Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 Bommelerwaard

Het college van de gemeente Maasdriel,

 

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, 6 en 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

 

overwegende dat:

 

  • -

    het op grond van artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening tot taak heeft het bieden van schuldhulpverlening aan haar inwoners en;

  • -

    duidelijkheid en eenduidigheid over de mogelijkheden binnen schuldhulpverlening van groot belang is;

besluit:

 

vast te stellen de “Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 Bommelerwaard”.

 

Paragraaf 1. Definities

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Afloscapaciteit: Het geldbedrag dat cliënt maandelijks kan aflossen. Dit geldbedrag is gebaseerd op een verrekening van de inkomsten van de cliënt met het vrij te laten bedrag (VLTB) volgens de normen van het NVVK.

    • b.

      Besluit: Besluit in het kader van Schuldhulpverlening.

    • c.

      Bommelerwaard: De gemeente Maasdriel en gemeente Zaltbommel.

    • d.

      Borgstelling: De gemeente Maasdriel staat (door middel van een overeenkomst met Kredietbank Nederland) borg voor het totale (krediet)bedrag waarvoor Saneringskredieten worden verstrekt in de Bommelerwaard, tot een maximum van € 100.000,-.

    • e.

      Budgetbeheer: de gemeente beheert de financiën voor de inwoner die dat zelf tijdelijk niet kan. Betalingen worden overgenomen door de gemeente Maasdriel.

    • f.

      Cliënt: Persoon aan wie schuldhulpverlening wordt gegeven.

    • g.

      College: Het college van Burgemeester en Wethouders.

    • h.

      Consulent: Medewerker Schuldhulpverlening van de gemeente Maasdriel die belast is met het bieden van schuldhulpverlening aan inwoners uit de Bommelerwaard.

    • i.

      Inwoner: Persoon die in de Basisregistratie Personen (BRP) in de gemeente Maasdriel of gemeente Zaltbommel is ingeschreven.

    • j.

      Kredietverstrekker: Stichting Kredietbank Nederland.

    • k.

      NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de branchevereniging voor schuldhulpverlening.

    • l.

      Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

    • m.

      Opdracht: Signaal van consulent aan kredietverstrekker dat er een Saneringskrediet mag worden verstrekt aan cliënt.

    • n.

      Problematische schulden: Schulden van een natuurlijk persoon waarbij redelijkerwijs is te voorzien dat deze persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van deze schulden of daar reeds mee is gestopt.

    • o.

      Saneringskrediet: Een krediet dat wordt verstrekt in het kader van Schuldhulpverlening om problematische schulden van een cliënt af te kopen en om te zetten in één schuld bij de kredietverstrekker, die in principe in 36 maanden wordt afbetaald door de cliënt.

    • p.

      Schuldhulpverlening: Het zowel preventief als curatief begeleiden en ondersteunen van cliënten met (problematische) schulden en het bieden van passende nazorg.

    • q.

      Verzoeker: Inwoner die zich tot het college heeft gewend voor Schuldhulpverlening, budgetbeheer of een saneringskrediet. Alle inwoners uit de Bommelerwaard van 18 jaar en ouder kunnen zich hiervoor tot het college van Maasdriel wenden .

    • r.

      De Wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet.

     

Paragraaf 2. Schuldhulpverlening

Artikel 2.1. Doelgroep

  • 1.

    Iedere inwoner van de gemeente Maasdriel en de gemeente Zaltbommel van 18 jaar en ouder kan zich tot het college van de gemeente Maasdriel wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 2.2. Weigering en beëindiging schuldhulpverlening

  • 1.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, wordt de schuldhulpverlening geweigerd of beëindigd indien:

    • a.

      de persoon zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, ernstig misdraagt;

    • b.

      de persoon in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • c.

      de geboden schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de persoon, niet (langer) passend is;

    • d.

      de persoon de inlichtingenplicht zoals bedoeld artikel 6 van de Wet schendt en dit een financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft. De belanghebbende heeft dit verzuim niet hersteld binnen een door het college gegeven redelijke termijn;

    • e.

      de persoon de medewerkingsplicht van artikel 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening schendt en dit verzuim niet heeft hersteld binnen een door het college gegeven redelijke termijn;

    • f.

      in gevallen waarin herstel niet mogelijk is, wordt de schuldhulpverlening direct beëindigd;

    • g.

      de schuldhulpverlening door het college niet (langer) noodzakelijk wordt geacht, of

  • 2.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, wordt de schuldhulpverlening beëindigd indien:

    • a.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      de persoon verzoekt om beëindiging;

    • c.

      de persoon zijn vastgestelde afloscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

    • d.

      op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening is toegekend, terwijl een andere beslissing zou zijn genomen indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college;

    • e.

      de persoon fraude pleegt. In dat geval wordt de schuldhulpverlening met onmiddellijke ingang beëindigd.

  • 3.

    Het beëindigen van de schuldhulpverlening als gevolg van bovenstaande situaties heeft automatisch tot gevolg dat eventuele bijzondere bijstand die wordt betaald voor de kosten van inkomensbeheer of bewindvoering, wordt stopgezet. Andere vormen van inkomensondersteuning worden na stopzetting weer gewaardeerd op draagkracht van de verzoeker.

