Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2023

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2022, nummer 2022_B&W_00839;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2023

(Verordening lijkbezorgingsrechten Steenwijkerland 2023).

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • b.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • c.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen Blankenham , Blokzijl, De Nieuwe Landen, De Voorst, Duinhof, Giethoorn, Heetveld, Het Thijhof, Kallenkote-oud, Kuinre, Meppelerweg, Oldemarkt, Ossenzijl, Scheerwolde, Steenwijkerwold en Toutenburg;

  • d.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder en taludgraf daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • f.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • h.

    een graf voor volwassenen: een graf bestemd voor het begraven van overleden personen van twaalf jaar en ouder;

  • i.

    een graf voor kinderen: een graf bestemd voor het begraven van overleden personen van 1 jaar en ouder, maar jonger dan 12 jaar;

  • j.

    een graf voor baby’s: een graf bestemd voor het begraven van overleden personen jonger dan 1 jaar en levenloos geborenen;

  • k.

    gedenkmuur of gedenkzuil: een muur of zuil ingericht om door middel van naamplaatjes overledenen te herdenken;

  • l.

    urnenmuur: een muur, waarin urnen in aparte nissen worden geplaatst, op de gemeentelijke begraafplaatsen Blankenham, Blokzijl, De Nieuwe Landen, De Voorst, Duinhof, Giethoorn, Heetveld, Het Thijhof, Kallenkote-oud, Kuinre, Meppelerweg, Oldemarkt, Ossenzijl, Scheerwolde, Toutenburg en de gemeentelijke urnenmuur op de bijzondere begraafplaats te Wanneperveen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats en voor het gebruik van de gemeentelijke urnenmuur op de bijzondere begraafplaats te Wanneperveen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 6, onderdeel 6.7 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    Het onderhoudsrecht bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Met uitzondering van het onderhoudsrecht bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel, zijn de rechten verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 2.

    Het onderhoudsrecht bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het onderhoudsrecht bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde onderhoudsrecht als bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten, met uitzondering van het onderhoudsrecht bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel, worden betaald binnen 8 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het onderhoudsrecht bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.6 van de tarieventabel, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt met betrekking tot het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen als genoemd in het tweede lid.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Overgangsrecht

De “Verordening lijkbezorgingsrechten Steenwijkerland 2022”, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2022, nummer 2021-RAAD-00062, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten Steenwijkerland 2023.

Steenwijk, 20 december 2022

De raad voornoemd,

de griffier,

A. ten Hoff

de voorzitter,

J.H. Bats

TARIEVENTABEL behorende bij de “Verordening lijkbezorgingsrechten Steenwijkerland 2023”.

 

HOOFDSTUK 1

GRAFRECHTEN BEGRAVEN

 

 

1.1                   

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf voor

 

 

 

volwassenen waarin 1-diep mag worden begraven wordt geheven:

 

 

1.1.1

voor een termijn van 10 jaar

496,70;

1.1.2

voor een termijn van 20 jaar

993,40;

1.1.3

voor een termijn van 30 jaar

1.490,10;

1.1.4

voor een termijn van 40 jaar

1.986,80.

1.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 1.1 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

1.2.1

voor een termijn van 5 jaar

248,90;

1.2.2

voor een termijn van 10 jaar

497,80;

1.2.3

voor een termijn van 15 jaar

746,70;

1.2.4

voor een termijn van 20 jaar

995,60.

1.3

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf voor

 

 

 

volwassenen waarin 2-diep mag worden begraven wordt geheven:

 

 

1.3.1

voor een termijn van 15 jaar

1.489,95;

1.3.2

voor een termijn van 20 jaar

1.986,60;

1.3.3

voor een termijn van 30 jaar

2.979,90;

1.3.4

voor een termijn van 40 jaar

3.973,20.

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 1.3 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

1.4.1

voor een termijn van 5 jaar

497,25;

1.4.2

voor een termijn van 10 jaar

994,50;

1.4.3

voor een termijn van 15 jaar

1.491,75;

1.4.4

voor een termijn van 20 jaar

1.989,00.

1.5

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf voor

 

 

 

kinderen wordt geheven:

 

 

1.5.1

voor een termijn van 10 jaar

372,45;

1.5.2

voor een termijn van 20 jaar

744,90;

1.5.3

voor een termijn van 30 jaar

1.117,35;

1.5.4

voor een termijn van 40 jaar

1.489,80.

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 1.5 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

1.6.1

voor een termijn van 5 jaar

186,55;

1.6.2

voor een termijn van 10 jaar

373,10;

1.6.3

voor een termijn van 15 jaar

559,65;

1.6.4

voor een termijn van 20 jaar

746,20.

1.7

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf voor baby’s

 

 

 

wordt geheven:

 

 

1.7.1

voor een termijn van 10 jaar

248,25;

1.7.2

voor een termijn van 20 jaar

496,50;

1.7.3

voor een termijn van 30 jaar

744,75;

1.7.4

voor een termijn van 40 jaar

993,00.

