Gemeenteblad van Baarn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Baarn | Gemeenteblad 2022, 571946 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Baarn | Gemeenteblad 2022, 571946 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Baarn en Eemnes
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Baarn en Eemnes
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
intergemeentelijke samenwerking leidt tot een vermindering van kwetsbaarheid en een verbetering van de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering; de raden van Baarn en Eemnes voor het treffen van deze gemeenschappelijke regeling toestemming hebben verleend, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
het bepaalde in hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen, artikel 232, tweede lid, van de Gemeentewet, artikel 30, zevende lid, van de Wet waardering onroerende zaken en de afdeling 10.1.1 en 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
de navolgende gemeenschappelijke regeling te treffen:
de Gemeenschappelijke Regeling Gemeentebelastingen Baarn en Eemnes
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
a. belastingambtenaar: de ambtenaar van de centrumgemeente, als bedoeld in artikel 232, tweede lid onder c, en artikel 231, tweede lid onder d, van de Gemeentewet;
b. belastingdeurwaarder: de ambtenaar van de centrumgemeente, als bedoeld in artikel 232, tweede lid onder d, en artikel 231, tweede lid onder e, van de Gemeentewet;
c. belastingverordeningen: de verordeningen van de gastgemeente tot heffing en invordering van belastingen als bedoeld in artikel 216 van de Gemeentewet;
d. college: het college van burgemeester en wethouders;
e. gastgemeente: de gemeente Eemnes;
f. centrumgemeente: de gemeente Baarn;
g. gemeenten: de centrumgemeente en de gastgemeente gezamenlijk;
h. heffingsambtenaar: de ambtenaar van de centrumgemeente, als bedoeld in artikel 232, tweede lid onder a, en artikel 231, tweede lid onder b van de Gemeentewet en als bedoeld in artikel 30, zevende lid, en artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken;
i. invorderingsambtenaar: de ambtenaar van de centrumgemeente, als bedoeld in artikel 232, tweede lid, onder b en artikel 231, tweede lid, onder c, van de Gemeentewet;
j. kwijtscheldingsregels: de door de raad van de gemeenten vastgestelde regels als bedoeld in artikel 255, derde en vierde lid, van de Gemeentewet;
k. nadere regels: nadere regels ter uitvoering van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, van de Invorderingswet 1990 en van de belastingverordeningen;
l. regeling: deze Gemeenschappelijke Regeling.
m. Dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst die de deelnemers afsluiten ter uitvoering van deze gemeenschappelijke regeling;
Artikel 3 Centrumgemeente, portefeuillehoudersoverleg
Ter bevordering van een goede uitvoering door de centrumgemeente en ten behoeve van de beleidsafstemming vindt tenminste tweemaal jaarlijks een portefeuillehoudersoverleg plaats. In de dienstverleningsovereenkomst op grond van artikel 6 wordt dit nader uitgewerkt, inclusief de ondersteuning van dit overleg door de deelnemers.
De centrumgemeente biedt de vier werknemers, die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn bij de Gemeenschappelijke Regeling BEL Combinatie en aan wie thans de belastingentaken van gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren, zijn opgedragen, welke taken op grond van deze Regeling (deels) aan de centrumgemeente worden overgedragen, een arbeidsovereenkomst aan, die voldoet aan artikel 4 leden 2 tot en met 4. De werknemers die het aanbod van de centrumgemeente accepteren treden in dienst bij de centrumgemeente. De centrumgemeente neemt daarmee maximaal 4 werknemers over. Werknemers die het aanbod afwijzen treden niet in dienst bij de centrumgemeente.
De centrumgemeente zal die werknemers die over willen stappen naar de centrumgemeente zoveel als mogelijk in de functie, die zij thans bij de Gemeenschappelijke Regeling BEL Combinatie vervullen, tewerkstellen. Indien dat onmogelijk is zal de centrumgemeente een andere passende functie binnen belastingen aanbieden en zo nodig de werknemer de benodigde scholing en begeleiding aanbieden om aan de nieuwe eisen te kunnen voldoen. Indien en voor zover deze functie lager is ingeschaald zal de Centrumgemeente aan de medewerker een pensioengevende en meegroeiende toeslag toekennen zodat de werknemer het huidige salarisperspectief (treden en indexeringen) volledig behoudt.
