Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

De raad van de gemeente Losser;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Losser d.d. 15 november 2022, nr.;

 

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

(Legesverordening 2023)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges wordt niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 2.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • 3.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning en/of ontheffing op basis van de APV, voor het houden van niet-commerciële activiteiten door organisaties met een politiek, godsdienstig, sociaal, charitatief, cultureel of sportief doel;

  • 4.

    het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het plaatsen van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend.

Artikel 5 Maatstaven en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    Het bedrag van de heffing op grond van Titel 2 van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges op basis van titel 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving een gedagtekende schriftelijke kennisgeving , waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de aanslag of kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling of digitaal wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs de elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden, op het moment van mailing van de kennisgeving;

    • d.

      langs de elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.4.1.2 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2022’ van 14 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 3.

    De bekendmaking van de in titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normbladen geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Legesverordening 2023’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Losser

in zijn openbare vergadering van 20 december 2022.

griffier,

voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel , behorende bij de Legesverordening 2023

 

Indeling tarieventabel

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen in het kader van Basisregistratie Personen

Hoofdstuk 5

Kiezersregister (Gereserveerd)

Hoofdstuk 6

Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens (Gereserveerd)

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet (Gereserveerd)

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

Hoofdstuk 13

Gemeentegarantie (Gereserveerd)

Hoofdstuk 14

Vervallen

Hoofdstuk 15

Vervallen

Hoofdstuk 16

Kansspelen

Hoofdstuk 17

Telecommunicatie

Hoofdstuk 18

Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 19

Diversen

 

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4

Vermindering

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

Hoofdstuk 6

Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen

Hoofdstuk 9

Vervallen

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Horeca

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3

Seksinrichtingen

Hoofdstuk 4

Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5

(Markt)standplaatsen = niet op week- of jaarmarkt

Hoofdstuk 6

Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 7

Kinderopvang

Hoofdstuk 8

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met een ceremonieel vertoon.

1.1.1.1

maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.30 uur in 't Lossers hoes

€ 475,00

1.1.1.2

zaterdag van 9.00 tot 13.30 uur in 't Lossers hoes

€ 825,00

1.1.1.2.1

zondag tussen 10.00 en 14.00 uur op een buitenlocatie

€ 1.017,00

1.1.1.2.2

maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur op een buitenlocatie

€ 637,00

maandag t/m vrijdag 17.00 tot 24.00 op een buitenlocatie

€ 1.017,00

1.1.1.2.3

zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur op een buitenlocatie

€ 989,00

zaterdag van 18.00 tot 24.00 op een buitenlocatie

€ 1.017,00

(Deze legeskosten zijn exclusief de mogelijke huurkosten voor de locatie)

Het is mogelijk op maandagmiddag om tussen 15.45 uur en 16.00 uur een legesvrij huwelijk/partnerschapsregistratie aan te gaan. De legesvrije huwelijken/partnerschapsregistraties worden niet voltrokken op een buitenlocatie Met maximaal 4 personen. Dat is inclusief getuigen.

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder een ceremonieel vertoon

€ 245,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 57,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

1.1.4.1

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 97,00

1.1.4.2

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 194,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje bij een huwelijk of vervanging

€ 33,00

1.1.6

Terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van daartoe geschikte opgaven voor publicatie in nieuwsbladen van geboorten, voltrokken huwelijken, partnerschapsregistraties en sterfgevallen per jaar

€ 319,00

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren:

1.1.8.1

vanaf 4 weken vóór voltrekking, met betrekking tot kosteloze huwelijken

€ 100,00

1.1.8.2

vanaf 4 weken tot 2 weken vóór voltrekking 50% van de voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges.

1.1.8.3

vanaf 2 weken vóór voltrekking 75% voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges.

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum binnen 2 weken voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te wijzigen:

€ 100,00

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.

Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor het document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.6

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

1.2.7

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten

1.2.8

Het tarief als genoemd in 1.2.7 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1 tot en met 1.2.6, slechts één keer per document berekend

1.2.9

voor het bezorgen van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges.

