Besluit van de raad van de gemeente Barneveld tot wijziging van de Financiële verordening gemeente Barneveld

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 20-12-2022 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2022, 561615.]

 

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in 3 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel 1 & 17 verwerkt worden.]

 

Nummer 2424

 

De raad van de gemeente Barneveld;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 2424 ;

 

gelet op artikelen 212, 213 en 213a van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies;

 

besluit:

Artikel I  

De Financiële verordening gemeente Barneveld wordt gewijzigd:

 

A

Na artikel 1 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

 

Artikel 1a. Uitgangspunten

  • 1.

    De rechtmatigheidsverantwoording is de rapportage van burgemeester en wethouders waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.

  • 2.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.

  • 3.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteren burgemeester en wethouders aan de raad over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves.

  • 4.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) die groter zijn dan de verantwoordingsgrens nader toegelicht.

Artikel 1b. Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bieden de raad jaarlijks uiterlijk op 1 maart ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Burgemeester en wethouders operationaliseren dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing

Artikel 1c. Begrotingsrechtmatigheid

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid, die betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 5.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

    • a.

      er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren;

    • b.

      er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling;

    • c.

      de overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.

  • 5.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

Artikel 1d. Misbruik en oneigenlijk gebruik

  • 1.

    Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen. Van misbruik is sprake bij het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Van oneigenlijk gebruik is sprake indien bij het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving is maar in strijd met het doel en de strekking daarvan;

  • 2.

    Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en totale baten per programma.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Indien burgemeester en wethouders voorzien dat een geautoriseerd programma dreigt te worden overschreden, wordt dit door hen aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Voor afwijkingen binnen het bestaande beleid gebeurt dit via de tussentijdse rapportage, bedoeld in artikel 5, voor afwijkingen met een minimum van € 50.000 aan lasten of baten van het budget op het programma. Kleinere afwijkingen kunnen ook ter autorisatie worden voorgelegd indien deze als politiek en/of bestuurlijk gevoelig worden beoordeeld.

C

Artikel 5 komt te luiden:

 

Artikel 5. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Burgemeester en wethouders informeren de raad gedurende het jaar door middel van twee tussenrapportages over de realisatie en afwijkingen van de begroting en doet zo nodig voorstellen ter wijziging van de begroting.

  • 2.

    De inrichting van de tussenrapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders informeren de raad middels de tussenrapportage ook over de ontwikkeling van de grondexploitaties.

D

In artikel 17, onderdeel a, wordt ‘afdelingen’ vervangen door ‘organisatie-eenheden’.

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop dit bekend gemaakt wordt.

  • 2.

    Artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 9 november 2022.

  • 3.

    Artikel I, onderdeel C, werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2022.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven