De gemeenteraad van Coevorden;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr. 1791;
gelet op artikel 149 van de Gemeente wet, artikel 2.1.3 derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening (WSW)
BESLUIT:
Vast te stellen de volgende
Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Coevorden
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- •
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;
- •
de adviesraad: het orgaan dat het college adviseert over het sociaal domein van de gemeente Coevorden;
- •
belanghebbenden: de inwoners van de gemeente Coevorden. Hierbij gaat het in het bijzonder om mensen in een kwetsbare positie. Dit kan komen door persoonlijke, financiële, sociale en/of maatschappelijke redenen.
- •
de voorzitter: de onafhankelijk voorzitter van de adviesraad.
Artikel 2. Taken
- 1.
De adviesraad geeft het college gevraagd en ongevraagd advies. Ook denkt de adviesraad mee door te signaleren, te informeren, te communiceren en te sparren over beleid en ontwikkelingen in het sociale domein. Dit vanuit inwonersperspectief. Ook informeert de adviesraad het college over zaken die gaan over het hele sociaal domein, vooral op de volgende gebieden:
- •
- •
zorg en maatschappelijke ondersteuning;
- •
- 2.
De adviesraad heeft als doel met haar adviezen een bijdrage te leveren aan:
- •
het bevorderen van de zelfredzaamheid, eigen kracht en participatie van belanghebbenden;
- •
een samenleving waarin iedereen op eenzelfde manier kan meedoen. En daarin tot zijn recht kan komen, ongeacht de culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, talenten en/of beperkingen;
- •
het verbeteren van de kwaliteit van gemeentelijk beleid en de uitvoering daarvan binnen het sociaal domein.
- 3.
De adviesraad zorgt voor de wettelijk voorgeschreven burger- en cliëntenparticipatie. Dit staat vermeld in de Wmo, de Participatiewet, de Jeugdwet en de WSW.
Artikel 3. Samenstelling adviesraad
- 1.
De adviesraad bestaat uit de voorzitter en de door het college aangestelde en benoemde adviesraadleden. De adviesraadleden vertegenwoordigen samen de drie aandachtsvelden genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening. Elk aandachtsveld bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven adviesraadleden.
- 2.
Voor alle adviesraadleden geldt dat deze:
- •
qua bevolkingskenmerken zoveel mogelijk een afspiegeling zijn van de samenleving van de gemeente Coevorden;
- •
qua deskundigheid en ervaring gelijk verdeeld is over de breedte van het onderwerp.
- 3.
Alle adviesraadleden kunnen laten zien dat ze binding met de samenleving van de gemeente Coevorden en de belanghebbenden hebben.
- 4.
De adviesraadleden hebben geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Coevorden. Ook zijn zij geen lid van het college of de gemeenteraad en geen ambtenaar van de gemeente Coevorden.
- 5.
Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester.
- 6.
De adviesraad kiest uit haar midden een vicevoorzitter, een secretaris, een notulist en een penningmeester. Voor de notulist geldt dat als deze taak niet binnen de adviesraad opgepakt kan worden, er dan iemand van buiten de adviesraad ingeschakeld moet worden. Het college heeft hierin een faciliterende rol. De taken van de vicevoorzitter en de penningmeester worden in het huishoudelijk reglement opgenomen.
Artikel 4. Voorzitter van de adviesraad
- 1.
De voorzitter heeft geen stemrecht. De voorzitter vertegenwoordigt de adviesraad naar buiten toe en ondertekent alle officiële stukken van de adviesraad.
- 2.
De voorzitter kan laten zien dat deze binding heeft met de samenleving in de gemeente Coevorden en de belanghebbenden. De voorzitter woont bij voorkeur in de gemeente Coevorden.
- 3.
De voorzitter heeft geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Coevorden. Ook is deze geen lid van het college of de gemeenteraad en geen ambtenaar van de gemeente Coevorden. De voorzitter heeft geen zakelijke binding met de gemeente Coevorden. Dit voor zover deze binding van invloed kan zijn op zijn/haar onafhankelijke positie.
Artikel 5. Dagelijks bestuur
- 1.
Het dagelijks bestuur van de adviesraad bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. De taken van het dagelijks bestuur worden omschreven in het huishoudelijk reglement.
Artikel 6. Voordracht benoeming en zittingsduur
- 1.
De sollicitatiecommissie bestaat uit leden van de adviesraad.
- 2.
De werving van adviesraadleden en de voorzitter vindt plaats via een sollicitatieprocedure. De leden van de adviesraad werken hierbij met profielschetsen. De werving wordt bekendgemaakt in de lokale media en in media die zich specifiek richten op bepaalde aandachtsvelden.
- 3.
Het samenstellen van de sollicitatiecommissie wordt met de hoogst mogelijke zorgvuldigheid gedaan. Dit geldt ook voor het opstellen en uitvoeren van de sollicitatieprocedure.
- 4.
Het college benoemt de voorzitter en de leden van de adviesraad op voordracht van de sollicitatiecommissie.
- 5.
Het college benoemt de leden en voorzitter voor een periode van maximaal vier jaar. De benoeming kan telkens met vier jaar stilzwijgend worden verlengd.
- 6.
De leden van de adviesraad streven naar het in fasen aftreden en (her)benoemen van de leden. Dit ten behoeve van het onderhouden en verbeteren van ervaring en kennis. Zij gebruiken hiervoor een rooster. Dit wordt geregeld in het huishoudelijk reglement.
- 7.
Het voorzitterschap stopt:
- •
- •
als niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 4;
- •
als sprake is van dusdanig handelen of nalaten van de voorzitter wat maakt dat doorgaan met het voorzitterschap niet wenselijk wordt geacht. Dit is het geval als 2/3e van het totaal aantal leden van de adviesraad zo besluit. Dit is een schriftelijke stemming.
- •
als de voorzitter op jaarbasis er meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten van de adviesraad niet is;
- •
als de voorzitter meer dan een halfjaar achter elkaar niet aanwezig is.
- 8.
De leden van de adviesraad dragen de voorzitter aan het college voor ontslag voor. Het college neemt hierover een besluit.
Artikel 7. Vergaderingen
- 1.
De vergaderingen van de adviesraad zijn openbaar. De adviesraad kan besluiten een besloten vergadering te houden. Dit kan de adviesraad bijvoorbeeld doen bij de behandeling van niet openbare stukken waarover het college advies vraagt.
- 2.
De adviesraad vergadert tenminste zes keer per jaar.
- 3.
Het dagelijks bestuur van de adviesraad organiseert de vergaderingen van de adviesraad en stelt samen de agenda op.
- 4.
De adviesraad kan het college en (behandelend) ambtenaren op haar vergaderingen uitnodigen. Zij kunnen dan uitleg geven over voorstellen die door het college aan de adviesraad zijn voorgelegd en/of waar de adviesraad advies over uit gaat brengen.
- 5.
De adviesraad kan externe deskundigen uitnodigen om in een vergadering uitleg of advies te geven.
- 6.
De adviesraad kan personen die aan een openbare vergadering van de adviesraad als toehoorder meedoen de kans geven in te spreken.
- 7.
De adviesraad vergadert minimaal twee keer per jaar met de wethouder(s) en eventueel ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de portefeuilles binnen het sociaal domein. Deze vergaderingen gaan over het beleid, de implementatie, de voortgang, de ideeën en plannen van het college en/of gemeenteraad binnen het sociaal domein.
- 8.
De adviesraad heeft regelmatig overleg en spart met de behandelend ambtenaren over het lopend en nieuw beleid, de implementatie, de voortgang, ideeën en plannen binnen het sociaal domein. Hoe vaak dit gebeurt, wordt met elkaar bepaald.