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

1.3.1.1

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling.

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.1.1

tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen, per verstrekking

€ 18,10

1.4.1.2

tot het verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.14 wet BRP geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de BRP moet worden geraadpleegd.

1.4.1.3

Het in 1.4.1.2 bedoelde tarief wordt, gelet op artikel 17 lid 2 van het besluit basisregistratie personen, voor een ieder daaraan besteed kwartier, indien op verzoek de gemeentelijke basis administratie persoonsgegevens wordt doorgenomen, verhoogd met

€ 26,50

1.4.1.4

De in 1.4.1.2 genoemde leges wordt bij een spoedlevering (gegarandeerde verstrekking van de gevraagde inlichting binnen 3 werkdagen) vermeerderd met een bedrag per opgevraagde inlichting

€ 18,10

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ 18,10

1.4.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.14 wet BRP geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de BRP moet worden geraadpleegd.

1.4.4

De in 1.4.3 bedoelde tarief wordt, gelet op artikel 17 lid 2 van het besluit basisregistratie personen, voor een ieder daaraan besteed kwartier, indien op verzoek de gemeentelijke Basisregistratie Personen wordt doorgenomen, verhoogd met

€ 26,50

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het kiezersregister

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

vervallen i.v.m inwerkingtreding AVG

 

Hoofdstuk 7 Vervallen

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een uittreksel uit de kadastrale legger

€ 8,35

1.8.1.2

tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A4

€ 8,35

1.8.1.3

tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A3

€ 17,90

1.8.1.4

tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A2

€ 24,70

1.8.1.5

tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A1

€ 33,40

1.8.1.6

tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A0

€ 41,50

1.8.2

Voor toezending van de gegevens bedoeld in 1.8.1 worden de kosten verhoogd met

€ 8,35

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.3.1

tot het verstrekken van een totaal aangemaakt digitaal bestand van een verkavelings- c.q. matenplan, ongeacht de grootte

€ 208,50

1.8.3.2

voor een deel uit het onder 1.8.3.1 genoemde digitale bestand

€ 125,10

1.8.3.3

tot het verstrekken van een digitaal bestand vanuit de GBT en overige gemeentelijke topografie:

1.8.3.3.1

betreffende de aanmaakkosten van het bestand

€ 60,50

1.8.3.3.2

verhoogd per hectare buitengebied

€ 8,35

1.8.3.3.3

verhoogd per hectare stedelijk gebied

€ 17,90

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag natuurlijke personen:

het in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden genoemde bedrag

1.9.2

tot het verkrijgen van een verklaring van in leven zijn

€ 18,10

1.9.2.a

Bij het tonen van een brief van een (buitenlandse) pensioeninstantie kan de verklaring genoemd in 1.9.2. kosteloos worden verstrekt

1.9.3

tot het verstrekken van een legalisatie van een handtekening of het waarmerken van een fotokopie

€ 18,10

1.9.4

tot het verstrekken van iedere andere verklaring omtrent een bepaalde persoon

€ 18,10

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek verrichten van naspeuringen in en het verstrekken van gegevens uit de in het archief respectievelijk in het informatiesysteem berustende stukken terzake van milieugegevens, bestemmingsplangegevens en omgevingsvergunningen, zoals van bodem, hinder en bouwtekeningen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 24,75

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.10.2.1

voor het scannen van een foto, per scan

€ 7,55

1.10.2.2

voor het scannen van elk ander document tot A3, per scan

€ 5,05

1.10.2.3

voor het scannen van elk ander document groter dan A3, per scan

€ 10,05

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

€ 327,00

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandswet

€ 57,10

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 14

Vervallen

 

Hoofdstuk 15

Vervallen

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 0,00

 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 407,00

1.17.1.1

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 282,00

1.17.2

Indien met betrekking tot een melding, als bedoeld in 1.17.1, onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.17.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.17.4

Het tarief bedoeld in onderdeel 1.17.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 45,90

1.18.2

tot uitgifte van een parkeerkaart

€ 21,10

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 94,30

1.18.3.1

Het tarief bedraagt indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.18.3 wordt afgewezen

