 2,5% van de bouwkosten
|
|
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen:
|
€ 268.216,90
|
|
|
vermeerderd met 1,2% van de bouwkosten
|
|
|
2.3.1.2
|
onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of
|
|
|
|
gereedkomen van de bouwactiviteit 110% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b
|
€ 86,70
|
|
|
van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in
|
|
|
|
die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.3.
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij ook sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c,
|
|
|
|
van de Wabo en er sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het
|
|
|
|
bepaalde in de andere onderdelenvan dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 364,70
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 528,50
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 2.153,15
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 3.889,80
|
|
2.3.3.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van
|
€ 729,35
|
|
|
de Wet ruimtelijke ordening ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3,
|
€ 1.094,00
|
|
|
derde lid, van de Wet en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 729,35
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de
|
|
|
|
Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
|
|
|
|
bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 364,70
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 528,50
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 2.153,15
|
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 3.889,80
|
|
2.3.4.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van
|
€ 729,35
|
|
|
de Wet ruimtelijke ordening ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3,
|
€ 1.094,00
|
|
|
derde lid, van de Wet en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
2.3.4.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 729,35
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van
|
€ 146,95
|
|
|
de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
|
|
|
|
bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.5.1
|
Het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk in met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
|
|
|
|
categoriën gevallen
|
|
|
2.3.5.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het brandveilig gebruik van:
|
|
|
2.3.5.2.1
|
een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 0 - 250 m2
|
€ 384,75
|
|
2.3.5.2.2
|
een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 250 - 2.500 m2
|
€ 769,50
|
|
2.3.5.2.3
|
een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 2.500 - 7.500 m2
|
€ 1.540,05
|
|
2.3.5.2.4
|
een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 7.500 - 15.000 m2
|
€ 3.079,05
|
|
2.3.5.2.5
|
een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte meer dan 15.000m2
|
€ 6.159,35
|
|
2.3.5.2.6
|
het in 2.3.5.2.5 genoemde tarief wordt verhoogd per m2 met
|
€ 0,60
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of
|
|
|
|
gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de
|
|
|
|
provinciale erfgoedverordening of artikel [14] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
|
|
|
|
de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 253,70
|
|
2.3.7
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik
|
€ 294,90
|
|
|
van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het
|
|
|
|
provinciaal wegenreglement of artikel 2.3 van de Verordening fysieke leefomgeving Baarn, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere
|
|
|
|
onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.8
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
|
|
|
|
op grond van een bepaling on de provinciale verordening of artikel 8.1 van de Verordening fysieke leefomgeving Baarn een omgevingsvergunning
|
|
|
|
is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.8.1
|
indien niet meer dan 10 bomen worden geveld
|
€ 111,15
|
|
2.3.8.2
|
indien meer dan 10 bomen worden geveld, per boom boven het aantal van 10
|
€ 11,20
|
|
2.3.9
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de
|
|
|
|
Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.9.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit
|
|
|
|
toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.9.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit
|
|
|
|
toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.10
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat
|
|
|
|
onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.10.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 359,40
|
|
2.3.10.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 359,40
|
|
2.3.11
|
Advies
|
|
|
2.3.11.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen
|
|
|
|
bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een
|
|
|
|
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan
|
|
|
|
de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.11.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.11.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
|
|
|
|
waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.12
|
Sloopactiviteiten
|
|
|
2.3.12.1
|
indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in de gevallen waarin dat in een
|
|
|
|
bestemmingsplan , beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabobedraagt het tarief,
|
|
|
|
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 359,40
|
|
2.3.13
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
|
indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie Utrecht
|
|
|
|
waarvoor bepaling in een provinciale verordening of APV een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
|
|
|
|
onderdelen op grond van een van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.13.1
|
indien de activiteit bestaat uit het opslaan van roerende zaken als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, onder j, van de Wabo
|
€ 111,95
|
|
2.3.13.2
|
ondien de activiteit bestaat uit het als eigenaar , beperkt zakelijk recht of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken
|
|
|
|
worden opgeslagen, als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, onder k, van de Wabo
|
€ 111,95
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een
|
|
|
|
conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de
|
|
|
|
beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen
|
|
|
|
van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.4.2
|
Vermindering van de volgens Hoofdstuk 2 geheven leges vindt alleen plaats voorzover:
|
|
|
|
het bouwplan waarvoor een aanvraag tot een omgevingsvergunning werd gedaan gelijk of nagenoeg gelijk is aan het bouwplan dat ten tijde
|
|
|
|
van het vooroverleg of het verzoek om beoordelling van de conceptaanvraag aan het college van burgemeester en wethouders werrd voorgelegd
|
|
|
|
en de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning wordt gedaan binnen één jaar nadat het verzoek om vooroverleg of beoordeling
|
|
|
|
werd gedaan.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-
|
|
|
|
of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente,
|
|
|
|
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50%
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 10 weken na het in behandeling nemen ervan
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
40%
|
|
2.5.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 11 weken en binnen 20 weken na het in behandeling nemen ervan
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
30%
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als
|
|
|
|
bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de
|
50%
|
|
|
leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen drie maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
|
|
|
|
De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de
|
|
|
|
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij
|
|
|
|
rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf: Een bedrag minder dan € 131,65 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.11 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als
|
€ 40,20
|
|
|
bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is, dan wel het overdragen van verleende
|
|
|
|
omgevingsvergunning als bedield in artikel 10.3 van de bouwverordening
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de
|
€ 80,35
|
|
|
omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid,
|
€ 9.655,70
|
|
|
van de Wet ruimtelijke ordening
|
|
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid,
|
€ 6.822,90
|
|
|
onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Gereserveerd
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking,
|
|
|
|
per aanvraag het bedrag wat als begroting aan de aanvrager wordt medegedeeld.
|
|
|
|
|
|
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca
|
|
|
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
|
3.1.1
|
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet voor het uitoefenen van een
|
€ 563,25
|
|
|
horeca- of slijtersbedrijf dan wel het in zelfwerkzaamheid niet bedrijfsmatig en anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank
|
|
|
3.1.2
|
een melding van wijziging van een inrichting als bedoeld in onderdeel 3.1.1. in verband met de wijziging van een lokaliteit een en ander als bedoeld
|
€ 81,55
|
|
|
in artikel 30 van de Alcoholwet
|
|
|
3.1.3
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel behorende bij de vergunning als bedoeld in artikel 30a, tweede
|
|
|
|
lid, van de Alcoholwet
|
|
|
3.1.4
|
voor de eerste leidinggevende
|
€ 108,60
|
|
3.1.5
|
voor elke volgende leidinggevende
|
€ 54,50
|
|
3.1.6
|
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Alcoholwet tot het verstrekken van zwak-