Artikel 8. Het geven van informatie door het college
- 1.
De adviesraad krijgt van het college op tijd alle informatie die zij nodig heeft om hun werk goed te kunnen doen, tenzij een wettelijk voorschrift hieraan in de weg staat.
- 2.
Het college streeft ernaar de adviesraadleden zo vroeg mogelijk in het proces bij de beleidsvorming te betrekken.
- 3.
De voorzitter en de leden van de adviesraad hebben een geheimhoudingsplicht over de inhoud van stukken waar door het college geheimhouding op is gelegd.
Deze geheimhoudingsplicht geldt ook voor andere personen die de adviesraadleden over vertrouwelijke onderwerpen raadplegen.
De voorzitter wijzen externen op hun geheimhoudingsplicht. De geheimhoudingsplicht vervalt niet door de beëindiging van het voorzitterschap of lidmaatschap van leden van de adviesraad, en ook niet door beëindiging van het adviseurschap door derden.
- 4.
Het college verstrekt geen informatie over individuele personen aan de adviesraad.
Artikel 9. Advisering en adviestermijnen
- 1.
De adviesraad brengt binnen maximaal zes weken een advies uit als het college de adviesraad om advies vraagt. In overleg kunnen andere afspraken worden gemaakt.
- 2.
De leden van de adviesraad bepalen in welk aandachtsveld het advies wordt voorbereid. De aandachtsvelden bestaan uit leden die betrokken zijn en/of gevoel hebben bij het onderwerp. Het daadwerkelijke advies komt tot stand in samenwerking met alle adviesraadleden.
- 3.
De leden van de adviesraad zorgen voor draagvlak en betrokkenheid door:
- •
met belanghebbenden te praten over een bepaald onderwerp;
- •
uit eigen beweging inwoners en mogelijk andere deelnemers aan de samenleving van de gemeente Coevorden actief te betrekken bij het vormen van een mening en advies.
- •
een actief netwerk van maatschappelijke organisaties, platformen en vertegenwoordigers van groepen van belanghebbenden te onderhouden;
- •
te zorgen voor bereikbare en juiste communicatie met belanghebbenden.
- 4.
Het advies geeft aan hoe de adviesraad denkt over een bepaalde zaak, hoe het tot stand is gekomen en hoe de achterban is betrokken. Ook geeft het advies aan hoe gezorgd is voor integraliteit met de verschillende aandachtsvelden.
- 5.
De leden van de adviesraad die het advies hebben voorbereid lichten het advies toe in de vergadering. Alle leden van de adviesraad nemen daarna samen een besluit over het advies aan het college.
- 6.
De adviesraad adviseert niet over klachten, bezwaarschriften of andere zaken die op individuen betrekking hebben.
Artikel 10. Stemmen
- 1.
Als de leden van de adviesraad samen niet tot een besluit kunnen komen, dan wordt onder leiding van de voorzitter schriftelijk of bij handopsteking gestemd.
- 2.
Elk lid van de adviesraad mag één stem uitbrengen. De voorzitter heeft geen stemrecht.
- 3.
De personen die in artikel 7, vierde, vijfde en zesde lid worden genoemd, en die aan de vergadering van de adviesraad deelnemen, hebben geen stemrecht.
- 4.
De besluiten van de adviesraad worden bij meerderheid van uitgebrachte stemmen genomen.
- 5.
Bij staking van de stemmen wordt het te nemen besluit verworpen.
- 6.
Als een besluit niet met algemene stemmen is aangenomen, wordt dit in het verslag van de vergadering opgenomen.
- 7.
De leden van de adviesraad stemmen niet over zaken die henzelf, hun echtgenoten c.q. partners of bloed- of aanverwanten tot de derde graad, persoonlijk aangaan. Dit geldt ook in gevallen waarin zij namens een ander zijn betrokken of op een andere manier belangen hebben.
Artikel 11. Besluiten en beslistermijnen van het college
- 1.