€ 58,60

1.18.3.2

Het tarief voor het verstrekken van een duplicaat van een reeds eerder verstrekte gehandicaptenparkeerkaart bedraagt

€ 35,60

1.18.4

Het tarief bedraagt voor het inrichten van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 200,70

1.18.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verstrekken van een ontheffing in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS)

€ 146,40

1.18.6

Het tarief bedraagt voor het treffen van een verkeersmaatregel overeenkomstig art. 62 RVV 1990 en artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 0,00

 

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag :

1.19.1.1

tot het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van verwijsborden of informatiekasten

€ 104,20

1.19.1.2

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV (opslag/uitstallen op trottoir)

€ 117,20

1.19.1.3

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV voor het ophangen van een spandoek

€ 0,00

1.19.1.4

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de APV voor het inzamelen van goederen

€ 117,20

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.2.1

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.19.2.1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,09

1.19.2.1.2

per pagina op papier op A3-formaat

€ 0,19

1.19.2.1.3

per pagina op papier op A-2 formaat

€ 0,36

1.19.2.1.4

per pagina op papier op A-1 formaat

€ 0,71

1.19.2.1.5

per pagina op papier op A-0 formaat

€ 1,43

1.19.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat, in kleur

€ 2,22

1.19.2.2.2

per pagina op papier van A3-formaat, in kleur

€ 4,44

1.19.2.2.3

per pagina op papier van A3-formaat, in kleur

€ 8,88

1.19.2.2.4

per pagina op papier van A1-formaat, in kleur

€ 17,76

1.19.2.2.5

per pagina op papier van A0-formaat, in kleur

€ 35,51

1.19.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, niet behorend bij de in het onderdeel 1.19.2.1 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk, per A4

€ 0,85

1.19.2.4

kleurenplots van reeds geproduceerde werken, per:

1.19.2.4.1

A4

€ 17,90

1.19.2.4.2

A3

€ 24,70

1.19.2.4.3

A2

€ 34,20

1.19.2.4.4

A1

€ 41,60

1.19.2.4.5

A0

€ 50,60

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.3.1

tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring van bestemming, per perceel

€ 63,20

1.19.3.2

tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring van gebruik, per perceel

€ 63,20

1.19.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

1.19.4.1

een vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1, van de Verordening op de verblijfsrecreatie

€ 730,00

1.19.4.2

een ontheffing als bedoeld in artikel 2, lid 3, van de Verordening op de verblijfsrecreatie

€ 0,00

1.19.5.1

een beschikking/vergunning/ontheffing op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 327,00

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

H oofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

 

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

 

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

 

 

 

BOUWKOSTEN

 

Woningen

 

 

 

Rijtjeswoningen

€ 200,= per m3

 

Twee onder één kapwoningen

€ 225,= per m3

 

Vrijstaande woning tot en met 600 m3

€ 260,= per m3

 

Vrijstaande woning > 600 m3

€ 290,= per m3

 

Appartement, één of meer bouwlagen

€ 260,= per m3

 

 

 

 

 

II. Bijgebouwen bij woningen:

 

 

 

Latere aanbouw zoals een erker

 

€ 350,= per m3

 

Garage / berging / tuinhuisje

Hout

€ 95,= per m3

 

 

Halfsteens met plat dak

€ 125,= per m3

 

 

Halfsteens met kap

€ 135,= per m3

 

 

Spouw met plat dak

€ 150,= per m3

 

 

Spouw met kap

€ 170,= per m3

 

Dakkapel

€ 1.000,= per m breedte

 

Carport

€ 150,= per m2

 

Schuttingen en hekwerken

€ 100,= per m

 

 

 

 

 

III. Agrarische bouwwerken:

 

 

 

1. Stallen

 

€ 43,= per m3

 

2. Werktuigberging / schuur Damwandprofiel

 

€ 25,= per m3

 

Metselwerk

 

€ 48,= per m3

 

3. Mestkelders onder de stallen

 

€ 83,= per m3

 

4. Kassen

 

€ 31,= per m2

 

 

 

 

