Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

De raad van de gemeente Raalte,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2022;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

Besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023

(Legesverordening 2023)

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    attestatie de vita ten behoeve van door publiekrechtelijke lichamen toe te kennen pensioenen, lijfrenten, ouderdoms-, invaliditeits-, wezen- of weduwenuitkeringen;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijke voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    beschikkingen of afschriften daarvan, betreffende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, bezoldiging, vergoeding of toelage betrekking hebbend op enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • d.

    beschikkingen of afschriften daarvan, op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • e.

    beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften terzake van plaatselijke belastingen;

  • f.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald;

  • g.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die inwerking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratiepersonen);

    • 2.

      hoofdstuk 1.33 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2022 met de bijbehorende tarieventabel vastgesteld door de gemeenteraad van 11 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    “Hoofdstuk 2 (dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet)” van de tarieventabel vindt geen toepassing op belastbare feiten tot het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Tot die tijd is “Hoofdstuk 2 (Dienstverlening en besluiten in het kader van de WABO)” van toepassing op belastbare feiten.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2023.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 november 2022

de griffier

Truus Klein Wolderink

de voorzitter

Martijn Dadema

Tarieventabel leges Gemeente Raalte 2023

 

Tarieventabel leges Gemeente Raalte 2023

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2023

Vastgesteld op 10 november 2022 door de Gemeenteraad van de gemeente Raalte

 

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10

Diversen

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet

(deze tarieven zijn van toepassing vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Zolang de omgevingswet niet in werking is getreden, is het hieronder opgenomen hoofdstuk "Dienstverlening en besluiten in het kader van de Wabo" van toepassing)

Paragraaf 2.1

Definities

Paragraaf 2.2

Voorfase

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

Paragraaf 2.13

Vermindering

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de WABO

(deze tarieven zijn van toepassing zolang de omgevingswet niet in werking is getreden. Zodra de Omgevingswet is ingetreden is het hierboven opgenomen hoofdstuk "Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet van toepassing")

Paragraaf 2.1

Definities

Paragraaf 2.2

Omgevingsvergunning

Paragraaf 2.3

Bouwactiviteiten

Paragraaf 2.4

Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.5

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Paragraaf 2.6

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Paragraaf 2.7

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Paragraaf 2.8

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

Paragraaf 2.9

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Paragraaf 2.10

Uitweg/inrit

Paragraaf 2.11

Kappen

Paragraaf 2.12

Omgevingsvergunning in twee fasen

Paragraaf 2.13

Beoordeling bodemrapport

Paragraaf 2.14

Advies

Paragraaf 2.15

Verklaring van geen bedenkingen

Paragraaf 2.16

Teruggaaf

Paragraaf 2.17

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Paragraaf 2.18

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Paragraaf 2.19

Overig

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Paragraaf 3.1

Horeca

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

Paragraaf 3.6

Huisvestigingswet 2014

Paragraaf 3.7

Kinderopvang

Paragraaf 3.8

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1. Burgerlijke stand

Artikel 1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of de omzetting van een partnerschap in een huwelijk, op basis van de door de gemeente opgestelde regels voor een 'reguliere' ceremonie:

Artikel 1.1.1

in het gemeentehuis op maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur, met uitzondering van maandag en woendag tussen 8.30 en 10.00 uur

€ 478,95

Artikel 1.1.2

in het gemeentehuis op maandag en woensdag tussen 8.30 en 10.00 uur

€ 0,00

Artikel 1.1.3

in het gemeentehuis op maandag t/m woensdag na 17.00 uur

€ 550,20

Artikel 1.1.4

in het gemeentehuis op zaterdag tussen 8.0 en 17.00 uur

€ 700,70

Artikel 1.1.5

op locatie van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur

€ 577,45

Artikel 1.1.6

op locatie van maandag t/m vrijdag na 17.00 uur

€ 696,20

Artikel 1.1.7

op locatie op zaterdag

€ 870,45

Artikel 1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of de omzetting van een partnerschap in een huwelijk, op basis van de door de gemeente opgestelde regels voor een 'uitgebreide' ceremonie:

Artikel 1.2.1

in het gemeentehuis op maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur, met uitzondering van maandag en woendag tussen 8.30 en 10.00 uur

€ 530,00

Artikel 1.2.2

in het gemeentehuis op maandag t/m woensdag na 17.00 uur

€ 601,25

Artikel 1.2.3

in het gemeentehuis op zaterdag tussen 8.30 en 17.00 uur

€ 790,05

Artikel 1.2.4

op locatie van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur

€ 628,50

Artikel 1.2.5

op locatie van maandag t/m vrijdag na 17.00 uur

€ 747,25

Artikel 1.2.6

op locatie op zaterdag

€ 959,80

Artikel 1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of de omzetting van een partnerschap in een huwelijk, op basis van de door de gemeente opgestelde regels voor een 'eenvoudige' ceremonie:

€ 277,75

Artikel 1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de ondertrouwkamer

€ 25,25

Artikel 1.5

Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 0,00

Artikel 1.6

Het tarief voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje bedraagt:

€ 16,00

Artikel 1.7

Het tarief voor ambtelijke laten getuigen bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt per ambtenaar:

€ 34,50

Artikel 1.8

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot aanwijzing van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor de voltrekking van een enkel huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt:

€ 152,55

Artikel 1.9

Het tarief bij annulering van een huwelijk of geregistreerd partnerschap (indien van toepassing in mindering te brengen op restitutie van reeds betaalde huwelijksleges), bedraagt:

€ 165,80

Artikel 1.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het vigerende Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Paragraaf 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.11

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een nationaal paspoort:

Artikel 1.11.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

wettelijk maximum tarief

Artikel 1.11.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 nog niet heeft bereikt: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

wettelijk maximum tarief

Artikel 1.12

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een Nederlandse identiteitskaart:

Artikel 1.12.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

wettelijk maximum tarief

Artikel 1.12.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 nog niet heeft bereikt: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

wettelijk maximum tarief

Artikel 1.13

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.11 en 1.12 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

wettelijk maximum tarief

Paragraaf 3 Rijbewijzen

Artikel 1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs, het maximale tarief zoals dat op het moment van de aanvraag door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vastgesteld, afgerond op € 0,05 naar beneden.

wettelijk maximum tarief

Artikel 1.15

Het tarief genoemd in artikel 1.14 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het maximale tarief zoals dat op het moment van de aanvraag door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vastgesteld, afgerond op € 0,05 naar beneden.

wettelijk maximum tarief

Artikel 1.16

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een formulier voor een eigen verklaring, betreffende lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen, geldt het tarief zoals dat is vastgesteld door het CBR.

Paragraaf 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Artikel 1.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

Artikel 1.17.1

tot het verstrekken van gegevens uit de gemeentelijke basisregistratie personen (schriftelijke/telefonische aanvraag of aanvraag aan de balie)

€ 12,95

Artikel 1.17.2

tot het verstrekken van gegevens uit de gemeentelijke basisregistratie personen (aanvraag en betaling via internet)

€ 10,70

Artikel 1.17.3

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ 12,95

Artikel 1.17.4

Voor de toepassing van artikel 1.17.1 en 1.17.2 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

Artikel 1.18

In afwijking van artikel 1.17.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.19

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 25,25

Artikel 1.20

Het tarief bedraagt ter zake het verstrekken van gegevens waarvoor de gehele dan wel een gedeelte van de basisregistratie personen doorlopen moet worden, die worden vervaardigd met behulp van de basisregistratie en die geen betrekking hebben op concrete persoonsgegevens, zoals een leeftijdsopbouw e.d., voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 41,15

Artikel 1.21

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie personen (schriftelijke aanvraag of aanvraag aan de balie)

€ 12,95

Artikel 1.22

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie personen (aanvraag en betaling via internet)

€ 10,70

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.23

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

Artikel 1.23.1

een afschrift van de programmabegroting met meerjarenplanning

€ 16,80

Artikel 1.23.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 16,80

Artikel 1.23.3

een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening Raalte

€ 44,40

Artikel 1.23.4

een exemplaar van de Bouwverordening

€ 85,60

Artikel 1.23.5

indien de stukken genoemd onder 1.23.1 t/m 1.23.4 per post worden verzonden worden de betreffende genoemde tarieven verhoogd met

€ 3,45

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

zie paragraaf 1.8

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

Artikel 1.24.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag, het maximum bedrag zoals dat op het moment van de aanvraag is vastgesteld in de "Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden" afgerond op € 0,05 naar beneden

wettelijk maximum tarief

Artikel 1.24.2

tot legaliseren van een handtekening of het waarmerken van een document

€ 6,60

Artikel 1.24.3

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 12,95

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.25

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het:

Artikel 1.25.1

verstrekken van een kopie/digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, milieuvergunning, APV/horeca/bijzondere wetten-vergunning, bestemmingsplan, bouwvergunning of bodemonderzoek (maximaal 5 documenten/tekeningen/bestanden)

€ 16,80

Artikel 1.25.2

verstrekken van een kopie/digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, milieuvergunning, APV/horeca/bijzondere wetten-vergunning, bestemmingsplan, bouwvergunning of bodemonderzoek (6 tot 20 documenten/tekeningen/bestanden)