Artikel 2.3 Recidive

Ten aanzien van recidive en de gevolgen die daaraan vanuit het oogpunt van schuldhulpverlening worden verbonden, worden de volgende situaties onderscheiden:

 

  • 1.

    Als een inwoner opnieuw een aanvraag doet voor schuldhulpverlening nadat de eerder geboden schuldhulpverlening werd gestopt tijdens het minnelijk traject (nadat de schuldeisers hadden ingestemd met de schuldregeling) of na afloop van het minnelijk traject, zal niet eerder dan vijf jaar na afsluiting van de eerdere begeleiding deze aanvraag worden toegekend. Het college behoudt de vrijheid om in het geval van bijzondere persoonlijke omstandigheden af te wijken van deze uitsluitingstermijn ten faveure van de verzoeker.

  • 2.

    Als een inwoner opnieuw een aanvraag doet voor schuldhulpverlening nadat tijdens de eerder geboden schuldhulpverlening de begeleiding werd gestopt voorafgaande aan de start van het minnelijk traject (voordat de schuldeisers hadden ingestemd met de schuldregeling), zal niet eerder dan twee jaar na afsluiting van de eerdere begeleiding deze aanvraag worden toegekend. Het college behoudt de vrijheid om in het geval van bijzondere persoonlijke omstandigheden af te wijken van deze uitsluitingstermijn ten faveure van de verzoeker.

  • 3.

    Als een inwoner opnieuw een aanvraag doet voor schuldhulpverlening nadat eerder geboden schuldhulpverlening werd gestopt als gevolg van fraude, zal niet eerder dan vijf jaar na afsluiting van de eerdere begeleiding deze aanvraag worden toegekend.

  • 4.

    Er kan een uitzondering op de voorgaande situaties worden gemaakt wanneer de verzoeker opnieuw een aanvraag doet en heeft voldaan aan eventuele voorwaarden die ten tijde van de eerdere beëindiging van begeleiding zijn opgelegd en waarbij uitdrukkelijk is aangegeven dat het voldoen aan deze voorwaarden leidt tot het verkorten van de wachttijd.

Paragraaf 3. Budgetbeheer

Artikel 3.1. Doelgroep

  • 1.

    Budgetbeheer is er voor inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeente Maasdriel en Zaltbommel.

  • 2.

    Budgetbeheer is er voor verzoekers waarbij ten minste één van de volgende situaties zich voordoet:

    • a.

      De verzoeker gaat het schulphulpverleningstraject in, en moet de financiële situatie op ordekrijgen en houden;

    • b.

      De verzoeker is in de bijstand terecht gekomen;

    • c.

      De verzoeker wordt onder het zogenoemde klantprofiel 4 geschaard. Dit zijn bijstandsgerechtigden met een tijdelijke vrijstelling van de arbeidsverplichting;

    • d.

      De verzoeker wordt aangemeld bij Vroeg Eropaf;

    • e.

      De verzoeker komt uit een schuldhulpverleningstraject en heeft ondersteuning nodig om zelfredzaam te worden en te blijven;

    • f.

      De verzoeker kan door omstandigheden tijdelijk niet zelfstandig zijn financiën regelen.

Artikel 3.2 Hulp bij betalingsproblemen

  • 1.

    Doel van budgetbeheer is dat er rust, orde en stabiliteit ontstaat in de financiële situatie van de verzoeker.

  • 2.

    Budgetbeheer is op vrijwillige basis. De verzoeker moet zelf aangeven bij de gemeente dat deze budgetbeheer wil ontvangen. Samen met de verzoeker kijkt de gemeente of budgetbeheer zinvol is.

  • 3.

    Bij budgetbeheer opent de gemeente een speciale rekening. De inkomsten komen op deze rekening binnen. De gemeente zorgt ervoor dat belangrijke uitgaven zoals huur/hypotheek, nutsvoorzieningen en wettelijk verplichte verzekeringen, van die rekeningen worden betaald.

Artikel 3.2. Procedure

  • 1.

    Een consulent budgetbeheer (hierna: consulent) brengt samen met de verzoeker de situatie in kaart. De consulent bepaalt per situatie of budgetbeheer nodig is, of dat andere hulp beter geschikt is. Dit is afhankelijk van:

    • a.

      financiële situatie van de verzoeker;

    • b.

      persoonlijke situatie van de verzoeker;

    • c.

      motivatie van de verzoeker;

    • d.

      vaardigheden en vermogen van de verzoeker.

  • 2.

    Als budgetbeheer wordt gestart, stelt de consulent budgetbeheer de volgende documenten op:

    • a.

      een overeenkomst budgetbeheer: in de overeenkomst staan de afspraken tussen gemeente en verzoeker over het budgetbeheer;

    • b.

      een budgetplan: dit is een overzicht van geverifieerde inkomsten en uitgaven van de verzoeker, informatie over inkomensverstrekkende organisaties en crediteuren en een overzicht van uit te voeren betalingen en reserveringen.