 

IV. Niet agrarische bouwwerken:

 

 

 

1. Opslagloodsen (plaatstaal damwandprofiel)

 

€ 19,= per m3

 

(metselwerk)

 

€ 52,= per m3

 

2. Kantoren / showroom / winkel / horeca

 

€ 273,= per m3

 

3. Scholen / sporthal / verkoophal (grootschalige detailhandels vestiging)

 

€ 258,= per m3

 

4. Noodschool / kleedgebouw (sportvereniging) / semi-permanente unit

 

€ 185,= per m3

 

5. Industriehal (plaatstaal geïsoleerd)

 

€ 62,= per m3

 

(metselwerk)

 

€ 105,= per m3

 

 

 

 

 

B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken:

 

 

Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

 

 

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.1.4

Moment van indienen: voor de aanvrager is een ontvangstbevestiging aangemaakt waarin vermeld staat dat de aanvraag ontvangen is en geregistreerd.

 

2.1.1.5

Perceel: het gebied waarop de (partiele) herziening / wijziging van het bestemmingsplan betrekking heeft

 

2.1.1.6

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

 

H oofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of c, van de Wabo vanaf het moment van indienen voor een project (Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een op basis van een concept aanvraag uitgewerkt plan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges, indien de aanvrager en locatie hetzelfde zijn, met deze leges verrekend):

€ 319,60

 

 

 

H oofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning vanaf het moment van indienen voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 2.500,-- bedragen:

€ 238,70

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 2.500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 46.000,--:

€ 470,40

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 46.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 114.000,--:

€ 1.953,20

vermeerderd met 1,80 % van het bedrag, waarmee die bouwkosten € 46.000,-- te boven gaan;

 

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 114.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 455.000,--:

€ 3.920,80

vermeerderd met 1,60 % van het bedrag, waarmee die bouwkosten € 114.000,-- te boven gaan;

 

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 455.000,-- of meer bedragen:

€ 12.275,60

vermeerderd met 1,50% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 455.000,-- te boven gaan, tot een maximum van:

€ 332.000

 

 

 

 

Welstandstoets

 

2.3.1.2

Indien het bouwplan uit een oogpunt van welstand is beoordeeld, worden de onder 2.3.1.1 berekende bedragen vermeerderd met de door de stadsbouwmeester voor deze beoordeling aan de gemeente in rekening gebrachte kosten. Deze vermeerdering bedraagt:

 

 

- 3 ‰ van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 0,-- en € 230.000,-- met een minimum van € 75,--;

 

 

- plus 0,5 ‰ van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen €230.000,-- en €455.000,--;

 

 

- plus 0,25 ‰ van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen €455.000,-- en € 680.000,--;

 

 

- plus 0,13 ‰ van het deel van de bouwkosten dat € 680.000,-- te boven gaat.

 

 

 

 

 

Verplicht agrarisch commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Agrarische Beoordelings Commissie (ABC) wordt aangevraagd:

 

2.3.1.3.1

voor een standaardadvies voor bestaande bedrijven

€ 1.161,30

2.3.1.3.2

voor nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een nieuwe bedrijfsplan

€ 1.342,40

2.3.1.3.3

indien uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken daarbij moeten worden betrokken

€ 1.401,00

2.3.1.3.4

bij nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen

€ 580,60

2.3.1.3.5

voor een second opinion

€ 1.512,90

 

 

 

 

Erfinrichtingsplan

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief voor de beoordeling van een erfinrichtingsplan, als bedoeld in 5.2.1 onder d van het bestemmingsplan Buitengebied, bij de in dit onderdeel bedoelde aanvraag

€ 139,50

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief voor de beoordeling van een landschappelijk inpassingsplan, als bedoeld in 5.2.1 onder d van het bestemmingsplan Buitengebied, bij de in dit onderdeel bedoelde aanvraag

€ 277,70

 

 

 

2.3.1.6

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

50%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.3.1.7

Anders dan via het Omgevingsloket online(OLO) ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag niet wordt ingediend via het omgevingsloket online, maar op papier