€ 25,25

Artikel 1.25.3

verstrekken van een kopie/digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, milieuvergunning, APV/horeca/bijzondere wetten-vergunning, bestemmingsplan, bouwvergunning of bodemonderzoek (20 of meer documenten/tekeningen/bestanden), per besteed kwartier

€ 25,25

Artikel 1.25.4

verstrekken van een kopie/digitale scan/bestand van stukken die niet vallen onder artikel 1.25.1, 1.25.2 of 1.25.3, per besteed kwartier

€ 25,25

Artikel 1.26

De in artikel 1.25.1, 1.25.2, 1.25.3 en 1.25.4 genoemde tarieven worden niet in rekening gebracht als het gaat om stukken die op het moment van de aanvraag ter inzage liggen bij de gemeente en de kopieën/digitale scans/bestanden digitaal verzonden worden. Voor analoge kopieën van deze stukken worden wel de kosten voor de kopieën in rekening gebracht, hierbij bedraagt het tarief:

Artikel 1.26.1

- A3 / A4 formaat per pagina

€ 0,20

Artikel 1.26.2

- A0 / A1 / A2 formaat per pagina

€ 11,40

Artikel 1.26.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het op verzoek kopiëren van stukken die door verzoeker analoog worden aangeleverd per pagina:

Artikel 1.26.4

- A4 formaat zwart-wit incidenteel en minder dan 5 pagina's

€ 0,00

Artikel 1.26.5

- A3 / A4 formaat

€ 0,20

Kopieën van documenten in andere formaten worden niet gemaakt.

Artikel 1.27

De in artikel 1.25 en 1.26 genoemde tarieven worden niet in rekening gebracht bij levering aan derden die in opdracht van de gemeente werken.

Artikel 1.28

Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

Artikel 1.28.1

voor het op verzoek verstrekken van informatie over de aanwezigheid van bodemverontreiniging en/of ondergrondse tanks, per locatie

€ 25,25

Artikel 1.28.2

voor het op verzoek verstrekken van data uit het bodeminformatiesysteem, anders dan omschreven in artikel 1.28.1 of het beoordelen van onderzoeksrapporten, anders dan in het kader van de indiening van een aanvraag voor een bouwvergunning, voor elk besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 25,25

Artikel 1.29

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om informatie in het kader van de Wet open overheid tot het vervaardigen en verstrekken van fysieke kopieen van documenten, per bladzijde:

Artikel 1.29.1

- A3 / A4 formaat per pagina

€ 0,20

Artikel 1.29.2

- A0 / A1 / A2 formaat per pagina

€ 11,40

Paragraaf 1.9 Overig

Leegstandswet

Artikel 1.30

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

Artikel 1.30.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 107,00

Artikel 1.30.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 107,00

Artikel 1.30.3

Indien aanvragen als bedoeld in artikel 1.30.1 en 1.30.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Wet op de Kansspelen

Artikel 1.31

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen;

Artikel 1.31.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

Artikel 1.31.2

voor een periode van twaalf maanden voor meer dan één kansspelautomaat geldt een vast bedrag van € 22,50 + het aantal kansspelautomaten x € 34,00

Artikel 1.31.3

Het in artikel 1.29.1 en 1.29.2 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de in artikel 1.29.1 en 1.29.2 bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verhoogd worden.

Artikel 1.31.4

voor één kanspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

Artikel 1.31.5

voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd voor meer dan één kansspelautomaat geldt een vast bedrag van € 90,50 + het aantal kansspelautomaten x € 136,00

Artikel 1.32

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 0,00

Ondergrondse kabel en leidingen (AVOI)

Artikel 1.33

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de geldende Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur van de gemeente Raalte

€ 365,45

Artikel 1.34

Het tarief van artikel 1.33 wordt, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

Artikel 1.34.1

indien het betreft werkzaamheden binnen de bebouwde kom in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen

€ 2,20

Artikel 1.34.2

indien het betreft werkzaamheden binnen de bebouwde kom in bermen, groenstroken en dergelijke

€ 1,75

Artikel 1.34.3

indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen

€ 2,20

Artikel 1.34.4

indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom in bermen, groenstroken en dergelijke

€ 1,75

Artikel 1.34.5

De in artikel 1.31 genoemde tarieven worden niet in rekening gebracht als de aanvraag meer dan 50.000 meter strekkende meter sleuflengte betreft. Het tarief van onderdeel 1.30 wordt dan verhoogd met het bedrag als opgenomen in een ter zake opgestelde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de melding worden vastgesteld.