Het college streeft ernaar binnen zes weken na het uitbrengen van het advies door de adviesraad een besluit te nemen.
- 2.
Het college kan van het advies van de adviesraad afwijken. Het college legt schriftelijk aan de adviesraad uit welke punten uit het advies niet worden overgenomen en met welke reden.
- 3.
Het college neemt een besluit waarbij rekening wordt gehouden met het advies van de adviesraad. Nadat een besluit is genomen worden de stukken openbaar gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden met de Wet open overheid.
Artikel 12. Mogelijkheden en budget
- 1.
Het college stelt de adviesraad elk jaar een werkbudget ter beschikking. Dit budget is bedoeld voor uitgaven die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van de adviesraad. Te denken aan de onkosten van de leden, de inhuur van deskundigen of het organiseren van bijeenkomsten.
- 2.
De gemeente zorgt zo nodig voor een goed bereikbare vergaderlocatie voor de vergaderingen van de adviesraad en de aandachtsvelden.
Artikel 13. Begroting en verantwoording
- 1.
De adviesraad stelt elk jaar vooraf, dat betekent voor 1 november, een activiteitenplan en een begroting op voor het volgende boekjaar.
- 2.
De adviesraad maakt achteraf, dat betekent voor 1 mei, een inhoudelijk en financieel jaarverslag over het afgelopen jaar.
- 3.
Een evaluatie van en reflectie op hoe de adviesraad zijn werk heeft gedaan is onderdeel van het inhoudelijk verslag.
Artikel 14. Huishoudelijk reglement
De adviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast. Het huishoudelijk reglement beschrijft de werkzaamheden van de leden. Ook beschrijft het reglement wat wordt verstaan onder een eerlijke taakverdeling onder de adviesraadleden en beschrijft het regels over het functioneren van de leden.
Artikel 15. Wijziging verordening
Deze verordening wordt alleen gewijzigd als de adviesraad in de gelegenheid is gesteld haar standpunt hierover kenbaar te maken.
Artikel 16. Inwerkingtreding en intrekken oude verordening
- 1.
De verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Coevorden.
- 3.
Vanaf het moment dat genoemd is in het eerste lid, wordt de verordening die is vastgesteld op 26 april 2016 en in werking is getreden op 7 mei 2016 ingetrokken.
Toelichting bij de Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Coevorden
Algemeen
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo), artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening (hierna: Wsw). Deze artikelen dragen de gemeenteraad op bij verordening regels te stellen over de wijze waarop bij de uitvoering van de betreffende wet betrokken personen (of hun vertegenwoordigers) worden betrokken bij ontwikkeling van gemeentelijk beleid.
De gemeente hecht sterk aan actieve betrokkenheid van mensen die met de Participatiewet, Wmo, Wsw en Jeugdwet te maken krijgen. Wet- en regelgeving en beleid worden steeds meer integraal. Het ligt daarom voor de hand ook de belangenbehartiging op zo’n manier vorm te geven dat de integraliteit van de adviezen maximaal gewaarborgd is. Dit heeft geresulteerd in een proces gericht op het komen tot één Adviesraad Sociaal Domein per 1 januari 2016 (hierna: adviesraad). Eén brede adviesraad draagt bij aan de totstandkoming van adviezen waarbij de belangen van álle doelgroepen zijn meegewogen.