€ 101,80

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 513,00

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

vervallen

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, al dan niet in combinatiemet een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking):

€ 313,30

2.3.4.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking en tijdelijke afwijking):

€ 505,70

2.3.4.3

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking):

€ 2.742,50

2.3.4.4

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken:

€ 413,00

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale verklaring gegeven regels is afgeweken:

€ 505,70

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële verklaring gegeven regels is afgeweken:

€ 505,70

2.3.4.7

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken:

€ 505,70

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 338,80

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening gemeente Losser, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument:

€ 441,40

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 441,40

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Losser aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.2.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument:

€ 370,80

2.3.6.2.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 370,80

2.3.6.3

Indien een bouwplan voor een monument wordt getoetst door de monumentencommissie wordt 150% extra welstandsleges in rekening gebracht.

 

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 370,80

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 441,40

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

vervallen

 

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekkin gheeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samen hang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 80,30

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 117,20

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 117,20

 

 

 

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

 

 

gereserveed

 

 

 

 

2.3.13

Flora- en Fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

 

gereserveerd

 

 

 

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 441,40

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 441,40

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

 

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

beoordeling bodemrapport

 

2.3.16

Onverminderd het bepaalde in de andere bepalingen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport indien de aanvraag uitsluitend een vooronderzoek als bedoeld in de NEN 5725:2017 naar historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid:

€ 202,70

2.3.16.2

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport indien de aanvraag een verkennend onderzoek volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl naar bodemgesteldheid

€ 405,40

2.3.16.3

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de NTA5755, uitgave 2010 of het protocol voor nader onderzoek, 1995 is,

€ 202,70

2.3.16.4

Voor de beoordeling van een onderzoek naar asbest in de bodem conform de NEN 5707+C2:2017

€ 202,70

 

 

 

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 1.766,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 1.766,00

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering beloopt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

2.4.2.4

Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend in verband met niet-ontvankelijk verklaring wegens het niet op tijd aanleveren van alle benodigde gegevens, wordt

50%

 

van de op basis van artikel 2.3.1.1 geheven leges verminderd.

 

2.4.2.5

Indien de concept-aanvraag wordt beeindigd in verband met niet-ontvankelijk verklaring wegens het niet op tijd aanleveren van alle benodigde gegevens, wordt niet wordt verleend in verband met niet-ontvankelijk verklaring wegens het niet op tijd aanleveren van alle benodigde gegevens, wordt van de op basis van artikel 2.2.1 geheven leges verminderd.

50%

 

 

 

2.5

Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de op basis van artikel 2.3.1.1 geheven leges.

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

25%

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

25%

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.3.3

De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten worden verrekend met de leges van een eerdere weigering of intrekking tijdens behandeling van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de weigering.

 

2.5.4

Teruggaaf in verband met het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen

 

2.5.4.1

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het isoleren van bestaande woningen en andere gebouwen

50%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

€ 10.000

2.5.4.2

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het renoveren van een bestaande woning waardoor die woning een NOM-woning wordt:

50%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

€ 10.000

2.5.4.3

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de plaatsing van zonnepanelen voor de dekking van het eigen verbruik op het dak, aan de gevel of in de eigen tuin:

100%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

€ 10.000

2.5.4.4

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het aanbrengen van een begroeid/sedum dak:

50%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

€ 10.000

2.5.4.5

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het plaatsen van een buitenunit voor een warmtepomp met een geluidsproductie van de luchtunit van maximaal 40 dB

50%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

€ 10.000

2.5.4.6

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit plaatsing van zonnecollectoren voor een zonneboiler

100%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

€ 10.000

2.5.4.7

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van zelfstandige, grondgebon­den zonnepanelen:

0%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van

€ 51.750

2.5.4.8

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van een of meer windturbines:

0%

 

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van

€ 51.750

2.5.5

Voor de toepassing van onderdeel 2.5.4 wordt verstaan onder:

 

 

[dB:

EPC:

[Gj:

K:

m2:

NOM-woning:

Rc:

W:

[Wp:

zonnecollector:

zonnepaneel:

decibel, de maat voor een hoeveelheid geluid;]