|
€ 92,50
|
|
|
alcoholische drank
|
|
|
3.1.7
|
een verzoekom ontheffing als bedoeld in artikel 35, vijfde lid van de Alcoholwet tot het verstrekken van zwakalcoholische drank
|
€ 135,85
|
|
|
terugkerend evenement
|
|
|
3.1.8
|
een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 4 , vierde lid, van de Alcoholwet
|
|
|
3.1.8.1
|
voor een verzoek met één activiteit
|
€ 108,60
|
|
3.1.8.2
|
voor een verzoek met meer dan één activiteit
|
€ 108,60
|
|
3.1.8.3
|
verhoogd voor elke activiteit meer dan één
|
€ 54,50
|
|
3.1.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
|
3.1.9.1
|
een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in de artikel 2.28 van de APV
|
€ 394,30
|
|
3.1.9.2
|
een aanvraag tot het toevoegen of wijzigen van een leidinggevende op de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de APV
|
|
|
|
voor de eerste leidinggevende
|
€ 107,00
|
|
|
voor elke volgende leidinggevende
|
€ 53,65
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
|
|
|
3.2.1.1
|
De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het houden van een evenement en/of vermakelijkheid geldig voor één dag, voor
|
|
|
3.2.1.1.1
|
0 - 150 gelijktijdige bezoekers
|
€ 26,05
|
|
3.2.1.1.2
|
151 tot 499 gelijktijdige bezoekers
|
€ 169,95
|
|
3.2.1.1.3
|
500 tot 999 gelijktijdige bezoekers
|
€ 497,50
|
|
3.2.1.1.4
|
1.000 tot 2.499 gelijktijdige bezoekers
|
€ 828,95
|
|
3.2.1.1.5
|
meer dan 2.500 gelijktijdige bezoekers
|
€ 1.657,95
|
|
3.2.1.2
|
De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het houden van een evenement en/of vermakelijkheid
|
|
|
|
geldig voor meerdere dagen in het zelfde jaar, voor:
|
|
|
3.2.1.2.1
|
0 - 150 gelijktijdige bezoekers
|
€ 39,00
|
|
3.2.1.2.2
|
151 tot 499 gelijktijdige bezoekers
|
€ 254,95
|
|
3.2.1.2.3
|
500 tot 999 gelijktijdige bezoekers
|
€ 746,30
|
|
3.2.1.2.4
|
1.000 tot 2.499 gelijktijdige bezoekers
|
€ 1.243,45
|
|
3.2.1.2.5
|
meer dan 2.500 gelijktijdige bezoekers
|
€ 2.486,85
|
|
3.2.1.3
|
Indien de aanvraag voor een vergunning zoals genoemd in 3.2.1.1.1 tot en met 3.2.1.1.5 en 3.2.1.2.1 tot en met 3.2.1.2.5 te laat wordt aangevraagd
|
|
|
|
worden de verschuldigde leges verhoogd met 25%.
|
|
|
3.2.1.4
|
Bij intrekking van de aanvraag om een vergunning genoemd in dit hoofdstuk wordt 50% geheven
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven
|
|
|
3.3.1
|
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
3.3.2
|
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid van de APV, voor een
|
|
|
|
seksbedrijf
|
€ 3.539,70
|
|
3.3.3
|
voor het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging, als bedoeld in artikel 3.10 van de APV
|
€ 718,20
|
|
3.3.4
|
voor een verlenging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.11 van de APV
|
€ 718,20
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014
|
|
|
3.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.4.1
|
tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en
|
€ 158,55
|
|
|
onder a van de Huisvestingswet 2014
|
|
|
3.4.2
|
tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artkel 21,
|
€ 158,55
|
|
|
aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014
|
|
|
3.4.3
|
tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21,
|
€ 158,55
|
|
|
aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014
|
|
|
3.4.4
|
tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21,
|
€ 158,55
|
|
|
aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014
|
|
|
3.4.5
|
tot het verlenen van een splitstingsvergunning als bedoeld in artkel 22 van de Huisvestingswet 2014
|
€ 211,35
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Kinderopvang
|
|
|
3.5.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandelin nemen van een aanvraag tot het:
|
|
|
3.5.1.1
|
in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel
|
|
|
|
1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteiteisen peuterspeelzalen
|
€ 1.505,55
|
|
3.5.1.2
|
in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeel-
|
|
|
|
zalen
|
€ 1.505,55
|
|
3.5.1.3
|
het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwliteitseisen peuterspeelzalen
|
€ 616,90
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet
|
|
|
3.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.6.1
|
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet
|
€ 171,65
|
|
3.6.2
|
tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing
|
€ 85,90
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
|
3.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of
|
€ 80,50
|
|
|
ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking, minimaal of wat als begrote bedrag is aangereikt
|
|
|
|
|
|
|
|
De met een * aangegeven bedragen zijn wettelijke tarieven zoals bekend bij de vaststelling van deze verordening. Wijzigen deze bedragen dan gelden
|
|
|
|
de gewijzigde bedragen als het geldende tarief.
|
|
|