  • 3.

    Na ondertekening van de overeenkomst en het budgetplan zorgt de consulent voor geaccordeerde betalingsmachtigingen aan schuldeisers.

Artikel 3.3. Voorwaarden en verplichtingen

  • 1.

    Om budgetbeheer te laten slagen is medewerking en inzet van de verzoeker noodzakelijk gedurende de hele looptijd van het traject. Bij geen of onvoldoende medewerking kan het budgetbeheer afgewezen of voortijdig worden beëindigd. De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het nakomen van verplichtingen zoals neergelegd in de artikelen 6 en 7 van de Wet;

    • b.

      het tijdig nakomen van afspraken en voorwaarden;

    • c.

      het tekenen van een overeenkomst in het kader van het budgetbeheer en zich daaraan houden.

Artikel 3.4. Beëindiging

  • 1.

    De gemeente beëindigt het budgetbeheer, als de verzoeker:

    • a.

      zich na toekenning van budgetbeheer niet houdt aan de opgelegde voorwaarden of verplichtingen;

    • b.

      weer in staat is de financiën zelf te regelen;

    • c.

      gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, budgetbeheer niet langer passend is;

    • d.

      aangeeft vrijwillig te willen stoppen;

    • e.

      is overleden;

    • f.

      is verhuisd uit de Bommelerwaard.

Paragraaf 4. Saneringskredieten

Artikel 4.1 Voorwaarden Saneringskrediet

  • 1.

    Een Saneringskrediet als schuldregelingsvorm wordt uitsluitend verstrekt als:

    • a.

      Aannemelijk is dat de afloscapaciteit van de verzoeker voor de komende drie jaar stabiel blijft en gelijk is of lager dan 150% van de minimale afloscapaciteit zoals vastgesteld in de NVVK-minimale aflostabel.

    • b.

      De consulent heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat verzoeker het Saneringskrediet volledig zal terugbetalen. Hiervan wordt in ieder geval uitgegaan als er sprake is van:

      • beschermingsbewind, en/of,

      • aanwezigheid van vrijwillige of professionele hulp bij de financiële huishouding, zoals budgetbeheer, en/of,

      • steun vanuit het sociale netwerk bij de financiële huishouding.

    • c.

      Een Saneringskrediet als schuldregelingsvorm wordt niet toegekend als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de verzoeker het Saneringskrediet niet of niet volledig terugbetaalt. Deze beoordeling wordt van geval tot geval, met redenen omkleed, gemaakt.

    • d.

      Een Saneringskrediet als schuldregelingsvorm wordt in beginsel niet toegekend als de maximale borgstelling door de gemeente Maasdriel van € 100.000,-- is bereikt.

Artikel 4.2 Beoordeling en verstrekking

  • 1.

    Het is aan het college, om te beoordelen of verzoeker voldoet aan de voorwaarden uit artikel 2.

  • 2.

    Indien beoordeeld is dat verzoeker voldoet aan de voorwaarden uit artikel 2 en verzoeker ook gebruik wil maken van een saneringskrediet, wordt er een opdracht gegeven aan de kredietverstrekker tot het verstrekken van het Saneringskrediet.

  • 3.

    Verzoeker ontvangt een bevestiging van de gemeente Maasdriel van de toekenning van het Saneringskrediet.

  • 4.

    Het saneringskrediet bedraagt maximaal de maandelijkse afloscapaciteit (tot een hoogte van 150% van de aflossingstabel NVVK m.b.t. minimale aflossing) maal 36 maanden. De rente die de verzoeker moet betalen aan de kredietverstrekker wordt verwerkt in het saneringskrediet.

Artikel 4.3 Aflossing van het Saneringskrediet

  • 1.

    De verzoeker betaalt het Saneringskrediet terug aan Kredietbank Nederland.

  • 2.

    Het Saneringskrediet wordt in beginsel in 36 maanden terugbetaald door verzoeker. Indien tijdens de looptijd blijkt dat verzoeker door omstandigheden (tijdelijk) minder of niet kan aflossen kan het college besluiten de termijn met maximaal 24 maanden te verlengen. De totale looptijd komt daarmee op maximaal 5 jaar.

  • 3.

    Het college kan verzoeker tijdens de looptijd van het Saneringskrediet verplichtingen opleggen die gericht zijn op duurzame gedragsverandering die bijdragen aan het voorkomen van het ontstaan van schulden, bijvoorbeeld het verbeteren van financiële vaardigheden.

     

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen aangehaald worden als “Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 Bommelerwaard”.

  • 2.

    De “Beleidsregels integrale schuldhulpverlening 2018 Bommelerwaard” worden met inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken.

  • 3.

    De “Beleidsregels Budgetbeheer 2021 Bommelerwaard” worden met inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken.

  • 4.

    De “Gewijzigde beleidsregels Saneringskredieten Bommelerwaard 2022” worden met inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken.

  • 5.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Vastgesteld op 1 november 2022,

Het college van Maasdriel,

Secretaris

Burgemeester

Naar boven