Energie Prestatie Coëfficiënt;

Gigajoule;]

temperatuur uitgedrukt in Kelvin;

vierkante meter oppervlakte;

nul-op-de-meter-woning, zijnde een woning waarin gedurende een jaar gemiddeld net zoveel energie wordt geproduceerd (door zon, wind of warmtepompen) als wordt verbruikt (voor verwarming, warm tapwater en huishoudelijk gebruik);

warmteweerstand (R) van een constructie (c);

hoeveelheid energie uitgedrukt in Watt;

Wattpiek, het energievermogen aan elektriciteit dat met een zonnepaneel kan worden opgewekt;]

apparaat dat zonlicht (direct licht bij zonnig weer en diffuus licht bij bewolkt weer) omzet in warmte.

paneel dat bestaat uit meerdere zonnecellen waarmee zonlicht omgezet wordt in elektriciteit.

2.5.6.

De in onderdeel 2.5.4 opgenomen maximumteruggaafbedragen gelden per project. Onder project wordt verstaan een bouwplan dat of ontwikkeling die als een eenheid moet worden beschouwd, gelet op de bouwkundige en perceelindeling, het opdracht­geverschap, de eigendom, functie(s), bedoeling en het karakter van het bouwplan. Verschillende omgevingsvergunningen of aanvragen voor omgevingsvergunning kunnen deel uitmaken van één project.

 

2.5.7

De in onderdeel 2.5.4 opgenomen teruggaafbepalingen zijn uitsluitend van toepassing op aanvragen voor omgevingsvergunningen die in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 worden ingediend.

 

2.5.8

Teruggaaf als gevolg van het niet verlenen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten in verband met niet-ontvankelijk verklaring

 

2.5.8.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 niet verleend in verband met niet-ontvankelijk verklaring wegens het niet op tijd aanleveren van alle benodigde gegevens, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

70%

2.5.8.2

De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten worden verrekend met de leges van een eerdere niet behandelde aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de weigering.

 

2.5.9

Teruggaaf als gevolg van het van rechtswege verlenen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Indien de aangevraagde vergunning niet binnen de daarvoor wettelijk gestelde termijn wordt verleend (vergunning van rechtswege), bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 

2.5.10

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan

€ 50,00

 

wordt niet teruggegeven.

 

2.5.11

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

 

2.5.12

Indien een besluit inhoudende, dat voor de aangevraagde activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, zijn er geen leges verschuldigd.

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking Omgevingsvergunning

 

Gereserveerd

 

 

 

 

Ho ofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 

2.7.1

indien de bouwkosten minder dan € 2.500,-- bedragen:

€ 81,30

2.7.2

indien de bouwkosten € 2.500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 46.000,--:

€ 81,30

 

vermeerderd met 0,60 % van het bedrag waarmee die bouwkosten € 2.500,-- te boven gaan;

 

2.7.3

indien de bouwkosten € 46.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 114.000,--:

€ 506,00

 

vermeerderd met 0,45 % van het bedrag, waarmee die bouwkosten € 46.000,-- te boven gaan;

 

2.7.4

indien de bouwkosten € 114.000,-- of meer bedragen, doch niet minder dan € 455.000,-

€ 1.012,10

 

vermeerderd met 0,30 % van het bedrag, waarmee die bouwkosten € 114.000,-- te boven gaan;

 

2.7.5

indien de bouwkosten € 455.000,-- of meer bedragen:

€ 2.694,70

 

vermeerderd met 0,20% van het bedrag waarmee die bouwkosten €455.000,-- te boven gaan.