Artikel 1.34.6

Indien een begroting als in artikel 1.34.5 is uitgebracht wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.35

Het tarief van artikel 1.33 wordt, indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en andere beheerders van openbare grond, netbeheerders en/of andere belanghebbenden, per overleg verhoogd met

€ 247,35

Artikel 1.36

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden, voor tracés van 0 tot en met 25 m1, als bedoeld in de geldende Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuur (AVOI), per locatie

€ 53,00

Wegenverkeerswetgeving

Artikel 1.37

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

Artikel 1.37.1

een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, Voertuigreglement en de Wegenverkeerswet 1994, voor zover niet elders in dit hoofstuk benoemd

€ 40,15

Artikel 1.37.2

een eerste aanvraag tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 93,75

Artikel 1.37.3

een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 18,25

Artikel 1.37.4

een verlengingsaanvraag tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij er op het moment van aanvraag niet blijkt dat een medische (her-)keuring noodzakelijk is

€ 47,70

Artikel 1.37.5

een verlengingsaanvraag tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij er op het moment van aanvraag blijkt dat een medische (her-)keuring noodzakelijk is

€ 90,80

Artikel 1.37.6

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor het bord E1 voor zover dit zich binnen de voetgangerszone in het centrum van Raalte bevindt.

€ 14,15

Artikel 1.37.7

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van de "Route Gevaarlijke Stoffen"

€ 149,25

Artikel 1.38

indien blijkt dat de gehandicaptenparkeerkaart zoals genoemd artikel 1.37.2 niet verstrekt kan worden, bestaat er aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De leges bedragen in dit geval:

€ 87,30

Parkeerontheffingen

Artikel 1.39

een aanvraag voor een parkeerontheffing voor het centrumgebied van Raalte voor een periode van 1 jaar:

Artikel 1.39.1

categorie A (algemene hulpdiensten)

€ 0,00

Artikel 1.39.2

categorie B (bewoners)

€ 53,00

Artikel 1.39.3

categorie M (marktkooplieden)

€ 53,00

Artikel 1.39.4

categorie Z (zakelijk gevestigden)

€ 53,00

Artikel 1.39.5

categorie E (evenementen)

€ 53,00

Artikel 1.39.6

categorie S (service verlenende bedrijven)

€ 78,25

Artikel 1.40

een aanvraag voor een parkeerontheffing voor het centrumgebied van Raalte voor een periode van 2 jaar:

Artikel 1.40.1

categorie A (algemene hulpdiensten)

€ 0,00

Artikel 1.40.2

categorie B (bewoners)

€ 78,25

Artikel 1.40.3

categorie M (marktkooplieden)

€ 78,25

Artikel 1.40.4

categorie Z (zakelijk gevestigden)

€ 78,25

Artikel 1.40.5

categorie E (evenementen)

€ 78,25

Artikel 1.40.6

categorie S (service verlenende bedrijven)

€ 103,50

Artikel 1.41

een aanvraag voor een parkeerontheffing voor het centrumgebied van Raalte voor een periode van 5 jaar:

Artikel 1.41.1

categorie A (algemene hulpdiensten)

€ 0,00

Artikel 1.41.2

categorie B (bewoners)

€ 128,75

Artikel 1.41.3

categorie M (marktkooplieden)

€ 128,75

Artikel 1.41.4

categorie Z (zakelijk gevestigden)

€ 128,75

Artikel 1.41.5

categorie E (evenementen)

€ 128,75

Artikel 1.41.6

categorie S (service verlenende bedrijven)

€ 154,00

Inzameling geld en goed

Artikel 1.42

Het tarief bedraagt voor het inbehandeling nemen van een melding de inzameling van geld en goed (artikel 5.13 APV van de gemeente Raalte)

€ 12,65

Huisnummerbordjes

Artikel 1.43

Het tarief bedraagt voor het leveren van:

Artikel 1.43.1

een huisnummerbordje

€ 10,95

Artikel 1.43.2

een huisnummerpaaltje

€ 22,40

 

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

(deze tarieven zijn van toepassing met ingang van de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt, zolang de omgevingswet niet in werking is getreden, is het hieronder opgenomen hoofdstuk "Dienstverlening en besluiten in het kader van de Wabo" van toepassing)

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Definities

Artikel 2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

Artikel 2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

Artikel 2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

Artikel 2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Artikel 2.1.5

Van een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit is sprake in de volgende categorieën bouwplannen:

1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

b. de oppervlakte niet meer dan 150 m²;

2. een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 5 m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

3. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 10 m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

5. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

6. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits het aantal woningen gelijk blijft en de gebruikswijziging van bouwwerken maximaal 1.500 m² vloeroppervlakte bedraagt (het bij de bouwwerken aansluitend terrein blijft hierbij buiten beschouwing);

7. ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 t/m 6, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Artikel 2.2