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 1.7 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

1.8.1

voor een termijn van 5 jaar

125,00;

1.8.2

voor een termijn van 10 jaar

250,00;

1.8.3

voor een termijn van 15 jaar

375,00;

1.8.4

voor een termijn van 20 jaar

500,00.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 2

GRAFRECHTEN ASBEZORGING

 

 

2.1

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particuliere urnennis, die

 

 

 

ruimte biedt aan twee urnen, in een urnenmuur wordt geheven:

 

 

2.1.1

voor een termijn van 5 jaar

445,85;

2.1.2

voor een termijn van 10 jaar

891,70;

2.1.3

voor een termijn van 20 jaar

1.783,40;

2.1.4

voor een termijn van 30 jaar

2.675,10;

2.1.5

voor een termijn van 40 jaar

3.566,80.

2.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 2.1 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

2.2.1

voor een termijn van 5 jaar

445,85;

2.2.2

voor een termijn van 10 jaar

891,70;

2.2.3

voor een termijn van 15 jaar

1.337,55;

2.2.4

voor een termijn van 20 jaar

1.783,40.

2.3

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier urnengraf of

 

 

 

een taludgraf, die ruimte bieden aan twee urnen, wordt geheven:

 

 

2.3.1

voor een termijn van 5 jaar

496,70;

2.3.2

voor een termijn van 10 jaar

993,40;

2.3.3

voor een termijn van 20 jaar

1.986,80;

2.3.4

voor een termijn van 30 jaar

2.980,20;

2.3.5

voor een termijn van 40 jaar

3.973,60.

2.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 2.3 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

2.4.1

voor een termijn van 5 jaar

496,70;

2.4.2

voor een termijn van 10 jaar

993,40;

2.4.3

voor een termijn van 15 jaar

1.490,10;

2.4.4

voor een termijn van 20 jaar

1.986,80.

2.5

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particuliere nis, die ruimte

 

 

 

biedt aan de as van één overledene, in een exclusieve aszuil, wordt geheven:

 

 

2.5.1

voor een termijn van 5 jaar

586,25;

2.5.2

voor een termijn van 10 jaar

1.172,50;

2.5.3

voor een termijn van 20 jaar

2.345,00;

2.5.4

voor een termijn van 30 jaar

3.517,50;

2.5.5

voor een termijn van 40 jaar

4.690,00.

2.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 2.5 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

2.6.1

voor een termijn van 5 jaar

586,25;

2.6.2

voor een termijn van 10 jaar

1.172,50;

2.6.3

voor een termijn van 15 jaar

1.758,75;

2.6.4

voor een termijn van 20 jaar

2.345,00.

2.7

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particuliere nis, die ruimte

 

 

 

biedt aan de as van twee overledenen, in een exclusieve aszuil, wordt geheven:

 

 

2.7.1

voor een termijn van 5 jaar

809,15;

2.7.2

voor een termijn van 10 jaar

1.618,30;

2.7.3

voor een termijn van 20 jaar

3.236,60;

2.7.4

voor een termijn van 30 jaar

4.854,90;

2.7.5

voor een termijn van 40 jaar

6.473,20.

2.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 2.7 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

2.8.1

voor een termijn van 5 jaar

809,15;

2.8.2

voor een termijn van 10 jaar

1.618,30;

2.8.3

voor een termijn van 15 jaar

2.427,45;

2.8.4

voor een termijn van 20 jaar

3.236,60.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 3

GRAFRECHTEN GEDENKMUUR EN GEDENKZUIL

 

 

3.1

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een enkel naamplaatje op de

 

 

 

gedenkmuur op begraafplaats De Nieuwe Landen of op de gedenkzuil op

 

 

 

De Voorst, wordt geheven:

 

 

3.1.1

voor een termijn van 5 jaar

106,35;

3.1.2

voor een termijn van 10 jaar

212,70;

3.1.3

voor een termijn van 20 jaar

425,40;

3.1.4

voor een termijn van 30 jaar

638,10;

3.1.5

voor een termijn van 40 jaar

850,80.

3.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 3.1 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

3.2.1

voor een termijn van 5 jaar

106,35;

3.2.2

voor een termijn van 10 jaar

212,70;

3.2.3

voor een termijn van 15 jaar

319,05;

3.2.4

voor een termijn van 20 jaar

425,40.

3.3

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een dubbel naamplaatje op de

 

 

 

gedenkmuur op begraafplaats De Nieuwe Landen of op de gedenkzuil op

 

 

 

De Voorst, wordt geheven:

 

 

3.3.1

voor een termijn van 5 jaar

212,80;

3.3.2

voor een termijn van 10 jaar

425,60;

3.3.3

voor een termijn van 20 jaar

851,20;

3.3.4

voor een termijn van 30 jaar

1.276,80;

3.3.5

voor een termijn van 40 jaar

1.702,40.

3.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 3.3 wordt

 

 

 

geheven:

 

 

3.4.1

voor een termijn van 5 jaar

212,80;

3.4.2

voor een termijn van 10 jaar

425,60;

3.4.3

voor een termijn van 15 jaar

638,40;

3.4.4

voor een termijn van 20 jaar

851,20.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 4

BEGRAVEN, BIJZETTEN VAN URNEN EN VERSTROOIEN

 

 

4.1

Voor het (her)begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

 

 

 

wordt geheven

977,50.

4.2

Voor het (her)begraven van een lijk van een kind van één tot 12 jaar wordt

 

 

 

geheven

488,80.

4.3

Voor het (her)begraven van een lijk van een kind beneden één jaar of

 

 

 

levenloos geborenen wordt geheven

244,30.

4.4

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een particulier graf, een

 

 

 

particulier urnengraf of een particuliere urnennis wordt geheven

379,15.

4.5

Voor het verstrooien op een gemeentelijke begraafplaats van as uit een asbus

 

 

 

wordt geheven

90,80.

4.6

Voor het bijzetten van een asbus of urn op een particulier graf wordt geheven

90,80.

4.7

Voor het begraven, bijzetten of verstrooien op buitengewone uren als bedoeld

 

 

 

in artikel 1 van de Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen 2016,

 

 

 

wordt het tarief genoemd in de onderdelen 4.1 tot en met 4.6 verhoogd met

345,15.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 5

OPGRAVEN, HERBEGRAVEN, ASBUSVERWIJDERING EN TERUGPLAATSING

 

 

5.1

Voor het opgraven en herbegraven van stoffelijke resten ten behoeve van

 

 

 

begraving in hetzelfde graf (schudden) wordt geheven, per graflaag

977,60.

5.2

Voor het opgraven van stoffelijke resten van één overledene ten behoeve van

 

 

 

herbegraving ervan in een ander graf wordt geheven

977,60.

5.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn en herplaatsing in een

 

 

 

ander (urnen)graf of een andere urnennis op een van de gemeentelijke

 

 

 

begraafplaatsen wordt geheven

379,15.

5.4

De in de onderdelen 5.1 tot en met 5.3 bedoelde rechten worden niet geheven

 

 

 

indien één en ander geschiedt op last van het openbaar gezag.

 

 

5.5

De in de onderdelen 5.1 tot en met 5.3 bedoelde rechten worden tevens

 

 

 

geheven voor het op verzoek van de rechthebbende ruimen van een particulier graf.

 

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 6

GRAFBEDEKKING, GRAFKELDERS EN ONDERHOUD

 

 

6.1

Voor het afgeven van een vergunning voor de aanleg van een grafkelder,

 

 

 

bedoeld in artikel 16 van de Beheerverordening gemeentelijke

 

 

 

begraafplaatsen 2016, wordt geheven

977,55.

6.2

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen van een gedenkplaat

 

 

 

op een gedenkmuur, gedenkzuil of urnentaludgraf, bedoeld in artikel 22 van

 

 

 

de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2016, wordt geheven

88,85.

6.3

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen van een grafbedek-

 

 

 

king, gedenkteken of gedenkplaat, anders dan genoemd in onderdeel 6.2,

 

 

 

bedoeld in artikel 22 van de Beheerverordening gemeentelijke

 

 

 

begraafplaatsen 2016, wordt geheven

363,30.

6.4

Voor het afgeven van een vergunning voor het wijzigen van een grafbedek-

 

 

 

king, gedenkteken of gedenkplaat, bedoeld in artikel 22 van de

 

 

 

Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2016, wordt geheven

88,85.

6.5

Voor het door of namens de gemeente leveren van een grafbedekking voor

 

 

 

een urnentaludgraf wordt geheven

151,20.

6.6

Voor de voor 1 juli 1991 uitgegeven graven op de gemeentelijke

 

 

 

begraafplaatsen Blankenham, Kuinre, Oldemarkt, Ossenzijl en Scheerwolde

 

 

 

en de voor 24 april 2002 uitgegeven graven op de gemeentelijke

 

 

 

begraafplaatsen Blokzijl, De Voorst en Heetveld, wordt voor het door of

 

 

 

vanwege de gemeente onderhouden van een particulier graf of een

 

 

 

particulier urnengraf per jaar per graf geheven

90,60.

6.7

Het in onderdeel 6.6 genoemde jaarlijkse onderhoudsrecht kan worden

 

 

 

afgekocht door betaling van 20 maal het in onderdeel 6.6 genoemde bedrag.

 

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 7

OVERIGE TARIEVEN

 

 

7.1

Voor het inschrijven en/of overboeken van enig recht in daartoe bestemde

 

 

 

registers wordt geheven

48,40.

7.2

Voor het inschrijven van ingebruikgeving van een algemeen graf in daartoe

 

 

 

bestemde registers wordt geheven

48,40.

7.3

Voor het reserveren van een graf, bedoeld in artikel 12 van de Beheerveror-

 

 

 

dening gemeentelijke begraafplaatsen 2016, anders dan voor directe begraving,

 

 

 

wordt per 5 jaar geheven:

 

 

7.3.1

voor een graf waarin 1-diep mag worden begraven

248,90;

7.3.2

voor een graf waarin 2-diep mag worden begraven

497,25.

 

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 20 december 2022.

 

 

 

 

 

 

De griffier van Steenwijkerland,

 

 

 

Naar boven