Raakvlakken Wsw, Wmo, Participatiewet en Jeugdwet
- •
Met de komst van de Participatiewet geldt de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) alleen nog voor de zittende Wsw-ers. Nieuwe arbeidsgehandicapten vallen onder de Participatiewet. Voor mensen die eind 2014 onder de Wsw vielen en dus een dienstverband via de Wsw hadden, verandert er niets. Zij houden al hun rechten. De gemeente moet passend werk blijven bieden. Er moet aandacht zijn voor mensen die begeleid werken via de Wsw. Als zij hun werk verliezen dan hoeft de gemeente hen geen nieuwe begeleid werken-plek via de Wsw aan te beiden. Als dat gebeurt dan vervalt de Wsw-indicatie. Dat geldt ook voor mensen die met een tijdelijk dienstverband in de Wsw werken. Als dat dienstverband afloopt dan hoeft de gemeente ook hen geen nieuw Wsw-dienstverband aan te bieden en vervalt ook voor hen de Wsw-indicatie. Vanaf 1 januari 2015 kunnen er geen nieuwe mensen meer in de Wsw instromen. Wie op de wachtlijst stond voor een Wsw-dienstverband, valt onder de Participatiewet of onder de Wajong, WAO of Wia. Mensen die onder de Wajong, WAO of Wia vallen, kunnen bij het UWV terecht.
- •
Vanaf 2015 moeten gemeenten zorgen voor onafhankelijke cliëntondersteuning op het gebied van zorg, hulp, werk of voorzieningen. Dit geldt dus ook voor arbeid.
- •
Sommige mensen met een arbeidshandicap werken maar hebben ook ondersteuning nodig bij zelfstandig of begeleid wonen. Als de woonbegeleiding wegvalt, dan gaat het ook vaak mis met het werk.
- •
Arbeidsmatige dagbesteding (Wmo) en sociale activering (Participatiewet): naast betaald werk (waaronder beschut werk) via de Participatiewet, is via de Wmo dagbesteding mogelijk.
- •
In de Participatiewet staat regulier werk voorop. Dat geldt ook voor mensen met een arbeidshandicap. Loonkostensubsidie is een instrument dat de gemeente kan inzetten voor werknemers die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen.
- •
Artikel 2.10 van de Jeugdwet stelt dat artikel 2.1.3 derde lid van de Wmo van overeenkomstige toepassing is. Ook de belangen van de doelgroep die valt onder de Jeugdwet moeten worden behartigd in de adviesraad. In dit kader kende de ‘oude’ Wmo-raad reeds een cluster Jeugd.
Toelichting bij de artikelen
Alleen bepalingen die uitleg nodig hebben worden hier behandeld.
Artikel 2. Taken
Lid 1 geeft aan dat de adviesraad bevoegd is gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. De gevraagde en ongevraagde adviezen gaan over het beleid van het sociaal domein. Onder het sociaal domein wordt verstaan het gehele beleidsdomein dat direct of indirect te maken heeft met uitvoering van de Jeugdwet, Wmo, WSW en Participatiewet.
Artikel 3. Samenstelling adviesraad en aandachtsvelden
Lid 2 geeft een tweetal voorwaarden aan waar de adviesraad rekening mee moet houden. Allereerst is belangrijk dat de adviesraad een afspiegeling is van alle doelgroepen die vallen onder de Participatiewet, de Wmo, de WSW en de Jeugdwet. Dit om actieve betrokkenheid van alle personen tot zijn recht te laten komen. Het is daarom belangrijk dat er voldoende kennis aanwezig is die vertegenwoordigd kan worden in de aandachtsvelden.
Lid 6 geeft aan dat als binnen de adviesraad geen notulist beschikbaar is, iemand van buiten de adviesraad ingeschakeld moet worden. Dit kan betekenen dat het college de kosten van het aantrekken van een notulist van buiten de adviesraad voor haar rekening neemt.
Artikel 4. Voorzitter van de adviesraad
Lid 1 geeft aan dat de voorzitter alle officiële stukken van de adviesraad ondertekent. Hieronder worden bijvoorbeeld adviezen en brieven verstaan.
Artikel 10. Stemmen
Lid 1 geeft aan dat als de adviesraad niet tot een besluit kan komen, onder leiding van de voorzitter schriftelijk of bij handopsteking wordt gestemd. Als de stemming over personen gaat wordt schriftelijk gestemd. Dit vanwege de mogelijk gepaard gaande gevoeligheid.