De centrumgemeente zal de arbeidsovereenkomsten met deze werknemers in dezelfde aard en omvang, tegen gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden en zonder enige onderbreking voortzetten. De centrumgemeente zal met deze werknemers (voor zover vereist) een arbeidsovereenkomst aangaan en de arbeidsovereenkomst schriftelijk vastleggen.
De centrumgemeente zal de diensttijd van de werknemers die zij bij de Gemeenschappelijke Regeling BEL Combinatie en haar rechtsvoorgangers heeft opgebouwd integraal overnemen en tot haar eigen diensttijd maken. De startdatum voor de diensttijd zal in de arbeidsovereenkomst worden vastgelegd en nadien voor alle relevante situaties worden gehanteerd als ‘eerste datum indiensttreding’.
Artikel 5 Overdracht uitvoering gemeentelijke belastingen
Door de centrumgemeente worden met inwerkingtreding van deze regeling de in de dienstverleningsovereenkomst genoemde gemeentelijke belastingen, alsmede de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, uitgevoerd voor zover de uitvoering is overgedragen of niet is ingetrokken, een en ander conform de dienstverleningsovereenkomst als bedoeld in artikel 6.
Artikel 6 Dienstverleningsovereenkomst
In de dienstverleningsovereenkomst, te sluiten door de colleges van de gemeenten, wordt
nadere uitwerking gegeven aan deze regeling. In de dienstverleningsovereenkomst wordt in
a. de uit te voeren gemeentelijke belastingen;
b. de specifieke taken inzake de te heffen en in te vorderen belastingen;
d. de werkwijze, frequentie en ondersteuning van het portefeuillehouders- en regieoverleg;
e. de kwaliteitseisen waaraan de taakuitoefening door de centrumgemeente moet voldoen;
f. de verplichtingen tussen de colleges van de gemeenten;
g. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de informatieplichten, bedoeld in de artikelen 9 t/m 12 van deze regeling;
Artikel 7 Mandaat collegebevoegdheden
Het college van de centrumgemeente wordt mandaat verleend om namens het college van de gastgemeente alle besluiten te nemen ter uitvoering van de artikelen 230 tot en met 257 van de Gemeentewet in samenhang met de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en de door de raden van de gastgemeenten vastgestelde belastingverordeningen, voor zover deze besluiten betrekking hebben op belastingen waarvan de heffing of invordering krachtens artikel 5 van deze regeling, is opgedragen aan de ambtenaren van de centrumgemeente.
Artikel 8 Ambtelijke bevoegdheden
Het college van de gastgemeente wijst, met inachtneming van artikel 232, tweede lid onder a van de Gemeentewet en artikel 30, zevende lid, van de Wet waardering onroerende zaken de door de centrumgemeente aangewezen ambtenaar zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid onder b van de Gemeentewet én zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken, aan alsheffingsambtenaar van hun gemeente.
Het college van de gastgemeente kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, een andere ambtenaar van de centrumgemeente in de plaats treedt van de in artikel 231, tweede lid onder c van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar.
Artikel 9 Informatievoorziening door gastgemeente
Het college van de gastgemeente geeft het college van de centrumgemeente alle inlichtingen die het college of een ambtenaar van de centrumgemeente voor de uitoefening van de taken, bedoeld in de artikelen 5, 7 en 8 nodig heeft.
Artikel 10 Informatievoorziening colleges
Het college van de centrumgemeente geeft het college van de gastgemeente vooraf inlichtingen over de uitoefening van bevoegdheden, indien het college van de gastgemeente daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gastgemeente. In het laatste geval neemt het college van de centrumgemeente geen besluit dan nadat het college van de gastgemeente in de gelegenheid is gesteld om binnen een termijn van 30 dagen zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college van de centrumgemeente te brengen.
Artikel 11 Ambtelijke informatievoorziening
De ambtenaren van de centrumgemeente verstrekken alle door de regiefunctionaris en bij het proces betrokken ambtenaren gevraagde inlichtingen omtrent de uitoefening van de hen opgedragen taken en bevoegdheden voor zover deze de gastgemeente betreft en onverminderd de verantwoordelijkheden van het college van de centrumgemeente krachtens de wet of deze regeling.
Artikel 12 Overige informatievoorziening
De artikelen 155a tot en met 155e zijn van overeenkomstige toepassing op ambtenaren of gewezen ambtenaren werkzaam door of vanwege het gemeentebestuur van de centrumgemeente aangesteld of daaraan ondergeschikt, wanneer de raad van de gastgemeente besluit een onderzoek in te stellen, als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet.
De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de inspecteur, respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen.
Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden en verplichtingen als bedoeld in het eerste lid, neemt de heffingsambtenaar de nadere regels van het college van de gastgemeente in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die dat college heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheden.
Artikel 14 Invorderingsambtenaar
De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen en de Gemeentewet zijn toegekend aan de ontvanger, respectievelijk de ambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen als bedoeld in het eerste lid, neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de gastgemeente en de nadere regels van het college van de gastgemeente in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels die dat college heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheden.
Artikel 15 Belastingambtenaren
De belastingambtenaren oefenen de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de
Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken, zijn toegekend aan de ambtenaren van de
Rijksbelastingdienst, respectievelijk de ambtenaren belast met de heffing of invordering van gemeentelijke belastingen.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen als bedoeld in het eerste lid, nemen de belastingambtenaren de kwijtscheldingsregels van de gastgemeente en de nadere regels van het college van de gastgemeente in acht, alsmede houden zij rekening met de beleidsregels van dat college ter zake van de uitoefening van haar bevoegdheden.
Artikel 16 Belastingdeurwaarder
Bij de uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen als bedoeld in het eerste lid neemt de belastingdeurwaarder de kwijtscheldingsregels van de gastgemeente en de nadere regels van het college van de gastgemeente in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die dat college heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
De uittreding uit de regeling geschiedt, tenzij anders bepaald, per 1 januari van het kalenderjaar volgend op het besluit tot uittreding en de bekendmaking daarvan door de colleges van de gemeenten. Tussen het besluit tot uittreding en de feitelijke uittreding moeten ten minste 2 jaren gelegen zijn.
Artikel 23 Verwerken van persoonsgegevens
Daar waar het college van de centrumgemeente bij de uitvoering van deze regeling dan wel de te sluiten dienstverleningsovereenkomst of eventueel andere te sluiten overeenkomsten die onder deze regeling vallen, persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) verwerkt, treedt het college van de centrumgemeente op als ‘verwerker’ voor verwerkingen van de gegevens van belastingplichtige van gastgemeente. Het college van de gemeente Eemnes treedt op als ‘verwerkingsverantwoordelijke’.
Deze regeling, alsmede de dienstverleningsovereenkomst bedoeld in artikel 6, en de uitvoering van deze regeling worden 2-jaarlijks geëvalueerd. Het eerstvolgende moment vindt plaats voor 1 september 2024 de evaluaties hierna vinden 2-jaarlijks aansluitend voor 1 juli van dat betreffende jaar plaats.
Aldus besloten op 6 december 2022 door het college van burgemeester en wethouders van gemeente Baarn en Eemnes (instemming raden resp. 28 en 26 september 2022)
Namens deze,
Drs. C. Creveld, gemeentesecretaris gemeente Baarn, M.A. Röell, burgemeester gemeente Baarn
Mevrouw M.B.E. van den Berg, gemeentesecretaris Eemnes, de heer R. van Benthem, burgemeester gemeente Eemnes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-571946.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.