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

Artikel 2.2.a

omgevingsoverleg;

Artikel 2.2.b

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

Artikel 2.2.c

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

Artikel 2.2.d

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

Artikel 2.2.e

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

Artikel 2.2.f

intrekking van een omgevingsvergunning;

Artikel 2.2.g

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

Artikel 2.2.h

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Bepalen tarief

Artikel 2.3.1

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

Artikel 2.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

Artikel 2.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

Artikel 2.3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

Artikel 2.3.5

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel 2.3.6

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase (omgevingsoverleg)

Artikel 2.4

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

Artikel 2.4.1

voor het houden van een omgevingsoverleg - indicatie betreffende de wenselijkheid/mogelijkheid van het initiatief inclusief een ambtelijk advies

€ 300,00

Artikel 2.4.2

voor het houden van een omgevingsoverleg - indicatie betreffende de wenselijkheid/mogelijkheid van het initiatief inclusief een principe besluit van het college van B&W

€ 1.200,00

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwkosten

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Artikel 2.5

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.5.1

a. over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000:

2,50%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 150,00

Artikel 2.5.2

b. over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 20.000.000:

1,80%

van de bouwkosten

Artikel 2.5.3

c. over het deel van de bouwkosten vanaf € 20.000.000,-

0,80%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 600.000,00

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Artikel 2.6

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.6.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit van de bouwkosten:

1,00%

met een minimum van:

€ 150,00

en een maximum van:

€ 3.000,00

Artikel 2.6.2

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zijnde een verhoging op de op basis van het artikel 2.6.1 bepaalde tarief:

€ 505,00

Artikel 2.6.3

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit van de bouwkosten:

1,00%

met een minimum van:

€ 610,00

en een maximum van:

€ 3.505,00

Artikel 2.6.4

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, waarbij er een (beoordeling van een) ruimtelijke motivering nodig is

€ 6.430,00

Artikel 2.6.5

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, waarbij er geen (beoordeling van een) ruimtelijke motivering nodig is

€ 3.505,00

Artikel 2.6.6

In geval de aanvraag betrekking heeft een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, zijnde de plaatsing van grondgebonden zonnepanelen achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein worden geplaatst en waarbij de ingenomen totale grond oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt, wordt het in artikel 2.6.1 genoemde tarief in rekening gebracht.

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Artikel 2.9

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.9.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 277,80

Artikel 2.9.2

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit:

€ 505,00

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

Artikel 2.10

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.10.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

Artikel 2.10.1.1

1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 545,00

Artikel 2.10.1.2

2° voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 545,00

Artikel 2.10.2

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit:

Artikel 2.10.2.1

1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.050,00

Artikel 2.10.2.2

2° voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.050,00

Artikel 2.10.3

Artikel 2.10 is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Gemeente Raalte is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Artikel 2.11

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.11.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 545,00

Artikel 2.11.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 545,00

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Artikel 2.12

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief:

€ 3.655,00

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

nvt

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Aanlegactiviteiten

Artikel 2.13

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.13.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

Artikel 2.13.1.1

voor een aanlegactiviteit voor werken tot 1.000 m²

€ 305,00

Artikel 2.13.1.2

voor een aanlegactiviteit voor werken van 1.000 m² en meer

€ 1.400,00

Artikel 2.13.1.3

voor een beschikking, houdende verlenging van de termijn gesteld in een aanlegvergunning

€ 305,00

Artikel 2.14.2

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit:

Artikel 2.14.2.1

voor een aanlegactiviteit voor werken tot 1.000 m²

€ 810,00

Artikel 2.14.2.2

voor een aanlegactiviteit voor werken van 1.000 m² en meer

€ 1.905,00

Artikel 2.14.2.3

voor een beschikking, houdende verlenging van de termijn gesteld in een aanlegvergunning

€ 305,00

Uitweg/uitrit - geregeld in APV

Artikel 2.15

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening (of het vervangende artikel in de Verordening Fysieke Leefomgeving) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 76,35

Uitweg/uitrit - geregeld in omgevingsplan

Artikel 2.16

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.16.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 76,35

Artikel 2.16.2

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit:

€ 76,35

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden - geregeld in APV

Artikel 2.17

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening (of het vervangende artikel in de Verordening Fysieke Leefomgeving) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.17.1

voor het kappen van 1 of 2 bomen:

€ 109,00

Artikel 2.17.2

voor het kappen van 3 of meer bomen:

€ 166,00

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden - geregeld in omgevingsplan

Artikel 2.18

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een boom, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.18.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

Artikel 2.18.1.1

voor het kappen van 1 of 2 bomen:

€ 109,00

Artikel 2.18.1.2

voor het kappen van 3 of meer bomen:

€ 166,00

Artikel 2.18.2

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit:

Artikel 2.18.2.1

voor het kappen van 1 of 2 bomen:

€ 109,00

Artikel 2.18.2.2

voor het kappen van 3 of meer bomen:

€ 166,00

Andere activiteiten

Artikel 2.19

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

Artikel 2.19.1

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,00

Artikel 2.19.2

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.19.2.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 226,00

Artikel 2.19.2.2

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 505,00

Artikel 2.19.2.3

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 226,00

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Artikel 2.20

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

Artikel 2.20.1

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 452,00

Artikel 2.20.2

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 452,00

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

Artikel 2.21

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

Artikel 2.21.1

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.975,00

Artikel 2.21.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.975,00

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Gelijkwaardige maatregel

Artikel 2.22

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

Artikel 2.22.1

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

Artikel 2.22.2

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

Artikel 2.22.3

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

Artikel 2.22.4

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

Artikel 2.22.5

Het op grond van artikel 2.22.1 tot en met artikel 2.22.4 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Artikel 2.23

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 200,00

Wijzigen omgevingsvergunning

Artikel 2.24

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning, niet zijnde een geringe wijziging zoals bedoeld in artikel 2.25, is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Geringe wijziging omgevingsvergunning

Artikel 2.25

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging van het project, bedraagt het tarief per wijziging:

€ 200,00

Wijzigen van het omgevingsplan

Artikel 2.26

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 6.945,00

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Artikel 2.27

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

Artikel 2.27.1

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.275,00

Artikel 2.27.2

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 0,00

Artikel 2.27.3

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.017,00

Beoordeling onderzoeksrapporten

Artikel 2.28

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

Artikel 2.28.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 197,70

Artikel 2.28.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 197,70

Artikel 2.28.3

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 197,70

Artikel 2.28.4

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 197,70

Artikel 2.28.5

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 197,70

Artikel 2.28.6

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 395,40

Artikel 2.28.7

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 197,70

Advies

Artikel 2.29

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

Artikel 2.29.1

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 515,00

Artikel 2.29.2

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in artikel 2.29.1: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Artikel 2.29.3

Als een begroting als bedoeld in artikel 2.29.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Instemming

Artikel 2.30

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

Artikel 2.30.1

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 515,00

Artikel 2.30.2

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn

Artikel 2.30.3

Het bedrag bedoeld in artikel 2.30.2 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13 Vermindering

Vermindering na omgevingsoverleg

Artikel 2.31.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt van de voor het omgevingsoverleg geheven leges:

50%

Artikel 2.31.2

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Artikel 2.32

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges:

100%

Teruggaaf als aanvraag "verder buiten behandeling wordt gelaten"

Artikel 2.33

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag "verder buiten behandeling wordt gelaten", bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges:

40%

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

Artikel 2.34

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

60%

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Artikel 2.35

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges:

25%

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Artikel 2.36.1

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges:

25%

Artikel 2.36.2

Onder een weigering wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

Artikel 2.37

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Minimumbedrag voor teruggaaf

Artikel 2.38

Een bedrag minder dan € 10,- wordt niet teruggegeven.

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE WABO

(deze tarieven zijn van toepassing zolang de omgevingswet niet in werking is getreden, zodra de Omgevingswet is ingetreden is het hierboven opgenomen hoofdstuk "Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet van toepassing")

Paragraaf 2.1 Defintities

Artikel 2.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

Artikel 2.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

Artikel 2.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 2.1.4

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

Artikel 2.1.5

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Paragraaf 2.2 Omgevingsvergunning

Artikel 2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.3 Bouwactiviteiten

Artikel 2.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.3.1

van de bouwkosten tot € 1.000.000,-, te vermeerderen met:

2,5%

van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 20.000.000,-, te vermeerderen met:

1,4%

van de bouwkosten vanaf € 20.000.000,-:

1,1%

met een minimum van

€ 87,85

en een maximum van

€ 584.500,00

Gecertificeerde bouwbesluittoetsing

Artikel 2.3.2

Indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.1 vergezeld gaat van een gecertificeerde Bouwbesluittoets conform de landelijke richtlijn BRL 5019, dan worden de op grond van 2.3.1. geheven leges verminderd met:

30%

As-built-procedure

Artikel 2.3.3

Indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.1 betrekking heeft op een bouwaanvraag voor een bouwwerk in gevolgklasse 1 en bij de aanvraag door de aanvrager wordt aangegeven bij gereedmelding van het bouwwerk een "as-built" dossier aan te leveren, dan worden de op grond van 2.3.1. geheven leges verminderd met:

20%

Combinatie van gecertificeerde bouwbesluittoetsing en As-built-procedure

Artikel 2.3.4

Indien bij de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.1 wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden van zowel de gecertificeerde bouwbesluittoetsing van 2.3.2 als van de as-built-procedure van 2.3.3, dan worden de op grond van 2.3.1 geheven leges verminderd met:

40%

De genoemde percentages en bedragen van 2.3.2 en 2.3.3 zijn in dit geval niet van toepassing.

