Gemeenteblad van Noordwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijk | Gemeenteblad 2022, 572557 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijk | Gemeenteblad 2022, 572557 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting Noordwijk 2023
De raad van de gemeente Noordwijk,
gelezen het voorstel van het college van 8 november 2022,
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Noordwijk 2023;
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTING NOORDWIJK 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Centrale computer: computer van één van de providers waarmee de gemeente Noordwijk een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel.
Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat
1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting als bedoeld in artikel 2a wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats, zijnde een algemene gehandicaptenparkeerplaats (voorzien van bord E6). De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.
De belasting als bedoeld in artikel 2a wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats, niet zijnde een algemene gehandicaptenparkeerplaats, met dien verstande dat de houder van de geldige gehandicaptenparkeerkaart maximaal 3 uur aaneengesloten zonder vergunning of zonder het voldoen van parkeerbelasting mag parkeren. Het gebruik van de parkeerschijf is hierbij verplicht. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart - samen met de correct ingestelde parkeerschijf – met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.
De belasting als bedoeld in artikel 2b wordt niet geheven ter zake van een vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, sub f van de Parkeerverordening, indien en voor zover die vergunning is verleend aan een medewerker in dienst van de gemeente Noordwijk, in dienst van bedrijven en instellingen werkzaam in de ambulante gezondheidszorg of in dienst bij de hulpdiensten politie en brandweer, ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden in de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
Artikel 9 Ontheffingen van parkeerbelasting
Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle maanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 72,90.
De “Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2020” van 23 april 2020, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 21 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2022.
Mw. D. Thissen
plaatsvervangend griffier
Mw. W.J.A. Verkleij
voorzitter raad
Bijlage 1 Tarieventabel parkeerbelasting Noordwijk 2023
behorende bij en deel uitmakende van de Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2023, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2022.
TARIEVENTABEL PARKEERBELASTING NOORWIJK 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze tabel wordt verstaan onder:
€ 0,10 per 6 minuten voor het eerste en het tweede uur, daarna € 0,10 per 2 minuten |
|
parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelasting bedraagt voor een:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-572557.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.