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen

2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

2.8.1

tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 4.089,00

2.8.2.1

tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.232,00

2.8.2.2

tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.232,00

2.8.3

Het in 2.8.1 en 2.8.2 genoemde bedrag wordt verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag tot het starten van de bestemmingsplanprocedure aan de aanvrager meegedeelde externe kosten voor advies, onderzoek, publicatie en het opstellen van een ontwerp bestemmingsplan, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.8.4

indien een begroting als bedoeld in 2.8.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.8.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om een principe-uitspraak omtrent de bereidheid tot het vaststellen, wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan dan wel het afwijken van een bestemmingsplan

€ 287,00

 

Indien naar aanleiding van de principe-uitspraak als bedoeld in artikel 2.8.5 een aanvraag tot vaststelling, wijziging of herziening van het bestemmingsplan dan wel tot het afwijken van een bestemmingsplan wordt gedaan, wordt het in artikel 2.8.5 genoemde bedrag in mindering gebracht op het tarief dat verschuldigd is in verband met het in behandeling nemen van de aanvraag tot vaststelling, wijziging of herziening van het bestemmingsplan dan wel de aanvraag tot afwijking van het bestemmingsplan.

 

2.8.6

Indien de procedures onder 2.8.1 niet afzonderlijk worden behandeld, maar in gezamenlijk verband (verzamelplanplan), dan worden de legeskosten met 50 % verminderd.

 

 

 

 

2.8.7

Teruggaaf en bestemmingsplan uitwerking- of wijzigingsplan

 

2.8.7.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.8.1, 2.8.2.2. en 2.8.3 voordat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, intrekt, of de aanvraag door de gemeente buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges.

 

2.8.7.2

Als de aanvraag om herziening uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.8.1, 2.8.2.2. en 2.8.3 nadat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges.

 

 

 

 

H oofdstuk 9 Sloopmelding

 

vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 327,00

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

  • a.

    voor het uitoefenen van het horecabedrijf

€ 638,40

  • b.

    voor het uitoefenen van het slijtersbedrijf

€ 329,90

3.1.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de APV

€ 327,00

3.1.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 169,70

3.1.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 186,00

3.1.1.5

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 186,00

3.1.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 89,90

3.1.1.7

Iedere andere vergunning, ontheffing of wijziging op grond van de Drank- en horecaverordening/Alcoholwet, voor zover niet anders is bepaald

€ 169,70

3.1.1.8

Als een aanvraag voor een vergunning genoemd in Titel 3, hoofdstuk 1 wordt ingetrokken, geweigerd of buiten behandeling wordt gelaten wordt 50% van de leges in rekening gebracht.

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.24 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 0,00

 

Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening (APV), anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.4:

3.3.1.1

voor een seksinrichting met niet meer dan één werkruimte

€ 1.177,60

3.3.1.2

voor een seksinrichting met meer dan één werkruimte

€ 1.409,60

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van de exploitatie of het beheer van een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3:16 en 3:17 van de APV

€ 327,00

3.3.3

een geschiktheid verklaring als bedoeld in artikel 2.1 van de Nadere regels Seksinrichtingen en escortbedrijven

€ 349,40

3.3.3.1

vermeerderd met voor een seksinrichting met een oppervlakte van:

3.3.3.1.1

niet meer dan 100 m2

€ 341,90

3.3.3.1.2

meer dan 100 m2, maar niet meer dan 500 m2

€ 341,90

3.3.3.1.2.1

vermeerderd per m2 met

€ 1,70

3.3.3.1.3

meer dan 500 m2, maar niet meer dan 1.000 m2

€ 1.021,00

3.3.3.1.3.1

vermeerderd per m2 met

€ 1,19

3.3.3.1.4

meer dan 1.000 m2, maar niet meer dan 1.500 m2

€ 1.618,00

3.3.3.1.4.1

vermeerderd per m2 met

€ 0,85

3.3.3.1.5

meer dan 1.500 m2, maar niet meer dan 2.500 m2

€ 2.043,00

3.3.3.1.5.1

vermeerderd per m2 met

€ 0,57

3.3.3.1.6

meer dan 2.500

€ 2.614,00

3.3.3.1.6.1

vermeerderd per m2 met

€ 0,28

 

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 5 (Markt)standplaatsen = niet op week- of jaarmarkt

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.5.1.1

tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de APV

€ 328,00

 

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 7 Kinderopvang

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 327,00

 

Behoort bij raadsbesluit van 20 december 2022

 

De griffier van de gemeente Losser,

 

R. Meinen

Naar boven