Paragraaf 2.4 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.4.1

voor een aanlegactiviteit voor werken tot 1.000 m²

€ 275,10

Artikel 2.4.2

voor een aanlegactiviteit voor werken van 1.000 m² en meer

€ 1.268,60

Artikel 2.4.3

voor een beschikking, houdende verlenging van de termijn gesteld in een aanlegactiviteit

€ 275,10

Paragraaf 2.5 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Artikel 2.5

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.5.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 275,10

Artikel 2.5.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 275,10

Artikel 2.5.3

In afwijking van artikel 2.3.3.2 wordt er een ander tarief gehanteerd in geval van plaatsing van grondgebonden zonnepanelen achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein wordt geplaatst en waarbij de ingenomen totale grond oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt. Het tarief bedraagt in dit geval:

€ 0,00

Artikel 2.5.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking niet in strijd met goede ruimtelijke ordening, voorheen projectbesluit):

Artikel 2.5.4.1

voor projecten waarbij geen ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

€ 1.268,60

Artikel 2.5.4.2

voor projecten waarbij een ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

€ 3.231,40

Artikel 2.5.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 275,10

Artikel 2.5.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 275,10

Artikel 2.5.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 275,10

Artikel 2.5.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 275,10

Paragraaf 2.6 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Artikel 2.6

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten::

Artikel 2.6.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 275,10

Artikel 2.6.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 275,10

Artikel 2.6.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking niet in strijd met goede ruimtelijke ordening, voorheen projectbesluit):

Artikel 2.6.3.1

voor projecten waarbij geen ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

€ 1.268,60

Artikel 2.6.3.2

voor projecten waarbij een ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

€ 3.231,40

Artikel 2.6.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 275,10

Artikel 2.6.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 275,10

Artikel 2.6.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 275,10

Artikel 2.6.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 275,10

Artikel 2.6.8

indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 275,10

Artikel 2.6.9

indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 275,10

 

 

Paragraaf 2.7 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Artikel 2.7

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.7.1

Voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van:

Categorie

Tarief

1 0 t/m 100

€ 620,00

2 101 t/m 500

€ 434,00 + € 1,84 per m²

3 501 t/m 2.000

€ 1.025,00 + € 0,66 per m²

4 2.001 t/m 5.000

€ 2.073,00 + € 0,15 per m²

5 5.001 t/m 50.000

€ 2.693,00 + € 0,03 per m²

6 Meer dan 50.001

€ 3.776,00 + € 0,01 per m²

Artikel 2.7.2

Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.7 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft:

1. Uitbreiding van een inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in artikel 2.7.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

2. Herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10 % van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld artikel 2.7.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

 

Paragraaf 2.8 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

Artikel 2.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale verordening of de verordening gemeentelijke monumenten, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor de advieskosten van de monumentencommissie, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 545,00

Paragraaf 2.9 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Artikel 2.9

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 275,10

Paragraaf 2.10 Uitweg/inrit

Artikel 2.10

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, in samenhang met de provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening of de Verordening Fysieke Leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 76,35

Paragraaf 2.11 Kappen

Artikel 2.11

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening of de Verordening Fysieke Leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.11.1

voor het kappen van 1 of 2 bomen

€ 109,00

Artikel 2.11.2

voor het kappen van 3 of meer bomen

€ 166,00

Paragraaf 2.12 Omgevingsvergunning in twee fasen

Artikel 2.12

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

Artikel 2.12.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

Artikel 2.12.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

Paragraaf 2.13 Beoordeling bodemrapport

Artikel 2.13

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

Artikel 2.13.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 197,70

Artikel 2.13.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 197,70

Paragraaf 2.14 Advies

Artikel 2.14

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Artikel 2.14.1

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.14 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.15 Verklaring van geen bedenkingen

Artikel 2.15

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

Artikel 2.15.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 275,10

Artikel 2.15.2

indien de provincie een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 217,75

Artikel 2.15.3

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Artikel 2.15.4

Indien een begroting als bedoeld artikel 2.15.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.16 Teruggaaf

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag of een niet verdere behandeling van een omgevingsvergunning

Artikel 2.16.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, indien er nog geen beslissing op de aanvraag is genomen. De teruggaaf bedraagt, van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

60%

Teruggaaf als gevolg van "buiten behandeling stellen" / niet-ontvankelijkheid

Artikel 2.16.2

Als na het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning op grond van artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht niet verder wordt behandeld (niet ontvankelijk), bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

40%

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

Artikel 2.16.3

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt, van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

25%

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

Artikel 2.16.4

Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

25%

Artikel 2.16.4.1

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Minimumbedrag voor teruggaaf

Artikel 2.16.5

Een bedrag minder dan € 10,00 wordt niet teruggegeven.

Geen teruggaaf legesdeel activiteit beschermd monument, advies of verklaring van geen bedenkingen

Artikel 2.16.6

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.6, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Paragraaf 2.17 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Artikel 2.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 87,85

Paragraaf 2.18 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Artikel 2.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.231,40

Artikel 2.18.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.072,25

Artikel 2.18.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principeverzoek tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening of een wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a. en b. van de Wet ruimtelijke ordening, voor zover dit verzoek betrekking heeft op het realiseren van meer dan één woning, appartement of wooneenheid en het oprichten of het wijzigen van het gebruik van een bouwwerk met een omvang van meer dan 1.500 m² bruto vloeroppervlak

€ 1.268,60

Artikel 2.18.4

Indien de definitieve aanvraag is vooraf gegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.18.3, waarop de definitieve aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de definitieve aanvraag mits die aanvraag wordt ingediend binnen één jaar na het besluit op het principeverzoek.

Paragraaf 2.19 Overig

Artikel 2.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 141,15

HOOFDSTUK 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

Artikel 3.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 1.056,30

Artikel 3.1.2

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing of verklaring als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 63,95

Artikel 3.1.3

een aanvraag voor het wijzigen van een vergunning ingevolge artikel 30 en 30a van de Alcoholwet

€ 528,75

Artikel 3.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de APV (exploitatie horecabedrijf)

€ -

Artikel 3.1.5

een aanvraag voor het verlenen van een toestemming als bedoeld in artikel 2.29 APV (sluitingsuur horecabedrijven) en artikel 2.30 APV (afwijking sluitingsuur)

€ 321,00

Artikel 3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een terrasvergunning

€ 535,00

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

nvt

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 80,00

Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van :

Artikel 3.3.1

een kleinschalig evenement volgens de evenementennota van de gemeente Raalte inclusief alle benodigde vergunningen en/of gerelateerde ontheffingen doch exclusief de gebruiksvergunning

€ 126,10

Artikel 3.3.2

een grootschalig evenement volgens de evenementennota van de gemeente Raalte inclusief alle benodigde vergunningen en/of gerelateerde ontheffingen doch exclusief de gebruiksvergunning

€ 323,00

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

Artikel 3.4.1

om een vergunning voor het innemen van een standplaats

€ 98,00

Artikel 3.4.2

tot wijziging van een vergunning voor het innemen van een standplaats

€ 49,05

Artikel 3.4.3

om een vergunning voor het innemen van een tijdelijke standplaats indien de aanvraag wordt gedaan door een plaatselijke non-profitorganisatie die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers

€ 0,00

Artikel 3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt

€ 54,10

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

nvt

Paragraaf 3.7 Leefmilieuverordening

Artikel 3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

Artikel 3.6.1

een aanvraag tot een ontheffing geluidhinder als bedoeld in artikel 4.6 APV

€ 64,90

Artikel 3.6.2

Voor het verrichten van geluidsmetingen van gemeentewege bedragen de kosten; voor elk uur of gedeelte daarvan gedurende welke gemeten wordt

€ 107,00

Artikel 3.7

Het uurtarief voor de kosten van een milieu-ambtenaar, die op grond van een verstrekte vergunning ingevolge de APV van de gemeente Raalte aanwezig is, bedraagt

€ 107,00

Artikel 3.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een ontheffing van het verbod afval te verbranden buiten inrichtingen zoals bedoeld in artikel 5.34 van de APV bedraagt het tarief:

Artikel 3.7.1

voor een paasvuur

€ 136,50

Artikel 3.7.2

voor een incidentele ontheffing, niet zijnde een paasvuur

€ 321,00

Artikel 3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil van derden, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening van de gemeente Raalte.

€ 106,70

Paragraaf 3.8 Kinderopvang

Artikel 3.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

Artikel 3.9.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (kinderdagopvang en/of buitenschoolse opvang en/of ouderparticipatiecrèche) als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang

€ 775,00

Artikel 3.9.2

tot het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet inderopvang

€ 775,00

Artikel 3.9.3

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet inderopvang

€ 248,25

Paragraaf 3.9 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 64,25

Behorende bij raadsbesluit van 10 november 2022

De griffier van Raalte,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven